gepubliceerd op 27 juli 2002
Wet betreffende de oprichting van de Vestigingsraad
26 JUNI 2002. - Wet betreffende de oprichting van de Vestigingsraad (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Er wordt een Vestigingsraad opgericht die beslist over : 1° de beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de bureaus van de Kamers van Ambachten en Neringen omtrent de aanvragen tot het verkrijgen van het getuigschrift bedoeld in artikel 9, § 1, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, hierna de programmawet genoemd;2° de aanvragen om getuigschriften ingediend met toepassing van artikel 12, § 2, vierde lid, van de programmawet.
Art. 3.§ 1. De Koning stelt het aantal Kamers van de Vestigingsraad vast. Ieder van deze Kamers is samengesteld uit een werkend voorzitter en zijn plaatsvervanger, door de Koning benoemd uit de werkende of plaatsvervangende magistraten of uit de advocaten die regelmatig op de tabel van de orde zijn ingeschreven sedert ten minste tien jaar.
Voorts omvat zij een werkend en plaatsvervangend ambtenaar, benoemd door de minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, alsmede een werkend bijzitter en een plaatsvervanger, benoemd door de minister op de voordracht van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen.
De Vestigingsraad wordt samengesteld voor een duur van zes jaar.
De zetel van de Raad is gevestigd in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. § 2. Het beroep kan worden ingesteld door de betrokkene of door de minister.
Het beroep wordt ingediend binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van het bureau. Het heeft schorsende werking.
De Vestigingsraad doet uitspraak als administratief rechtscollege, nadat de partijen werden gehoord.
In voorkomend geval geeft hij het getuigschrift af, bedoeld bij artikel 9, § 1, van de programmawet. § 3. De verzoeker die, in toepassing van artikel 12, § 2, vierde lid, van de programmawet, een aanvraag om getuigschrift indient bij de Vestigingsraad, stelt de Kamer van Ambachten en Neringen hiervan op de hoogte met een aangetekende brief.
Deze mededeling heeft de nietigheid tot gevolg van de vorige aanvraag, tenzij de Kamer kennis geeft van de beslissing van het bureau binnen een termijn van acht dagen vanaf de ontvangst van deze mededeling. § 4. De personen die beroep hebben ingesteld of een aanvraag om getuigschrift hebben ingediend, worden bij aangetekende brief opgeroepen.
Zij kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat.
Zij kunnen schriftelijke volmacht geven aan een afgevaardigde van een beroeps- of interprofessioneel verbond dat de in de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, en de in de uitvoeringsbesluiten ervan bepaalde voorwaarden vervult.
De procedure voor de Vestigingsraad, het reglement van inwendige orde, de vergoedingen van de leden en de zitpenningen worden bepaald door de Koning. § 5. De beslissingen van de Vestigingsraad zijn met redenen omkleed en moeten binnen een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf het instellen van het beroep of vanaf het indienen van de aanvraag bedoeld in artikel 12, § 2, vierde lid, van de programmawet, aan de betrokkene worden betekend.
Deze termijn wordt verlengd met dertig dagen, wanneer de behandeling van de aanvraag of van het beroep werd uitgesteld op vraag van de betrokkene of wanneer verzet werd aangetekend tegen een bij verstek gewezen beslissing.
Wanneer de termijn voor de betekening niet werd nageleefd, is betrokkene vrijgesteld van het getuigschrift. De Vestigingsraad brengt de betrokkene hiervan onmiddellijk in kennis bij aangetekende brief.
Indien het verzuim van kennisgeving wordt vastgesteld ingevolge een beroep ingediend tegen een gunstige beslissing van een bureau van een Kamer van Ambachten en Neringen, is het opschortend gevolg opgeheven. § 6. Iedere beslissing van de Vestigingsraad staat open voor een beroep tot vernietiging bij de Raad van State. In geval van vernietiging wordt de zaak verwezen naar de anders samengestelde Vestigingsraad. Deze laatste volgt de beslissing van de Raad van State voor wat de rechtspunten betreft waarover die zich heeft uitgesproken.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 26 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, R. DAEMS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire wijzigingen : Kamer van Volksvertegenwoordigers Zitting 2000-2001. Wetsontwerp, nr. 50-1257/001. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-1257/002.
Integraal verslag : 8 november 2001.
Senaat.
Zitting 2001-2002.
Ontwerp overgezonden door de Kamer, nr. 2-939/1. - Verslag namens de commissie, nr. 2-939/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning voorgelegd ter bekrachtiging, nr. 2-939/3.
Handelingen van de Senaat : 14 maart 2002.