gepubliceerd op 28 juni 1997
Wet tot bekrachtiging van koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
26 JUNI 1997. Wet tot bekrachtiging van koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
TITEL II. - Regie voor maritiem transport
Art. 2.1. Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de ontbinding van de Regie voor maritiem transport, ter uitvoering van artikel 3, 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.2° Koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor maritiem transport, ter uitvoering van artikel 3, 1,6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.2. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor maritiem transport, in uitvoering van artikel 3, 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, wordt vervangen door de volgende bepaling : " Artikel 1.Voor de vaststelling van de gemiddelde wedde op grond waarvan het rustpensioen berekend wordt van de personeelsleden van de Regie voor maritiem transport hierna te noemen de" RMT ',. toegekend in uitvoering van artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, wordt voor de periode gedurende dewelke het personeelslid viel onder de aan de pensionering voorafgaande verlofregeling die voor de personeelsleden van de RMT zou worden vastgesteld, rekening gehouden met de wedde die het personeelslid zou hebben genoten indien hij in dienst was gebleven. Deze wedde wordt vastgesteld onder de voorwaarden bepaald door het geldelijk statuut dat van kracht is op de ingangsdatum van het pensioen en vermeerderd met de bedragen van de loodstoelage en het zeegeld die voor de berekening van het pensioen in aanmerking zouden zijn genomen indien het personeelslid in dienst was gebleven. '.
TITEL III. - Tewerkstellingsmaatregelen
Art. 3.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, met toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.2° Koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen met betrekking tot het halftijds brugpensioen, met toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwàring van het concurrentievermogen.3° Koninklijk besluit van 27 januari 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit nr.230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, in toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. 4° Koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan, in toepassing van artikel 7, 2, 1°, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.5° Koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden, in toepassing van de artikelen 7, 2, 30, 2, en 33, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.6° Koninklijk besluit van 14 maart 1997 houdende specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de kleine en middelgrote ondernemingen, met toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.7° Koninklijk besluit van 18 april 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de koopvaardij, in toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.8° Koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorend tot de baggersector, met toepassing van artikel 7, 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheld en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Art. 4.In artikel 8, 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, worden de woorden" vóór 31 maart ' vervangen door de woorden" vóór 15 mei, en worden de woorden" vóór 31 mei ' vervangen door de woorden" vóór 30 juni '.
TITEL IV. - Werkloosheid
Art. 5.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 17 februari 1997 tot wijziging van artikel 74 van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, in toepassing van artikel 33 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.2° Koninklijk besluit van 21 maart 1997 tot invoering van werkgeversbijdragen en inhoudingen voor sommige oudere werklozen, met toepassing van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. TITEL V. - Pensioenen
Art. 6.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 21 maart 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.2° Koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen, met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en het koninklijk besluit van 21 maart 1997 tot wijziging van het koninkijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen, met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, met toepassing van artikel 15 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.3° Koninklijk besluit van 7 februari 1997 houdende maatregelen tot het verzekeren van de financiële leefbaarheid van de kapitalisatiestelsels ingericht in het raam van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van de ouderdom en vroegtijdige dood, in toepassing van de artikelen 18 en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. TITEL VI. - Beheersing van de uitgaven in de gezondheidssector
Art. 7.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de administratiekosten van de Kas voor de geneeskandige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen, in uitvoering van artikel 10, 7°, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.2° Koninklijk besluit van 24 maart 1997 genomen ter uitvoering van artikel 10, 2°, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.
Art. 8.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 4 februari 1997 houdende de vaststelling voor het jaar 1997 van een heffing op de omzet van sommige farmaceutische producten, met toepassing van artikel 3, 1, 2° en 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.2° Koninklijk besluit van 21 februari 1997 tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met toepassing van artikel 3, 1, 1° en 4°, en 2, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.3° Koninklijk besluit van 5 maart 1997 houdende, wat de geneeskundige honoraria voor hemodialyseverstrekkingen betreft, maatregelen, met toepassing van artikel 3, 1, 1° en 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. TITEL VII. - Beter beheer in de sociale zekerheid
Art. 9.Zijn bekrachtigd met uitwerking op de datum van hun inwerkingtreding : 1° Koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.2° Koninklijk besluit van 24 januari 1997 houdende bepaalde maatregelen betreffende de financiering van de sociale zekerheid, ter uitvoering van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.3° Koninklijk besluit van 20 februari 1997 tot wijziging van artikel 1410, 4, van het Gerechtelijk Wetboek, in toepassing van de artikelen 2 en 3, 1, 3° en 4°, en 2, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.
Art. 10.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Fenffe, 26 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.
begin
Publicatie : 1997-06-28 Numac : 1997021198