gepubliceerd op 15 januari 2016
Wet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 8 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, zoals gewijzigd door de aanvullende Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 april 1994 (2) (3)
26 DECEMBER 2013. - Wet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 8 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, zoals gewijzigd door de aanvullende Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 april 1994 (1) (2) (3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol, gedaan te Brussel op 8 maart 2010, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, zoals gewijzigd door de aanvullende Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 april 1994, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Ciergnon, 26 december 2013.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Didier REYNDERS De Minister van Financiën, Koen GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Senaat (www.senate.be): Stukken: 5-2121 Handelingen van de Senaat: 18/07/2013 Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 53-2976 Integraal verslag: 14/11/2013. (2) Inwerkingtreding: 01/12/2015 (3) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 7 juni 2013 (Belgisch Staatsblad van 3 juli 2013), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 17 september 2013 (Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2013), Decreet van het Waalse Gewest van 16 oktober 2015 (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2015), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 27 maart 2014 (Belgisch Staatsblad van 9 mei 2014-Ed.2), Decreet van de Franse Gemeenschap van 21 oktober 2015 (Belgisch Staatsblad van 17 november 2015).
Vertaling PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REPUBLIEK KOREA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN, ONDERTEKEND TE BRUSSEL OP 29 AUGUSTUS 1977, ZOALS GEWIJZIGD DOOR DE AANVULLENDE OVEREENKOMST, ONDERTEKEND TE BRUSSEL OP 20 APRIL 1994 DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK KOREA (hierna te noemen "de overeenkomstsluitende Staten"), WENSENDE de Overeenkomst te wijzigen tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, zoals gewijzigd door de aanvullende Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 april 1994 (hierna te noemen "de Overeenkomst"), ZIJN het volgende overeengekomen : ARTIKEL 1 De tekst van artikel 25 van de Overeenkomst wordt vervangen door de volgende tekst : "1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen : (a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer op basis van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden.De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 van dit artikel voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 van dit artikel aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.Teneinde zulke inlichtingen te verkrijgen heeft de belastingadministratie van de aangezochte overeenkomstsluitende Staat de bevoegdheid om te vragen inlichtingen kenbaar te maken en om een onderzoek en verhoren in te stellen, niettegenstaande andersluidende bepalingen in de binnenlandse belastingwetgeving van die Staat." ARTIKEL 2 Elke overeenkomstsluitende Staat stelt de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg in kennis van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Protocol zijn vereist. Dit Protocol zal in werking treden op de datum waarop de laatste van deze kennisgevingen werd ontvangen en de bepalingen ervan zullen van toepassing zijn : (a) met betrekking tot de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na de eerste dag van januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking treedt;(b) met betrekking tot de andere belastingen die worden geheven van inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na de eerste dag van januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking treedt;(c) met betrekking tot alle andere belastingen geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten, op elke andere belasting die verschuldigd is ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na de eerste dag van januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking treedt. ARTIKEL 3 Dit Protocol, dat een integrerend deel van de Overeenkomst uitmaakt, zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst van kracht blijft en zal van toepassing zijn zolang de Overeenkomst zelf van toepassing is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Brussel, op 8 maart 2010, in de Engelse taal.
PROTOCOL AMENDING THE CONVENTION BETWEEN THE KINGDOM OF BELGIUM AND THE REPUBLIC OF KOREA FOR THE AVOIDANCE OF DOUBLE TAXATION AND THE PREVENTION OF FISCAL EVASION WITH RESPECT TO TAXES ON INCOME, SIGNED AT BRUSSELS ON 29 AUGUST 1977, AS AMENDED BY THE SUPPLEMENTARY CONVENTION SIGNED AT BRUSSELS ON 20 APRIL 1994 ARTICLE 1 The text of Article 25 of the Convention shall be replaced by the following: « 1. The competent authorities of the Contracting States shall exchange such information as is foeseeably relevant for carrying out the provisions of this Convention or to the administration or enforcement of the domestic laws concerning taxes of every kind and description imposed by or on behalf of the Contracting States, insofar as the taxation thereunder is not contrary to the Convention. The exchange of information is not restricted by Articles 1 and 2. 2. Any information received under paragraph 1 by a Contracting State shall be treated as secret in the same manner as information obtained under the domestic laws of that State and shall be disclosed only to persons or authorities (including courts and administrative bodies) concerned with the assessment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, the determination of appeals in relation to the taxes referred to in paragraph 1, or the oversight of the above. Such persons or authorities shall use the information only for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions. 3. In no case shall the provisions of paragraphs 1 and 2 be construed so as to impose on a Contracting State the obligation: (a) to carry out administrative measures at variance with the laws and administrative practice of that or of the other Contracting State;(b) to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other Contracting State;(c) to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial or professional secret or trade process, or information, the disclosure of which would be contrary to public policy (ordre public).4. If information is requested by a Contracting State in accordance with this Article, the other Contracting State shall use its information gathering measures to obtain the requested information, even though that other State may not need such information for its own tax purposes.The obligation contained in the preceding sentence is subject to the limitations of paragraph 3 of this Article but in no case shall such limitations be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because it has no domestic interest in such information. 5. In no case shall the provisions of paragraph 3 of this Article be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because the information is held by a bank, other financial institution, trust, foundation, nominee or person acting in an agency or a fiduciary capacity or because it relates to ownership interests in a person.In order to obtain such information the tax administration of the requested Contracting State shall have the power to ask for the disclosure of information and to conduct investigations and hearings notwithstanding any contrary provisions in its domestic tax laws." ARTICLE 2 Each Contracting State shall notify the other, through diplomatic channels, of the completion of the procedures required by its law for the entry into force of this Protocol. This Protocol shall enter into force on the date of receipt of the later of these notifications and its provisions shall have effect: (a) with respect to taxes due at source on income credited or payable on or after the first day of January of the year next following that in which the Protocol enters into force;(b) with respect to other taxes charged on income of taxable periods beginning on or after the first day of January of the year next following that in which the Protocol enters into force;(c) with respect to any other taxes imposed by or on behalf of the Contracting States, on any other tax due in respect of taxable events taking place on or after the first day of January of the year next following that in which the Protocol enters into force. ARTICLE 3 This Protocol, which shall form an integral part of the Convention, shall remain in force as long as the Convention remains in force and shall apply as long as the Convention itself is applicable.
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned, being duly authorized thereto by their respective Governments, have signed this Protocol.
DONE in duplicate at Brussels, on this 8 th day of March 2010, in the English language.