Etaamb.openjustice.be
Wet van 24 februari 2017
gepubliceerd op 19 april 2017

Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het doel de bescherming van de openbare orde en de nationale veiligheid te versterken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2017011464
pub.
19/04/2017
prom.
24/02/2017
ELI
eli/wet/2017/02/24/2017011464/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

24 FEBRUARI 2017. - **** tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het doel de bescherming van de openbare orde en de nationale veiligheid te versterken (1)


****, **** der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

**** Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en **** bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de volgende richtlijnen : 1° de richtlijn 2001/40/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen;2° de richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op ****;3° de richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen;4° de richtlijn 2004/38/EG van het **** **** en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (****) ****.1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/****, 68/360/****, 72/194/****, 73/148/****, 75/34/****, 75/35/****, 90/364/****, 90/365/**** en 93/96/****; 5° de richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de **** die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van **** of hulp hebben gekregen bij illegale immigratie;6° de richtlijn 2008/115/EG van het **** **** en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven;7° de richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan;8° de richtlijn 2011/95/**** van het **** **** en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of **** als personen die **** bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (****);9° de richtlijn 2016/801/**** van het **** **** en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van **** met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, ****, educatieve projecten of au-**** (****).

Art. 3.In artikel 1 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vervangen bij de wet van 15 juli 1996 en gewijzigd bij de wetten van 19 januari 2012, 15 mei 2012 en 19 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : "8° **** : de beslissing die kan samengaan met een beslissing tot verwijdering en waarbij de toegang tot en het verblijf op het grondgebied van het **** of het grondgebied van alle lidstaten, met inbegrip van het grondgebied van het ****, voor een bepaalde termijn verboden wordt;"; 2° artikel 1 wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, **** : "18° Algemene Nationale Gegevensbank : de politionele gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet van 5 augustus 1992 op het ****.".

Art. 4.In **** **** van dezelfde wet, wordt een **** **** ingevoegd, **** : "**** ****. - **** bepalingen met betrekking tot de indiening van een **** en van een verzoek om **** of tijdelijke bescherming.".

Art. 5.In **** ****, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 1/3 ingevoegd, **** : "

Art. 1/3.**** indiening van een **** of van een verzoek om **** of tijdelijke bescherming door een vreemdeling die reeds het voorwerp is van een maatregel tot verwijdering of ****, tast het bestaan van deze maatregel niet aan.

Indien de betrokkene overeenkomstig de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten voorlopig op het grondgebied mag blijven, in afwachting van een beslissing inzake deze **** of dit verzoek om **** of tijdelijke bescherming, wordt de uitvoerbaarheid van de maatregel tot verwijdering of **** opgeschort.".

Art. 6.Artikel 3 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 15 juli 1996 en gewijzigd bij de wetten van 19 januari 2012, 19 maart 2014 en 4 mei 2016, wordt vervangen als volgt : "

Art. 3.Behoudens de in een internationaal verdrag of in de wet bepaalde afwijkingen, kan de toegang worden geweigerd aan de vreemdeling die zich in een van de volgende gevallen bevindt : 1° wanneer hij aangetroffen wordt in de **** zonder in het bezit te zijn van de bij artikel 2 vereiste documenten;2° wanneer hij het **** poogt binnen te komen zonder in het bezit te zijn van de bij artikel 2 vereiste documenten;3° wanneer hij, zo nodig, geen documenten kan overleggen ter staving van het doel en de **** van het voorgenomen verblijf;4° wanneer hij niet over voldoende middelen van bestaan beschikt, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde Staat waar zijn toelating is gewaarborgd, en hij niet in staat is die middelen wettelijk te verwerven;5° wanneer hij ter fine van weigering van toegang of verblijf gesignaleerd staat in het **** of in de Algemene Nationale Gegevensbank;6° wanneer hij geacht wordt de **** betrekkingen van België of van een Staat die partij is bij een **** overeenkomst betreffende de overschrijding van de ****, die België bindt, te kunnen schaden;7° wanneer hij geacht wordt de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid te kunnen schaden;8° wanneer hij sedert minder dan tien jaar uit het **** werd teruggewezen of uitgezet, zo de maatregel niet werd opgeschort of ingetrokken;9° wanneer hij het voorwerp uitmaakt van een **** dat noch opgeschort noch opgeheven is;10° wanneer hij lijdt aan een van de ziekten opgesomd in de bijlage bij deze wet. **** beslissing wordt genomen door de minister of, behalve in het geval bedoeld in het eerste lid, 6°, door zijn gemachtigde. In de in het eerste lid, 1° of 2°, bedoelde gevallen, kunnen de met de **** belaste overheden de beslissing zelf nemen.

**** overwogen wordt om de toegang te weigeren aan een vreemdeling die in het bezit is van een geldig visum, beslist de bevoegde overheid eveneens of het visum moet worden nietig verklaard of ingetrokken.

De met de **** belaste overheden drijven de vreemdeling aan wie de toegang geweigerd wordt terug en, in voorkomend geval, verklaren zij het visum nietig of trekken zij het in.

**** Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en regels voor de toepassing van dit artikel vaststellen.".

Art. 7.In artikel 7, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 15 juli 1996 en gewijzigd bij de wet van 19 januari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 4° worden de woorden ", op eensluidend advies van de Commissie van advies voor vreemdelingen," opgeheven; 2° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : "5° wanneer hij ter fine van weigering van toegang of verblijf gesignaleerd staat in het **** of in de Algemene Nationale Gegevensbank;".

Art. 8.In artikel 8bis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 september 2004 en gewijzigd bij de wetten van 6 mei 2009, 19 januari 2012 et 19 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "van de artikelen 20 en 21" vervangen door de woorden "van de artikelen 21 en 22";2° in paragraaf 4, worden de woorden "of in de Algemene Nationale ****" ingevoegd tussen de woorden "in het ****" en de woorden ", omwille van een in § 1, 1°, bedoelde reden" .

Art. 9.In artikel 19, § 4, eerste lid, 2°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 19 maart 2014, worden de woorden "werkelijke en voldoende ernstige bedreiging" vervangen door de woorden "werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging".

Art. 10.**** titel **** van dezelfde wet, wordt het opschrift van hoofdstuk **** vervangen als volgt : "**** ****. Einde van het verblijf van meer dan drie maanden om redenen van openbare orde of nationale veiligheid.".

Art. 11.Artikel 20 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2014, wordt vervangen als volgt : "

Art. 20.Onverminderd de meer voordelige bepalingen van een internationaal verdrag en het non-****, is dit hoofdstuk van toepassing op de onderdanen van derde landen die zijn toegelaten of gemachtigd tot een verblijf van meer dan drie maanden op het grondgebied van het ****.

**** is niet van toepassing op de onderdanen van derde landen die de **** bescherming in het **** genieten.".

Art. 12.Artikel 21 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 26 mei 2005 en gewijzigd bij de wetten van 6 mei 2009 en 19 maart 2014, wordt vervangen als volgt : "

Art. 21.De minister of zijn gemachtigde kan een einde maken aan het verblijf van een onderdaan van een derde land die voor een beperkte of onbeperkte duur tot verblijf is toegelaten of gemachtigd en hem het bevel geven het grondgebied te verlaten, om redenen van openbare orde of nationale veiligheid.

Het eerste lid is van toepassing, onverminderd artikel 61/8, op de onderdaan van een derde land die krachtens artikel 61/7 tot verblijf gemachtigd is.".

Art. 13.Artikel 22 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1992 en bij de wet van 15 juli 1996, wordt vervangen als volgt : "

Art. 22.§ 1. De minister kan een einde maken aan het verblijf van de volgende onderdanen van derde landen en hen het bevel geven het grondgebied te verlaten om ernstige redenen van openbare orde of nationale veiligheid : 1° de gevestigde onderdaan van een derde land;2° de onderdaan van een derde land die de status van langdurig ingezetene in het **** geniet;3° de onderdaan van een derde land die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van meer dan drie maanden in het **** sinds ten minste tien jaar en die er sindsdien ononderbroken verblijft. § 2. Onder voorbehoud van het tweede lid wordt, wanneer er in toepassing van paragraaf 1 een einde wordt gemaakt aan het verblijf van een langdurig ingezetene die in een andere lidstaat **** bescherming bekomen heeft, aan de bevoegde overheid van die lidstaat gevraagd om te bevestigen of de betrokkene daar nog altijd **** bescherming geniet. Als de langdurig ingezetene er nog altijd **** bescherming geniet, wordt hij naar die lidstaat verwijderd.

In afwijking van het eerste lid kan de langdurig ingezetene worden verwijderd naar een ander land dan de lidstaat die hem **** bescherming heeft verleend, wanneer er ernstige redenen bestaan om hem te beschouwen als een bedreiging voor de nationale veiligheid of wanneer hij, omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf, een bedreiging vormt voor de openbare orde.

In geen geval mag de betrokkene verwijderd worden naar een land waar hij blootgesteld wordt aan een schending van het non-****.".

Art. 14.Artikel 23 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 23.§ 1. **** beslissingen tot beëindiging van het verblijf genomen krachtens de artikelen 21 en 22 zijn uitsluitend gebaseerd op het persoonlijk gedrag van de betrokkene en mogen niet op economische gronden berusten.

Het gedrag van de betrokkene moet een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving zijn. Motiveringen die los staan van het betrokken individuele geval of met algemene preventieve redenen verband houden, mogen niet worden aangevoerd. § 2. Er wordt bij het nemen van de beslissing rekening gehouden met de ernst of de aard van de inbreuk op de openbare orde of de nationale veiligheid die hij heeft begaan, of met het gevaar dat van hem uitgaat, en met de duur van zijn verblijf in het ****.

Er wordt ook rekening gehouden met het bestaan van banden met zijn land van verblijf of met het ontbreken van banden met zijn land van oorsprong, met zijn leeftijd en met de gevolgen voor hem en zijn familieleden.".

Art. 15.Artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 24.**** bepalingen van artikel 7, tweede tot achtste lid, en van titel **** zijn van toepassing op de onderdaan van een derde land die krachtens de artikelen 21 of 22 een bevel om het grondgebied te verlaten heeft ontvangen.".

Art. 16.In **** **** van dezelfde wet wordt een hoofdstuk V**** ingevoegd dat de artikelen 25 en 26 bevat, **** : "**** **** - ****"

Art. 17.Artikel 25 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt vervangen als volgt : "

Art. 25.De vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van een **** krachtens deze wet wordt gesignaleerd in de Algemene Nationale **** ter fine van weigering van toegang of verblijf op het grondgebied.

Hij wordt ook gesignaleerd in het ****-informatiesysteem ter fine van weigering van toegang of verblijf in het ****, overeenkomstig Verordening (EG) ****. 1987/2006 van het **** **** en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het **** van de tweede generatie (SIS ****) en de besluiten van de **** **** die zijn genomen ter uitvoering van deze verordening.".

Art. 18.Artikel 26 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "

Art. 26.In de gevallen waarin de vreemdeling de openbare orde of de nationale veiligheid heeft geschaad, kan de minister hem verplichten bepaalde plaatsen te verlaten, ervan verwijderd te blijven of in een bepaalde plaats te verblijven.

Indien de vreemdeling niet voldoet aan de verplichtingen die krachtens het eerste lid aan hem worden opgelegd kan er een einde worden gemaakt aan zijn verblijf en kan het bevel om het grondgebied te verlaten krachtens deze wet aan hem worden afgegeven.".

Art. 19.Artikel 27, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1996 en 1 september 2004, wordt vervangen als volgt : "De vreemdeling ten aanzien van wie een maatregel tot verwijdering is genomen en die er binnen de gestelde termijn geen gevolg aan heeft gegeven, kan met dwang worden geleid naar de grens van zijn keuze, in principe met uitzondering van de grens met de Staten die partij zijn bij een **** overeenkomst betreffende de overschrijding van de ****, die België bindt, of worden ingescheept voor een bestemming van zijn keuze, deze Staten uitgezonderd.".

Art. 20.In artikel 30bis, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en gewijzigd bij de wetten van 15 september 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden ", behoudens de in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° en 4° tot en met 7° of de in artikel 40bis of 40ter bedoelde vreemdeling" opgeheven;2° in de bepaling onder 2° worden de woorden ", behoudens de in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° en 4° tot en met 7° of de in artikel 40bis of 40ter bedoelde vreemdeling" opgeheven; 3° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : "3° de vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van een maatregel tot verwijdering of ****."; 4° de bepaling onder 4° wordt opgeheven.

Art. 21.Artikel 42ter, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, vervangen bij de wet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij de wet van 28 juni 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, **** : "6° de minister of zijn gemachtigde trekt het verblijf van de begeleide of vervoegde burger van de Unie overeenkomstig artikel 44 in.".

Art. 22.Artikel 42****, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 8 juli 2011 en gewijzigd bij de wetten van 28 juni 2013 en 4 mei 2016, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, **** : "6° de minister of zijn gemachtigde trekt het verblijf van de begeleide of vervoegde burger van de Unie overeenkomstig artikel 44 in.".

Art. 23.Artikel 42**** van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 mei 2016, wordt opgeheven.

Art. 24.Artikel 43 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 mei 2016, wordt vervangen als volgt : "

Art. 43.§ 1. De minister of zijn gemachtigde kan de binnenkomst en het verblijf van de burgers van de Unie en hun familieleden weigeren en hun het bevel geven het grondgebied te verlaten : 1° wanneer zij valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten hebben gebruikt, of fraude hebben gepleegd of andere onwettige middelen hebben gebruikt, die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf;2° om redenen van openbare orde, nationale veiligheid of volksgezondheid. § 2. Wanneer de minister of zijn gemachtigde overweegt een beslissing zoals bedoeld in paragraaf 1 te nemen, houdt hij rekening met de duur van het verblijf van de burger van de Unie of zijn familielid op het grondgebied van het ****, zijn leeftijd, gezondheidstoestand, ****- en economische situatie, sociale en culturele integratie in het **** en de mate waarin hij bindingen heeft met zijn land van oorsprong.".

Art. 25.Artikel 44 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 15 september 2006, wordt hersteld als volgt : "

Art. 44.§ 1. De minister of zijn gemachtigde kan het verblijf van de burgers van de Unie en hun familieleden intrekken en hun het bevel geven het grondgebied te verlaten wanneer zij valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten hebben gebruikt, of fraude hebben gepleegd of andere onwettige middelen hebben gebruikt, die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf. § 2. Wanneer de minister of zijn gemachtigde overweegt een beslissing zoals bedoeld in paragraaf 1 te nemen, houdt hij rekening met de duur van het verblijf van de burger van de Unie of zijn familielid op het grondgebied van het ****, zijn leeftijd, gezondheidstoestand, ****- en economische situatie, sociale en culturele integratie in het **** en de mate waarin hij bindingen heeft met zijn land van oorsprong.".

Art. 26.Artikel 44bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1996 en opgeheven bij de wet van 25 april 2007, wordt hersteld als volgt : "

Art. 44bis.§ 1. Onverminderd de paragrafen 2 en 3, kan de minister of zijn gemachtigde een einde maken aan het verblijf van de burgers van de Unie en hun familieleden en hun het bevel geven het grondgebied te verlaten om redenen van openbare orde, nationale veiligheid of volksgezondheid. § 2. De minister kan een einde maken aan het verblijf van de burgers van de Unie en hun familieleden die krachtens de artikelen 42**** en 42**** een duurzaam **** hebben verkregen en hun het bevel geven het grondgebied te verlaten, alleen om ernstige redenen van openbare orde of nationale veiligheid. § 3. De minister kan een einde maken aan het verblijf van de volgende burgers van de Unie en hun het bevel geven het grondgebied te verlaten, alleen om dwingende redenen van nationale veiligheid : 1° de burgers van de Unie die op het grondgebied van het **** hebben verbleven gedurende de tien voorafgaande jaren;2° de burgers van de Unie die minderjarig zijn, behalve indien de beslissing noodzakelijk is in het belang van het kind, zoals bepaald in het **** van de Verenigde **** inzake de rechten van het kind van 20 november 1989. § 4. Wanneer de minister of zijn gemachtigde overweegt een beslissing zoals bedoeld in de paragrafen 1, 2 of 3 te nemen, houdt hij rekening met de duur van het verblijf van de burger van de Unie of zijn familielid op het grondgebied van het ****, zijn leeftijd, gezondheidstoestand, ****- en economische situatie, sociale en culturele integratie in het **** en de mate waarin hij bindingen heeft met zijn land van oorsprong.".

Art. 27.In dezelfde wet wordt een artikel 44ter ingevoegd, **** : "

Art. 44ter.**** bevel om het grondgebied te verlaten, afgegeven aan een burger van de Unie of zijn familielid, vermeldt de termijn binnen welke hij het grondgebied van het **** moet verlaten. **** in naar behoren aangetoonde dringende gevallen, mag deze termijn niet korter zijn dan een maand te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing.

**** in het eerste lid bedoelde termijn kan door de minister of zijn gemachtigde worden verlengd wanneer : 1° de vrijwillige terugkeer niet kan worden gerealiseerd binnen deze termijn, of 2° de omstandigheden die specifiek zijn voor de situatie van de betrokkene dit rechtvaardigen. De aanvraag voor een verlenging van de termijn om het grondgebied van het **** te verlaten moet door de burger van de Unie of zijn familielid worden ingediend bij de minister of zijn gemachtigde.".

Art. 28.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.Zolang de in artikel 44ter bedoelde termijn loopt, mag de burger van de Unie of zijn familielid niet gedwongen worden verwijderd.

Om elk risico op onderduiken tijdens de in artikel 44ter bedoelde termijn te vermijden, kan de burger van de Unie of zijn familielid worden verplicht tot het vervullen van preventieve maatregelen. De **** is gemachtigd deze maatregelen te bepalen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.§ 1. De minister of zijn gemachtigde neemt alle nodige maatregelen tot uitvoering van het bevel om het grondgebied te verlaten wanneer : 1° aan de burger van de Unie of zijn familielid geen termijn is toegestaan om het grondgebied van het **** te verlaten;2° de burger van de Unie of zijn familielid het grondgebied van het **** niet heeft verlaten binnen de termijn die hem is toegestaan;3° de burger van de Unie of zijn familielid, voordat de toegestane termijn om het grondgebied van het **** te verlaten is verstreken, een risico op onderduiken vormt, de opgelegde preventieve maatregelen niet heeft nageleefd of een bedreiging is voor de openbare orde of de nationale veiligheid. § 2. Wanneer de burger van de Unie of zijn familielid zich verzet tegen zijn verwijdering of een risico op gevaar vormt tijdens zijn verwijdering, wordt er overgegaan tot zijn gedwongen terugkeer, zo nodig onder begeleiding. Er mogen dan **** tegen hem worden gebruikt, met naleving van de artikelen 1 en 37 van de wet van 5 augustus 1992 op het ****.

Wanneer de verwijdering wordt uitgevoerd door de lucht, worden de maatregelen genomen overeenkomstig de aan Beschikking 2004/573/EG gehechte gemeenschappelijke richtsnoeren voor verwijdering door de lucht. § 3. **** Koning duidt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de instantie aan die belast is met de controle op de gedwongen terugkeer en bepaalt de nadere regels van deze controle.

**** instantie is onafhankelijk van de overheden bevoegd voor de verwijdering.".

Art. 30.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.Wanneer de specifieke omstandigheden van het geval dit rechtvaardigen, kan de minister of zijn gemachtigde de verwijdering tijdelijk uitstellen. Hij deelt dit mee aan de betrokkene.

Om elk risico op onderduiken te vermijden, kan de burger van de Unie of zijn familielid worden verplicht tot het vervullen van preventieve maatregelen. De **** is gemachtigd deze maatregelen te bepalen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

De minister of zijn gemachtigde kan, in dezelfde gevallen, de burger van de Unie of zijn familielid een verblijfplaats aanwijzen voor de tijd die nodig is om deze maatregel uit te voeren.".

Art. 31.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.§ 1. Indien redenen van openbare orde, nationale veiligheid of volksgezondheid het vereisen en tenzij andere, minder dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast, kunnen de burgers van de Unie en hun familieleden, met de bedoeling de uitvoering van de maatregel tot verwijdering te garanderen, worden vastgehouden voor de tijd die strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de maatregel, zonder dat de duur van de **** twee maanden te boven mag gaan.

De minister of zijn gemachtigde kan evenwel de duur van deze **** telkens met een periode van twee maanden verlengen wanneer de nodige stappen om de vreemdeling te verwijderen zijn ondernomen binnen zeven werkdagen na de **** van de burger van de Unie of zijn familielid, wanneer zij met de vereiste zorgvuldigheid worden voortgezet en wanneer de effectieve verwijdering van de betrokkene binnen een redelijke termijn nog steeds mogelijk is.

Na een eerste verlenging kan de beslissing om de duur van de **** te verlengen alleen door de minister worden genomen.

**** vijf maanden moet de burger van de Unie of zijn familielid in vrijheid worden gesteld. In de gevallen waarin dit noodzakelijk is voor de bescherming van de openbare orde of de nationale veiligheid, kan de **** telkens met een maand worden verlengd, evenwel zonder dat de totale duur van de **** meer dan acht maanden mag bedragen. § 2. De burger van de Unie of zijn familielid, bedoeld in paragraaf 1, kan beroep instellen tegen de beslissing tot **** die jegens hem is genomen, overeenkomstig de artikelen 71 en volgende.".

Art. 32.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.De volgende personen mogen niet op de plaatsen in de zin van artikel 74/8, § 2, worden vastgehouden : 1° de niet-begeleide minderjarige burgers van de Unie;2° de niet-begeleide minderjarige familieleden van een burger van de Unie; 3° de gezinnen van de burgers van de Unie, wanneer minstens een van de gezinsleden minderjarig is.".

Art. 33.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.De minister of zijn gemachtigde kan de in de artikelen 43, § 1, eerste lid, 2°, en 44bis, bedoelde beslissingen koppelen aan een **** voor het grondgebied van het ****, waarvan de duur door hem wordt vastgesteld, rekening houdend met alle omstandigheden van elk geval.

De duur van het **** mag vijf jaar niet overschrijden, behalve indien de burger van de Unie of zijn familielid een ernstige bedreiging is voor de openbare orde of de nationale veiligheid.".

Art. 34.In dezelfde wet wordt een artikel 44**** ingevoegd, **** : "

Art. 44****.§ 1. De burger van de Unie of zijn familielid die een **** voor het grondgebied van het **** krijgt, kan er de schorsing of de intrekking van aanvragen na een redelijke termijn en in elk geval na drie jaar te rekenen vanaf de uitvoering ervan. § 2. De aanvraag voor de schorsing of intrekking van het **** moet worden ingediend bij de minister of zijn gemachtigde vanuit het land van oorsprong of van verblijf van de burger van de Unie of zijn familielid.

De minister of zijn gemachtigde beschikt over een termijn van zes maanden om over de aanvraag te beslissen. § 3. Indien de aanvraag niet is ingediend overeenkomstig paragraaf 2, weigert de minister of zijn gemachtigde de aanvraag in overweging te nemen.

Indien de argumenten aangevoerd door de burger van de Unie of zijn familielid een wijziging in materiële zin bewijzen in de omstandigheden die destijds de beslissing tot **** op het grondgebied van het **** rechtvaardigden, schorst de minister of zijn gemachtigde het **** of trekt het in. In het tegenovergestelde geval weigert hij de aanvraag tot schorsing of intrekking van het ****. § 4. Tijdens de behandeling van zijn aanvraag tot schorsing of intrekking van het **** heeft de burger van de Unie of zijn familielid geen recht van toegang of verblijf op het grondgebied van het ****.".

Art. 35.Artikel 45 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 mei 2016, wordt vervangen als volgt : "

Art. 45.§ 1. De redenen van openbare orde, nationale veiligheid en volksgezondheid bedoeld in de artikelen 43 en 44bis mogen niet worden aangevoerd voor economische doeleinden. § 2. **** in de artikelen 43 en 44bis bedoelde beslissingen moeten in overeenstemming zijn met het **** en uitsluitend gebaseerd zijn op het persoonlijk gedrag van de betrokken burger van de Unie of zijn familielid.

Eerdere strafrechtelijke veroordelingen zijn als zodanig geen reden voor dergelijke beslissingen.

Het gedrag van de burger van de Unie of van zijn familielid moet een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving zijn. Motiveringen die los staan van het individuele geval of met algemene preventieve redenen verband houden, mogen niet worden aangevoerd.

**** te beoordelen of de burger van de Unie of zijn familielid een gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid vormt, kan de minister of zijn gemachtigde, bij de afgifte van de verklaring van inschrijving of van de **** van familielid van een burger van de Unie, en als hij het onontbeerlijk acht, aan de lidstaat van oorsprong en, eventueel aan andere lidstaten, inlichtingen vragen over de gerechtelijke antecedenten van de betrokkene. Deze raadpleging mag geen systematisch karakter dragen. § 3. Alleen de ziekten opgesomd in de bijlage bij deze wet kunnen de in artikelen 43 en 44bis bedoelde maatregelen rechtvaardigen.

Het optreden van een van deze ziekten na een periode van drie maanden na de aankomst van de burger van de Unie of zijn familielid op het grondgebied van het **** stelt de minister of zijn gemachtigde niet in staat aan het verblijf van de burger van de Unie of zijn familielid een einde te maken overeenkomstig artikel 44bis.

Binnen drie maanden na hun aankomst op het grondgebied van het ****, en indien ernstige aanwijzingen daartoe aanleiding geven, kan de minister of zijn gemachtigde de burger van de Unie of zijn familielid onderwerpen aan een kosteloos medisch onderzoek opdat wordt bevestigd dat hij niet lijdt aan een van de ziekten bedoeld in het eerste lid.

Dit medisch onderzoek mag geen systematisch karakter dragen. § 4. Het verstrijken van de geldigheidsduur van de identiteitskaart of het paspoort waarmee de burger van de Unie of zijn familielid het grondgebied van het **** is binnengekomen, is geen voldoende reden om een einde te maken aan zijn verblijf.".

Art. 36.Artikel 45/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij wet van 4 mei 2016, wordt opgeheven.

Art. 37.In artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, 2° en 4°, worden de woorden "of van artikel 42****" telkens vervangen door de woorden "of van artikel 44";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Een schriftelijke of mondelinge vertaling van de belangrijkste elementen van de beslissing tot verwijdering, in voorkomend geval gepaard met een ****, met inbegrip van de informatie over de ****, in een taal die de burger van de Unie of zijn familielid begrijpt, of waarvan men redelijkerwijs kan veronderstellen dat hij die begrijpt, kan op verzoek van de betrokkene bij de minister of zijn gemachtigde worden verkregen. Dit wordt uitdrukkelijk in de beslissing vermeld."; 3° paragraaf 4 wordt opgeheven.

Art. 38.Artikel 46bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt :

Art. 46bis.De minister of zijn gemachtigde kan geen einde maken aan het verblijf van een burger van de Unie of zijn familielid die de **** bescherming in het **** geniet en kan hem ook geen bevel geven om het grondgebied te verlaten.".

Art. 39.In artikel 55, § 3, van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015, worden de woorden "de artikelen 20 en 21" vervangen door de woorden "de artikelen 21 en 22".

Art. 40.Artikel 56 van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 15 september 2006, wordt opgeheven.

Art. 41.Artikel 61/8 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wetten van 6 mei 2009 en 19 maart 2014, wordt vervangen als volgt : "

Art. 61/8.§ 1. Wanneer er een einde wordt gemaakt aan het verblijf van een vreemdeling die tot verblijf gemachtigd is krachtens artikel 61/7, wordt de lidstaat die hem de status van langdurig ingezetene heeft verleend hiervan op de hoogte gebracht, en dit met het oog op de eventuele terugname van de betrokkene op zijn grondgebied.

**** **** is beperkt tot het grondgebied van het ****. § 2. In afwijking van paragraaf 1 en onverminderd het tweede lid kan de **** tot het grondgebied van de **** **** worden uitgebreid wanneer de betrokkene een actuele en voldoende ernstige bedreiging is voor de openbare orde of de nationale veiligheid. De lidstaat die hem de status van langdurig ingezetene verleend heeft, wordt geraadpleegd wanneer de beslissing genomen wordt.

Wanneer de betrokkene in een andere lidstaat **** bescherming geniet, kan de **** enkel in de volgende gevallen worden uitgebreid tot het grondgebied van de **** **** : 1° wanneer hij geen **** bescherming meer geniet;of 2° wanneer er ernstige redenen bestaan om hem te beschouwen als een bedreiging voor de nationale veiligheid of wanneer hij, omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf, een bedreiging vormt voor de openbare orde. In geen geval mag de betrokkene verwijderd worden naar een land waar hij blootgesteld wordt aan een schending van het non-****.".

Art. 42.Artikel 61/9 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 19 maart 2014, wordt opgeheven.

Art. 43.In dezelfde wet wordt het opschrift van **** **** vervangen als volgt : "**** ****. Procedurele waarborgen en rechtsmiddelen."

Art. 44.In **** **** van dezelfde wet, wordt het opschrift van **** **** vervangen als volgt : "**** ****. Recht om te worden gehoord, motivering en kennisgeving van de administratieve beslissingen en beroepen.".

Art. 45.Artikel 62 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 mei 2016, wordt vervangen als volgt : "

Art. 62.§ 1. Wanneer er wordt **** ogen om het verblijf van een vreemdeling die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van meer dan drie maanden op het grondgebied van het **** of die het recht heeft om er meer dan drie maanden te verblijven, te beëindigen of in te trekken wordt de betrokkene hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht en wordt hem de mogelijkheid geboden om de relevante elementen aan te voeren die het nemen van een beslissing kunnen verhinderen of beïnvloeden.

Vanaf de ontvangst van het in het eerste lid bedoelde geschrift beschikt de betrokkene over een termijn van vijftien dagen om de relevante elementen schriftelijk over te zenden. Rekening houdend met de omstandigheden eigen aan het geval kan deze termijn worden ingekort of verlengd, indien dat nuttig of noodzakelijk blijkt te zijn voor het nemen van een beslissing.

**** in het eerste lid bedoelde verplichting is niet van toepassing in de volgende gevallen : 1° indien redenen van **** zich daartegen verzetten;2° indien de bijzondere omstandigheden, eigen aan dit geval, dit in de weg staan of dit verhinderen, omwille van hun aard of ernst;3° de betrokkene is onbereikbaar. § 2. De administratieve beslissingen worden met redenen omkleed. De feiten die deze beslissingen rechtvaardigen worden vermeld, behalve indien redenen van **** zich daartegen verzetten.

Wanneer de in artikel 39/79, § 1, tweede lid, bedoelde beslissingen gebaseerd zijn op feiten die beschouwd worden als dwingende redenen van nationale veiligheid wordt in deze beslissingen vermeld dat ze gebaseerd zijn op dwingende redenen van nationale veiligheid in de zin van artikel 39/79, § 3. § 3. Zij worden ter kennis van de betrokkenen gebracht die er een afschrift van ontvangen door een van de volgende personen : 1° de burgemeester van de gemeente waar de vreemdeling zich bevindt of zijn gemachtigde;2° een ambtenaar van de Dienst ****;3° de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de **** of zijn gemachtigde;4° een officier van gerechtelijke politie, daaronder mede begrepen de officier van gerechtelijke politie met beperkte bevoegdheid;5° een ****;6° een ambtenaar van de Administratie der Douanen en Accijnzen;7° de directeur van de ****, indien de vreemdeling onder arrest geplaatst is;8° met de medewerking van de **** diplomatieke of consulaire overheid in het buitenland, indien de vreemdeling zich niet op het grondgebied van het **** bevindt. Onverminderd een kennisgeving aan de persoon zelf is elke kennisgeving op de **** of, in voorkomend geval, de gekozen woonplaats rechtsgeldig gedaan indien ze op een van de volgende manieren uitgevoerd wordt : 1° bij aangetekende brief;2° per bode, met ontvangstbewijs;3° per fax, indien de vreemdeling woonplaats heeft gekozen bij zijn advocaat; 4° via elke andere bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de **** toegelaten wijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.".

Art. 46.In artikel 68 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 januari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het cijfer "22," vervangen door de woorden "26, 44****, derde lid,";2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 47.In artikel 71, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 juli 1996 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt het cijfer "25," opgeheven en worden de woorden "44****, § 1," ingevoegd tussen de woorden "29, tweede lid," en de woorden "51/5, § 1, tweede lid,".

Art. 48.In artikel 74, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 juli 1996, worden de woorden "25, vijfde lid," opgeheven en worden de woorden "44****, § 1, derde lid" ingevoegd tussen de woorden "29, derde lid," en de woorden "74/5, § 3".

Art. 49.In artikel 74/8, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, wordt het cijfer "25" opgeheven en worden de woorden "44****, § 1," ingevoegd tussen de woorden "29, tweede lid," en de woorden "51/5, § 1".

Art. 50.In artikel 74/10, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012, worden de woorden "artikel 13 van de ****" vervangen door de woorden "artikel 14 van de ****".

Art. 51.In artikel 74/11, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012, wordt het woord "gevaar" vervangen door het woord "bedreiging".

Art. 52.In artikel 74/14, § 3, eerste lid, 3°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012, worden de woorden "een gevaar is voor de openbare orde en de nationale veiligheid" vervangen door de woorden "een bedreiging is voor de openbare orde of de nationale veiligheid".

Art. 53.De minister bevoegd voor Asiel en Migratie brengt twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet een evaluatieverslag uit van de toepassing van deze wet aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het **** Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

**** te ****, 24 februari 2017.

**** **** **** : **** vice-**** en de Minister van Veiligheid en van Binnenlandse ****, ****. **** **** staatssecretaris voor Asiel en ****, ****. **** **** 's Lands Zegel gezegeld : De minister van ****, ****. **** _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (****.****.****) Stukken : 54-2215/ (2016/2017) Integraal verslag : 9 februari 2017.

^