gepubliceerd op 16 maart 2005
Wet tot wijziging van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst met het oog op de bescherming van de kandidaten en de leden van de paritaire overlegorganen
21 FEBRUARI 2005. - Wet tot wijziging van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst met het oog op de bescherming van de kandidaten en de leden van de paritaire overlegorganen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 18 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 4. In afwijking van artikel 19, eerste lid, kan in een instelling in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen of van de gereglementeerde markten voor effecten waar een paritair overlegorgaan werd opgericht, de handelsagentuurovereenkomst met een in dat orgaan verkozen handelsagent tijdens de volledige duur van diens mandaat niet eenzijdig worden beëindigd door de principaal.
Hetzelfde geldt voor de handelsagentuurovereenkomst gesloten met de rechtspersoon waarvan de zaakvoerder of de afgevaardigde bestuurder verkozen werd als vertegenwoordiger van de handelsagenten.
In afwijking van het vorige lid kan de handelsagentuurovereenkomst door de principaal worden opgezegd, indien hij aantoont dat de opzegging is gebaseerd op objectieve economische criteria die voor al zijn handelsagenten op dezelfde wijze worden toegepast, onder meer wanneer het in onderling overleg afgesproken business-plan in belangrijke mate niet gerealiseerd wordt en de handelsagent dat niet aan de hand van objectieve feiten kan verantwoorden.
Indien de overeenkomst door de principaal wordt beëindigd zonder een ernstige tekortkoming van de handelsagent in de zin van artikel 19, eerste lid, of wordt opgezegd zonder dat het bewijs wordt geleverd dat de opzegging is gebaseerd op de in het tweede lid bedoeld objectieve economische criteria, is de principaal aan de handelsagent een bijzondere vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan achttien maanden vergoeding berekend overeenkomstig § 3, onverminderd de andere voor de handelsagent uit de wet voortvloeiende rechten naar aanleiding van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst.
Deze bepalingen blijven van toepassing tijdens een periode van zes maanden vanaf de beëindiging van het mandaat in het paritair overlegorgaan. Het mandaat eindigt op de datum van de eerste vergadering van het nieuw verkozen paritair overlegorgaan. § 5. Bovendien kan de handelsagentuurovereenkomst met een handelsagent die kandidaat is voor het paritair overlegorgaan niet eenzijdig worden beëindigd door de principaal vanaf de kandidaatstelling tot aan de eerste vergadering van het nieuw gekozen overlegorgaan. Hetzelfde geldt voor de handelsagentuurovereenkomst gesloten met de rechtspersoon waarvan de zaakvoerder of de afgevaardigde bestuurder zich kandidaat heeft gesteld als vertegenwoordiger van de handelsagenten.
In afwijking van het vorige lid kan de handelsagentuurovereenkomst wel door de principaal met onmiddellijke ingang worden beëindigd omwille van een in artikel 19, eerste lid, bedoelde uitzonderlijke omstandigheid of ernstige tekortkoming van de handelsagent.
Indien de overeenkomst door de principaal met toepassing van het vorige lid met onmiddellijke ingang werd beëindigd zonder dat er sprake is van een uitzonderlijke omstandigheid of een ernstige tekortkoming van de handelsagent in de zin van artikel 19, eerste lid, is er door de principaal aan de handelsagent een bijzondere vergoeding verschuldigd waarvan het bedrag gelijk is aan één jaar vergoeding berekend overeenkomstig § 3, onverminderd de andere voor de handelsagent uit de wet voortvloeiende rechten naar aanleiding van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2003-2004 Senaat Stukken.- Wetsvoorstel van de heer Willems c.s., nr. 3-435/1. - Amendementen, nrs. 3-435/2 en 3. - Verslag, nr. 3-435/4. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 3-435/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 3-435/6.
Handelingen van de Senaat. - 27 mei 2004.
Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-1184/1.
Zitting 2004-2005 Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - Verslag, nr. 51-1184/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-1184/3.
Integraal verslag. - 3 februari 2005.