Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 februari 2002
gepubliceerd op 11 augustus 2004

Wet houdende instemming met de volgende Verdragen :

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2004015109
pub.
11/08/2004
prom.
17/02/2002
ELI
eli/wet/2002/02/17/2004015109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2002. - Wet houdende instemming met de volgende Verdragen :


1. Overeenkomst betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie, en Bijlagen, opgemaakt te Parijs op 16 december 1988 2.Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de gezamenlijke deelname aan de Europese Synchrotronstralingsinstallatie alsook de wijze van uitvoering daarvan, en Uitwisseling van brieven, ondertekend te Brussel op 12 november 1990 3. Protocol van toetreding van het Koninkrijk der Nederlanden tot de Overeenkomst van 16 december 1988 betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling, en Bijlage, opgemaakt te Parijs op 9 december 1991 (1) (2) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese Synchrotronstralings-installatie, en de Bijlagen I, II, III en IV, opgemaakt te Parijs op 16 december 1988, zullen volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de gezamenlijke deelname aan de Europese Synchrotronstralingsinstallatie alsook de wijze van uitvoering daarvan, en de Uitwisseling van brieven, ondertekend te Brussel op 12 november 1990, zullen volkomen gevolg hebben.

Art. 4.Het Protocol van toetreding van het Koninkrijk der Nederlanden tot de Overeenkomst van 16 december 1988 betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese Installatie voor synchrotronstraling, en de Bijlage I, opgemaakt te Parijs op 9 december 1991, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _________ Nota's (1) Zitting 2000-2001. Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 31 juli 2001, nr. 2-884/1.

Zitting 2001-2002 Documenten. - Verslag namens de commissie, nr. 2-884/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 13 november 2001. - Stemming, vergadering van 13 november 2001. Kamer : Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 50-1538/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr.oe 50-1538/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 december 2001. - Stemming, vergadering van 20 december 2001. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaams Gewest van 7 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van...............), Decreet van de Franse Gemeenschap van 15 november 2001 (Belgisch Staatsblad van 4 december 2001), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 maart 2001 (Belgisch Staatsblad van 11 mei 2001).

Overeenkomst betreffende de bouw en exploitatie van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie De Regering van het Koninkrijk België De Regering van het Koninkrijk Denemarken De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland De Regering van de Republiek Finland De Regering van de Republiek Frankrijk De Regering van de Republiek Italië De Regering van het Koninkrijk Noorwegen De Regering van het Koninkrijk Spanje De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland De Regering van het Koninkrijk Zweden De Regering van de Zwitserse Confederatie hierna te noemen de « Overeenkomstsluitende Partijen », met dien verstande dat de Regeringen van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden gezamenlijk als één enkele Overeenkomstsluitende Partij optreden.

Verlangend de plaats van Europa in de wereld op het gebied van het onderzoek verder te consolideren en de wetenschappelijke samenwerking te intensiveren over de disciplines en landsgrenzen heen Erkennend dat synchrotronstraling in de toekomst van grote betekenis zal zijn op talrijke verschillende gebieden en voor industriële toepassingen Hopend dat andere Europese landen zullen meewerken aan de activiteiten die ze voornemens zijn gezamenlijk te ondernemen krachtens deze Overeenkomst Bouwend op de succesvolle samenwerking van Europese wetenschapslui in het kader van de Europese Wetenschappelijke Stichting en het voorbereidende werk dat is uitgevoerd onder haar auspiciën en ter uitvoering van het « Memorandum of Understanding » (Princiepsovereenkomst) ondertekend in Brussel op 10 december 1985 en gelet op het Protocol van 22 december 1987 Beslist hebbend de bouw en exploitatie te bevorderen van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie waarin een zeer krachtige röntgen-stralenbron is ondergebracht bestemd om te worden gebruikt door hun wetenschapslui zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1 Oprichting van de installatie De bouw en exploitatie van de Europese Synchrotronstralingsinstallatie worden toevertrouwd aan een Burgerlijke Vennootschap, hierna te noemen « de Vennootschap » naar Frans recht, voor zover hiervan niet wordt afgeweken in de Overeenkomst en de daaraan gehechte Statuten. De Vennootschap verricht uitsluitend activiteiten van vredelievende aard.

De toetredende leden van de Vennootschap, hierna te noemen « de Leden », zijn rechtspersonen, en wel de geëigende instellingen die met dat doel aangewezen worden door elke Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 2 Benaming en maatschappelijke zetel De Vennootschap draagt de benaming « Europese Synchrotronstralingsinstallatie » (European Synchrotron Radiation Facility), in het kort ESRF, en de maatschappelijke zetel is gevestigd te Grenoble.

Artikel 3 Organen 1. De organen van de Vennootschap zijn de Raad en de Directeur-generaal.2. Vertegenwoordigers bij de Raad worden benoemd en van hun mandaat ontheven overeenkomstig een procedure die zal worden vastgelegd door elke betrokken Overeenkomstsluitende Partij.Deze procedure moet waarborgen dat de Raad kan optreden als de algemene vergadering van de Leden van de Vennootschap. Elke Overeenkomstsluitende Partij doe het nodige om het Secretariaat van de Raad schriftelijk in kennis te stellen van elke benoeming of ontheffing van mandaat. 3. Een eminent wetenschapper wordt door de Raad benoemd tot Directeur-generaal van de Vennootschap. Artikel 4 Verkeer van personen en wetenschappelijke uitrusting 1. Met inachtneming van de vereisten inzake openbare orde en veiligheid, verbindt elke Overeenkomstsluitende Partij er zich toe op haar rechtsgebied het verkeer en verblijf te vergemakkelijken van onderdanen uit de landen van de Overeenkomstsluitende Partijen, die zijn tewerkgesteld of gedetacheerd bij de Vennootschap of die voor hun onderzoek gebruik maken van de installaties van de Vennootschap.2. Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt er zich toe op haar rechtsgebied de aflevering te vergemakkelijken van documenten nodig voor de tijdelijke invoer van wetenschapelijke uitrusting en monsters voor onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van de installaties van de Vennootschap. Artikel 5 Financiering 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt er zich toe de Leden voor wie ze verantwoordelijk is een jaarlijkse toelage beschikbaar te stellen die hun bijdrage in de uitgaven van de Vennootschap dekt.2. De bouwkosten zoals bepaald in punt 3 hieronder, betreffen een installatie met dertig bundellijnen waarvan de specifieke kenmerken werden uiteengezet in Bijlage 2.De bouwperiode is in twee fases verdeeld. Tijdens de eerste fase bouwt en stelt de Vennootschap de synchrotronstralingsbron en minstens zeven bundellijnen in werking.

Tijdens de tweede fase exploiteert de Vennootschap de bron en stelt geleidelijk de overige bundellijnen in werking. De eerste fase mag normaal niet meer dan zes en een half jaar in beslag nemen, te rekenen vanaf de begindatum van de bouwwerken. Ze zal eindigen op de datum vastgelegd door de Raad, overeenkomstig de specificaties die zijn uiteengezet in Bijlagen 2, of op de datum waarop de maximumuitgaven zijn bereikt waarvan sprake in punt 4 (a) hieronder naargelang welke datum het eerst voorkomt. De tweede fase moet normaal nog eens vier en een half jaar duren, te rekenen vanaf het einde van de eerste fase. 3. De « bouwkosten » vormen de som van : (a) alle uitgaven tijdens de eerste fase;(b) dat gedeelte van de uitgaven tijdens de tweede fase die verschuldigd zijn ingevolge de voltooiing van de inwerkingstelling van de bron, de bouw van de overige bundellijnen en de hiermee samenhangende aanpassing van de bron.4. De bouwkosten mogen gerekend tegen de op 1 januari 1987 geldende prijzen, niet meer bedragen dan : (a) 2,2 miljard Franse frank tijdens de eerste fase;(b) 400 miljoen Franse frank tijdens de tweede fase.5. In Bijlage 3 is een tabel opgenomen met de begrote jaarlijkse uitgaven.6. De Raad evalueert ten minste eenmaal per jaar de reële en geplande bouwkosten.Indien op onverschillig welk ogenblik de Raad meent dat de bron en de bundellijnen mogelijkerwijs niet naar behoren zullen zijn voltooid, rekening houdend met de maximumuitgaven gedefinieerd in punt 4 en de specifieke kenmerken uiteengezet in Bijlage 2, moet de Raad, op advies van de Directeur-generaal, kostenbeperkende maatregelen nemen om zeker te zijn dat aldus deze maximumuitgaven niet worden overschreden. 7. In uitzonderlijke omstandigheden mag de Raad eenparig een wijziging goedkeuren van de bouwkosten. Artikel 6 Bijdragen 1. De Overeenkomstsluitende Partij Frankrijk stelt het terrein in Grenoble, zoals aangegeven op het plan opgenomen in Bijlage 4, volledig kosteloos en bouwrijp ter beschikking van de Vennootschap.2. De Leden dragen bij in de bouwkosten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, in volgende verhoudingen : 34 % voor Leden van Frankrijk (enclusief een terreinpremie van 10 %); 24 % voor de Leden van de Bondsrepubliek Duitsland; 14,5 % voor Leden van Italië; 12,5 % voor Leden van het Verenigd Koninkrijk; 4 % voor Leden van Spanje; 4 % voor Leden van de Noorse Landen; 4 % voor Leden van Zwitserland; 3 % voor Leden van België.

Verhogingen in de bijdragen van Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot deze Overeenkomst toetreden conform Artikel 12, moeten worden gebruikt om de bijdrage van Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij welke meer dan 4 % bedraagt te verminderen met een bedrag naar rata van hun bijdrage op dit ogenblik afgezien van de terreinpremie van 10 %. 3. De Leden dragen bij in de exploitatiekosten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, in volgende verhoudingen : 28,5 % voor Leden van Frankrijk (inclusief een terreinpremie van 2 %); 26,5 % voor Leden van de Bondsrepubliek Duitsland; 15 % voor Leden van Italië; 14 % voor Leden van het Verenigd Koninkrijk; 4 % voor Leden van België; 4 % voor Leden van Spanje; 4 % voor Leden van de Noordse Landen; 4 % voor Leden van Zwitserland.

Verhogingen in de bijdragen van Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot dit Overeenkomst toetreden conform Artikel 12, worden gebruikt om gelijkmatig de bijdragen te verminderen van de Franse Leden tot 26 % en van de Duitse Leden tot 25 % en, eens dat deze niveaus bereikt zullen zijn, om de bijdragen te verminderen van de Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij met een bedrag naar rata van hun bijdrage op dat ogenblik, zonder dat de bijdrage van Leden van gelijk welke Overeenkomstsluitende Partij kleiner mag worden dan 4 %. 4. Als de Raad van oordeel is dat er een permanent en duidelijk gebrek aan evenwicht is tussen de bezettingsgraad van de installatie door de wetenschappers van een bepaalde Overeenkomstsluitende Partij en de bijdrage van de Leden van die Partij, dan kan de Raad maatregelen nemen om het gebruik van de installatie te beperken, tenzij de Overeenkomstsluitende Partijen het eens worden over een gepaste herschikking van de in bovenvermeld punt 3 vastgestelde bijdragen. Artikel 7 Belastingen 1. De Vennootschap is onderworpen aan het Franse BTW-stelsel. Bijdragen van buiten Frankrijk gevestigde Leden, zijn niet onderworpen aan het Franse BTW-stelsel. Deze ontheffing ontzegt de Vennootschap echter het recht op aftrek niet. 2. Goederen door de Vennootschap ingevoerd uit andere landen, genieten vrijstelling van douanerechten overeenkomstig de voorschriften van de Europese Gemeenschap. Artikel 8 Regelingen met andere gebruikers Overeenkomsten betreffende het langdurig gebruik van synchrotronstraling door niet tot deze Overeenkomst toetredende Regeringen of groepen van Regeringen of instellingen of organisaties ervan, mogen gesloten worden door de Vennootschap, met de unanieme goedkeuring van haar Raad.

Artikel 9 School 1. De Franse Overeenkomstsluitende Partij richt geleidelijk een school of scholen op en stelt deze gratis ter beschikking en verstrekt hierbij gratis onderwijs aan kinderen « anderen dan Fransen » dat hen in staat moet stellen zich opnieuw te integreren in het onderwijssysteem van hun land van herkomst.2. Te dien einde zullen de andere betrokken Overeenkomstsluitende Partijen de mogelijkheid hebben om niet-Franse leerkrachten ter beschikking te stellen van de Franse Overeenkomstsluitende Partij.3. Als de Raad beslist dat bovenvermelde regelingen op onvoldoende wijze in de behoeften van kinderen « ander dan Fransen » voorzien, zullen de Overeenkomstsluitende Partijen de nodige maatregelen treffen om een volledig bevredigend alternatief te vinden. Artikel 10 Geschillen 1. De Overeenkomstsluitende Partijen streven ernaar om door onderhandelingen elk geschil betreffende de interpretatie of de toepassing van deze Overeenkomst te beslechten.2. Als de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen het eens te worden over het oplossen van een geschil, zal ieder van de betrokken Overeenkomstsluitende Partijen het geschil voor beslissing kunnen voorleggen aan een scheidsgerecht.3. Elke partij in het geschil stelt een scheidsrechter aan.Als het echter om een geschil gaat tussen een Overeenkomstsluitende Partij en twee of meer andere Overeenkomstsluitende Partijen, zullen deze laatste gezamenlijk een scheidsrechter aanstellen. De aldus aangewezen scheidsrechters kiezen een hoofdscheidsrechter, onderdaan uit een andere Staat dan de Staten van de bij het geschil betrokken Overeenkomstsluitende Partijen, om de functie van hoofdscheidsrechter en van Voorzitter van het scheidsgerecht waar te nemen; in geval van staking van stemmen van de scheidsrechters, zal de hoofdscheidsrechter over een beslissende stem beschikken. De scheidsrechters moeten worden aangesteld binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van het neerleggen van het verzoek het geschil te beslechten door arbitrage, en de Voorzitter binnen drie maanden vanaf die datum. 4. Als de in voorgaand punt gepreciseerde termijnen niet worden nageleefd en er geen andere regeling is getroffen, kan elke bij het geschil betrokken partij de Voorzitter van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzoeken de nodige aanstellingen te doen.5. Het scheidsgerecht beslist bij gewone meerderheid.6. Het scheidsgerecht neemt zijn beslissingen op basis van paragraaf 1 van Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Hof van Justitie.Zijn beslissingen zijn bindend. 7. Het scheidsgerecht stelt zijn procedureregels vast overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk III Titel IV van het Verdrag van Den Haag van 18 oktober 1907 met betrekking tot de Vreedzame Regeling van Internationale Geschillen.8. Elke partij in het geschil draagt haar eigen kosten en een gelijk deel in de kosten van de arbitrageprocedures.9. De bepalingen van dit Artikel, behalve die van bovenstaand punt 6, gelden ook voor alle geschillen die rijzen tussen de Leden betreffende de werkzaamheden van de Vennootschap en welke volgens Artikel 26 van de Statuten voorgelegd moeten worden aan de Overeenkomstsluitende Partijen.Het scheidsgerecht beslist op basis van de rechtsregel die van toepassing zijn op het aan zijn oordeel onderworpen geschil.

Artikel 11 Inwerkingtreding 1. Deze Overeenkomst treedt in werking één maand nadat alle ondertekenende Regeringen de Regering van de Republiek Frankrijk in kennis hebben gesteld van de beëindiging van de nodige grondwettelijke procedures of twee maanden nadat de ondertekenende Regeringen die samen ten minste 80 % van de bouwkosten zoals gespecificeerd in Artikel 5 dragen, de Regering van de Republiek Frankrijk hebben in kennis gesteld van de beslissing het Overeenkomst tussen hen in werking te laten treden.2. De Regering van de Republiek Frankrijk moet onmiddellijk aan alle ondertekenende Regeringen de datum meedelen van elke in voorafgaand punt bepaalde kennisgeving en de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst.3. Vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elke Overeenkomstsluitende Partij de bepalingen van artikelen 1 en 3 betreffende de aanwijzing van de Leden van de Vennootschap en de benoeming van hun vertegenwoordigers bij de Raad in werking stellen. Artikel 12 Toetreding Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elke Regering of groep van samen optredende Regeringen tot deze Overeenkomst toetreden met toestemming van alle Overeenkomstsluitende Partijen. De voorwaarden van toetreding zijn onderwerp van een akkoord tussen de Overeenkomstsluitende Partijen en de toetredende Regering of groep van Regeringen.

Artikel 13 Duur 1. Deze Overeenkomst wordt initieel gesloten voor een periode die eindigt op 31 december 2007 en zal na deze datum van kracht blijven. De Overeenkomst kan worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie jaar, aan te zeggen aan de Regering van de Republiek Frankrijk. Een terugtrekking kan slechts vanaf 31 december 2007 of na het einde van elke opeenvolgende periode van drie jaar uitwerking hebben. 2. De voorwaarden en gevolgen van het terugtrekken uit of het stopzetten van de Vennootschap, in het bijzonder de kosten van ontmanteling van de installatie en de gebouwen van de Vennootschap en ter voldoening voor eventuele verliezen, moeten vóór deze terugtrekking of stopzetting worden geregeld in onderling overleg tussen de Overeenkomstsluitende Partijen. Ten getuige waarvan de ondertekende vertegenwoordigers, die daartoe door hun respectieve Regeringen behoorlijk gemachtigd zijn, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Parijs op 16 december 1988 in de Franse, Engelse, Duitse, Italiaanse, Spaanse en Nederlandse taal, alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig zijnde, in één enkel origineel dat neergelegd wordt in het archief van de Regering van de Republiek Frankrijk, die een eensluidend afschrift ervan stuurt naar alle Overeenkomstsluitende Partijen en toetredende Regeringen en hen nadien op de hoogte brengt van elke amendering.

Bijlage 1 bij de Overeenkomst Statuten van de Europese Synchrotronstralingsinstallatie Burgerlijke Vennootschap De ondergetekenden Het « Centre national de la Recherche scientifique » 15 Quai Anatole France, F-75700 Paris vertegenwoordigd door zijn directeur-generaal Het « Commissariat à l'Energie atomique » 31-33 rue de la Fédération, F-75752 Paris Cedex 15 vertegenwoordigd door zijn administrateur-generaal Het « Kernforschungsanlage Jülich GmbH » Postfach 1913, D-5170 Julich vertegenwoordigd door zijn raad van bestuurders Het « Consiglio Nazionale delle Ricerche » Piazzale Aldo Moro 7, I-00185 Roma vertegenwoordigd door zijn voorzitter Het « Istituto Nazionale di Fisica Nucleare » Casella postale 56, I-00044 Frascati vertegenwoordigd door zijn voorzitter Het « Consorzio Interuniversitario Nazionale per la Fisica della Materia » Via Dodecaneso 33, I-16146 Genova vertegenwoordigd door zijn directeur Het NORDSYNC consortium gevormd door : « Statens Naturvidenskabelige Forskningsrad » Holmens Kanal 7, DK-1060 Kobenhavn K. Denemarken vertegenwoordigd door zijn voorzitter Suomen Akatemia PL 57, SF-00551 Helsinki, Finland vertegenwoordigd door haar voorzitter Norges Allmennvitenskapelige Forskningsrad Sandakerveien 99, N-0483 Oslo, Noorwegen vertegenwoordigd door zijn voorzitter Naturvetenskapliga Forskningsradet Box 6711, S-113 85 Stockholm, Zweden vertegenwoordigd door zijn secretaris-generaal Het Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door de voorzitter van de « Comisión Interministerial de Ciencia y Tecnologia » Rosario Pino 14-16, E-28020 Madrid De Zwitserse Confederatie, vertegenwoordigd door de directeur van de « Federal Office for Education and Science » PO Box 2732, CH-3001 Bern De « Science and Engineering Research Council », vertegenwoordigd door zijn voorzitter Polaris House, Swindon SN 2 1 ET De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de secretaris-generaal van de Diensten voor programmatie van het wetenschapsbeleid Wetenschapsstraat 8, B-1040 Brussel Hierna te noemen de « Leden », Er akte van nemend dat de vier Noordse organisaties een NORDSYNC consortium hebben gevormd voor hun deelneming in de Vennootschap en dat, hoewel ze alle deze Statuten hebben ondertekend, alleen het NORDSYNC consortium, vertegenwoordigd door Statens Naturvidenskabelige Forskningsrad, lid is van de Vennootschap, Verwijzend naar de Overeenkomst, hierna te noemen « de Overeenkomst », betreffende de bouw en exploitatie van een Europese Synchrotronstralingsinstallatie, ondergetekend in Parijs op 16 december 1988, tussen de Overeenkomstsluitende Partijen vermeld in de aanhef van de Overeenkomst en hierna te noemen de « Overeenkomstsluitende Partijen », Komen hierbij overeen een Burgerlijke Vennootschap naar Frans recht op te richten volgens artikelen 1832 tot 1873 van het Franse Burgerlijk Wetboek, hierna te noemen « De Vennootschap », die onderworpen zal zijn aan de Overeenkomst en deze Statuten. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Benaming en maatschappelijke zetel 1. De Vennootschap draagt de benaming « Europese Synchrotronstralingsinstallatie » (European Synchrotron Radiation Facility ESRF).2. De maatschappelijke zetel van de Vennootschap is gevestigd in Grenoble, Frankrijk, Avenue des Martyrs. Artikel 2 Doelstellingen De Vennootschap heeft, conform de Overeenkomst, tot doel : (a) een Synchrotronstralingsbron en de daarmee samenhangende instrumenten te gebruiken door de wetenschappers van de Overeenkomstsluitende Partijen te ontwerpen, bouwen, exploiteren en ontwikkelen, (b) het gebruik van de installatie door de wetenschappers van de Overeenkomstsluitende Partijen te ondersteunen, (c) programma's voor wetenschappelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van synchrotronstraling op te stellen en uit te voeren, (d) alle nodige R&D-werk inzake technieken die gebruik maken van synchrotronstraling te verrichten, (e) elke taak met betrekking tot het bereiken van voorgaande doelstellingen tot een goed einde te brengen. HOOFDSTUK II. - Bestuur van de Vennootschap Artikel 3 Organen De organen van de Vennootschap zijn de Raad en de Directeur-generaal.

Artikel 4 De Raad 1. Vertegenwoordigers bij de Raad worden benoemd en van hun mandaat ontheven overeenkomstig de voorschriften die worden vastgelegd door elke betrokken Overeenkomstsluitende Partij in overeenstemming met artikel 3 van de Overeenkomst.De Raad treedt op als de Algemene Vergadering van de Leden van de Vennootschap zoals voorzien bij artikel 1853 van het Franse Burgerlijk Wetboek. 2. De Raad stelt zijn reglement van inwendige orde op, met inachtneming van de bepalingen van de Overeenkomst en van deze Statuten.3. Elke Overeenkomstsluitende Partij wijst voor de Raad een vertegenwoordiging aan bestaande uit ten hoogste 3 vertegenwoordigers.4. De vertegenwoordigers mogen zich laten bijstaan door experts overeenkomstig het reglement van inwendige orde van de Raad. Artikel 5 Voorzitter en Ondervoorzitter van de Raad De Raad kiest een Voorzitter en een Ondervoorzitter voor een periode van maximum twee jaar. De Voorzitter en Ondervoorzitter moeten behoren tot verschillende vertegenwoordigingen.

Artikel 6 Secretariaat van de Raad De Rad benoemt, met het akkoord van de Directeur-generaal, een secretaris die gekozen wordt onder de personeelsleden van de Vennootschap.

Artikel 7 Vergaderingen van de Raad 1. De Raad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.2. De vergaderingen van de Raad zijn niet openbaar.Tenzij de Raad er ander over beslist, mogen de Directeur-generaal en de door de Raad benoemde Voorzitters van de Comités en Commissies de vergaderingen bijwonen zonder stemrecht.

Artikel 8 Bevoegdheden van de Raad 1. De Raad beslist over belangrijke kwesties aangaande de algemene beleidslijnen van de Vennootschap.De Raad mag instructies geven aan de Directeur-generaal. 2. De volgende aangelegenheden vereisen de unanieme goedkeuring van de Raad : (a) de toelating van nieuwe Leden (b) de regelingen zoals voorzien in artikel 8 van de Overeenkomst (c) de overdracht van aandelen onder Leden van verschillende Overeenkomstsluitende Partijen en de kapitaalsverhogingen (d) het reglement van inwendige orde van de Raad (e) de geldelijke regels (f) de Statutenwijzigingen (g) de verhogingen van de bouwkosten zoals uiteengezet in artikel 5 van de Overeenkomst.3. De volgende aangelegenheden vereisen de goedkeuring van de Raad met een gekwalificeerde meerderheid : (a) de verkiezing van de Voorzitter en de Ondervoorzitter (b) het wetenschappelijk programma op middellange termijn (c) de jaarlijkse begroting en de financiële ramingen op middellange termijn (d) het sluiten van de jaarlijkse rekeningen (e) de benoeming en de ontheffing uit hun mandaat van de Directeur-generaal en de Directeurs (f) de oprichting en de bevoegdheden van de advies- of andere comités en commissies met name een Comité voor Administratie en Financiën (g) de benoeming van de Voorzitter en de Ondervoorzitter van elk advies- of ander comité en commissie (h) de bevoegdheden en de werkwijze van de Controlecommissie (i) het beleid inzake de verdeling van stralingstijd (j) regelingen op korte of middellange termijn voor het gebruik van de ESRF door nationale of internationale wetenschappelijke organisaties (k) de « Convention d'Entreprise » (Bedrijfsovereenkomst over de arbeidsvoorwaarden van het personeel).4. De Raad beslist over de andere aangelegenheden met een gewone meerderheid. Artikel 9 Stemmingsprocedure 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij beschikt over slechts een enkele ondeelbare stem die uitgebracht wordt door de vertegenwoordiger die voor dit doel door de Leden is aangewezen.2. Een « gewone meerderheid » betekent de helft van het kapitaal, waarbij het aantal ongunstige stemmen niet hoger is dan de helft van de Overeenkomstsluitende Partijen.3. Een « gekwalificeerde meerderheid » betekent twee derde (2/3) van het kapitaal, waarbij het aantal ongunstige stemmen niet hoger is dan de helft van de Overeenkomstsluitende Partijen.4. « Unanimiteit » betekent ten minste twee derde (2/3) van het kapitaal zonder een enkele tegenstem van enige Overeenkomstsluitende Partij, waarbij alle Overeenkomstsluitende Partijen gelegenheid tot stemmen hebben gehad.5. Bij hoogdringendheid of op verzoek van welke vertegenwoordiging ook, legt de Voorzitter een dringend voorstel ter beslissing voor aan de Raad door de vertegenwoordigers individueel per brief te raadplegen.Het voorstel zal zijn goedgekeurd als de vereiste meerderheid van de vertegenwoordigingen haar schriftelijke toestemming geeft. Als echter een vertegenwoordiger er onmiddellijk om verzoekt, zal het probleem worden uitgesteld tot de volgende vergadering van de Raad.

Artikel 10 Directeur-generaal 1. De Directeur-generaal neemt de leiding waar van de Vennootschap en is haar wettelijk vertegenwoordiger.De Directeur-generaal wordt bijgestaan door de Directeurs. De Directeur-generaal betrekt de Directeurs van nabij in alle aspecten van zijn werk. 2. De Directeur-generaal en, na raadpleging van de Directeur-generaal, de Directeurs worden door de Raad benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar.Hun arbeidsovereenkomst moet worden goedgekeurd door de Raad en wordt namens de Vennootschap door de Voorzitter van de Raad ondertekend.

Artikel 11 Verslagen en financiële werkwijze 1. Het boekjaar van de Vennootschap valt samen met het kalenderjaar.2. De Directeur-generaal legt het volgende regelmatig aan de Raad voor : (a) een jaarverslag over de werkzaamheden van de Vennootschap (b) de rekeningen over het voorbije boekjaar met een verslag over de geografische verdeling van de contracten (c) een raming van de resultaten van het lopende boekjaar en een staat van de thesauriepositie van de Vennootschap (d) een voorgesteld begrotings- en personeelsplan voor het komende boekjaar in overeenstemming met de financiële regels (e) een wetenschappelijk programma en een financieel en personeelsplan op middellange termijn. Artikel 12 Personeel 1. Het door de Vennootschap tewerkgestelde personeel ontvangt een salaris dat overeenkomt met dat van het Franse « Commissariat à l'Energie Atomique » en daarenboven de ontheemdings- of andere toelagen analoog aan die van het « Institut Max von Laue Paul Langevin ».Tijdens de bouwperiode kan de Raad in uitzonderlijke individueel te bepalen gevallen extra toelagen toekennen. De organisaties die deze Statuten hebben ondertekend, kunnen ook bij hen in dienst zijnd personeel naar de Vennootschap detacheren. 2. Wetenschappers die deelnemen aan het experimentele programma, mogen voor niet langer dan vijf jaar door de Vennootschap aangeworven of ernaar gedetacheerd worden, tenzij de Raad anders beslist.3. Ander hooggekwalificeerd personeel kan bij uitzondering voor een beperkte periode aangeworven worden.4. De detachering van personeel wordt geregeld door een overeenkomst tussen de Vennootschap en de organisatie die personeel detacheert. Deze overeenkomst moet, in het bijzonder, bepalen dat het naar de Vennootschap gedetacheerde personeel onderworpen is aan haar reglementen betreffende discipline, veiligheid en beveiliging. 5. Bovendien mag de Vennootschap al dan niet door de Leden voorgestelde gastonderzoekers uitnodigen;deze onderzoekers zijn eveneens onderworpen aan de reglementen van de Vennootschap betreffende discipline, veiligheid en beveiliging. De uitnodiging van ieder van deze onderzoekers is onderwerp van een schriftelijke overeenkomst met de Vennootschap.

Artikel 13 Contracten 1. De Raad stelt een Aanbestedingscommissie in, samengesteld uit ten hoogste twee door elke Overeenkomstsluitende Partij aangewezen experts.2. De procedure voor het sluiten van contracten met een waarde van meer dan 300 000 FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, is de volgende : (a) beslissingen betreffende het toekennen van contracten worden slechts genomen na evaluatie van de offertes waarvan er normaliter ten minste drie afkomstig zijn van op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen gevestigde leveranciers.De Leden van de Aanbestedingscommissie worden ingelicht over aanstaande offerteaanvragen en mogen zelf leveranciers voorstellen die worden verzocht om offertes in te dienen, (b) de contracten worden toegekend aan de leverancier die de gunstigste offerte heeft ingediend welke beantwoordt aan de technische en leveringsvereisten.3. Geen enkel contract met een waarde van meer dan 3 miljoen FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, wordt zonder de voorafgaande goedkeuring van de Aanbestedingscommissie toegekend.Geen enkel contract met een waarde van meer dan 30 miljoen FF of elk ander bedrag waartoe door de Raad beslist wordt, wordt zonder de voorafgaande goedkeuring van de Raad zelf toegekend. 4. In uitzonderlijke gevallen kan de Raad een afwijking van voorafgaande procedure toestan.De Directeur-generaal moet regelmatig verslag uitbrengen aan de Aanbestedingscommissie en de Raad over de verdeling van de contracten. In geval van een duidelijk gebrek aan evenwicht in de waarde van de contracten tussen de landen van de Overeenkomstsluitende Partijen in verhouding tot hun bijdrage, moet de Raad, op verzoek van welke Overeenkomstsluitende Partij ook, passende maatregelen in overweging nemen, die door de Aanbestedingscommissie en de Directeur-generaal ten uitvoer moeten worden gelegd, rekening houdend met het principe van de « juste retour ».

Artikel 14 Intellectuele eigendom 1. De Vennootschap is eigenaar van alle rechten die voortvloeien uit de resultaten die door het personeel van de Vennootschap worden bereikt in het kader van zijn werkzaamheden.Als deze resultaten uitvindingen betreffen, mag de Vennootschap in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, intellectuele eigendomsrechten aanvragen in alle landen waar ze zulke bescherming nodig acht. 2. Als de Vennootschap beslist geen bescherming aan te vragen in een of meer landen, kan of kunnen de uitvinder(s), met toestemming van de Vennootschap, in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, dergelijke bescherming aanvragen.In voorkomend geval zal de eventueel toegekende octrooibescherming niet tegenstelbaar zijn aan de Vennootschap of aan haar Leden. 3. Door de Vennootschap tewerkgestelde personeelsleden die aan de basis liggen van een uitvinding kunnen een gratificatie ontvangen, waarvan het bedrag bepaald zal worden door de Directeur-generaal in overeenstemming met de door de Raad aangenomen regels.4. Elk Lid heeft het recht de Vennootschap te verzoeken een licentie te krijgen voor onderzoek of voor andere doeleinden dan onderzoek. Deze licentie is kosteloos voor door dat Lid uitgevoerde onderzoekactiviteiten. Voor andere doeleinden dan onderzoek, kan de licentie toegekend worden tegen gunstiger voorwaarden dan die voor aan derde partijen toegekende licenties. Onder voorbehoud van het voorafgaande akkoord van het betrokken Lid, kent de Vennootschap aan iedere natuurlijke of rechtspersoon in het land of de landen van dat Lid tegen billijke en redelijke voorwaarden een licentie toe voor andere doeleinden dan onderzoek, behalve wanneer de Raad beslist dat de toekenning van een dergelijke licentie niet gewettigd is. 5. In het geval van personeel dat door een Lid naar de Vennootschap wordt gedetacheerd, zijn de volgende bepalingen van toepassing : (a) Onder voorbehoud van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de uitvindingen gedaan door werknemers, is het Lid tot wie het gedetacheerde personeel behoort eigenaar van alle rechten op de resultaten die alleen door de onderzoeker bereikt zijn in de loop van zijn werk bij de Vennootschap.Als deze resultaten uitvindingen behelzen, zal het Lid tot wie het gedetacheerde personeel behoort het recht hebben om in elk land in eigen naam, voor eigen rekening en in eigen voordeel, de octrooien aan te vragen die nodig zijn voor de bescherming van dergelijke uitvindingen. Wat deze resultaten betreft, hebben de Vennootschap en de andere Leden het recht op gratis gebruik ervan, maar enkel voor onderzoekdoeleinden. De andere Leden hebben ook het recht op een licentie voor andere doeleinden dan onderzoek tegen gunstiger voorwaarden dan die voor aan derden toegekende licenties.

Bovendien mag het Lid dat de rechten bezit niet weigeren een licentie voor andere doeleinden dan onderzoek tegen billijke en redelijke voorwaarden toe te kennen aan een natuurlijke of rechtspersoon in het land of de landen van de Leden op verzoek van een ander Lid. (b) De Vennootschap ontvangt een deel van de netto-opbrengsten van alle door de bezitter van de rechten toegekende licenties voor andere doeleinden dan onderzoek;dit deel wordt bepaald met inachtneming van de respectieve bijdragen aan de uitvindingen van de Vennootschap en van de gedetacheerde persoon. (c) Voor het aanvragen van de intellectuele eigendomsrechten en het toekennen van licenties, raadplegen de Vennootschap en de Leden elkaar in geval van twijfel en onthouden zich elke daad te stellen die de Vennootschap of de Leden schade zou kunnen berokkenen.6. De voorwaarden voor het aanvragen van intellectuele eigendomsrechten en het eventueel verlenen van rechten op het gebruik van de informatie en van door ander gedetacheerd personeel tijdens de periode van detachering gedane uitvindingen, worden vastgelegd in schriftelijke overeenkomsten met dit personeel of de instellingen ter zake.Deze overeenkomsten zullen in overeenstemming zijn met de beginselen uiteengezet in punt 5 hierboven. In geval van resultaten die gezamenlijk bereikt zijn door een gastonderzoeker en een of meer gastonderzoekers van verschillende organisaties of met de medewerking van het personeel waarvan sprake in bovenstaande punten 1 en 5, worden de bepalingen die van toepassing zijn op de eigendom en het gebruik van dergelijke resultaten geval per geval door de Raad vastgelegd. 7. De beginselen van bovenstaand punt 5 zijn van toepassing op door de Vennootschap met derden gesloten overeenkomsten betreffende de uitvoering van studies of R&D-werk. Artikel 15 Wetenschappelijk Adviescomité 1. De Raad stelt een Wetenschappelijk Adviescomité in.De Leden van elke Overeenkomstsluitende Partij die samen ten minste 10 % van het in artikel 18 hieronder bepaalde kapitaal bezitten, mogen twee wetenschappers in het Comité benoemen. De Leden van elke Overeenkomstsluitende Partij die samen minder dan 10 % van het in artikel 18 hieronder bepaalde kapitaal bezitten, mogen één wetenschapper in het Comité benoemen. De Raad benoemt daarenboven tien wetenschappers in het Comité met het doel de wetenschappelijke thema's van de Vennootschap naar behoren te bestrijken. Vertegenwoordigers bij de Raad of andere door de Raad aangewezen personen kunnen als waarnemers de vergaderingen van het Wetenschappelijk Adviescomité bijwonen. 2. Na beraadslaging met het Wetenschappelijk Adviescomité benoemt de Raad de voorzitter en de ondervoorzitter van het comité overeenkomstig de in artikel 8 uiteengezette procedure.3. Op verzoek van de Raad of de Directeur-generaal, of op eigen initiatief, geeft het Wetenschappelijke Adviescomité haar advies over relevant wetenschappelijk werk. Artikel 16 Machine-Adviescommissie 1. De Raad stelt voor de bouwperiode een uit ten hoogste 15 personen samengestelde Machine-Adviescommissie in.2. Na beraadslaging met de Machine-Adviescommissie, benoemt de Raad de voorzitter en de ondervoorzitter van de Commissie overeenkomstig de in artikel 8 uiteengezette procedure.3. Op verzoek van de Raad of de Directeur-generaal, of op eigen initiatief, geeft de Machine-Adviescommissie haar advies over relevante technische aangelegenheden. Artikel 17 Controle De rekeningen van de Vennootschap worden gecontroleerd door een door de Raad aanvaarde audit firma. Haar verslag wordt aan een door de Raad ingestelde Controlecommissie voorgelegd. In de Controlecommissie zal ten minste één door elke Overeenkomstsluitende Partij voorgedragen persoon zitting hebben. HOOFDSTUK III. - Lidmaatschap van de Vennootschap Artikel 18 Kapitaal Het maatschappelijk kapitaal bedraagt minimum 100 000 FF, verdeeld over 10 000 aandelen van elk 10 FF. De Leden onderschrijven het volgende aantal aandelen op basis van hun bijdrage aan de exploitatiekosten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 19 Overdracht van aandelen en kapitaalsverhoging 1. Het aantal aandelen van het Lid of de Leden van een Overeenkomstsluitende Partij stemt overeen met haar financiële bijdrage aan de exploitatiekosten.Elk lid bezit ten minste 4 % van de aandelen. 2. In geval van welke wijziging ook in de financiële bijdragen, moet het betrokken Lid of moeten de betrokken Leden het overeenstemmend aantal aandelen overdragen.3. De overdracht van aandelen onder Leden van verschillende Overeenkomstsluitende partijen, en elke kapitaalsverhoging, vereisen de unanieme goedkeuring van de Raad.Goedkeuring wordt verondersteld verkregen te zijn in geval van een overdracht van alle of sommige aandelen onder Leden van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij of in geval van een overdracht van aandelen van een Lid aan een van overheidswege gefinancierd orgaan van dezelfde Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 20 Toetreding van nieuwe Leden 1. De Vennootschap staat open voor de toetreding van nieuwe Leden, onder voorbehoud van de unanieme goekeuring door de Raad.Goedkeuring wordt verondersteld verkregen te zijn in geval van een nieuw Lid van een Overeenkomststluitende Partij. 2. De toetreding van een nieuw Lid is ondergeschikt aan de toetreding tot de Overeenkomst door de betrokken Regering of groep van Regeringen.Een nieuw lid verwerft aandelen van de bestaande Leden.

Artikel 21 Verplichtingen van de Leden Het kapitaal en de lopende uitgaven die nodig zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de Vennootschap, worden gedragen door ieder van de Leden in overeenstemming met de begroting volgens de in artikel 6 van de Overeenkomst vastgelegde verhoudingen.

Wanneer tussen de Vennootschap en bepaalde Leden overeenkomsten worden gesloten voor de levering van goederen en diensten, verbinden de betrokken Leden er zich toe de goederen en diensten zonder winst voor henzelf te leveren.

Artikel 22 Terugtrekking Als een Overeenkomstsluitende Partij zich terugtrekt in overeenstemming met artikel 13 van de Overeenkomst, moeten ook haar Leden zich uit de Vennootchap terugtrekken en zijn ze op verzoek van de resterende Leden gehouden op passende wijze bij te dragen aan de toekomstige kosten voor de ontmanteling van de installaties en de gebouwen van de Vennootschap. HOOFDSTUK IV. - Duur, Liquidatie, Geschillen Artikel 23 Duur De Vennootschap wordt voor een periode van 99 jaar opgericht. Ze zal echter ontbonden worden in geval van een vroegtijdige beëindiging van de Overeenkomst.

Artikel 24 Liquidatie van de Vennootschap 1. De Leden verbinden zich ertoe bij ontbinding de installaties en gebouwen van de Vennootschap te laten ontmantelen en de desbetreffende kosten in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal te dragen.2. Tijdens de liquidatie verbinden de Leden er zich ook toe de Vennootschap verder te ondersteunen en in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal de uitgaven voor onderhoud te dragen gedurende de periode dat de Installatie niet gebruikt wordt.3. De Raad beslist over de te volgen procedure. Artikel 25 Toepasbare wet Alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk door de Overeenkomst en deze Statuten geregeld worden, vallen onder de toepassing van de Franse wet.

Artikel 26 Geschillen 1. De Leden trachten zoveel mogelijk geschillen bij de interpretatie of toepassing van deze Statuten in der minne te regelen.2. Als geen minnelijke schikking kan worden bereikt, verbinden de Leden er zich toe het geschil ter regeling voor te leggen aan de Overeenkomstsluitende Partijen conform artikel 10 van de Overeenkomst. Artikel 27 Inwerkingtreding Deze Statuten treden in werking na ondertekening door alle Leden.

Opgemaakt te Parijs op 16 december 1988 in vier originele exemplaren in het Frans en in een origineel exemplaar in het Engels, Duits, Italiaans, Nederlands en het Spaans. Bij strijdigheid heeft de Franse versie voorrang.

Bijlage 2 bij de Overeenkomst Specificaties voor fase I 1. Een positronen- of elektronenopslagring met een omtrek van 845 meter en met 32 rechtlijnige secties met voor elk een tussenruimte tussen de quadrupolen van meer dan 6 meter.2. Een experimenteerhal die de gehele opslagring omvat en plaats biedt aan afgesplitste bundellijnen tot 75 meter lengte.3. Bij 6 GeV, een stroomsterkte van ongeveer 100 mA bij werking met meerdere deeltjespakketten, en van 5 mA bij werking met een enkelvoudig pakket.4. Een tijdsinterval van ongeveer 8 uur (of meer) gedurende welke de stroomsterkte van de bundel geleidelijk afneemt tot 1/e van de aanvangswaarde van ongeveer 100 mA, zodat de machine ononderbroken kan werken gedurende ongeveer één ploeg.De benodigde tijd voor het voorbereiden en het opbouwen van een bundel en de geschikte werkingsparameters zal in normale gevallen slechts een klein gedeelte van een normale ploeg in beslag mogen nemen. 5. Een lichtsterkte voor de ondulatoren van ten minste 1 x 1017 fotonen sec-1 mrad-2 mm-2 per 0,1 % brandbreedte en per meter ondulator bij een fotonenergie van ongeveer 14 keV.6. Uit de afbuigmagneten een flux van ten minste 8 x 1012 fotonen sec-1 mrad-1 per 0,1 % bandbreedte bij de karakteristieke energie van de afbuigmagneten, wat zou moeten overeenkomen met ongeveer 19 keV in het hart van de magneten en met ongeveer 9,5 keV aan de « zachte uiteinden ».7. Een X-stralenbundel waarvan de positie reproduceerbaar is van vulling tot vulling en die stabiel is gedurende een ploeg tot op ongeveer een tiende van zijn afmetingen en dit ten opzichte van de bundellijnen.8. De afwerking van een eerste groep van ten minste zeven bundellijnen tot en met de controle op de calibratie van de optische elementen en de detectoren. Bijlage 3 bij het Overeenkomst Raming van de jaarlijkse uitgaven Miljoenen FF, Prijzen van januari 1987, belastingen niet inbegrepen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Nota : 1. De « exploitatiekosten » omvatten exploitatie, onderhoud en lopende investeringen (kleine aankopen).Na het einde van Fase II worden de exploitatiekosten geraamd op 340 miljoen FF per jaar, tegen prijzen van 1 januari 1987. 2. De « bouwkosten » omvatten 153 miljoen FF voorzieningsreserve.Om de raming te vergemakkelijken, is deze reserve pro rata in de jaarlijkse kapitaaluitgaven opgenomen.

Bijlage 4 bij het Overeenkomst Grondplan Op 17 mei 1988 werd een gemeenschappelijke huurovereenkomst gesloten voor de terreinen van de Vennootschap en het « Institut Max von Laue Paul Langevin (ILL) ».

Het gearceerde gebied zal beschikbaar worden gesteld voor gebruik door de Vennootschap of het « Institut Max von Laue Paul Langevin (ILL) » door middel van een overeenkomst tussen de Vennootschap en het « Institut ».

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de gezamenlijke deelname aan de Europese Synchrotronstralingsinstallatie, alsook de wijze van uitvoering daarvan De Regering van het Koninkrijk België en De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, Overwegende dat in het licht van de toenemende Europese samenwerking, het sterk aanbeveling verdient op het terrein van het onderzoeks- en ontwikkelingswerk te komen tot bi- en multilaterale initiatieven voor de oprichting van en de participatie in grotere onderzoeksinstellingen;

Gelet op de bepalingen van het Verdrag betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling, en de Bijlagen, ondertekend te Parijs op 16 december 1988;

Overwegende dat de Regering van het Koninkrijk België bij de ondertekening van dat Verdrag een verklaring heeft afgelegd waarin zij de mogelijkheid open laat om met een ander land een consortium te vormen naar het model van de Scandinavische landen, teneinde alsnog als één Consortium deel te nemen aan de Europese Synchrotronstralingsinstallatie;

Ervan overtuigd dat een gezamenlijke deelname van beide landen aan de Europese Synchrotronstralingsinstallatie, de belangen van het wetenschappelijk onderzoek en van het bedrijfsleven zowel in beide landen als in West-Europa zal dienen, zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1 Definities Voor de toepassing en de interpretatie van deze Overeenkomst wordt verstaan onder : de Overeenkomst : de onderhavige overeenkomst; de Overeenkomstsluitende Partijen : de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden; de Vennootschap : de « Société Civile » naar Frans recht met als naam « Europese Synchrotronstralingsinstallatie », opgericht te Parijs op 16 december 1988;

ESRF (European Synchrotron Radiation Facility) : de installatie waarvan de bouw en de exploitatie zijn toevertrouwd aan de Vennootschap; het ESRF-Verdrag : het verdrag betreffende ESRF, ondertekend te Parijs op 16 december 1988;

BENESYNC : het Consortium dat door de Overeenkomstsluitende Partijen wordt opgericht om gezamenlijk deel te nemen aan ESRF; de Stuurgroep : de drie afgevaardigden in de Raad van Bestuur van de Vennootschap aangewezen door de Overeenkomstsluitende Partijen, aangevuld met een vierde nog aan te wijzen lid, zodat beide Overeenkomstsluitende Partijen en gelijk aantal vertegenwoordigers hebben in de Stuurgroep;

Artikel 2 Doelstelling De Overeenkomstsluitende Partijen nemen gezamenlijk deel aan de bouw en de exploitatie van ESRF te Grenoble, ter bevordering van de technische en wetenschappelijke ontwikkeling op het terrein van synchrotronstraling, en ter aanmoediging van het gebruik van ESRF door de wetenschappelijke en industriële wereld uit België en Nederland.

Artikel 3 Financiële regeling 3.1. Verdeelsleutel De financiële contributie voor ESRF is verdeeld volgens de sleutel : Het Koninkrijk België : 50 % Het Koninkrijk der Nederlanden : 50 % In hetgeen volgt, wordt ervan uitgegaan dat BENESYNC voor 6 % zal bijdragen in zowel de bouw als de exploitatie van ESRF. 3.2. Principe van de « juste retour » Onverminderd hetgeen volgt, dienen de Overeenkomstsluitende Partijen de nodige maatregelen te treffen om hun onderlinge gelijkheid inzake « juste retour » aangaande industriële bestellingen en wetenschappelijk gebruik van ESRF, maximaal te verwezenlijken.

Wanneer zich gemiddeld over de periode vanaf 16 december 1988 tot 31 december 1993, en daarna vanaf 1 januari 1994 tot 31 december 1998, een afwijking voordoet in de verhouding tussen de beide Overeenkomstsluitende Partijen in de « retour » van de industriële bestellingen van de 50 %-50 %-verhouding bepaald in het eerste lid van dit artikel, dan zal, op voorwaarde dat één en slechts één Overeenkomstsluitende Partij een gemiddelde « retour » realiseert van meer dan 3 %, een verrekening plaats hebben tussen beide Overeenkomstsluitende Partijen, als volgt : die Overeenkomstsluitende Partij die gemiddeld over één van deze periodes de grootste « retour » realiseert, verhoogt in de drie jaren die volgen op de hogervermelde periodes telkens zijn bijdrage aan ESRF met één derde van 10 % van het verschil tussen het percentage aan « retour » gerealiseerd door deze Overeenkomstsluitende Partij en 3 % van de totale constructiekosten van ESRF over de desbetreffende periode;

De andere Overeenkomstsluitende Partij brengt in diezelfde drie jaren het overeenkomstig bedrag in mindering bij de betaling van zijn contributie aan ESRF. Op dezelfde wijze zal ook een verrekening plaats hebben voor de effectieve « retour » aan gebruik van ESRF. De verrekening hiervoor zal plaatsvinden na elke periode van drie jaar, te beginnen vanaf 1 januari 1994. Het hogervermelde percentage van 10 % wordt voor de verrekening van het gebruik van ESRF 33 %, waarbij de verrekening plaatsvindt over de totale exploitatiekosten voor de desbetreffende periode. De effectieve betaling van de verrekening wordt opnieuw gelijkmatig over drie jaar gespreid.

De verrekening wordt begrensd zodanig dat een Overeenkomstsluitende Partij voor de periode waarover de verrekening plaatsvindt, gemiddeld nooit meer betaalt dan 3,3 % voor de constructiekosten, en nooit meer dan 4 % voor de exploitatiekosten. Verder wordt de verrekening ook nog begrensd zodanig dat ze nooit meer bedraagt dan het verschil tussen 3 % en de gemiddelde « retour » gerealiseerd door de Overeenkomstsluitende Partij met de kleinste « retour ».

In geval de totale contributie van BENESYNC aan ESRF zou worden verhoogd of verlaagd bij toepassing van hetgeen bepaald is in het vierde lid van artikel 6 van het ESRF-Verdrag, zullen de Overeenkomstsluitende Partijen de hiervoor gestelde regels van verrekening toepassen met aan de verhoging of verlaging proportioneel aangepaste percentages, met uitzondering van de vermelde percentages van 10 en 33 %, die in die omstandigheid ongewijzigd worden toegepast.

Beide Overeenkomstsluitende Partijen kunnen overeenkomen om af te zien op hun recht van deze verrekening. 3.3 Mogelijkheid tot herziening Onverminderd de bepalingen van het tweede lid van dit artikel, blijft de in het eerste lid van dit artikel bepaalde verdeling van toepassing tot 31 december 2007.

Deze verdeling wordt stilzwijgend verlengd na 31 december 2007, voor opeenvolgende periodes van drie jaar, behoudens wanneer één van beide Overeenkomstsluitende Partijen aan de andere Partij schriftelijk, tenminste één jaar voor 31 december 2007 of één jaar voor het aflopen van de navolgende periodes van drie jaar, de wens te kennen geeft om de verdeling te herzien.

Indien de Overeenkomstsluitende Parijen geen overeenstemming bereiken over de herziening van de verdeling, wordt de tot dan geldende verdeling ongewijzigd verlengd voor de volgende periode van drie jaar. 3.4 Initiële kosten bij gezamenlijke toetreding Eventuele financiële bijdragen aan de Vennootschap bij de gezamenlijke toetreding, die voortvloeien uit reeds in het verleden door de Vennootschap gedane betalingen, worden vereffend op een 50 %-50 % basis. Bij de betaling hiervan worden eerder door het Koninkrijk België betaalde bijdragen op dezelfde basis verrekend in de respectieve contributies van de beide Overeenkomstsluitende Partijen. 3.5 Wijze van betaling Beide Overeenkomstsluitende Partijen zullen elk voor zich de betaling van de jaarlijkse bijdragen aan de Vennootschap regelen. 3.6 Aansprakelijkheid Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen is ieder wat haar betreft aansprakelijk voor het in gebreke blijven met betrekking tot de door haar te betalen financiële bijdrage.

Artikel 4 Uitvoering door consortium 4.1 BENESYNC Met betrekking tot de Vennootschap vormen de Belgische Staat en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een consortium, BENESYNC genaamd. 4.2 Voorzitterschap van BENESYNC De Overeenkomstsluitende Partijen wijzen volgens een nader te bepalen beurtrolsysteem de afgevaardigde aan die stemrecht heeft in de Raad van Bestuur van de Vennootschap. Deze neemt meteen ook het voorzitterschap waar van BENESYNC. 4.3 Stemprocedure binnen de Vennootschap Het stemgedrag van de afgevaardigden van BENESYNC in de Raad van Bestuur van de Vennootschap en de diverse ESRF-comités dient gebaseerd te zijn op consensus.

De Stuurgroep zal voorzover nodig, vooroverleg plegen met de betrokken overheidsdiensten. Zulk vooroverleg is verplicht wanneer zaken aan de orde komen die de unanimiteit of een bijzondere meerderheid van de Raad van Bestuur van de Vennootschap vereisen.

De Stuurgroep brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan beide Regeringen van zijn werkzaamheden. 4.4 Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur en de diverse comités van de Vennootschap De deelname aan de Raad van Bestuur en de verschillende comités van de Vennootschap vindt plaats conform de Overeenkomst met de ESRF-Leden over de gezamenlijke Belgisch-Nederlandse deelname aan ESRF, en de statuten van de Vennootschap. 4.5 Kosten van BENESYNC Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen draagt de kosten voor de verplaatsingen van zijn eigen commissieleden.

Artikel 5 Geschillen Elk geschil tussen de Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van de Overeenkomst, dat niet door onderhandelingen kan worden opgelost, zal het voorwerp uitmaken van arbitrage.

Artikel 6 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop de beide Regeringen elkaar hebben medegedeeld dat aan de in hun land geldende grondwettelijke vereisten is voldaan.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt de Overeenkomst alleen voor het Rijk in Europa.

Artikel 7 Duur van de Overeenkomst Deze Overeenkomst is minstens geldig tot 31 december 2007 en blijft nadien voor onbepaalde tijd van kracht.

Elke Overeenkomstsluitende Partij zal met inachtneming van een termijn van 3 jaar de andere Overeenkomstsluitende Partij schriftelijk in kennis stellen van haar voornemen de Overeenkomst te beëindigen. De opzegging kan slechts van kracht worden op 31 december 2007 of op het einde van elke volgende periode van drie jaar.

De Overeenkomst zal eveneens ophouden uitwerking te hebben wanneer de Overeenkomstsluitende Partijen het ESRF-Verdrag opzeggen in overeenstemming met artikel 13 van het ESRF-Verdrag.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 12 november 1990, in tweevoud.

Excellentie, We hebben de eer te verwijzen naar de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden over de gezamenlijke deelname aan de Europese synchrotronstralingsinstallatie te Grenoble, die vandaag te Brussel werd ondertekend.

Ter aanvulling van die Overeenkomst werd tijdens de onderhandelingen door de Regeringsvertegenwoordigers overeengekomen, om de volgende bepalingen als integrerend onderdeel van de Overeenkomst in een briefwisseling op te nemen. 1. Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur en de diverse comités van de Vennootschap In aansluiting op het tweede lid van artikel 4 van de Overeenkomst hiervoor vermeld, wordt overeengekomen dat tot het einde van de eerste periode van de constructiefase, bepaald in het ESRF-Verdrag, de Belgische Staat de afgevaardigde aanwijst die stemrecht heeft in de Raad van Bestuur van de Vennootschap. Daarna treedt een beurtrolsysteem in, waarbij elk van de Overeenkomstsluitende Partijen, afwisselend en telkens voor een periode van twee jaar, de afgevaardigde met stemrecht aanwijst.

De Belgische Staat komt hierbij eerst aan de beurt.

De overige plaatsen in de Raad van Bestuur worden gelijk verdeeld tussen de Overeenkomstsluitende Partijen.

Voor de vertegenwoordiging in de onderscheiden comités, wordt waar mogelijk tussen de Overeenkomstsluitende Partijen ook een gelijke verdeling gemaakt van het aantal afgevaardigden.

Indien niet anders mogelijk wordt een beurtrolsysteem ingesteld telkens voor een periode van twee jaar.

De Belgische Staat is in die gevallen gemachtigd het eerst een afgevaardigde te sturen. 2. Stemprocedure binnen de Stuurgroep en de Vennootschap Binnen de Stuurgroep, die wordt voorgezeten door de Voorzitter van BENESYNC, hebben de beide Overeenkomstsluitende Partijen elk twee stemmen. Voor alle aangelegenheden waarover dient te worden gestemd binnen de Raad van Bestuur van de Vennootschap, zal de afgevaardigde met stemrecht zijn houding bepalen overeenkomstig een bij stemming unaniem genomen beslissing binnen de Stuurgroep.

Wanneer binnen de Stuurgroep geen unanimiteit kan worden bereikt, dient de Stuurgroep overleg te plegen met de Overeenkomstsluitende Partijen om het aan te nemen stemgedrag van de afgevaardigde met stemrecht te bepalen.

Bij stemming in één van de onderscheiden comités van de Vennootschap dienen alle stemgerechtigde afgevaardigden die lid zijn van het bewuste comité en al dan niet rechtstreeks werden aangewezen door de Overeenkomstsluitende Partijen, onderling overleg te plegen, en dezelfde stem uit te brengen.

Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, dienen deze afgevaardigden, indien mogelijk, het advies in te winnen van de Stuurgroep, die dan de aan te nemen houding zal bepalen.

Wanneer de Stuurgroep niet kan worden geconsulteerd, of wanneer ook binnen de Stuurgroep geen eensgezindheid kan worden bereikt over een bepaalde aangelegenheid, dan dient opnieuw de houding te worden bepaald in overleg met de Overeenkomstsluitende Partijen.

De hoger voorziene overlegprocedure geldt ook wanneer slechts één Overeenkomstsluitende Partij stemgerechtigd is in een bepaald comité, tenzij er eensgezindheid bestaat met eventuele aanwezige experten van de andere Overeenkomstsluitende Partij.

In die gevallen waarbij het hoger voorziene overleg met de Stuurgroep en/of de Overeenkomstsluitende Partijen onmogelijk is, dienen alle afgevaardigden zich bij stemming te onthouden.

Indien uw Regering instemt met de voorgaande bepalingen, dan zal deze brief en uw antwoord erop, als overeenkomst gelden tussen onze beide Regeringen.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van onze zeer bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

Excellenties, Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief d.d. 12 november 1990 ref. A14 waarvan de inhoud als volgt luidt : « Excellentie, We hebben de eer te verwijzen naar de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden over de gezamenlijke deelname aan de Europese synchrotronstralingsinstallatie te Grenoble, die vandaag te Brussel werd ondertekend.

Ter aanvulling van die Overeenkomst werd tijdens de onderhandelingen door de Regeringsvertegenwoordigers overeengekomen, om de volgende bepalingen als integrerend onderdeel van de Overeenkomst in een briefwisseling op te nemen. 1. Vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur en de diverse comités van de Vennootschap In aansluiting op het tweede lid van artikel 4 van de Overeenkomst hiervoor vermeld, wordt overeengekomen dat tot het einde van de eerste periode van de constructiefase, bepaald in het ESRF-Verdrag, de Belgische Staat de afgevaardigde aanwijst die stemrecht heeft in de Raad van Bestuur van de Vennootschap. Daarna treedt een beurtrolsysteem in, waarbij elk van de Overeenkomstsluitende Partijen, afwisselend en telkens voor een periode van twee jaar, de afgevaardigde met stemrecht aanwijst.

De Belgische Staat komt hierbij eerst aan de beurt.

De overige plaatsen in de Raad van Bestuur worden gelijk verdeeld tussen de Overeenkomstsluitende Partijen.

Voor de vertegenwoordiging in de onderscheiden comités, wordt waar mogelijk tussen de Overeenkomstsluitende Partijen ook een gelijke verdeling gemaakt van het aantal afgevaardigden.

Indien niet anders mogelijk wordt een beurtrolsysteem ingesteld telkens voor een periode van twee jaar.

De Belgische Staat is in die gevallen gemachtigd het eerst een afgevaardigde te sturen. 2. Stemprocedure binnen de Stuurgroep en de Vennootschap Binnen de Stuurgroep, die wordt voorgezeten door de Voorzitter van BENESYNC, hebben de beide Overeenkomstsluitende Partijen elk twee stemmen. Voor alle aangelegenheden waarover dient te worden gestemd binnen de Raad van Bestuur van de Vennootschap, zal de afgevaardigde met stemrecht zijn houding bepalen overeenkomstig een bij stemming unaniem genomen beslissing binnen de Stuurgroep.

Wanneer binnen de Stuurgroep geen unanimiteit kan worden bereikt, dient de Stuurgroep overleg te plegen met de Overeenkomstsluitende Partijen om het aan te nemen stemgedrag van de afgevaardigde met stemrecht te bepalen.

Bij stemming in één van de onderscheiden comités van de Vennootschap dienen alle stemgerechtigde afgevaardigden die lid zijn van het bewuste comité en al dan niet rechtstreeks werden aangewezen door de Overeenkomstsluitende Partijen, onderling overleg te plegen, en dezelfde stem uit te brengen.

Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, dienen deze afgevaardigden, indien mogelijk, het advies in te winnen van de Stuurgroep, die dan de aan te nemen houding zal bepalen.

Wanneer de Stuurgroep niet kan worden geconsulteerd, of wanneer ook binnen de Stuurgroep geen eensgezindheid kan worden bereikt over een bepaalde aangelegenheid, dan dient opnieuw de houding te worden bepaald in overleg met de Overeenkomstsluitende Partijen.

De hoger voorziene overlegprocedure geldt ook wanneer slechts één Overeenkomstsluitende Partij stemgerechtigd is in een bepaald comité, tenzij er eensgezindheid bestaat met eventuele aanwezige experten van de andere Overeenkomstsluitende Partij.

In die gevallen waarbij het hoger voorziene overleg met de Stuurgroep en/of de Overeenkomstsluitende Partijen onmogelijk is, dienen alle afgevaardigden zich bij stemming te onthouden.

Indien uw Regering instemt met de voorgaande bepalingen, dan zal deze brief en uw antwoord erop, als overeenkomst gelden tussen onze beide Regeringen.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van onze zeer bijzondere hoogachting te willen aanvaarden. » Ik heb de eer U de instemming van mijn Regering met het bovenvermelde te bevestigen.

Gelieve, Excellenties, de hernieuwde verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

Protocol van toetreding van het Koninkrijk der Nederlanden tot de Overeenkomst van 16 december 1988 betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling De Regeringen van het Koninkrijk België; van het Koninkrijk Denemarken; van de Bondsrepubliek Duitsland; van de Republiek Finland; van de Franse Republiek; van de Italiaanse Republiek; van het Koninkrijk Noorwegen; van het Koninkrijk Spanje; van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland; van het Koninkrijk Zweden; van de Zwitserse Bondsstaat. die de Overeenkomst betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling (hierna te noemen « de Overeenkomst ») hebben onderteknd te Parijs op 16 december 1988, enerzijds, en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden anderzijds, hierna te noemen de Overeenkomstsluitende Partijen, Overwegende dat, naar aanleiding van de officiële verklaring die de Regering van het Koninkrijk België op 16 december 1988 heeft afgelegd bij de ondertekening van de Overeenkomst, de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden op 12 november 1990 te Brussel een Overeenkomst hebben gesloten betreffende hun gezamenlijke deelname aan de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling (ESRF), met dien verstande dat de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden optreden als één Overeenkomstsluitende Partij;

Overwegende dat het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden daartoe in het kader van de Overeenkomst van 12 november 1990 een consortium hebben gevormd, genaamd Benesync;

Overwegende dat de regeringen die de Overeenkomst van 16 december 1988 hebben ondertekend, tijdens de bijeenkomst van de Raad van de ESRF gehouden op 20 december 1988 te Grenoble unaniem hun instemming, hebben betuigd, verwijzend enerzijds naar artikel 12 van de Overeenkomst betreffende de toetredingsvoorwaarden en anderzijds naar artikel 20 van de Statuten van de Vennootschap betreffende de toetreding van nieuwe leden; zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1 Het Koninkrijk der Nederlanden treedt tot de Overeenkomst van 16 december 1988 toe als Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 2 2.1 Gezamenlijk optredend als één Overeenkomstsluitende Partij hebben de Regeringen van het Koninkrijk België en van het Koninkrijk der Nederlanden een consortium gevormd. 2.2 Dit consortium, genaamd « Benesync », wordt beschouwd als Lid van de Vennootschap vanaf de datum waarop deze is opgericht.

Artikel 3 De Overeenkomst van 16 december 1988 wordt als volgt gewijzigd : 3.1 De preambule wordt gewijzigd en vervangen door een nieuwe preambule die als volgt luidt : « - de Regering van het Koninkrijk België; -de Regering van het Koninkrijk Denemarken; - de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland; - de Regering van de Republiek Finland; - de Regering van de Franse Republiek; - de Regering van de Italiaanse Republiek; - de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden; - de Regering van het Koninkrijk Noorwegen; - de Regering van het Koninkrijk Spanje; - de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland; - de Regering van het Koninkrijk Zweden; - de Regering van de Zwitserse Bondsstaat, hierna te noemen de Overeenkomstsluitende Partijen, Met dien verstande dat de Regeringen van het Koninkrijk Denemarken, van de Republiek Finland, van het Koninkrijk Noorwegen en van het Koninkrijk Zweden gezamenlijk optreden als één Overeenkomstsluitende Partij, En met dien verstande dat de Regeringen van het Koninkrijk België en van het Koninkrijk der Nederlanden gezamenlijk optreden als één Overeenkomstsluitende Partij;

Verlangend de plaats van Europa in de wereld op het gebied van onderzoek verder te consolideren en de wetenschappelijke samenwerking te intensiveren tussen de verschillende disciplines en over de landsgrenzen heen;

Erkennend dat synchrotronstraling in de toekomst van grote betekenis zal zijn op verschillende gebieden en voor industriële toepassingen;

Hopend dat andere Europese landen zullen meewerken aan de activiteiten die zij voornemens zijn gezamenlijk te ondernemen in het kader van deze Overeenkomst;

Voortbouwend op de vruchtbare samenwerking tussen Europese wetenschappers in het kader van de European Science Foundation en op het voorbereidend werk dat is uitgevoerd onder haan auspiciën en ter uitvoering van het « Memorandum of Understanding » (principe-overeenkomst) ondertekend te Brussel op 10 december 1985 en gelet op het Protocol van 22 december 1987; hebbende besloten de bouw en de exploitatie te bevorderen van een Europese installatie voor synchrotronstraling waarin een zeer krachtige röntgen-stralenbron is ondergebracht bestemd om te worden gebruikt door hun wetenschappers; zijn overeengekomen als volgt : » 3.2. Artikel 6 wordt gewijzigd en vervangen door een nieuw artikel 6, dat als volgt luidt : « 1. De Franse Overeenkomstsluitende Partij stelt het terrein in Grenoble, zoals aangegeven op de plattegrond opgenomen in bijlage 4, volledig kosteloos en bouwrijp ter beschikking van de Vennootschap. 2. De Leden dragen bij in de bouwkosten, exclusief BTW, in de volgende verhoudingen : - 33 % voor Leden van de Franse Republiek (inclusief een terreinpremie van 10 %); - 23 % voor Leden van de Bondsrepubliek Duitsland; - 14 % voor Leden van de Italiaanse Republiek; - 12 % voor Leden van het Verenigd Koninkrijk; - 6 % in totaal voor Leden van het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden; - 4 % voor Leden van het Koninkrijk Spanje; - 4 % in totaal voor Leden van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden; - 4 % voor Leden van de Zwitserse Bondsstaat.

Verhogingen van bijdragen van de Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot deze Overeenkomst toetreden overeenkomstig artikel 12, worden gebruikt om de bijdrage van Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij die meer bedraagt dan 4 %, te verminderen met een bedrag evenredig aan hun bijdrage op dat ogenblik, de terreinpremie van 10 % buiten beschouwing gelaten. 3. De Leden dragen bij in de exploitatiekosten, exclusief BTW, in de volgende verhoudingen : - 27,5 % voor Leden van de Franse Republiek (inclusief een terreinpremie van 2 %); - 25,5 % voor Leden van de Bondsrepubliek Duitsland; - 15 % voor Leden van de Italiaanse Republiek; - 14 % voor Leden van het Verenigd Koninkrijk; - 6 % in totaal voor Leden van het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden; - 4 % voor Leden van het Koninkrijk Spanje; - 4 % in totaal voor Leden van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland, het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk Zweden; - 4 % voor Leden van de Zwitserse Bondsstaat.

Verhogingen van bijdragen van de Overeenkomstsluitende Partijen of bijdragen van Regeringen die tot deze Overeenkomst toetreden overeenkomstig artikel 12, worden gebruikt om gelijkmatig de bijdragen te verminderen van de Franse Leden tot 26 % en van de Duitse Leden tot 25 % en, wanneer deze niveaus zijn bereikt, de bijdragen van Leden van iedere Overeenkomstsluitende Partij te verminderen met een bedrag evenredig aan hun bijdrage op dat ogenblik, waarbij de bijdrage van Leden van welke Overeenkomstsluitende Partij dan ook niet kleiner mag worden dan 4 %. 4. Indien de Raad van oordeel is dat er een permanent en duidelijk gebrek aan evenwicht bestaat tussen de mate van gebruik van de installatie door wetenschappers van een bepaalde Overeenkomstsluitende Partij en de bijdrage van Leden van die Partij, kan de Raad maatregelen nemen om het gebruik van de installatie te beperken, tenzij de Overeenkomstsluitende Partijen het eens worden over een gepaste bijstelling van de in bovenvermeld punt 3 vastgestelde bijdragen.» Artikel 4 Bijlage 1 bij de Overeenkomst (Statuten van de Vennootschap « Europese installatie voor synchrotronstraling ») wordt dienovereenkomstig gewijzigd en gevoegd bij dit Protocol.

Artikel 5 Dit Protocol treedt in werking één maand nadat alle Regeringen die de Overeenkomst van 16 december 1988 hebben ondertekend en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Regering van de Franse Republiek een akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding van dit Protocol hebben neergelegd.

Gedaan te Parijs op 9 december 1991 in de Duitse, Engelse, Franse, Italiaanse, Nederlandse en Spaanse taal, alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig zijnde, in één enkel origineel dat wordt neergelegd in het archief van de Regering van de Franse Republiek, die een eensluidend afschrift ervan stuurt naar alle Overeenkomstsluitende Partijen en toetredende Regeringen en hen nadien op de hoogte brengt van elke amendering.

Bijlage 1 bij het Protocol Statuten van de Europese installatie voor synchrotronstraling (Société civile) 1. De preambule wordt gewijzigd en vervangen door een nieuwe preambule die als volgt luidt : « Ondergetekenden, Het « Centre National de la Recherche Scientifique », 15, quai Anatole France, F 75700 Paris, vertegenwoordigd door zijn Directeur-Generaal; Het « Commissariat à l'Energie Atomique », 31-33, rue de la Fédération, F 75752 Paris Cedex 15, vertegenwoordigd door zijn Administrateur-Generaal;

Het « Forschungszentrum Jülich GmbH », Postfach 1913, D 5170 Jülich, vertegenwoordigd door zijn Raad van Bestuur;

Het « Consiglio Nazionale delle Richerche », Piazzale Aldo Moro 7, I 0185 Roma, vertegenwoordigd door zijn Voorzitter;

Het « Instituto Nazionale di Fisica Nucleare », Casella postale 56, I 00044 Frascati, vertegenwoordigd door zijn Voorzitter;

Het « Consorzio Interuniversitario Nazionale per la Fisica della Materia », Via Dodecaneso 33, I 16146 Genova, vertegenwoordigd door zijn Directeur;

Het consortium Benesync gevormd door : - De Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, Wetenschapsstraat 8, B-1040 Brussel, vertegenwoordigd door de Secretaris-Generaal; - De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, Postbus 93138, 2509 AC Den Haag, vertegenwoordigd door haar Voorzitter;

Het consortium Nordsync gevormd door : - « Statens Naturvidenskabelige Forskningsrad », H.C. Andersens Boulevard 40, DK-1553 Kopenhagen V, vertegenwoordigd door zijn Voorzitter; - « Suomen Akatemia », PL 57, SF 00551 Helsinki, vertegenwoordigd door haar Voorzitter; - « Norges Allmennvitenskapelige Forskningsrad », Sandakerveien 99, N 0483 Oslo, vertegenwoordigd door zijn Directeur; - « Naturvetenskapliga Forskningsradet », Box 6711, S 113 85 Stockholm, vertegenwoordigd door zijn Secretaris-Generaal;

Het Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de « Comisión Interministerial de Ciencia y Tecnologia », Rosario Pino 14-16, E 28020 Madrid;

De Zwitserse Bondsstaat, vertegenwoordigd door de Directeur van het « Bundesamt für Bildung und Wissenschaft », PO Box 2732, CH 3001 Bern;

De Science and Engineering Research Council, Polaris House, UK Swindon SN2 1ET, vertegenwoordigd door zijn Voorzitter; hierna te noemen « de Leden », NOTA NEMEND van het feit dat de Belgische organisatie en de Nederlandse organisatie het consortium Benesync hebben gevormd voor hun deelneming in de Vennootschap, en dat de vier Noordse organisaties het consortium Nordsync hebben gevormd voor hun deelneming in de Vennootschap, en dat, hoewel zij alle deze Statuten hebben ondertekend, alleen het consortium Benesync, vertegenwoordigd door de Diensten voor Programmatie van het Wetenschpasbeleid, en het consortium Nordsync, vertegenwoordigd door Statens Naturvidenskabelige Forskningsrad, Lid zijn van de Vennootschap;

Verwijzend naar de Overeenkomst betreffende de bouw en de exploitatie van een Europese installatie voor synchrotronstraling, hierna te noemen « de Overeenkomst », ondertekend te Parijs op 16 december 1988 door de Overeenkomstsluitende Partijen, vermeld in de preambule van de Overeenkomst en hierna te noemen de « Overeenkomstsluitende Partijen »;

Komen hierbij overeen een « Société Civile », een vennootschap naar Frans recht, op te richten overeenkomstig de artikelen 1832 tot en met 1873 van het Franse Burgerlijk Wetboek, hierna te noemen « de Vennootschap », die onderworpen is aan de Overeenkomst en deze Statuten. » 2. Artikel 18 wordt gewijzigd en vervangen door een nieuw artikel 18, dat als volgt luidt : « 1.Het maatschappelijk kapitaal bedraagt ten minste honderdduizend Franse francs (100 000 FF), verdeeld in tienduizend (10 000) aandelen van elk tien Franse francs (10 FF). De Leden schrijven in voor het hieronder genoemde aantal aandelen op basis van hun bijdrage in de exploitatiekosten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3. Deze amendementen worden van kracht zodra zij zijn ondertekend door alle Leden. Gedaan te Parijs op 9 december 1991, in vijf originele exemplaren in de Franse taal en één exemplaar in de Duitse, Engelse, Italiaanse, Nederlandse en Spaanse taal. Bij geschillen is de Franse tekst doorslaggevend.

^