Etaamb.openjustice.be
Wet van 13 maart 2001
gepubliceerd op 30 maart 2001

Wet tot goedkeuring van het Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22 maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van voormeld Verdrag en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (2)

bron
ministerie van financien
numac
2001003030
pub.
30/03/2001
prom.
13/03/2001
ELI
eli/wet/2001/03/13/2001003030/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2001. - Wet tot goedkeuring van het Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22 maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van voormeld Verdrag en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan vrachtvoertuigen

Art. 2.Het Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22 maart 2000 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden, zal volkomen gevolg hebben. HOOFDSTUK II. - Eurovignet

Art. 3.Artikel 7 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.Het eurovignet, met inbegrip van de administratiekosten, bedraagt voor 1 jaar voor voertuigen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het eurovignet, met inbegrip van de administratiekosten, voor één dag is voor alle voertuigklassen gelijk en bedraagt 8,00 EUR. »

Art. 4.In de voormelde wet van 27 december 1994 wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende : «

Art. 7bis.Voor de in Griekenland geregistreerde voertuigen worden de in artikel 7 vermelde bedragen van het eurovignet met de helft verminderd gedurende een overgangsperiode van twee jaar, eindigend op 30 juni 2002.

Deze overgangsperiode kan, mits de goedkeuring van de Europese Commissie, van jaar tot jaar verlengd worden. » .

Art. 5.In artikel 12 van de voormelde wet van 27 december 1994 worden de woorden « 25 ecu » vervangen door de woorden « 25,00 EUR ».

Art. 6.In artikel 13 van de voormelde wet van 27 december 1994 worden de woorden « 250 ecu » vervangen door de woorden « 250,00 EUR ».

Art. 7.Artikel 15 van de voormelde wet van 27 december 1994 wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 8.Artikel 4 van deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.

De artikelen 2, 3 en 5 tot 7 treden in werking op 1 januari 2001.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Parlementaire verwijzigingen Senaat. Stukken : 2-583 - 2000/2001 : 001 : Wetsontwerp. 002 : Amendement. 003 : Verslag. 004 : Tekst aangenomen door de commissie. 005 : Amendementen.

Handelingen van de Senaat : 20 december 2000 Kamer van volksvertegenwoordigers.

Stukken : Doc 50 1027 - 2000/2001 : 001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. 002 : Amendement. 003 : Verslag. 004 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag : 23 en 25 januari 2001. (2) België heeft op 27 maart 2001 de Commissie van de Europese Unie in kennis gesteld van het beëindigen van de interne grondwettelijke procedure.De lijst met de gebonden Staten zal later gepubliceerd worden.

Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Grootherdogdom Luxem-burg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden Partijen bij het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, zoals gewijzigd bij het Protocol van 18 september 1997 inzake de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot bovengenoemd Verdrag, hierna genoemd « het Verdrag », Gelet op het aannemen van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, hierna genoemd « de Richtlijn », Gezien de gemeenschappelijke verklaring van de Regeringen van België, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zweden om alles in het werk te stellen om hun gemeenschappelijk stelsel van gebruiksrechten aan te passen aan de maximumbedragen genoemd in artikel 7, zevende lid, en Bijlage II bij de Richtlijn, afgelegd tijdens de 2142ste zitting van de Raad van de Europese Unie op 30 november en 1 december 1998, zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 De preambule, eerste overweging, van het Verdrag wordt vervangen door : « Op grond van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, ter vervanging van Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, ».

Na de tweede overweging wordt een derde overweging toegevoegd : « Op grond van de gemeenschappelijke verklaring van de Regeringen van België, Denemarken, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zweden om alles in het werk te stellen om hun gemeenschappelijk stelsel van gebruiksrechten aan te passen aan de maximumbedragen genoemd in artikel 7, zevende lid, en Bijlage II bij de Richtlijn, afgelegd tijdens de 2142ste zitting van de Raad van de Europese Unie op 30 november en 1 december 1998, ».

Artikel 2 Artikel 2, eerste lid, van het Verdrag wordt vervangen door : « De begripsbepalingen van artikel 2 van Richtlijn 1999/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen zijn van toepassing op dit Verdrag. » Artikel 3 In artikel 3, eerste lid, laatste zin, van het Verdrag worden de woorden « de procedure als bedoeld in artikel 9 van de richtlijn » vervangen door : « de procedure als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder b, ii, van de richtlijn ».

In het tweede lid worden de woorden « artikel 7, onder d, van de richtlijn » vervangen door : « artikel 7, tweede lid, onder b, i van de richtlijn ».

In het derde lid worden de woorden « artikel 7, onder e, van de Richtlijn » vervangen door : « artikel 7, zesde lid, van de richtlijn ».

Artikel 4 Artikel 4, tweede lid, van het Verdrag wordt vervangen door : « Elk der Verdragsluitende Partijen kan binnen haar grondgebied voertuigen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, van de richtlijn vrijstellen van het in artikel 3 bedoelde gebruiksrecht. ».

Artikel 5 Artikel 8, eerste lid, van het Verdrag wordt vervangen door : « Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één jaar voor voertuigen 1. met ten hoogste drie assen : a.NIET-EURO : 960 euro, b. EURO I : 850 euro, c.EURO II en schoner : 750 euro. 2. met vier of meer assen : a.NIET-EURO : 1550 euro, b. EURO I : 1400 euro, c.EURO II en schoner : 1250 euro. » Het tweede lid wordt vervangen door : « Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één maand voor voertuigen 1. met ten hoogste drie assen : a.NIET-EURO : 96 euro, b. EURO I : 85 euro, c.EURO II en schoner : 75 euro 2. met vier of meer assen : a.NIET-EURO : 155 euro, b. EURO I : 140 euro, c.EURO II en schoner : 125 euro. » Het derde lid wordt vervangen door : « Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten bedraagt voor één week voor voertuigen 1. met ten hoogste drie assen : a.NIET-EURO : 26 euro, b. EURO I : 23 euro, c.EURO II en schoner : 20 euro 2. met vier of meer assen : a.NIET-EURO : 41 euro, b. EURO I : 37 euro, c.EURO II en schoner : 33 euro. » Het vierde lid wordt vervangen door : « Het gebruiksrecht met inbegrip van administratiekosten voor één dag is gelijk voor alle voertuigklassen en bedraagt 8 euro. » Het vijfde lid wordt vervangen door : « Voor voertuigen die in Griekenland geregistreerd staan wordt een reductie van 50 % toegepast op de tarieven van de gebruiksrechten genoemd in de leden 1 tot en met 4 gedurende een periode van twee jaar volgend op de inwerkingtreding van de richtlijn. De Partijen bij dit Verdrag kunnen besluiten de overgangsperiode van jaar tot jaar te verlengen onder voorwaarde dat de Europese Commissie een dergelijke verlenging goedkeurt. » Het zevende lid wordt vervangen door : « Voor de toepassing van dit Verdrag wordt de wisselkoers van de euro in de nationale munt vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van de richtlijn. » Artikel 6 Artikel 10, tweede lid, laatste zin van het Verdrag wordt vervangen door : « Voor de behandeling van het verzoek tot terugbetaling worden administratiekosten in rekening gebracht ad 25 euro. » Artikel 7 In artikel 13, tweede lid, van het Verdrag wordt de zin « A = jaarlijks gebruiksrecht ad 1.250 ECU » vervangen door : « A = jaarlijks gebruiksrecht ad 1.250 euro ».

Artikel 8 In de Franse versie van artikel 20 van het Verdrag wordt de datum « 31 décembre 2010 » vervangen door : « 31 décembre 2019 ».

Artikel 9 1. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste van de data waarop de respectieve Regeringen de Commissie van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de in hun respectieve staten geldende grondwettelijke vereisten voor inwerkingtreding is voldaan.2. De Depositaris doet de Regeringen van alle Verdragsluitende Partijen de in eerste lid bedoelde mededelingen toekomen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Protocol mee. Gedaan te Brussel, op 22 maart 2000 in de Deense, de Duitse, de Franse, de Nederlandse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, in één oorspronkelijk exemplaar, dat wordt nedergelegd en bewaard in het archief van de Commissie van de Europese Unie; de Commissie doet elke Verdragsluitende Partij een gewaarmerkte kopie toekomen.

Voor de Regeringen van het Koninkrijk België Voor de Regeringen van het Koninkrijk Denemarken Voor de Regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland Voor de Regeringen van het Groothertogdom Luxemburg Voor de Regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden Voor de Regeringen van het Koninkrijk Zweden

Protokoll zur Änderung des Übereinkommens vom 9. Februar 1994 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Strassen mit schweren Nutzfahrzeugen im Hinblick auf die Inkraftsetzung der Richtlinie 1999/62/EG des Europäischen Parlaments und des Rates der Europäischen Union vom 17. Juni 1999 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Verkehrswege durch schwere Nutzfahrzeuge Die Regierungen des Königreichs Belgien, des Königreichs Dänemark, der Bundesrepublik Deutschland, des Grossherzogtums Luxem-burg, des Königreichs der Niederlande und des Königreichs Schweden, die Vertragsparteien des Übereinkommens vom 9. Februar 1994 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Strassen mit schweren Nutzfahrzeugen in der Fassung des Protokolls vom 18.

September 1997 über den Beitritt des Königreichs Schweden zu dem genannten Übereinkommen, im Folgenden als « Übereinkommen » bezeichnet, sind- aufgrund der Annahme der Richtlinie 1999/62/EG des Europäischen Parlaments und des Rates der Europäischen Union vom 17. Juni 1999 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Verkehrswege durch schwere Nutzfahrzeuge, im Folgenden als « Richtlinie » bezeichnet, in Anbetracht der auf der 2142. Tagung des Rates der Europäischen Union vom 30. November und 1. Dezember 1998 abgegebenen gemeinsamen Erklärung der Regierungen Belgiens, Dänemarks, Deutschlands, Luxemburgs, der Niederlande und Schwedens, alles zu tun, um ihre gemeinsame Benutzungsgebühr den in Artikel 7 Absatz 7 und in Anhang II der Richtlinie genannten neuen Höchstsätzen anzupassen- sind wie folgt übereingekommen: Artikel 1 Der erste Beweggrund der Präambel des Übereinkommens wird ersetzt durch: « aufgrund der Richtlinie 1999/62/EG des Europäischen Parlaments und des Rates der Europäischen Union vom 17. Juni 1999 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Verkehrswege durch schwere Nutzfahrzeuge, die die Richtlinie 93/89/EWG des Rates der Europäischen Gemeinschaften vom 25. Oktober 1993 ersetzt, ».

Nach dem zweiten Beweggrund wird ein dritter Beweggrund angefügt: « aufgrund der auf der 2142. Tagung des Rates der Europäischen Union vom 30. November und 1. Dezember 1998 abgegebenen gemeinsamen Erklärung der Regierungen Belgiens, Dänemarks, Deutschlands, Luxemburgs, der Niederlande und Schwedens, alles zu tun, um ihre gemeinsame Benutzungsgebühr den in Artikel 7 Absatz 7 und in Anhang II der Richtlinie genannten neuen Höchstsätzen anzupassen- ».

Artikel 2 Artikel 2 Absatz 1 des Übereinkommens wird ersetzt durch: « Es gelten die Begriffsbestimmungen des Artikels 2 der Richtlinie 1999/62/EG des Europäischen Parlaments und des Rates der Europäischen Union vom 17. Juni 1999 über die Erhebung von Gebühren für die Benutzung bestimmter Verkehrswege durch schwere Nutzfahrzeuge. » Artikel 3 In Artikel 3 Absatz 1 Übereinkommens werden die Worte « Verfahren nach Artikel 9 der Richtlinie » ersetzt durch: « Verfahren nach Artikel 7 Absatz 2 Buchstabe b Ziffer ii der Richtlinie ».

In Absatz 2 werden die Worte « Artikel 7 Buchstabe d der Richtlinie » ersetzt durch: « Artikel 7 Absatz 2 Buchstabe b Ziffer i der Richtlinie ».

In Absatz 3 werden die Worte « Artikel 7 Buchstabe e der Richtlinie » ersetzt durch: « Artikel 7 Absatz 6 der Richtlinie ».

Artikel 4 Artikel 4 Absatz 2 des Übereinkommens wird ersetzt durch: « Jede Vertragspartei kann für ihr Hoheitsgebiet Kraftfahrzeuge, die in Artikel 6 Absatz 2 Buchstabe b der Richtlinie bezeichnet sind, von der Gebühr nach Artikel 3 befreien. ».

Artikel 5 Artikel 8 Absatz 1 des Übereinkommens wird ersetzt durch: « Die Gebühr einschliesslich der Verwaltungskosten für ein Jahr beträgt für Kraftfahrzeuge 1. mit bis zu drei Achsen a.ohne EURO-Einstufung 960 Euro b. EURO I 850 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 750 Euro 2. mit vier oder mehr Achsen a.ohne EURO-Einstufung 1550 Euro b. EURO I 1400 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 1250 Euro. » Absatz 2 wird ersetzt durch: « Die Gebühr einschliesslich der Verwaltungskosten für eine Monat beträgt für Kraftfahrzeuge 1. mit bis zu drei Achsen a.ohne EURO-Einstufung 96 Euro b. EURO I 85 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 75 Euro 2. mit vier oder mehr Achsen a.ohne EURO-Einstufung 155 Euro b. EURO I 140 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 125 Euro. » Absatz 3 wird ersetzt durch: « Die Gebühr einschliesslich der Verwaltungskosten für eine Woche beträgt für Kraftfahrzeuge 1. mit bis zu drei Achsen a.ohne EURO-Einstufung 26 Euro b. EURO I 23 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 20 Euro 2. mit vier oder mehr Achsen a.ohne EURO-Einstufung 41 Euro b. EURO I 37 Euro c.EURO II und schadstoffärmer 33 Euro. » Absatz 4 wird ersetzt durch: « Die Gebühr einschliesslich der Verwaltungskosten für einen Tag beträgt für alle Fahrzeugklassen einheitlich 8 Euro. » Absatz 5 wird ersetzt durch: « Für Kraftfahrzeuge, die in Griechenland zugelassen sind, wird die Gebühr nach den Absätzen 1 bis 4 für einen Zeitabschnitt von zwei Jahren nach Inkrafttreten der Richtlinie um die Hälfte verringert. Die Vertragsparteien dieses Übereinkommens können beschliessen, die Übergangszeit um jeweils ein Jahr zu verlängern, sofern die Europäische Kommission eine solche Verlängerung genehmigt. » Absatz 7 wird ersetzt durch: « Für die Zwecke dieses Übereinkommens wird der Kurs für die Umrechnung des Euro in die verschiedenen Landeswährungen nach Artikel 10 der Richtlinie festgelegt. » Artikel 6 Artikel 10 Absatz 2 Satz 2 des Übereinkommens wird ersetzt durch: « Für die Bearbeitung des Erstattungsantrags wird eine Verwaltungsgebühr von 25 Euro erhoben. » Artikel 7 In Artikel 13 Absatz 2 des Übereinkommens wird die Zeile « A = Jahresgebühr in Höhe von 1250 ECU » ersetzt durch: « A = Jahresgebühr in Höhe von 1250 Euro; ».

Artikel 8 Im französischen Wortlaut des Artikels 20 des Übereinkommens wird das datum « 31 décembre 2010 » durch « 31 décembre 2019 » ersetzt.

Artikel 9 1. Dieses Protokoll tritt am ersten Tag des Monats in Kraft, der auf den letzten Tag folgt, an dem die jeweiligen Regierungen der Kommission der Europäischen Union auf diplomatischem Weg schriftlich mitgeteilt haben, dass die in ihrem jeweiligen Staat erforderlichen verfassungsrechtlichen Voraussetzungen für das Inkrafttreten erfüllt sind.2. Der Verwahrer übermittelt den Regierungen aller Vertragsparteien des Übereinkommens die in Absatz 1 bezeichneten Mitteilungen und teilt ihnen den Tag des Inkrafttretens dieses Protokolls mit. Geschehen zu Brüssel am 22 März 2000 in dänischer, deutscher, französischer, niederländischer und schwedischer Sprache, wobei jeder Wortlaut gleichermassen verbindlich ist, in einer Urschrift, die im Archiv der Kommission der Europäischen Union hinterlegt wird; diese übermittelt jeder Vertragspartei eine beglaubigte Abschrift.

Für die Regierung des Königreichs Belgien Für die Regierung des Königreichs Dänemark Für die Regierung der Bundesrepublik Deutschland Für die Regierung des Grossherzogtums Luxemburg Für die Regierung des Königreichs der Niederlande Für die Regierung des Königreichs Schweden .

^