gepubliceerd op 29 december 2001
Koninklijk besluit ter uitvoering van de artikelen 8, 12 en 13, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993
19 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit ter uitvoering van de artikelen 8, 12 en 13, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993;
Gelet op de wet van 13 maart 2001 tot goedkeuring van het Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22 maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van voormeld Verdrag en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993;
Gelet op de wet van 10 juni 2001 tot wijziging van de artikelen 4, 8, 9, 12 en 13 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993;
Gelet op het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, inzonderheid op de artikelen 2, 2bis en 37;
Gelet op artikel 300, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 oktober 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 december 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat : - dat door de afschaffing van het principe van het onweerlegbaar vermoeden van gebruik op de openbare weg ingevolge het louter feit van de inschrijving in het repertorium van de Dienst van het Wegverkeer invorderingsmaatregelen moeten kunnen getroffen worden tegen de belastingschuldige die geen aangifte doet van de ingebruikname van zijn voertuig op de openbare weg; - dat de evenredige teruggave van het eurovignet wegens de inactiviteit van het voertuig tijdens de belastbare periode, reeds kan worden aangevraagd vanaf het aanslagjaar 2000; - dat overeenkomstig de actuele rechtspraak het van behoorlijk bestuur getuigt indien wordt afgestapt van de systematische toepassing van de thans voorziene administratieve boete van driemaal het ontdoken belastingbedrag ongeacht de aard van de overtreding; - dat het strookt met de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie tegenover de belastingplichtigen indien overtredingen worden afgehandeld volgens een wettelijk vastgelegde gradatie en niet op grond van de appreciatie van de verbaliserende of met de invordering belaste ambtenaar; - dat het, gelet op de datum van de inwerkingstreding en gelet op de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegheden van de gewesten, noodzakelijk is dat de uitvoeringsmodaliteiten van de wet van 10 juni 2001 dringend worden vastgelegd;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Indien een belastingschuldige in toepassing van artikel 8, § 2, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, verzoekt om gespreide betaling van het eurovignet moet de met de invordering van de belasting bevoegde ambtenaar of dienst, bij de schrapping van de nummerplaat, bij een wijziging van de fiscale parameters van het voertuig (aantal assen, emissienorm van de motor) of bij de vervanging van het voertuig, op verzoek van de belastingplichtige, respectievelijk terugbetalen of aanrekenen volgens de volgende formule : B = [Euv' - (Euv x n/360)] - 25 EUR B staat voor het totaal bedrag van de teruggave of van het aan te rekenen bedrag;
Euv' staat voor het bedrag van het eurovignet dat voor het voertuig reeds werd betaald in het kader van de gespreide betaling;
Euv staat voor het jaarbedrag dat voor het voertuig verschuldigd is; n staat voor de aangevangen volledige dagen van de belastbare periode waarbij iedere maand wordt beschouwd als een geheel van 30 dagen. Dit cijfer moet steeds afgerond worden op het hogere veelvoud van 30; 25 EUR is het wettelijk voorziene bedrag van de administratiekosten.
Art. 2.De aanvraag om de evenredige teruggave van de belasting voorzien in artikel 12, § 2, van de voormelde wet, moet gestaafd worden met documenten waaruit de inactiviteit van het voertuig op een rechtstreekse of onrechtstreekse manier blijkt.
De meest gangbare documenten die de inactiviteit kunnen staven worden hierna niet-limitatief opgesomd : - documenten uitgereikt in het kader van de arbeidsreglementering; - documenten nopens de sociale wetgeving; - documenten nopens de rij- en rusttijden; - vrachtbrieven; - documenten in verband met herstellingen aan het voertuig.
Art. 3.Overeenkomstig artikel 13, van de voormelde wet, wordt de schaal van de boeten van toepassing op de inbreuken tegen de bepalingen van het eurovignet als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001 geldt in de plaats van het bedrag van « 250 EUR », vermeld in artikel 3, het bedrag van « 10 000 BEF ».
Art. 5.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 6.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS