gepubliceerd op 26 februari 1999
Wet betreffende de criminele organisaties
10 JANUARI 1999. - Wet betreffende de criminele organisaties
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2 Het opschrift van het eerste hoofdstuk in titel VI van boek II van het Strafwetboek wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk I. - Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen en criminele organisatie. ».
Art. 3 Tussen de artikelen 324 en 325 van hetzelfde Wetboek worden de artikelen 324bis en 324ter ingevoegd, luidende : «
Art. 324bis.- Met criminele organisatie wordt bedoeld iedere gestructureerde vereniging van meer dan twee personen die duurt in de tijd, met als oogmerk het in onderling overleg plegen van misdaden en wanbedrijven die strafbaar zijn met gevangenisstraf van drie jaar of een zwaardere straf, om direct of indirect vermogensvoordelen te verkrijgen, en waarbij gebruik gemaakt wordt van intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of corruptie, of waarbij commerciële of andere structuren worden aangewend om het plegen van de misdrijven te verbergen of te vergemakkelijken.
Een organisatie waarvan het feitelijke oogmerk uitsluitend politiek, vakorganisatorisch, menslievend, levensbeschouwelijk of godsdienstig is of die uitsluitend elk ander rechtmatig oogmerk nastreeft, kan alszodanig niet beschouwd worden als een criminale organisatie zoals omschreven in het eerste lid.
Art. 324ter.- § 1. Iedere persoon die wetens en willens, deel uitmaakt van een criminele organisatie, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en met geldboete van honderd frank tot vijfduizend frank of met een van die straffen alleen, ook al heeft hij niet de bedoeling een misdrijf in het raam van die organisatie te plegen of daaraan deel te nemen op één van die wijzen bedoeld in de artikelen 66 en volgende. § 2. Ieder persoon die deelneemt aan de voorbereiding of de uitvoering van enige geoorloofde activiteit van die criminele organisatie, terwijl hij weet dat zijn deelneming bijdraagt tot de oogmerken van deze criminele organisatie, zoals bedoeld in artikel 324bis, wordt gestraft met gevangenisstraf van één jaar tot drie jaar en met geldboete van honderd frank tot vijfduizend frank of met een van die straffen alleen. § 3. Iedere persoon die deelneemt aan het nemen van welke beslissing dan ook in het raam van de activiteiten van de criminele organisatie, terwijl hij weet dat zijn deelneming bijdraagt tot de oogmerken van deze criminele organisatie, zoals bedoeld in artikel 324bis, wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar en met een geldboete van vijfhonderd frank tot honderdduizend frank of met een van die straffen alleen. § 4. Iedere leidend persoon van de criminele organisatie wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van duizend frank tot tweehonderdduizend frank of met een van die straffen alleen. ».
Art.4 In artikel 325 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « en 324 » vervangen door de woorden « , 324 en 324ter ».
Art. 5 In artikel 90ter, § 2, van het Wetboek van Strafvordering, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1994 en gewijzigd bij de wetten van 7 en 13 april 1995, wordt een 1°bis ingevoegd, luidende : « 1°bis de artikelen 324bis en 324ter van hetzelfde Wetboek; ».
Art. 6 Artikel 1, § 2, 2°, b), van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, den handel in en het dragen van wapenen en op den handel in munitie wordt vervangen als volgt : « b) de artikelen 101 tot 135quinquies, 193 tot 214, 233 tot 236, 269 tot 274, 313, 322 tot 331, 336, 337, 347bis, 392 tot 415, 423 tot 442, 461 tot 488, 510 tot 518 en 520 tot 525 van het Strafwetboek. ».
Art. 7 In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, gewijzigd bij de wetten van 4 augustus 1978, 15 juli 1985, 4 december 1990, 6 april 1995, 8 augustus 1997, en 2 juni 1998, wordt een littera j) toegevoegd, luidend als volgt : « j) inbreuken op de artikelen 324bis en 324ter van het Strafwetboek; ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1997-1998. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire bescheiden : 954-96/97 : Nr. 1 : Wetsontwerp.
Nrs. 2 tot 5 : Amendementen.
Nr. 6 : Verslag.
Nr. 7 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nr. 8 : Amendementen.
Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juni 1997.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. 1-6662-1996/1997 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. 1-662-1997/1998 : Nrs. 2 en 3 : Amendementen.
Nr. 4 : Verslag.
Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nr. 6 : Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers. 1-82/20, 25 en 34 : Beslissingen van de parlementaire overlegcommissie.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 31 maart en 2 april 1998.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire bescheiden. 954-96/97 : Nr. 10 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat.
Nrs. 11 tot 16 : Amendementen.
Nr. 17 : Verslag.
Nr. 18 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nrs. 19 tot 21 : Amendementen.
Nr. 22 : Aanvullend verslag.
Nr. 23 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nr. 24 : Advies van de Raad van State.
Nr. 25 en 26 : Amendementen.
Nr. 27 : Aanvullend verslag.
Nr. 28 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nrs. 29 en 30 : Amendementen.
Nr. 31 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden naar de Senaat.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 8, 9, 16 juli en 3 december 1998.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. 1-662-1998/1999 : Nr. 7 : Ontwerp opnieuw geamendeerd door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Nr. 8 : Verslag.
Nr. 9 : Tekst aangenomen door de commissie voor de justitie.
Nr. 10 : Beslissing om in te stemmen met het door de Kamer van volksvertegenwoordigers opnieuw geamendeerde ontwerp.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 16 en 17 december 1998.