gepubliceerd op 12 juni 2014
Wet houdende de invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek
10 APRIL 2014. - Wet houdende de invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht
Art. 2.In boek XI van het Wetboek van economisch recht, titel 9, hoofdstuk 4, wordt een artikel XI.336 ingevoegd, luidende : "Art. XI.336. § 1. Niettegenstaande de rechtsbescherming voorzien in artikel XI.291 en in artikel XI.316, zijn de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de voorzitter van de rechtbank van koophandel in aangelegenheden die tot de respectieve bevoegdheid van die rechtbanken behoren, bevoegd voor het vaststellen van elke overtreding van artikel XI.291, §§ 2 en 4, en van artikel XI.316, §§ 2 en 5, en naargelang het geval : 1° Inzake auteursrecht en naburige rechten : a) ofwel het opleggen aan de rechthebbenden van het nemen van passende maatregelen die de begunstigden van de uitzonderingen voorzien in artikel XI.189, § 2, artikel XI.190, 5°, 6°, 7°, 8°, 12°, 14°, 15° en 17°, artikel XI.191, § 1, eerste lid, 1° tot 5°, en artikel XI.217, 5°, 6°, 11°, 13°, 14° en 16°, of in de bepalingen door de Koning bepaald krachtens artikel XI.291, § 2, tweede lid, toelaten te kunnen genieten van deze uitzonderingen ingeval die begunstigde op rechtmatige wijze toegang heeft tot het werk of de beschermde prestatie; b) ofwel het bevelen aan de rechthebbenden om de technische voorzieningen aan te passen aan artikel XI.291, § 4; 2° inzake het recht van de producenten van databanken : a) ofwel het opleggen aan de producenten van databanken van het nemen van passende maatregelen die de begunstigden van de uitzonderingen voorzien in artikel XI.310, eerste lid, 2° en 3°, toelaten te kunnen genieten van deze uitzonderingen ingeval die begunstigde op rechtmatige wijze toegang heeft tot de databank; b) ofwel het bevelen aan de producenten van databanken om de technische voorzieningen aan te passen aan artikel XI.316, § 5. § 2. De vordering gegrond op paragraaf 1 wordt ingesteld op verzoek van : 1° de belanghebbenden;2° de minister bevoegd voor het auteursrecht;3° een beroeps- of interprofessionele vereniging met rechtspersoonlijkheid;4° een vereniging ter verdediging van de consumentenbelangen die rechtspersoonlijkheid bezit en voor zover zij in de Raad voor het Verbruik vertegenwoordigd is of door de minister bevoegd voor het auteursrecht, volgens criteria bepaald bij een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, erkend is. In afwijking van de bepalingen in de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, kunnen de verenigingen en groepen bedoeld in de punten 3° en 4° in rechte optreden voor de verdediging van hun statutair omschreven collectieve belangen. § 3. De vordering gegrond op paragraaf 1 wordt ingesteld en behandeld zoals in kortgeding.
Zij mag worden ingesteld bij verzoekschrift op tegenspraak, overeenkomstig de artikelen 1034ter tot 1034sexies van het Gerechtelijk Wetboek.
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of de voorzitter van de rechtbank van koophandel kan bevelen dat de beschikking of de samenvatting ervan wordt aangeplakt gedurende de termijn die hij bepaalt, en zowel binnen als buiten de inrichtingen van de overtreder en op diens kosten, evenals de bekendmaking van de beschikking of van de samenvatting ervan, op kosten van de overtreder, in dagbladen of op een andere wijze.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel en zonder borgtocht.
Elke uitspraak wordt, binnen acht dagen en door toedoen van de griffier van het bevoegde rechtscollege, aan de minister bevoegd voor het auteursrecht meegedeeld, tenzij het vonnis gewezen is op zijn verzoek. Bovendien is de griffier verplicht de minister bevoegd voor het auteursrecht onverwijld in te lichten over het beroep tegen een uitspraak die krachtens dit artikel gewezen is."
Art. 3.In boek XI van het Wetboek van economisch recht, titel 10, hoofdstuk 1, wordt een artikel XI.337 ingevoegd, luidende : "Art. XI.337. § 1. De rechtbank van koophandel te Brussel neemt, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn, kennis van alle vorderingen inzake octrooien of aanvullende beschermingscertificaten, ongeacht het bedrag van de vordering. § 2. Is van rechtswege nietig elke met de bepalingen van de vorige paragrafen strijdige overeenkomst.
De bepalingen van dit artikel staan nochtans niet in de weg dat de geschillen betreffende het houderschap van een octrooiaanvraag of van een octrooi, de geldigheid of de inbreuk op een octrooi of betreffende de vaststelling van de in artikel XI.35 bedoelde vergoeding alsook die welke de licenties op octrooien betreffen, andere dan de gedwongen licenties, voor de scheidsgerechten gebracht worden. § 3. De bepalingen van paragrafen 1 tot en met 2 zijn mutatis mutandis van toepassing op aanvullende beschermingscertificaten."
Art. 4.In boek XI van het Wetboek van economisch recht, titel 10, wordt een hoofdstuk 2 ingevoegd dat artikel XI.339 bevat, luidende : "Hoofdstuk 2. - Bevoegdheid inzake kwekersrechten Art. XI.339. De rechtbanken van koophandel nemen, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn, kennis van alle vorderingen aangaande de toepassing van titel 3, ongeacht het bedrag van de vordering.
Is het geschil ontstaan in de loop van het administratieve onderzoek van de aanvraag voor de verlening van het kwekersrecht, dan kan de Dienst op vordering van een partij in het rechtsgeding, de verlening van het recht opschorten tot de rechtbank uitspraak heeft gedaan."
Art. 5.In boek XI van het Wetboek van economisch recht, titel 10, wordt een hoofdstuk 3 ingevoegd dat de artikelen XI.340 en XI.341 bevat, luidende : "Hoofdstuk 3. - Bevoegdheid inzake de transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten Art. XI.340. Wanneer overeenkomstig artikel XI.275, de Dienst Regulering meent dat de innings-, tariferings- en verdelingsregels niet billijk zijn of discriminatoir zijn en dat geen gevolg werd gegeven aan de waarschuwing voorzien in artikel XV.31/2, kan de Dienst Regulering bij het hof van beroep te Brussel, zetelend zoals in kort geding, een vordering instellen die ertoe strekt om zich uit te spreken over het billijk en niet discriminatoir karakter van de betrokken regels.
Het hof van beroep te Brussel spreekt zich uit over de grond van de zaak en beschikt over een volle rechtsmacht.
Het Gerechtelijk wetboek is van toepassing voor wat de procedure betreft, tenzij de bepalingen van dit hoofdstuk ervan afwijken.
Art. XI.341. § 1. Het hof van beroep te Brussel, dat zetelt zoals in kort geding, is als enige bevoegd om kennis te nemen van de beroepen ingesteld door elke persoon die een belang aantoont, tegen : 1° de beslissingen van de Dienst Regulering, genomen bij toepassing van artikel XI.275; 2° de beslissingen van de minister of de daartoe specifiek aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel XV.66/2; 3° de beslissing van de FOD Economie om een administratieve geldboete op te leggen genomen bij toepassing van de artikelen XI.285 en XV.66/3.
Het hof van beroep te Brussel wordt gevat over de grond van het geschil en beschikt over de volle rechtsmacht. § 2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid die van ambtswege kan worden uitgesproken door het hof van beroep te Brussel, wordt het beroep, bedoeld in § 1, ingesteld binnen een maand vanaf de kennisgeving van de beslissing of, voor de belanghebbende personen waaraan de beslissing niet moest worden meegedeeld, binnen een maand vanaf de publicatie, door de Dienst Regulering, van de betrokken beslissing in het Belgisch Staatsblad. § 3. Het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing wat de procedure betreft, behalve indien de bepalingen van dit hoofdstuk daarvan afwijken. § 4. Behalve ingeval het beroep gericht is tegen een beslissing van de minister of de daartoe specifiek aangewezen ambtenaar die op grond van de artikelen XV.66/2, § 1, 3° en XV.66/3, § 1, een administratieve boete oplegt, heeft het beroep geen schorsende werking, maar het hof kan, ambtshalve of volgend op een behoorlijk gemotiveerd verzoek van een of andere partij in de inleidende dagvaarding, de schorsing van de bestreden beslissing bevelen.
Het hof doet uitspraak over het verzoek tot schorsing, uiterlijk binnen de tien dagen die volgen op de inleiding van de zaak, behoudens uitzonderlijke, door het hof gemotiveerde, omstandigheden die verband houden met de eerbiediging van de rechten van verdediging. § 5. Uiterlijk op de dag van de inleiding van de zaak, deelt de Dienst Regulering aan de eiser en aan het hof een kopie mee van het administratief dossier."
Art. 6.In boek XVII van het Wetboek van economisch recht, titel 1, hoofdstuk 4, afdeling 1, wordt een artikel XVII.14 ingevoegd, luidende : "Art. XVII.14. § 1. De voorzitter van de rechtbank van koophandel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van elke inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, met uitzondering van het octrooirecht met inbegrip van het recht betreffende aanvullende beschermingscertificaten, het auteursrecht, de naburige rechten en het recht van de producenten van databanken. § 2. De voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel stelt het bestaan vast en beveelt de staking van elke inbreuk op het octrooirecht met inbegrip van het recht betreffende aanvullende beschermingscertificaten. § 3. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de voorzitter van de rechtbank van koophandel stellen, in aangelegenheden die tot de respectieve bevoegdheid van die rechtbanken behoren, het bestaan vast van elke inbreuk op het auteursrecht, op een naburig recht of op een recht van een producent van databanken en bevelen de staking ervan. § 4. De voorzitter kan eveneens een bevel tot staking uitvaardigen tegenover tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk op een in paragrafen 1 tot 3 bepaald recht te plegen." HOOFDSTUK III. - Het Gerechtelijk wetboek
Art. 7.In het Gerechtelijk Wetboek, wordt een artikel 605quinquies ingevoegd, luidende : "Het hof van beroep neemt kennis van de vorderingen en beroepen inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten bedoeld in de artikelen XI.340 en XI.341 van het Wetboek van economisch recht."
Art. 8.In artikel 633quinquies van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de aspecten van gerechtelijk recht van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten sluiten en laatst gewijzigd bij de wet van 11 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de rechtbank van koophandel van Brussel is bevoegd om kennis te nemen van de in artikel 574, 11°, 14°, 15°, en 19° bedoelde vorderingen inzake de intellectuele eigendomsrechten."; 2° paragraaf 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de rechtbanken van koophandel die gevestigd zijn in de zetel van een hof van beroep zijn bevoegd om kennis te nemen van vorderingen betreffende de intellectuele eigendomsrechten bedoeld in artikel 574, 3°, 16°, 17° en 18°."; 3° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel is bevoegd om kennis te nemen van vorderingen inzake de intellectuele eigendomsrechten bedoeld in artikel 574, 11°, 14° en 15°, ingesteld op grond van artikel 584."; 4° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitters van de rechtbanken van koophandel die gevestigd zijn in de zetel van een hof van beroep zijn bevoegd om kennis te nemen van vorderingen inzake de intellectuele eigendomsrechten, bedoeld in artikel 574, 3°, 16°, 17° en 18°, ingesteld op grond van artikel 584."; 5° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel is bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende beslag inzake namaak ingesteld krachtens de artikelen 1369bis/1 tot 1369bis/10 betreffende de intellectuele eigendomsrechten bedoeld in artikel 574, 11°, 14° en 15°."; 6° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitters van de rechtbanken van koophandel gevestigd in de zetel van een hof van beroep in wiens rechtsgebied de verrichtingen, of sommige ervan, zullen moeten plaatsvinden, zijn bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende beslag inzake namaak ingesteld krachtens de artikelen 1369bis/1 tot 1369bis/10 betreffende de intellectuele eigendomsrechten bedoeld in artikel 574, 3°, 16°, 17° en 18°."; 7° paragraaf 4, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel is bevoegd om kennis te nemen van een vordering gegrond op artikel XVII.14, §§ 1 en 2 van het Wetboek van economisch recht, die een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, bedoeld in artikel 574, 11°, 14° en 15° beoogt te staken."; 8° paragraaf 4, tweede lid, wordt vervangen als volgt : "Enkel de voorzitters van de rechtbanken van koophandel gevestigd in de zetel van een hof van beroep zijn bevoegd om kennis te nemen van een vordering gegrond op artikel XVII.14, §§ 1 en 2 van het Wetboek van economisch recht, die een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, bedoeld in artikel 574, 3°, 16°, 17° en 18° beoogt te staken."; 9° dit artikel wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidend als volgt : " § 7.Enkel het hof van beroep te Brussel is bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen en beroepen inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten bedoeld in de artikelen XI.340 en XI.341 van het Wetboek van economisch recht.". HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheidstoewijzing
Art. 9.De Koning kan de bepalingen van het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet, coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie.
Daartoe kan Hij : 1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering doen overeenstemmen;3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 10.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van het geheel of een deel van elk van de artikelen van deze wet en van elke bepaling ingevoegd door deze wet in het Wetboek van economisch recht.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3391 en 53-3392 - 2013/2014 Integraal Verslag : 27 maart 2014.
Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2805 en 5-2806 - 2013/2014.
Handelingen van de Senaat : 3 april 2014.