Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 december 2017
gepubliceerd op 28 december 2017

Wet houdende wijziging van diverse bepalingen betreffende de uitvindingsoctrooien in verband met de implementering van het eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017031999
pub.
28/12/2017
prom.
19/12/2017
ELI
eli/wet/2017/12/19/2017031999/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2017. - Wet houdende wijziging van diverse bepalingen betreffende de uitvindingsoctrooien in verband met de implementering van het eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van boek XI van het Wetboek van economisch recht

Art. 2.Artikel XI.29 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. XI.29. § 1. Een octrooi verleent de houder ervan het recht om iedere derde die hiertoe niet de toestemming van de houder heeft verkregen, het volgende te verbieden: a) een product waarop het octrooi betrekking heeft, te vervaardigen, aan te bieden, in de handel te brengen, te gebruiken, dan wel met dat doel in te voeren of in voorraad te hebben;b) een werkwijze waarop het octrooi betrekking heeft, toe te passen of, indien de derde weet of behoorde te weten dat toepassing van de werkwijze zonder toestemming van de octrooihouder verboden is, aan te bieden voor toepassing op Belgisch grondgebied;c) een product dat rechtstreeks is vervaardigd volgens de werkwijze waarop het octrooi betrekking heeft, aan te bieden, in de handel te brengen, te gebruiken, of met dat doel in te voeren of in voorraad te hebben. § 2. Een octrooi verleent de houder het recht om iedere derde die hiertoe niet de toestemming van de houder heeft verkregen, te verbieden op Belgisch grondgebied, aan een ander dan degene die gerechtigd is de geoctrooieerde uitvinding toe te passen, middelen die een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding betreffen, voor de toepassing van die uitvinding aan te bieden of te leveren, indien de derde weet of behoorde te weten dat deze middelen voor die toepassing geschikt en bestemd zijn.

De bepalingen van het eerste lid gelden niet indien de daarin bedoelde middelen algemeen in de handel verkrijgbare producten zijn, met uitzondering van het geval dat de derde degene aan wie hij levert, aanzet tot het verrichten van een krachtens paragraaf 1 verboden handeling.

Hij die de in artikel XI.34, § 1, a) tot en met e), bedoelde handelingen verricht, wordt niet geacht in de zin van het eerste lid gerechtigd te zijn de uitvinding toe te passen.".

Art. 3.De artikelen XI.32 en XI.33 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden opgeheven.

Art. 4.In artikel XI.34 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De uit een octrooi voortvloeiende rechten zijn niet van toepassing op: a) in de particuliere sfeer en zonder commerciële doeleinden verrichte handelingen;b) proefnemingen die het voorwerp van de geoctrooieerde uitvinding betreffen;c) het gebruik van biologisch materiaal voor het kweken, of ontdekken en ontwikkelen van andere plantenrassen;d) handelingen die zijn toegestaan op grond van artikel 6bis, § 1, twaalfde lid, en § 6, dertiende lid, van de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies sluiten op de geneesmiddelen, met betrekking tot een octrooi voor het product in de zin van deze bepalingen;e) de bereiding voor direct gebruik ten behoeve van individuele gevallen op medisch voorschrift van geneesmiddelen door apotheken of handelingen betreffende de aldus bereide geneesmiddelen;f) het gebruik van de geoctrooieerde uitvinding aan boord van schepen van andere landen van de Internationale Unie tot bescherming van de industriële eigendom (Unie van Parijs) of van andere leden van de Wereldhandelsorganisatie dan België, in het schip zelf, de machines, het scheepswant, de tuigage en andere bijbehorende zaken, ingeval die schepen zich tijdelijk of per ongeluk in de wateren van België begeven, mits dit gebruik uitsluitend ten behoeve van het schip plaatsvindt;g) het gebruik van de geoctrooieerde uitvinding bij de bouw of het gebruik van luchtvaartuigen of landvoertuigen of andere middelen van vervoer van andere landen van de Internationale Unie tot bescherming van de industriële eigendom (Unie van Parijs) of van andere leden van de Wereldhandelsorganisatie dan België, of van toebehoren van deze luchtvaartuigen of landvoertuigen, ingeval zij zich tijdelijk of per ongeluk op het Belgisch grondgebied begeven;h) de handelingen vermeld in artikel 27 van het Verdrag van 7 december 1944 inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ingeval deze handelingen betrekking hebben op een luchtvaartuig van een ander land dat partij is bij dat Verdrag dan België;i) het gebruik door een landbouwer van zijn oogst voor de voortplanting of vermenigvuldiging door hem in zijn eigen bedrijf, op voorwaarde dat het plantaardig voortplantingsmateriaal voor gebruik in de landbouw aan de landbouwer is verkocht of anderszins verhandeld door of met instemming van de houder van het octrooi.De draagwijdte en de voorwaarden voor dit gebruik zijn bepaald in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht; j) het gebruik voor landbouwdoeleinden, door een landbouwer, van vee dat onder octrooibescherming valt, op voorwaarde dat het fokvee of ander dierlijk fokmateriaal door de octrooihouder of met zijn instemming aan de landbouwer is verkocht of anderszins is verhandeld. Dit gebruik omvat het beschikbaar stellen van het dier of ander dierlijk fokmateriaal met het oog op de activiteit van de landbouwer, doch niet de verkoop daarvan in het kader van of ten behoeve van een commerciële reproductieve bedrijvigheid; k) de handelingen en het gebruik van de verkregen informatie, toegestaan op grond van de artikelen XI.299 en XI.300, met name de bepalingen inzake decompilatie en compatibiliteit; en l) biologisch materiaal dat wordt gewonnen door propagatie of door vermeerdering van biologisch materiaal dat op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie door de octrooihouder of met diens toestemming op de markt is gebracht, indien de propagatie of de vermeerdering noodzakelijkerwijs voortvloeit uit het gebruik, waarvoor het biologisch materiaal op de markt is gebracht, mits het afgeleide materiaal vervolgens niet voor andere propagaties of vermeerderingen wordt gebruikt."; 2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.Alle handelingen die worden uitgevoerd ten behoeve van de beoordeling van geneesmiddelen worden beschouwd als proefnemingen die het voorwerp van de geoctrooieerde uitvinding betreffen, in de zin van paragraaf 1, b).".

Art. 5.In boek XI van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 12/06/2014 numac 2014011298 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek type wet prom. 19/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014011266 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen type wet prom. 19/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014022176 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 68, § 3, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen sluiten, wordt een artikel XI.83/1 ingevoegd, luidende: "Art. XI.83/1. § 1. Als het verzoek om eenheidswerking van een Europees octrooi als bedoeld in artikel 9, § 1, g), van Verordening 1257/2012 werd verworpen en de betalingstermijn van de eerste jaartaks verschuldigd na de publicatie van de vermelding van de verlening van het Europese octrooi waarin België wordt aangewezen, berekend volgens artikel XI.48, verstreken is, dan beschikt de houder van het octrooi over een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de weigering van het verzoek om eenheidswerking, desgevallend door het Europees Octrooibureau of door het Eengemaakt octrooigerecht, om via verzoekschrift de heropening van de betalingstermijn te vragen voor de jaartaksen verschuldigd bij toepassing van artikel XI.48 sinds de publicatie van de vermelding van de verlening van het Europese octrooi in het Europese Octrooiblad.

In het verzoekschrift wordt aangegeven: 1° dat het verzoek om eenheidswerking bedoeld in het eerste lid werd ingediend binnen de termijn voorzien in regel 6(1) van de uitvoeringsverordening betreffende de Verordening (EU) nr.1257/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming en betreffende de Verordening (EU) nr. 1260/2012 van de Raad van 17 december 2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming met betrekking tot de toepasselijke vertaalregelingen, en niet werd ingetrokken door de Europese octrooihouder; 2° dat dit verzoek om eenheidswerking werd geweigerd;3° dat een heropening van de betalingstermijn van de verschuldigde jaartaks(en) wordt gevraagd. De Koning kan de verwijzing naar de in 1° bedoelde verordening wijzigen.

Ter staving van zijn verzoek tot heropening van de betalingstermijn, deelt de houder van het octrooi aan de Dienst een kopie mee van de beslissing van weigering bedoeld in het tweede lid.

Indien het verzoek tot heropening van de betalingstermijn niet beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in deze paragraaf, geeft de Dienst de verzoeker daarvan kennis, en stelt hem daarbij in de gelegenheid zijn verzoek te regulariseren binnen een maand vanaf de kennisgeving door de Dienst. Bij het verstrijken van die termijn wordt het niet-geregulariseerde verzoek geacht te zijn ingetrokken. De Koning kan de termijn bedoeld in dit lid aanpassen zonder dat deze langer mag zijn dan twee maanden.

De verzoeker kan zijn verzoek tot heropening van de betalingstermijn intrekken, zolang de Dienst hierover nog geen uitspraak heeft gedaan. § 2. Indien de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1 vervuld zijn, kent de Dienst de heropening toe van de betalingstermijn van de jaartaksen die op grond van artikel XI.48 vervallen zouden zijn sinds de publicatie van de vermelding van de verlening van het Europese octrooi in het Europese Octrooiblad, en tot de datum van beslissing van de Dienst, bedoeld in dit lid.

Wanneer gevolg wordt gegeven aan het verzoek bedoeld in paragraaf 1, geeft de Dienst aan de verzoeker kennis van de heropening van de betalingstermijn van de jaartaksen bedoeld in het voorgaande lid. De verzoeker beschikt over een maand, te rekenen vanaf de datum van de beslissing van de Dienst, om de verschuldigde jaartaks(en) te betalen. § 3. Wanneer gevolg wordt gegeven aan het verzoek tot heropening van de betalingstermijn en de verschuldigde jaartaksen sinds de publicatie van de vermelding van de verlening van het Europese octrooi in het Europese Octrooiblad betaald worden binnen de in paragraaf 2 bepaalde termijn van een maand, worden de juridische gevolgen van het niet betalen van de eerste in België verschuldigde jaartaks overeenkomstig artikel XI.48, geacht zich niet te hebben voorgedaan.

De beslissing tot heropening van de betalingstermijnen wordt in het register ingeschreven. § 4. Degene die, tussen het moment waarop de rechten vervallen, zoals bepaald in artikel XI.48, § 2, en dat waarop het herstel van deze rechten uitwerking heeft overeenkomstig paragraaf 2, in België te goeder trouw gebruik heeft gemaakt van de uitvinding die het voorwerp uitmaakt van het octrooi of daartoe de nodige maatregelen heeft getroffen, mag deze uitvinding blijven gebruiken tot nut van zijn eigen onderneming. Het recht erkend door deze paragraaf mag slechts overgedragen worden met de onderneming waaraan het verbonden is.".

Art. 6.Artikel XI.90 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 29 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016011274 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake Economie sluiten, wordt hersteld als volgt: "Art. XI.90. De Koning neemt de maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen die voortvloeien uit Verordening 1257/2012 van 17 december 2012 van het Europees Parlement en de Raad tot het uitvoering geven aan een nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming, Verordening 1260/2012 van 17 december 2012 van de Raad tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming met betrekking tot de toepasselijke vertaalregelingen, en uit de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht ondertekend op 19 februari 2013. Deze maatregelen betreffen eveneens de uitvoering van de beslissingen genomen door de Beperkte Commissie opgericht overeenkomstig artikel 9 van de voornoemde Verordening 1257/2012.".

Art. 7.In artikel XI.337 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014024167 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 10/04/2014 pub. 21/05/2014 numac 2014000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot de procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en voor de Raad van State sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. Onverminderd de bevoegdheid van het eengemaakt octrooigerecht bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht, neemt de rechtbank van koophandel te Brussel, zelfs wanneer de partijen geen kooplieden zijn, kennis van alle vorderingen inzake octrooien of aanvullende beschermingscertificaten, ongeacht het bedrag van de vordering.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België sluiten houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België

Art. 8.In de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België sluiten houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België, wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/1.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: 1° Verordening 1257/2012: de Verordening Nr.1257/2012 van 17 december 2012 van het Europees Parlement en de Raad tot het uitvoering geven aan een nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming; 2° het Europees octrooi: een octrooi dat door het Europees Octrooibureau ("EOB") volgens de regels en procedures zoals vastgelegd in het Europees Octrooiverdrag is verleend, onafhankelijk van het feit of het Europees octrooi eenheidswerking geniet krachtens de Verordening 1257/2012;3° het Europees octrooi met eenheidswerking: het Europees octrooi dat eenheidswerking geniet krachtens de Verordening 1257/2012;4° het Europees octrooi zonder eenheidswerking: het Europees octrooi dat geen eenheidswerking heeft krachtens de Verordening 1257/2012; 5° het eengemaakt octrooigerecht: het gerecht gemeenschappelijk aan de overeenkomstsluitende lidstaten dat werd ingesteld door de Overeenkomst betreffende de oprichting van een eengemaakt octrooigerecht, ondertekend op 19 februari 2013.".

Art. 9.In artikel 2, § 1, van dezelfde wet worden de woorden "(hierna te noemen "de Dienst")" ingevoegd tussen de woorden "Federale Overheidsdienst Economie" en de woorden "hetzij bij".

Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 4/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 4/2.De bepalingen van de Overeenkomst betreffende het eengemaakt octrooigerecht zijn van toepassing op de Europese octrooien zonder eenheidswerking die op het Belgische grondgebied als een nationaal octrooi van kracht zijn geworden, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 83, paragrafen 1 tot 3 en paragraaf 5 van deze overeenkomst.".

Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 4/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 4/3.Wanneer de eenheidswerking van een Europees octrooi is geregistreerd krachtens de Verordening 1257/2012, wordt dit Europees octrooi geacht niet als een nationaal octrooi van kracht te zijn geworden op de datum van de publicatie van de vermelding van de verlening in het Europees Octrooiblad.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling en inwerkingtreding

Art. 12.De bepalingen van deze wet zijn van onmiddellijke toepassing op de octrooien die vóór hun inwerkingtreding zijn verleend, met behoud evenwel van de rechten die bij de inwerkingtreding van deze bepalingen zijn verworven.

Art. 13.Artikel 5 en de artikelen 7 tot 12 treden in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

De artikelen 2 tot 4 en artikel 6 treden in werking op de datum van inwerkingtreding ten aanzien van België van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht, gedaan te Brussel op 19 februari 2013. Een melding van deze datum zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 december 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS Met's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 54-2755 (2017/2018) Integraal Verslag : 14 december 2017.

^