Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 juni 1969
gepubliceerd op 29 juli 2009

Wet tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht. - Officieuze coördinatie in het Duits

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000488
pub.
29/07/2009
prom.
07/06/1969
ELI
eli/wet/1969/06/07/2009000488/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


7 JUNI 1969. - Wet tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht. - Officieuze coördinatie in het Duits


De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 7 juni 1969 tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht (Belgisch Staatsblad van 28 juni 1969), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (Belgisch Staatsblad van 22 december 1992); - de wet van 24 november 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/11/1997 pub. 06/02/1998 numac 1998009048 bron ministerie van justitie Wet strekkende om het geweld tussen partners tegen te gaan sluiten strekkende om het geweld tussen partners tegen te gaan (Belgisch Staatsblad van 6 februari 1998).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER JUSTIZ 7. JUNI 1969 - Gesetz zur Bestimmung der Zeitspanne, in der keine Hausdurchsuchungen oder Haussuchungen vorgenommen werden dürfen Artikel 1 - An Orten, die der Öffentlichkeit nicht zugänglich sind, dürfen vor fünf Uhr morgens und nach neun Uhr abends keinerlei Hausdurchsuchungen oder Haussuchungen vorgenommen werden. Das im ersten Absatz erwähnte Verbot ist nicht anwendbar: 1. Wenn eine besondere Gesetzesbestimmung eine Hausdurchsuchung oder eine Haussuchung während der Nacht zulässt, 2.Wenn ein Magistrat oder ein Gerichtspolizeioffizier sich vor Ort begibt, um ein auf frischer Tat entdecktes Verbrechen oder Vergehen festzustellen, 3. [auf Antrag oder nach Zustimmung der Person, die das effektive Nutzungsrecht am Ort hat, oder der Person, die in Artikel 42 Nummer 2 des Strafprozessgesetzbuches erwähnt ist], 4.Wenn eine Anforderung von diesem Ort ausgeht, 5. Im Brandfall oder bei Überschwemmung. [Art. 1 Abs. 2 Nr. 3 ersetzt durch Art. 6 des G. vom 24. November 1997 (B.S. vom 6. Februar 1998)] [Art. 1bis - Der Antrag oder die Zustimmung im Sinne von Artikel 1 Nr. 3 muss schriftlich und vor der Hausdurchsuchung beziehungsweise Haussuchung erfolgen.] [Art. 1bis eingefügt durch Art. 55 des G. vom 5. August 1992 (B.S. vom 22. Dezember 1992)] Art.2 - Artikel 76 der Verfassung vom 22. Frimaire des Jahres VIII und das Dekret vom 4. August 1806 die Nachtzeit betreffend, während welcher die Gendarmerie nicht in die Häuser der Bürger eindringen darf, werden aufgehoben.

^