Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 03 april 2014
gepubliceerd op 13 mei 2014

Ordonnantie betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031327
pub.
13/05/2014
prom.
03/04/2014
ELI
eli/ordonnantie/2014/04/03/2014031327/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2014. - Ordonnantie betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie stelt de regels vast inzake co-existentie tussen gangbare teelten, biologische teelten en genetisch gemodificeerde teelten, overeenkomstig artikel 26bis van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad.

Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen wordt verstaan onder : 1° « genetisch gemodificeerde plant » : een genetisch gemodificeerd organisme in de vorm van een plant of deel daarvan met het vermogen tot replicatie of tot overdracht van genetisch materiaal, en waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is;2° « genetisch gemodificeerd organisme » : een organisme, met uitzondering van menselijke wezens, waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of door natuurlijke recombinatie niet mogelijk is, overeenkomstig artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten;3° « genetisch gemodificeerde gewas » : teelt van genetisch gemodificeerde planten die wordt geplant op basis van pootmateriaal dat de vermelding « genetisch gemodificeerd organisme » draagt, of vermeldt dat het genetisch gemodificeerd organismen bevat, overeenkomstig de geldende wetgeving;4° « teelt » : elke teelt van een plantaardig materiaal;5° « producent » : elke natuurlijke of rechtspersoon met een producentnummer die zelf of met tussenkomst van anderen maar voor eigen rekening een gewas aanplant, met inbegrip van de daaraan verbonden verrichtingen van vervoer en goederenopslag;6° « Regering » : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 4.Deze ordonnantie is van toepassing op elke producent van genetisch gemodificeerde gewassen op basis van variëteiten die in de handel mogen worden gebracht overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten en de Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Art. 5.Elke teelt van genetisch gemodificeerde planten in de open lucht is verboden.

Art. 6.De door de Regering aangestelde, en door haar gemachtigde ambtenaren om toezicht en controle uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen, sporen de inbreuken op de voormelde ordonnantie en de voormelde uitvoeringsmaatregelen op en stellen ze vast.

De voormelde ambtenaren leggen de eed af in handen van de minister van de overheid waarvan ze afhangen of van de ambtenaar die door deze werd aangeduid. Ze zijn voorzien van een legitimatiebewijs dat ze op verzoek onverwijld voorleggen.

De Regering stelt het model en de inhoud van het legitimatiebewijs vast.

Art. 7.§ 1. Tijdens en binnen de grenzen van de uitoefening van hun opdracht kunnen de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 elk onderzoek en elk toezicht verrichten.

Zij kunnen zich alle inlichtingen en stukken laten voorleggen die ze nuttig achten om er zich van te vergewissen dat de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen worden nageleefd.

Bij de uitoefening van hun functies en onverminderd de bepalingen van artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten : 1° hebben de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 te allen tijde vrije toegang tot de bedrijfsgronden, -uitrustingen en -lokalen. Tot de bewoonde lokalen hebben zij evenwel enkel toegang wanneer de rechter in de politierechtbank daartoe vooraf toestemming heeft verleend, onverminderd de bepalingen van de artikelen 1, tweede lid, 3° en 1bis van de wet van 7 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/06/1969 pub. 29/07/2009 numac 2009000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht.De aanvragen van toegang tot bewoonde lokalen na 21 uur en voor 5 uur moeten uitdrukkelijk met redenen omkleed zijn; 2° kunnen de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 de bijstand van de lokale en federale politie vorderen;3° kunnen de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 inzonderheid : a) inlichtingen en adviezen geven aan de producent, in het bijzonder over de meest doeltreffende middelen om de bepalingen na te leven van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen;b) personen ondervragen over feiten die relevant zijn voor de uitoefening van het toezicht;c) stalen nemen of laten nemen met het oog op de analyse ervan;d) de noodzakelijke bewarende maatregelen nemen;e) vaststellingen doen door middel van het maken van foto's, film- en video-opnamen;f) ter plaatse de onmiddellijke stopzetting bevelen van elke krachtens artikel 5 verboden teelt van genetisch gemodificeerde planten. § 2. Wanneer de door de Regering aangestelde ambtenaren de onmiddellijke stopzetting bevelen van elke verboden teelt van genetisch gemodificeerde planten, zijn ze ertoe gemachtigd om alle maatregelen te nemen, met inbegrip van verzegeling en inbeslagname van materiaal en materieel, om het bevel tot stopzetting te kunnen toepassen.

De stopzetting wordt opgelegd door middel van een schriftelijk bevel tot onmiddellijke stopzetting van de teelt.

Als ze niemand ter plaatse aantreffen, brengen ze het voormeld bevel op een zichtbare plaats aan.

De vaststellingen tot stopzetting van de teelt worden vastgelegd in een proces-verbaal dat overeenkomstig artikel 8 wordt opgesteld. Een afschrift van dat proces-verbaal wordt bezorgd aan de Minister bevoegd voor Landbouwbeleid, aan de hand van elk middel dat de ontvangst door de bestemmeling bevestigt.

Op straffe van verval moet het bevel tot stopzetting van de teelt binnen een termijn van vijftien dagen, na ontvangst door hem van het proces-verbaal en nadat de producent, zijn lasthebbers of zijn aangestelden de mogelijkheid geboden werd verweermiddelen naar voren te brengen, door de gezegde minister worden bekrachtigd. Wanneer de vervaldag, die in deze termijn is inbegrepen, een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, dan wordt deze verplaatst op de eerstvolgende werkdag.

De gezegde bekrachtiging wordt binnen vijf werkdagen verzonden naar de bedoelde personen, aan de hand van elk middel dat de ontvangst door de bestemmeling bevestigt.

De betrokkene kan met een procedure in kort geding de opheffing van de maatregel vorderen. De vordering wordt gebracht voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in wiens rechtsgebied de teelt gelegen is. Deel IV, Boek II, Titel VI, van het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing op de inleiding en de behandeling van de vordering.

Art. 8.Onverminderd de bepalingen van artikel 7, § 2, zijn de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 ertoe gemachtigd om binnen de bevoegdheden die hen overeenkomstig deze ordonnantie zijn toegewezen, mondelinge of schriftelijke raadgevingen, verwittigingen, aanmaningen en bevelen te geven, voor de pleger van de inbreuk een termijn te bepalen om zich in regel te stellen en processen-verbaal op te maken.

De processen-verbaal die inbreuken vaststellen hebben bewijskracht tot het tegendeel bewezen is voor zover een afschrift ervan bij ter post aangetekend schrijven ter kennis wordt gebracht van de pleger van de inbreuk en, in voorkomend geval, van de producent, zijn werkgever, binnen een termijn van veertien dagen die een aanvang neemt de dag na die waarop het laatste constitutieve element van de inbreuk wordt vastgesteld.

Wanneer de vervaldag, die in deze termijn is inbegrepen, een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, dan wordt deze verplaatst op de eerstvolgende werkdag.

Voor de toepassing van de termijn bedoeld in het vorige lid, vormen het geven aan de pleger van de inbreuk van een waarschuwing of het verlenen van een termijn om zich in regel te stellen geen vaststelling van de inbreuk.

Bij het opmaken van de processen-verbaal kunnen de materiële vaststellingen verricht door de ambtenaren als bedoeld in artikel 6 gebruikt worden door de ambtenaren van dezelfde dienst en de inspecteurs van de andere inspectiediensten of door de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van andere wetgevingen.

Art. 9.§ 1. Onverminderd de artikelen 269 tot en met 274 van het Strafwetboek, en, wat betreft 3° hieronder, artikel 14, 3, g) van het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, wordt een administratieve geldboete van 50 tot 750 euro opgelegd aan iedere persoon die, zelfs als lasthebber of aangestelde : 1° het krachtens artikel 5 geldende teeltverbod van genetisch gemodificeerde planten niet eerbiedigt;2° niet overgaat tot de onmiddellijke stopzetting van elke krachtens artikel 5 verboden teelt van genetisch gemodificeerde planten, zoals bevolen door de ambtenaren als bedoeld in artikel 6;3° zich verzet tegen de bezoeken, inspecties, controles of verzoeken om inlichtingen of stukken van de ambtenaren als bedoeld in artikel 6, of die bewust onjuiste of onvolledige inlichtingen of stukken verstrekt. Wanneer de inbreuk door een aangestelde of een lasthebber is begaan, is de administratieve geldboete alleen op de producent toepasselijk, behalve als hij kan aantonen dat hij geen fout heeft begaan omdat hij naar zijn vermogen alle maatregelen heeft genomen om te verhinderen dat het materiële element van de inbreuk zich voordoet. § 2. De administratieve geldboete als bedoeld in § 1 wordt toegepast zoveel maal als er teelten van genetisch gemodificeerde gewassen zijn in strijd met de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen, zonder dat het bedrag ervan hoger mag zijn dan 2.000 euro. § 3. Bij herhaling binnen het jaar dat volgt op een beslissing die een administratieve boete oplegt, kunnen de bedragen bedoeld in §§ 1 en 2 worden verdubbeld. § 4. Teneinde de daartoe door de Regering aangewezen ambtenaar toe te laten een eventuele administratieve geldboete op te leggen, bezorgen de agenten als bedoeld in artikel 6 hem een exemplaar van het proces-verbaal dat de inbreuk vaststelt.

De daartoe door de Regering aangewezen ambtenaar beslist, nadat de pleger van de inbreuk de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voren te brengen, of wegens de inbreuk een administratieve geldboete moet worden opgelegd.

De beslissing van de ambtenaar bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete. Zij wordt bij een ter post aangetekend schrijven aan de producent bekendgemaakt, samen met een verzoek tot betaling van de boete.

De beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd kan niet meer worden genomen vijf jaar na het feit dat de bedoelde inbreuk oplevert.

De betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 5. Bij samenloop van verscheidene inbreuken als bedoeld in § 1, of in het geval waarin verschillende inbreuken, die de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van een zelfde onrechtmatig opzet, gelijktijdig worden voorgelegd aan de krachtens § 4 aangewezen ambtenaar, worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat zij evenwel het bedrag van 2.000 euro mogen overschrijden. § 6. De opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten zijn eveneens van toepassing op de administratieve geldboeten bedoeld bij deze ordonnantie.

De krachtens § 4 door de Regering aangewezen ambtenaar maakt in zijn beslissing melding van de vermenigvuldiging ingevolge de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en vermeldt het getal dat het gevolg is van deze verhoging. § 7. De producent die de beslissing van de door de Regering aangewezen ambtenaar betwist, tekent op straffe van verval binnen een termijn van twee maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing, bij wege van een verzoekschrift beroep aan bij de rechtbank van eerste aanleg overeenkomstig de bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel I, Hoofdstuk I van het Gerechtelijk Wetboek. Dit beroep schorst de uitvoering van de beslissing.

De bepaling van het eerste lid wordt vermeld in de beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd. § 8. De Regering bepaalt de termijn en de nadere regels voor de betaling van de administratieve geldboetes. § 9. Indien de producent in gebreke blijft de geldboete tijdig te betalen, betekent de krachtens § 4 door de Regering aangewezen ambtenaar zijn beslissing of deze van de rechtbank van eerste aanleg die in kracht van gewijsde is gegaan aan de door de Regering aangewezen ambtenaar, met het oog op de invordering van het bedrag van de administratieve geldboete, waarvoor deze laatste een dwangbevel kan uitvaardigen. Het uitgevaardigde dwangbevel wordt door de voornoemde ambtenaar geviseerd en uitvoerbaar verklaard.

Art. 10.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 april 2014.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2013/2014.

A-499/1 Ontwerp van ordonnantie.

A-499/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 28 maart 2014.

^