Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 november 2022
gepubliceerd op 01 december 2022

Wet betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2022034199
pub.
01/12/2022
prom.
06/11/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2022. - Wet betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Definities en doelstellingen

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: 1° publiek toegankelijk: ruimte waarvan de toegang niet beperkt is tot de gezinssfeer of louter de werksfeer;2° gesloten plaats: binnenruimte die van haar omgeving is afgesloten door wanden, deuren of deuropeningen en voorzien is van een plafond of zoldering;3° CO2-concentratie: hoeveelheid aan CO2 dat in de lucht aanwezig is. De CO2-concentratie wordt in ppm per volume uitgedrukt; 4° luchtkwaliteitsmeter: toestel dat ten minste de CO2-concentratie van de lucht meet;5° eigenaar: natuurlijke persoon, rechtspersoon of overheidsinstantie die het recht heeft om de gesloten plaats die publiek toegankelijk is, te gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken.De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd; 6° uitbater: natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is en instaat voor de organisatie en de inrichting van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is;7° luchtzuiveringssysteem: technologie waarbij bepaalde polluenten uit de binnenlucht worden verwijderd of geïnactiveerd;8° label: geheel van informatie, verstrekt op een gestructureerde manier, over een gesloten plaats die publiek toegankelijk is, dat relevant is voor de beoordeling/controle van de binnenluchtkwaliteit binnen het kader van huidige wet;9° verluchting: proces dat bestaat uit het binnenlaten van een hoeveelheid verse buitenlucht gedurende een korte periode door een raam of buitendeur open te zetten;10° verontreinigde lucht: binnenlucht die verontreinigd is met polluenten afkomstig van de aanwezige personen, aanwezige materialen of toestellen, het onderhoud of de systemen voor verwarming, ventilatie en koeling zelf;11° ventilatie: proces waarbij verse buitenlucht continu wordt toegevoerd aan een plaats en verontreinigde lucht wordt verwijderd. Dit kan worden bereikt door natuurlijke of mechanische middelen; 12° certificeerder: een door de overheden erkend natuurlijke persoon of rechtspersoon die de controles zoals bepaald in artikel 6, tweede lid, uitvoert;13° FOD Volksgezondheid: Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;14° arbeidsplaatsen: plaatsen zoals gedefinieerd in artikel 16, 10°, van het Sociaal Strafwetboek;15° risicoanalyse: proces waarbij de risicoaspecten van de binnenlucht in kaart worden gebracht. Dit gaat zowel om aspecten die de binnenlucht verbeteren zoals ventilatie en luchtzuivering als die aspecten die de luchtkwaliteit verslechteren zoals verontreiniging door de aanwezigheid van personen, bouwmaterialen, toestellen en apparaten, het onderhoud van de toestellen voor de behandeling van de binnenlucht als de kwaliteit van de toegevoerde buitenlucht. 16° actieplan: acties die genomen moeten worden om te antwoorden op elk van de in de risicoanalyse gedetecteerde punten en dit op korte, middellange en lange termijn om de binnenluchtkwaliteit stelselmatig te verbeteren. HOOFDSTUK 3. - Referentieniveaus voor binnenluchtkwaliteit

Art. 3.§ 1. Het referentieniveau A komt overeen met een CO2-concentratie in de plaatsen die gewoonlijk lager is dan 900 ppm of een minimum debiet aan ventilatie en luchtzuivering, zoals bepaald in paragraaf 3 van dit artikel, van 40 m3 per uur en per persoon waarvan minstens 25 m3 per uur en per persoon aan ventilatie met buitenlucht.

Het referentieniveau B komt overeen met een CO2-concentratie in de plaatsen die gewoonlijk lager is dan 1200 ppm of een minimum debiet aan ventilatie met buitenlucht van 25 m3 per uur en per persoon.

Als de metingen aantonen dat de buitenconcentratie 400 ppm CO2 overstijgt, kan rekening worden gehouden met het verschil tussen 400 ppm en de CO2-concentratie van de buitenlucht die men in de gesloten plaats die publiek toegankelijk is, binnenbrengt. § 2. De Koning kan, bij koninklijk besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad, gesteund op onder andere een wetenschappelijke onderbouwing, aanvullende referentieniveaus formuleren of alternatieve referentieniveaus voor bestaande referentieniveaus bieden, rekening houdend met de aard van een activiteit die plaatsvindt in een gesloten plaats die publiek toegankelijk is. Indien gewenst kan de Koning advies of een wetenschappelijke studie (aan)vragen omtrent deze referentieniveaus aan het platform binnenluchtkwaliteit zoals bedoeld in artikel 11 en desgevallend kan het platform een advies verlenen of de wetenschappelijke studie aanvragen. Zodra de werking en de samenstelling van dit platform zoals bedoeld in art. 11 door de Koning werd geformaliseerd, vraagt de Koning het hierboven vermelde advies of een wetenschappelijke studie aan aan het platform. Het advies is niet bindend. § 3. De Koning bepaalt bij koninklijk besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad, de eisen aan en de bepalingsmethoden van de luchtzuiveringssystemen, inclusief het vastleggen van de relevante polluenten opdat van deze systemen hun effect op de binnenluchtkwaliteit, de eventuele hinder en de voorwaarden voor installatie gekend zijn. § 4. De Koning bepaalt bij koninklijk besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad, de eisen aan en de bepalingsmethoden van de ventilatiesystemen opdat van deze systemen hun effect op de binnenluchtkwaliteit, de eventuele hinder en de voorwaarden voor installatie gekend zijn. HOOFDSTUK 4. - Verplichtingen en verantwoordelijkheden

Art. 4.Voor elke gesloten plaats die publiek toegankelijk is, dient aan de volgende verplichtingen te worden voldaan: 1. het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter;2. het uitwerken en beschikbaar houden van de risicoanalyse;3. het uitwerken en beschikbaar houden van het actieplan indien de risicoanalyse de noodzaak tot corrigerende acties aan het licht brengt;4. het aanvragen van de certificatie zoals voorzien in artikel 6;5. het beschikbaar en kenbaar maken van het label door aanplakking of elk ander middel zodra de certificering bedoeld in punt 4 van dit artikel is bekomen;6. de gesloten plaats die publiek toegankelijk is, uitbaten met dezelfde of minstens gelijkwaardige toestellen en een gelijkaardig gebruik als op het moment van het behalen van het label, rekening houdend met de aard van de activiteit die plaatsvindt in een gesloten plaats die publiek toegankelijk is. De Koning bepaalt bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de bepaalde gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn die aan de verplichtingen van de wet onderworpen zijn.

Hij bepaalt ook de voorwaarden voor het correcte gebruik van de luchtkwaliteitsmeters, de inhoud, de beschikbaarheid en de modaliteiten van de risicoanalyse en het actieplan en de uitzonderingen op deze verplichtingen uit het eerste lid van dit artikel.

Art. 5.De verplichtingen van artikel 4, eerste lid, zijn van toepassing zoals hieronder beschreven: De eigenaar van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is, is verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van alle relevante documentatie over de aanwezige systemen voor ventilatie en luchtzuiveringsystemen en, voor zover nodig, zijn medewerking verlenen voor het onderhoud van de installaties en, voor zover nodig, de toegang verlenen aan de certificeerder tot de installaties.

De uitbater is verantwoordelijk voor de toepassing van artikel 4 in de gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn. HOOFDSTUK 5. - Certificatie

Art. 6.Indien geen certificatie en label beschikbaar zijn of aangevraagd werden, dan dient de uitbater een aanvraag in tot certificatie.

Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde inspectiediensten, controleert de certificeerder de uitvoering van de verplichtingen bedoeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5° en stelt de effectieve prestaties vast van de aanwezige systemen voor ventilatie en/of luchtzuiveringsystemen. De certificeerder maakt zijn analyse over aan de door de Koning aan te wijzen dienst, welke de bevoegde overheid is die het label aflevert.

De Koning bepaalt bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de procedure voor erkenning van de certificeerders, de voorwaarden voor de erkenning van de certificeerders om zo te waarborgen dat de certificeerder over de nodig kwalificaties beschikt, de minimale inhoud en de periodiciteit van de controles van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is door de certificeerders, de manier om de resultaten aan de bevoegde overheid te communiceren, de methodologie en de modaliteiten van de certificatie, de inhoud van het label, de plaatsing en het design van het label alsmede de uitzonderingen op deze verplichtingen. De Koning kan eveneens bepalen bij koninklijk besluit, na overleg in de Ministerraad, op welke wijze de financiering van het certificatiesysteem wordt georganiseerd.

Tevens kan de Koning nadere regels bepalen, bij Koninklijk Besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de certificeerders hun analyses verrichten. HOOFDSTUK 6. - Bescherming van persoonsgegevens

Art. 7.§ 1. De Koning bepaalt bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren inzake de behandeling van persoonsgegevens in het kader van de artikelen 4, 5, 6, 8 en 9. Deze gegevens worden beheerd in een geautomatiseerd gegevensbestand. De diensten vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid en § 2, tweede lid, hebben toegang tot deze databank. De consultaties van deze databank worden geregistreerd. § 2. De categorieën van persoonsgegevens die worden verwerkt in overeenstemming met de doeleinden vermeld in de eerste paragraaf van dit artikel, zijn de volgende: 1. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de certificering van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is, die door een certificeerder wordt uitgevoerd op verzoek van de uitbater van deze gesloten plaats die publiek toegankelijk is, zoals vermeld in de artikelen 4 en 6 van onderhavige Wet: 1° identificatiegegevens van de certificeerder;2° identificatiegegevens van de uitbater;3° identificatiegegevens van de eigenaar;4° contactgegevens van de uitbater;5° contactgegevens van de eigenaar;6° het IP-adres van de eigenaar of uitbater die de certificering registreert;7° adres van de publiek toegankelijke gesloten ruimte.2. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de erkenning van de certificeerders zoals vermeld in artikel 6 van onderhavige Wet, worden de volgende categorieën persoonsgegevens verwerkt: 1° identificatie- en adresgegevens van de certificeerder en desgevallend diens contactpersonen;2° ingeval bijkomende categorieën persoonsgegevens nodig zouden blijken op grond van hetgeen bepaald door de Koning overeenkomstig artikel 6 van onderhavige wet, kunnen deze bijkomende categorieën persoonsgegevens worden bepaald door de Koning bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.3. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de inspecties zoals vermeld in artikel 8 van onderhavige wet, worden de categorieën persoonsgegevens bepaald door de relevante bepalingen in het Sociaal Strafwetboek en de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.4. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het opleggen van een administratieve geldboete, zoals vermeld in artikel 9 van onderhavige wet: 1° de identificatie-, contact- en adresgegevens van de uitbater en/of de eigenaar;2° bijkomende categorieën persoonsgegevens kunnen worden bepaald door de Koning bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 3. De verwerking van de persoonsgegevens vermeld in de tweede paragraaf van dit artikel vindt plaats voor de volgende categorieën van betrokkenen: 1° de eigenaar van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is en desgevallend diens contactpersonen;2° de uitbater van de gesloten plaats die publiek toegankelijk is en desgevallend diens contactpersonen;3° de certificeerder en desgevallend diens contactpersonen. § 4. De persoonsgegevens vermeld in dit artikel, worden bewaard voor zolang zij noodzakelijk zijn voor de doelstellingen van deze Wet. Na uiterlijk 20 jaar na het laatste gebruik van deze persoonsgegevens voor de doelstellingen vermeld in de eerste paragraaf van dit artikel, worden deze persoonsgegevens verwijderd. De Koning kan bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de bewaartermijn voor persoonsgegevens vermeld in dit artikel, verkorten. HOOFDSTUK 7. - Inspecties en sancties

Art. 8.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie zijn met het toezicht op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten belast en dit enkel binnen het kader van hun bevoegdheid, de contractuele en statutaire inspecteurs en controleurs van de inspectiedienst van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid.

Voor de uitoefening van het toezicht, beschikken de contractuele en statutaire inspecteurs en controleurs van de inspectiedienst van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 11 en 11bis van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten. § 2. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie worden op de gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn de inbreuken op de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek.

De door de Koning aangeduide sociaal inspecteurs beschikken over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 23 tot en met 49 van het Sociaal Strafwetboek wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de in het eerste lid bedoelde bepalingen.

De processen-verbaal die door de door de Koning aangeduide sociaal inspecteurs opgesteld worden voor de inbreuken vastgesteld op de gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn, worden behandeld volgens artikel 68 en volgende van het Sociaal Strafwetboek.

Art. 9.§ 1. De inbreuken op deze wet of haar uitvoeringsbesluiten vastgesteld door de in artikel 8, § 1 vermelde diensten worden bestraft met een strafrechtelijke geldboete van 100 euro tot 1 000 euro.

Onverminderd de toepassing van de in de artikelen 269 tot en met 274 van het Strafwetboek voorziene straffen, wordt bestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met een strafrechtelijke geldboete van 600 euro tot 6 000 euro of met slechts één van deze straffen, hij die de bezoeken, inspecties, onderzoeken, controles, verhoren, inzage van documenten, staalafname, verzameling van bewijsmateriaal belemmert of zich ertegen verzet, hij die de dwangmaatregelen genomen door de contractuele en statutaire inspecteurs en controleurs of de inbeslagneming of andere door de personen bevoegd om inbreuken op deze wet en de besluiten genomen ter uitvoering van deze wet op te sporen alsook éénieder die zich ertegen verzet, hij die voornoemde personen beledigt of bedreigt en hij die weigert een officieel identiteitsdocument voor te leggen. § 2. De processen-verbaal die door de inspectiedienst van de FOD Volksgezondheid of door de politiediensten opgesteld worden, worden behandeld volgens de procedure voorzien in deze wet. § 3. Het proces-verbaal dat het strafbaar feit vaststelt en dat opgesteld is door de in artikel 8, § 1, vermelde diensten, wordt verstuurd aan de procureur des Konings, en er wordt een afschrift verstuurd aan de door de Koning aangewezen ambtenaar bevoegd om een administratieve geldboete op te leggen. De procureur des Konings besluit al dan niet tot strafvervolging over te gaan. Strafvervolging sluit de toepassing van een administratieve geldboete uit, zelfs indien ze met een vrijspraak wordt afgesloten. § 4. De procureur des Konings beschikt over een termijn van zes maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van het proces-verbaal, om zijn beslissing ter kennis te brengen aan de in paragraaf 3 bedoelde ambtenaar. Indien de procureur des Konings afziet van de strafvervolging of zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn meedeelt, beslist de in paragraaf 3 bedoelde ambtenaar, nadat hij de betrokkene in de gelegenheid heeft gesteld zijn verweermiddelen uiteen te zetten, of voor de inbreuk een administratieve geldboete kan worden voorgesteld. § 5. De beslissing van de in paragraaf 3 bedoelde ambtenaar is met redenen omkleed en stelt het bedrag van de administratieve geldboete vast, dat niet hoger mag zijn dan de helft van het maximum van de in artikel 9, § 1, bedoelde strafrechtelijke geldboete, en niet lager dan de helft van het minimum van diezelfde strafrechtelijke geldboete.

Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State.

De administratieve geldboeten die worden geïnd ingevolge de processen-verbaal opgesteld door de in artikel 8, § 1, bedoelde diensten, worden gestort aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.

De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt bij per post aangetekende brief aan de betrokkene betekend, samen met een uitnodiging om de geldboete binnen de door de Koning gestelde termijn te betalen. Deze kennisgeving maakt een einde aan de strafvordering.

De in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op strafrechtelijke geldboeten bedoelde opdeciemen zijn eveneens van toepassing op deze administratieve geldboeten. § 6. Indien de betrokkene in gebreke blijft de geldboete en de expertisekosten te betalen binnen de gestelde termijn, dient de in paragraaf 3 bedoelde ambtenaar de betaling van de administratieve geldboete te vorderen. § 7. Er mag geen administratieve geldboete worden opgelegd vijf jaar na de handeling die een inbreuk uitmaakt op de bepalingen van deze wet.

De binnen de in het eerste lid bepaalde termijn verrichte opsporings- of vervolgingshandelingen onderbreken echter deze termijn. Deze handelingen doen een nieuwe termijn lopen van eenzelfde duur, zelfs ten opzichte van personen die hierbij niet betrokken zijn. § 8. Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet sluiten de voorzitter van de FOD Volksgezondheid en de voorzitter van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg een protocolakkoord over de verdeling van de taken en de uitwisseling van informatie over de controles en sancties van deze wet.

Art. 10.§ 1. In boek 2 van het Sociaal Strafwetboek wordt een hoofdstuk 13 ingevoegd, luidende: "Verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn". § 2. In hoofdstuk 13 van boek 2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij § 1, wordt een artikel 239 ingevoegd, luidende: "

Art. 239.Verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn. § 1. Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft: 1° de eigenaar van de plaats, zijn aangestelde of zijn lasthebber, die op de gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn inbreuk heeft gepleegd op artikel 5, tweede lid, van de wet van 6 november 2022 betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn en de uitvoeringsbesluiten ervan;2° de uitbater, zijn aangestelde of zijn lasthebber, die op de gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn inbreuk heeft gepleegd op artikel 5, derde lid, van voormelde wet van 6 november 2022 en de uitvoeringsbesluiten ervan;3° De certificeerder die op de gesloten arbeidsplaatsen die publiek toegankelijk zijn inbreuk heeft gepleegd op artikel 6 van voormelde wet van 6 november 2022 en de uitvoeringsbesluiten ervan. § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder "arbeidsplaatsen": de "arbeidsplaatsen" zoals gedefinieerd in artikel 16, 10°. ". HOOFDSTUK 8. - Platform binnenluchtkwaliteit

Art. 11.Het platform binnenluchtkwaliteit wordt opgericht om de kennis van de binnenluchtkwaliteit te verbeteren, om de werkzaamheden ter verbetering en voorkoming van risicosituaties te ondersteunen en om, zowel op Belgisch als op internationaal niveau, beleidsadviezen te verschaffen. Het platform is een contactpunt waarbij de gefedereerde entiteiten zich vrijwillig kunnen aansluiten. Het platform is tevens een contactpunt om verder wetenschappelijk onderzoek rond de binnenluchtkwaliteit te faciliteren. Het platform heeft in het kader hiervan geen toegang tot persoonsgegevens opgenomen in het geautomatiseerd gegevensbestand vermeld in artikel 7. De Koning kan de samenstelling en de werking van dit platform bepalen. HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding

Art. 12.Deze wet treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, 1. tot en met 3., dat in werking treedt twaalf maanden na de inwerkingtreding van de wet en artikel 4, eerste lid, 4., en artikel 6, eerste lid, welke in werking treden op 1 januari 2025.

De Koning kan bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voor artikel 4, eerste lid, 1. tot en met 4., en artikel 6, eerste lid, de data van inwerkingtreding uitstellen, uiterlijk tot 1 januari 2026, de uiterste datum van inwerkingtreding.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 november 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55K2820 Integraal Verslag : 27 oktober 2022.

^