gepubliceerd op 13 november 2019
Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ter omzetting van richtlijn 2019/475 en richtlijn (EU) 2018/1910 (1)
3 NOVEMBER 2019. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ter omzetting van richtlijn (EU) 2019/475 en richtlijn (EU) 2018/1910 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Deze wet voorziet in de omzetting van richtlijn (EU) 2019/475 van de Raad van 18 februari 2019 tot wijziging van richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse gemeente Campione d'Italia en de Italiaanse wateren van het meer van Lugano in het douanegebied van de Unie en in het territoriale toepassingsgebied van richtlijn 2008/118/EG. De wet voorziet eveneens in de omzetting van richtlijn (EU) 2018/1910 van de Raad van 4 december 2018 tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het btw-stelsel voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het douanegebied van de Unie
Art. 3.In artikel 1 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 1 juli 2016Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 01/07/2016 pub. 04/07/2016 numac 2016021055 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. Het binnenland omvat niet de volgende nationale grondgebieden die deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: 1° Koninkrijk Spanje: de Canarische Eilanden;2° Franse Republiek: de gebieden bedoeld in artikel 349 en artikel 355, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;3° Helleense Republiek: de Berg Athos;4° Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland: de Kanaaleilanden;5° Republiek Finland: de Aland-eilanden;6° Italiaanse Republiek: a) Campione d`Italia;b) de nationale wateren van het meer van Lugano. Het binnenland omvat evenmin de volgende nationale grondgebieden die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: 1° Bondsrepubliek Duitsland: a) het eiland Helgoland;b) het grondgebied van Büsingen;2° Koninkrijk Spanje: a) Ceuta;b) Melilla;3° Italiaanse Republiek: Livigno; 4° Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland: Gibraltar.". HOOFDSTUK 3. - Regeling inzake voorraad op afroep
Art. 4.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidende: "
Art. 12ter.§ 1. De overbrenging door een belastingplichtige in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep van een goed van zijn bedrijf naar een andere lidstaat, wordt niet behandeld als een levering van goederen onder bezwarende titel § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt geacht sprake te zijn van de regeling inzake voorraad op afroep wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de goederen worden verzonden of vervoerd door een belastingplichtige of door een derde partij voor diens rekening naar een andere lidstaat om die goederen daar, in een later stadium en na aankomst, aan een andere belastingplichtige te leveren die ertoe gerechtigd zal zijn om over deze goederen als eigenaar te beschikken krachtens een bestaande overeenkomst tussen de beide belastingplichtigen;2° de belastingplichtige die de goederen verzendt of vervoert, heeft zijn zetel van economische activiteit niet gevestigd en heeft geen vaste inrichting in de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd;3° de belastingplichtige voor wie de goederen zijn bestemd om te worden geleverd, is voor btw-doeleinden geïdentificeerd in de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd, en zowel zijn identiteit als het btw-identificatienummer dat door die lidstaat aan hem is toegekend, zijn bij de in 2° bedoelde belastingplichtige bekend op het tijdstip waarop de verzending of het vervoer aanvangt;4° de belastingplichtige die de goederen verzendt of vervoert, neemt het vervoer van de goederen op in het in artikel 54bis, § 1, derde lid, bedoelde register en vermeldt de identiteit van de belastingplichtige die de goederen afneemt, evenals het btw-identificatienummer dat aan hem is toegekend door de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd, overeenkomstig artikel 53sexies, § 1, 4°, in de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen. § 3. Wanneer aan de voorwaarden van paragraaf 2 is voldaan, wordt een levering van goederen overeenkomstig artikel 39bis, eerste lid, 1°, geacht te zijn verricht door de belastingplichtige die de goederen zelf heeft verzonden of vervoerd of voor zijn rekening door een derde heeft laten verzenden of vervoeren, op het tijdstip van de overdracht van de macht om als eigenaar over de goederen te beschikken, aan de in paragraaf 2, 3°, bedoelde belastingplichtige, op voorwaarde dat de overdracht binnen de in paragraaf 4 bedoelde termijn plaatsvindt. § 4. Wanneer de goederen binnen twaalf maanden na aankomst van de goederen in de lidstaat waarnaar de goederen zijn verzonden of vervoerd, niet zijn geleverd aan de belastingplichtige voor wie zij waren bestemd, bedoeld in paragraaf 2, 3°, of paragraaf 6, en geen van de omstandigheden van paragraaf 7 zich hebben voorgedaan, wordt een overbrenging in de zin van artikel 12bis, eerste lid, geacht te zijn verricht op de dag na het verstrijken van de periode van twaalf maanden. § 5. Wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld, wordt geen overbrenging in de zin van artikel 12bis, eerste lid, geacht te zijn verricht: 1° de macht om te beschikken over de goederen is niet overgedragen en die goederen worden teruggezonden naar België binnen de in paragraaf 4 bedoelde termijn;2° de belastingplichtige die de goederen heeft verzonden of vervoerd, neemt de terugzending ervan op in het in artikel 54bis, § 1, derde lid, bedoelde register. § 6. Wanneer de in paragraaf 2, 3°, bedoelde belastingplichtige binnen de in paragraaf 4 bedoelde termijn wordt vervangen door een andere belastingplichtige, wordt op het tijdstip van de vervanging geen overbrenging in de zin van artikel 12bis, eerste lid, geacht te zijn verricht, wanneer 1° de andere in paragraaf 2 bedoelde voorwaarden zijn vervuld;2° de in paragraaf 2, 2°, bedoelde belastingplichtige de vervanging opneemt in het in artikel 54bis, § 1, derde lid, bedoelde register. § 7. Wanneer één van de in de paragrafen 2 en 6 vastgelegde voorwaarden binnen de in paragraaf 4 bedoelde termijn niet langer is vervuld, wordt een overbrenging van goederen in de zin van artikel 12bis, eerste lid, geacht te zijn verricht op het tijdstip dat de desbetreffende voorwaarde niet langer is vervuld.
Wanneer de goederen worden geleverd aan een andere persoon dan de in paragraaf 2, 3°, of in paragraaf 6 bedoelde belastingplichtige, worden de in de paragrafen 2 en 6 bedoelde voorwaarden geacht niet langer te zijn vervuld onmiddellijk vóór een dergelijke levering.
Wanneer de goederen worden verzonden of vervoerd naar een ander land dan België, worden de in de paragrafen 2 en 6 bedoelde voorwaarden geacht niet langer te zijn vervuld onmiddellijk vóór de aanvang van een dergelijke verzending of een dergelijk vervoer.
In geval van vernietiging, verlies of diefstal van de goederen worden de in de paragrafen 2 en 6 bedoelde voorwaarden geacht niet langer te zijn vervuld op de datum waarop de goederen daadwerkelijk werden verwijderd of vernietigd, of wanneer het onmogelijk is om deze datum te bepalen, op de datum waarop werd vastgesteld dat de goederen waren vernietigd of verdwenen.".
Art. 5.Artikel 25bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995 en bekrachtigd bij de wet van 15 oktober 1998, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Wordt eveneens beschouwd als een intracommunautaire verwerving van goederen, het verkrijgen door de belastingplichtige aan wie deze goederen worden geleverd van de macht om als eigenaar te beschikken over een lichamelijk roerend goed verkregen onder de regeling bedoeld in artikel 17bis van de richtlijn 2006/112/EG.".
Art. 6.In artikel 25quater, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, worden de woorden "overeenkomstig artikel 12bis" vervangen door de woorden "overeenkomstig de artikelen 12bis en 12ter".
Art. 7.In artikel 53sexies, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, vervangen bij de wet van 26 november 2009 en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin, worden de woorden "de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde in kennis stellen van de volgende gegevens" vervangen door de woorden "in de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen die moet worden ingediend bij de administratie belast met de belasting over toegevoegde waarde de volgende gegevens meedelen"; b) paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 4° : "4° het btw-identificatienummer van de belastingplichtige voor wie de goederen zijn bestemd die in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep overeenkomstig in artikel 12ter, § 2, bedoelde de voorwaarden, in de loop van de vorige maand werden verzonden of vervoerd, evenals elke wijziging in de ingediende informatie.".
Art. 8.Artikel 54bis, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten, wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Iedere belastingplichtige die goederen overbrengt in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep bedoeld in artikel 12ter houdt een register bij dat de administratie belast met de belasting op de toegevoegde waarde in staat stelt de correcte toepassing van die regeling te controleren.
Iedere belastingplichtige aan wie goederen worden geleverd in België in het kader van de in artikel 17bis van de richtlijn 2006/112/EG bedoelde regeling inzake voorraad op afroep, houdt een register van deze goederen bij.". HOOFDSTUK 4. - Kettingverkopen
Art. 9.Artikel 14 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5. Wanneer dezelfde goederen het voorwerp van opeenvolgende leveringen uitmaken en die goederen van een lidstaat naar een andere lidstaat rechtstreeks van de eerste leverancier naar de laatste afnemer in de keten worden verzonden of vervoerd, wordt de verzending of het vervoer uitsluitend toegeschreven aan de levering aan de tussenhandelaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de verzending of het vervoer uitsluitend aan de levering van goederen door de tussenhandelaar toegeschreven indien de tussenhandelaar aan zijn leverancier het btw-identificatienummer heeft meegedeeld dat de lidstaat waaruit de goederen worden verzonden of vervoerd, aan hem heeft toegekend.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder "tussenhandelaar" verstaan een andere leverancier in de keten dan de eerste leverancier in de keten, die de goederen ofwel zelf verzendt of zelf vervoert ofwel voor zijn rekening door een derde laat verzenden of vervoeren.". HOOFDSTUK 5. - Voorwaarden voor de vrijstelling van intracommunautaire leveringen van goederen
Art. 10.In artikel 39bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, bekrachtigd bij de wet van 22 juli 1993 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt: "1° de leveringen van goederen door de verkoper, andere dan een belastingplichtige die de regeling geniet bepaald in artikel 56bis, door de afnemer of voor hun rekening verzonden of vervoerd buiten België maar binnen de Gemeenschap, wanneer: a) deze leveringen niet zijn onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge ingesteld bij artikel 58, § 4;b) deze leveringen worden verricht voor een andere belastingplichtige, of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon die als zodanig handelt in een andere lidstaat, en die: - in een andere lidstaat voor btw-doeleinden is geïdentificeerd; - dit btw-identificatienummer heeft meegedeeld aan zijn leverancier;"; b) tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De in het eerste lid, 1°, bedoelde vrijstelling geldt niet indien de verkoper niet voldoet aan de verplichting om de in artikel 53sexies bedoelde btw-opgave van de intracommunautaire handelingen in te dienen of indien de door hem ingediende opgave niet de correcte informatie betreffende die leveringen bevat, tenzij hij de tekortkoming aan die verplichtingen terdege kan verantwoorden.". HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 11.Hoofdstuk 3 is van toepassing op de goederen die vanaf 1 januari 2020 worden verzonden of vervoerd van België naar een andere lidstaat of omgekeerd onder de regeling bedoeld in artikel 17bis van de richtlijn 2006/112/EG.
Art. 12.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2020.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 november 2019.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eersteminister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K-0294 Integraal verslag: 24 oktober 2019