Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 mei 2019
gepubliceerd op 20 mei 2019

Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019012244
pub.
20/05/2019
prom.
02/05/2019
ELI
eli/wet/2019/05/02/2019012244/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

2 MEI 2019. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In boek XI van het Wetboek van economisch recht, wordt het opschrift van Titel 7/1, ingevoegd bij de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016011538 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht sluiten, vervangen als volgt: "Titel 7/1. De vergoeding van de uitgevers voor reproducties op papier van hun uitgaven op papier en de vergoeding van de uitgevers voor reproducties voor eigen gebruik van hun uitgaven".

Art. 3.In Titel 7/1 van boek XI van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel XI.318/7 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/7. Zonder afbreuk te doen aan het recht op vergoeding van de auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten, bepaald in artikel XI.229, hebben de uitgevers een recht op vergoeding voor de reproductie van hun uitgaven, met uitzondering van bladmuziek, door een natuurlijke persoon voor eigen gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk.

De duur van het recht op vergoeding bedoeld in het eerste lid bedraagt vijftig jaar vanaf de eerste uitgave. Deze termijn wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de eerste uitgave.

De vergoeding wordt betaald door de fabrikant, de invoerder of de intracommunautaire aankoper van dragers en apparaten die kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven, op de datum waarop die dragers en apparaten op het nationale grondgebied in de handel worden gebracht.

Overeenkomstig de in artikel XI.318/8 bepaalde nadere regels, stelt de Koning vast welke apparaten en dragers kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven.

Overeenkomstig de door Hem gestelde voorwaarden en nadere regels, belast de Koning een beheersvennootschap die representatief is voor alle beheersvennootschappen of collectieve beheerorganisaties die in België de in het eerste lid bedoelde vergoeding beheren, met de inning en de verdeling van de vergoeding."

Art. 4.In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/8 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/8. De Koning bepaalt, per categorie van technisch soortgelijke apparaten en dragers die Hij definieert, of deze kennelijk gebruikt worden voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven en bepaalt de nadere regels met betrekking tot de inning en de verdeling van en de controle op de vergoeding, alsmede het tijdstip waarop ze verschuldigd is.

De Koning kan, op een specifieke lijst, de categorieën van technisch soortgelijke apparaten en dragers vaststellen die niet kennelijk worden gebruikt voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven en die niet onderworpen zijn aan de vergoeding van de uitgevers voor het kopiëren voor eigen gebruik van hun uitgaven.

De computers of categorieën van computers zoals deze door de Koning worden gedefinieerd, kunnen slechts bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad onderworpen worden aan de vergoeding of ingeschreven worden in de specifieke lijst zoals bedoeld in het tweede lid.

Op hetzelfde moment dat Hij het statuut van de apparaten en dragers vaststelt, stelt de Koning bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in artikel XI.318/7 bedoelde vergoeding vast.

Deze vergoeding wordt vastgesteld per categorie van technisch soortgelijke apparaten en dragers.

Een apparaat dat kennelijk gebruikt wordt voor het reproduceren voor eigen gebruik van uitgaven en dat op voortdurende wijze een drager incorporeert, is slechts aan een enkele vergoeding onderworpen.

Bij het vaststellen van deze vergoeding wordt onder andere rekening gehouden met het al dan niet toepassen van de in artikel I.13, 7°, XI.291 en XV.69 bedoelde technische voorzieningen op de betrokken uitgaven.

Het bedrag van deze vergoeding kan om de drie jaar worden herzien.

Indien de omstandigheden die het bepalen van het bedrag hebben gerechtvaardigd, kennelijk en duurzaam gewijzigd zijn, kan dit bedrag voor het verstrijken van de termijn van drie jaar worden herzien.

Indien de Koning het bedrag binnen de termijn van drie jaar herziet, motiveert Hij zijn beslissing door de wijziging van de initiële omstandigheden.

Het gebrek aan gebruik van technische voorzieningen kan geen afbreuk doen aan het recht op vergoeding zoals gedefinieerd in artikel XI.318/7.".

Art. 5.In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/9 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/9. Artikel XI.233 is van overeenkomstige toepassing op de vergoeding van de uitgevers voor reproducties voor eigen gebruik van hun uitgaven.".

Art. 6.In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/10 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/10. De overeenkomstig artikel XI.318/7 door de Koning aangewezen beheersvennootschap kan de nodige inlichtingen voor het uitvoeren van haar opdracht in naleving van artikel XI.281 en XV.113 bekomen bij: 1° de Administratie der Douane en Accijnzen met toepassing van artikel 320 van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977;2° de Administratie van de BTW met toepassing van artikel 93bis van het BTW-wetboek van 3 juli 1969;en 3° de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in toepassing van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.".

Art. 7.In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/11 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/11. Onverminderd artikel XI.281 en XV.113 kan de overeenkomstig artikel XI.318/7 aangewezen beheersvennootschap inlichtingen doorgeven aan de Administratie der Douane en Accijnzen en BTW-Administratie op hun verzoek.

Onverminderd artikel XI.281 en XV.113 kan de aangewezen beheersvennootschap inlichtingen doorgeven aan en krijgen van: 1° de dienst Controle en Bemiddeling van de FOD Economie; 2° de beheersvennootschappen en collectieve beheerorganisaties die een gelijkaardige activiteit uitoefenen in het buitenland, mits wederkerigheid.".

Art. 8.In dezelfde Titel 7/1, wordt een artikel XI.318/12 ingevoegd, luidende: "Art. XI.318/12. De bepalingen van Boek I, hoofdstuk 9, Boek XI, titel 5 en titel 9, Boek XV, en Boek XVII zijn van overeenkomstige toepassing op de vergoeding van de uitgevers voor reproducties voor eigen gebruik van hun uitgaven, in die zin dat de woorden "naburig recht" of "naburige rechten" moeten gelezen worden als omvattende "het recht van de uitgevers op vergoeding voor de reproductie voor eigen gebruik van hun uitgaven".".

Art. 9.Deze wet treedt in werking op 1 september 2019.

De Koning kan voor elke bepaling ervan en voor elke bepaling ingevoegd krachtens deze wet in het Wetboek van economisch recht een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 54-3569 (2018/2019) Integraal Verslag : 25 april 2019.

^