Etaamb.openjustice.be
Wet van 01 juli 1963
gepubliceerd op 24 juli 2009

Wet houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie. - Officieuze coördinatie in het Duits

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000482
pub.
24/07/2009
prom.
01/07/1963
ELI
eli/wet/1963/07/01/2009000482/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


1 JULI 1963. - Wet houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie. - Officieuze coördinatie in het Duits


De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie van de wet van 1 juli 1963 houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie (Belgisch Staatsblad van 17 juli 1963), zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - het koninklijk besluit van 1 maart 1971 waarbij de tekst van sommige wetsbepalingen in overeenstemming wordt gebracht met de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1971); - de wet van 10 april 1973 waarbij aan de werknemers kredieturen worden toegekend met het oog op hun sociale promotie (Belgisch Staatsblad van 21 april 1973); - de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989, err. van 4 april 1990).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 1. JULI 1963 - Gesetz zur Gewährung einer Vergütung für sozialen Aufstieg Artikel 1 - Im Rahmen der zu diesem Zweck in den Haushaltsplan des Ministeriums der Beschäftigung und der Arbeit eingetragenen Haushaltsmittel und gemäss den vom König nach Konsultierung des Nationalen Arbeitsrates festgelegten Bedingungen und Modalitäten werden folgenden Personen Vergütungen für sozialen Aufstieg gewährt: 1.den [Arbeitnehmern unter vierzig Jahren], die zur Vervollständigung ihrer intellektuellen, moralischen und sozialen Ausbildung an Kursen teilnehmen, die zu diesem Zweck von den Jugendorganisationen oder den repräsentativen Arbeitnehmerorganisationen eventuell in Zusammenarbeit mit den Arbeitgebern organisiert werden, 2. den Arbeitnehmern, die in einer Einrichtung des Staates oder in einer bezuschussten oder anerkannten Einrichtung mit Erfolg einen vollständigen, zum Abend- oder Sonntagsunterricht gehörenden Kurszyklus beendet haben, mit dem sie ihre berufliche Qualifikation verbessern können. [Art. 1 einziger Absatz Nr. 1 abgeändert durch Art. 26 des G. vom 10.

April 1973 (B.S. vom 21. April 1973)].

Art. 2 - Die in Artikel 1 Nr. 1 erwähnten [Arbeitnehmer unter vierzig Jahren] haben das Recht, an den Tagen, während deren sie an den durch diese Bestimmung erwähnten Kursen teilnehmen, der Arbeit fernzubleiben. [Art. 2 abgeändert durch Art. 27 des G. vom 10. April 1973 (B.S. vom 21. April 1973)]. Art. 3 - Um an den in Artikel 1 Nr. 2 erwähnten Kursen teilzunehmen, haben die Arbeitnehmer das Recht, jedes Jahr während einer [durch ein kollektives Arbeitsabkommen] bestimmten Anzahl Stunden der Arbeit fernzubleiben. [Art. 3 abgeändert durch Art. 12 des K.E. vom 1. März 1971 (B.S. vom 11. März 1971)]. Art. 4 - Die Arbeitstage oder Teile von Arbeitstagen, während deren der Arbeitnehmer aufgrund der Artikel 2 und 3 der Arbeit ferngeblieben ist, werden für die Anwendung der sozialen Rechtsvorschriften Tagen oder Teilen von Tagen effektiver Arbeit gleichgesetzt.

Art. 5 - Im Rahmen der zu diesem Zweck in die Haushaltspläne der Ministerien der Landwirtschaft und des Mittelstands eingetragenen Haushaltsmittel und gemäss den vom König festgelegten Bedingungen und Modalitäten werden die in Artikel 1 erwähnten Vergütungen für sozialen Aufstieg auch den Selbständigen und Helfern gewährt.

Art. 6 - [Unbeschadet der Befugnisse der Gerichtspolizeioffiziere überwachen die vom König bestimmten Beamten die Einhaltung des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse.

Diese Beamten üben diese Überwachung gemäss den Bestimmungen des Gesetzes vom 16. November 1972 über die Arbeitsinspektion aus.]. [Art. 6 ersetzt durch Art. 226 des G. vom 22. Dezember 1989 (B.S. vom 30. Dezember 1989)].

^