Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 05 augustus 2014
gepubliceerd op 08 augustus 2014

Omzendbrief betreffende de interpretatie van artikel 3, 3°, 2de streepje van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2014011486
pub.
08/08/2014
prom.
05/08/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE


5 AUGUSTUS 2014. - Omzendbrief betreffende de interpretatie van artikel 3, 3°, 2de streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie en artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


Aan de dames Voorzitter en de Heren Voorzitter van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Het Grondwettelijk Hof heeft op 30 juni 2014 het arrest nr. 95/2014 gewezen. Dit arrest vernietigt gedeeltelijk de interpretatie van artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's (cfr. punt 3 en 6 van deze omzendbrief). Dit arrest bepaalt immers dat artikel 57quinquies als volgt moet worden geïnterpreteerd : - de personen op wie dit artikel van toepassing is, zijn niet uitgesloten van het recht op dringende medische hulp; - de Unieburgers die op ons grondgebied verblijven als werknemer of als zelfstandige, zijn niet tijdelijk uitgesloten van het recht op maatschappelijke dienstverlening.

Naar analogie met de interpretatie die het Grondwettelijk Hof aan artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's heeft gegeven, moet artikel 3, 3°, 2e streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie op een gelijkaardige manier geïnterpreteerd worden.

Om deze wijzigingen duidelijk toe te lichten, werd er een omzendbrief opgesteld met als voornamelijk doel : - de interpretatie van artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's af te stemmen op voormeld arrest van het Hof; - en een gelijkaardige interpretatie van artikel 3, 3°, 2de streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie in te voeren.

Deze omzendbrief vervangt : - de omzendbrief van 29 juni 2011 over de EU-burger - Analyse van het verband tussen het verblijfsrecht en het openen van het recht op maatschappelijke steun of het leefloon en van de eventuele gevolgen van de toevlucht tot OCMW-steun voor het verblijfsrecht; - de omzendbrief van 28 maart 2012Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 28/03/2012 pub. 17/04/2012 numac 2012011162 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Omzendbrief betreffende de burger van de EU en zijn familieleden : wijziging van de voorwaarden om aanspraak te maken op maatschappelijke dienstverlening sluiten betreffende de burger van de EU en zijn familieleden : wijziging van de voorwaarden om aanspraak te maken op maatschappelijke dienstverlening; - punt 3 van de omzendbrief van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 10/07/2013 pub. 16/07/2013 numac 2013011352 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Omzendbrief betreffende de programmawet van 28 juni 2013 sluiten betreffende de programmawet van 28 juni 2013.

De bepalingen van de hiervoor vernoemde omzendbrieven worden opgeheven met ingang van 24 juli 2014, datum van publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad.

Deze omzendbrief heeft tot doel een overzicht te geven van de verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde betreffende het recht op maatschappelijke integratie en het recht op maatschappelijke dienstverlening : - van Unieburgers en hun familieleden (1) die het kader van het recht op vrij verkeer naar ons grondgebied zijn gekomen (2) en - van de familieleden van een Belg die in het kader van de gezinshereniging met een Belg naar ons grondgebied zijn gekomen (3).

Deze omzendbrief zal het dus niet hebben over de algemene voorwaarden die moeten vervuld zijn voor iedere persoon die aanspraak wenst te maken op het recht op maatschappelijke integratie en/of het recht op maatschappelijke dienstverlening. 1. Informatie over het verblijfsrecht voor de in deze omzendbrief bedoelde personen 1.1. Inleiding A) Enkel de Dienst Vreemdelingenzaken is bevoegd om een beslissing te nemen over de toekenning, de weigering of de intrekking van een verblijfsrecht.

B) Om een beslissing te nemen over het openen van het recht op maatschappelijke integratie, op maatschappelijke dienstverlening of dringende medische hulp, moet het OCMW zich evenwel afvragen wat de verblijfsituatie van de betrokkenen is.

Voor dit onderzoek is een goed inzicht in de voornaamste fasen van het verblijf van de betrokkenen op ons grondgebied noodzakelijk. Om dit onderzoek eenvoudiger te laten verlopen, vindt u hieronder de volgende overzichten : - De drie types van het verblijfsrecht van de Unieburger en zijn familieleden (omzetting van de richtlijn 2004/38/EG) - De gezinshereniging voorzien in artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - De verblijfsdocumenten afgeleverd door de gemeentelijke diensten of de Dienst Vreemdelingenzaken aan de personen die vallen onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief.

C) Er moet opgemerkt worden dat de Unieburger en zijn familieleden in het kader van hun recht op vrij verkeer drie verschillende verblijfsrechten op ons grondgebied kunnen hebben : - Verblijfsrecht van minder dan 3 maanden.

Om het verblijfsrecht van minder dan drie maanden te kunnen genieten, dienen Unieburgers over een geldige identiteitskaart of geldig paspoort te beschikken. Familieleden die geen onderdaan zijn van een lidstaat dienen daarnaast de visumplicht, indien die van toepassing is, te respecteren.

Wanneer Unieburgers en hun familieleden gebruik maken van het verblijfsrecht van minder dan drie maanden, dan zal het meestal gaan om een toeristisch verblijf, waarbij men geen beroep kan doen op het socialebijstandstelsel van het Rijk. - Verblijfsrecht van meer dan 3 maanden.

Niet alle Unieburgers kunnen aanspraak maken op het verblijfsrecht van meer dan drie maanden. De wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bepaalt immers dat om een verblijfsrecht van meer dan drie maanden te verkrijgen men daartoe tot één van de volgende categorieën moet behoren : 1) in het Rijk werknemer of zelfstandige zijn of het Rijk binnenkomen om werk te zoeken en kunnen bewijzen dat men werk zoekt en een reële kans maakt om te worden aangeworven;2) over voldoende bestaansmiddelen beschikken voor zichzelf om te voorkomen dat men tijdens zijn verblijf ten laste komt van het socialebijstandstelsel van het Rijk, en over een verzekering beschikken die de ziektekosten in het Rijk volledig dekt;3) ingeschreven zijn bij een georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling om er als hoofdbezigheid een studie, daaronder begrepen een beroepsopleiding, te volgen en beschikken over een verzekering die de ziektekosten in het Rijk volledig dekt, en verzekeren over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om te voorkomen dat men tijdens zijn verblijf ten laste komt van het socialebijstandstelsel van het Rijk. De familieleden die een Unieburger die behoort tot één van deze drie categorieën vergezellen of vervoegen, kunnen ook aanspraak maken op een verblijfsrecht van meer dan drie maanden. - Duurzaam verblijfsrecht Het duurzaam verblijfsrecht wordt toegekend aan Unieburgers en aan zijn familieleden na een ononderbroken wettelijk verblijf op het Belgisch grondgebied van vijf jaar.

D) Er moet onderstreept worden dat de familieleden die een Belg vergezellen of vervoegen op basis van artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten eveneens aanspraak kunnen maken op een verblijfsrecht van meer dan drie maanden of op een duurzaam verblijfsrecht.

E) Gedurende het sociaal onderzoek moeten de documenten die door de gemeentelijke diensten en/of de Dienst Vreemdelingenzaken worden afgeleverd aan de personen die in het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen, geverifieerd worden. 1.2. Eerste fase : de betrokkene biedt zich aan bij de gemeentelijke diensten Bijlage 19 : « Aanvraag van een verklaring van inschrijving/aanvraag van een identiteitskaart voor vreemdelingen in de hoedanigheid van Zwitserse onderdaan » Dit document wordt afgeleverd aan een Unieburger die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft aangevraagd in de hoedanigheid van werknemer, zelfstandige, werkzoekende, student, persoon met voldoende bestaansmiddelen of een familielid van een Unieburger, zelf Unieburger, in één van de voornoemde hoedanigheden.

Dit document wordt ook afgeleverd aan een Unieburger die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft aangevraagd in de hoedanigheid van een familielid van een Belg.

Bijlage 19ter : « Aanvraag voor een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Europese Unie of voor een identiteitskaart voor vreemdelingen, in de hoedanigheid van familielid van een Zwitserse onderdaan » Dit document wordt afgeleverd aan de derdelander die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft aangevraagd in zijn hoedanigheid van familielid van een Unieburger of van familielid van een Belg.

Bijlage 20 : « Beslissing tot weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten » Dit document wordt afgeleverd wanneer er na de afgifte van een bijlage 19 of 19ter een beslissing tot weigering van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden werd genomen.

Bijlage 35 : « Bijzonder verblijfsdocument » Dit document wordt afgeleverd wanneer de betrokkene een schorsend beroep bij de RVV heeft ingediend tegen de beslissing tot weigering van verblijfsrecht van meer dan drie maanden (cf. art. 111 KB 8 oktober 1981) (4). 1.3. Tweede fase : de betrokkene heeft een verblijfsrecht van meer dan drie maanden Bijlage 8 of E-kaart : « Verklaring van inschrijving » Dit document wordt afgeleverd aan de Unieburger die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft bekomen in de hoedanigheid van werknemer, zelfstandige, werkzoekende, student, persoon met voldoende bestaansmiddelen of een familielid van een Unieburger die één van de voornoemde hoedanigheden heeft.

Dit document wordt ook afgeleverd aan een Unieburger die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden bekomen heeft in de hoedanigheid van een familielid van een Belg.

F-kaart : « Verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie » Dit document wordt afgeleverd aan een derdelander die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft bekomen in de hoedanigheid van familielid van een Unieburger of van familielid van een Belg.

Bijlage 21 : « Beslissing die een einde stelt aan het recht op verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten » Dit document wordt afgeleverd wanneer er een beslissing die een einde maakt aan het verblijfsrecht van meer dan drie maanden werd genomen nadat een bijlage 8 (E-kaart) of een bijlage 9 (F-kaart) aan de betrokkene werd afgeleverd.

Bijlage 35 : « Bijzonder verblijfsdocument » Dit document wordt afgeleverd wanneer de betrokkene een schorsend beroep bij de RVV heeft ingediend tegen de beslissing tot beëindiging van het verblijfsrecht van meer dan drie maanden (cf. art. 111 KB 8 oktober 1981). 1.4. Derde fase : de betrokkene heeft een recht op een duurzaam verblijf bekomen Bijlage 8bis of E+-kaart : « Document ter staving van duurzaam verblijf » Dit document wordt afgeleverd aan de Unieburger die een recht op een duurzaam verblijf heeft bekomen in de hoedanigheid van Unieburger, familielid van een Unieburger of familielid van een Belg.

Bijlage 9bis of F+-kaart : « Duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie » Dit document wordt afgeleverd aan de derdelander die een recht op een duurzaam verblijf heeft bekomen in de hoedanigheid van een familielid van een Unieburger of van een familielid van een Belg. 2. Het recht op maatschappelijke integratie 2.1. Inleiding In deze omzendbrief bespreken we enkel de verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde voor het recht op maatschappelijke integratie.

De verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde van het recht op maatschappelijke integratie van de personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen, wordt geregeld bij artikel 3, 3°, 2de streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Dit artikel stipuleert : `Om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten, moet de persoon tegelijkertijd en onverminderd de bijzondere voorwaarden die bij deze wet worden gesteld : (...) 3° behoren tot één van de volgende categorieën van personen : (...) - hetzij als burger van de Europese Unie, of als lid van zijn familie die hem begeleidt of zich bij hem voegt, genieten van een verblijfsrecht voor meer dan drie maanden, overeenkomstig de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Deze categorie van personen geniet pas na de eerste drie maanden van dit verblijf het recht op maatschappelijke integratie; (...)' 2.2. Voorwaarden in verband met het verblijf van de betrokkene Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen 2 categorieën : - de Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden, - en de andere personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen. 2.2.1. Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden De betrokkene heeft recht op maatschappelijke integratie op voorwaarde dat hij een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden (E-kaart of F-kaart). Indien de betrokkene dit verblijfsrecht nog niet of niet langer heeft, is er dus ook geen recht op maatschappelijke integratie.

Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, bijlage 21 of bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke integratie. 2.2.2. De andere personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen.

De betrokkene heeft recht op maatschappelijke integratie op voorwaarde dat hij een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden (E-kaart of F-kaart) EN een effectief verblijf van drie maanden in die hoedanigheid op ons grondgebied heeft te rekenen vanaf de afgifte van de bijlage 19 of bijlage 19ter.

Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart (5).

Indien de betrokkene dit verblijfsrecht nog niet of niet langer heeft, is er dus ook geen recht op maatschappelijke integratie. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, bijlage 21 of bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke integratie. 2.2.3. Duurzaam verblijfsrecht Indien de personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen reeds een duurzaam verblijfsrecht bekwamen (E+-kaart of F+-kaart), moet het bovenstaande onderscheid niet langer gemaakt worden. Deze personen voldoen altijd aan de verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde van artikel 3, 3°, 2e streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie en kunnen dus, indien alle andere voorwaarden voldaan zijn, aanspraak maken op het recht op maatschappelijke integratie. 2.3. Het recht op maatschappelijke integratie Voor de andere voorwaarden inzake de toekenning van het recht op maatschappelijke integratie verwijs ik u naar de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Er moet aan de hand van een sociaal onderzoek worden nagegaan of de betrokkene aan alle voorwaarden voldoet om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen openen. 3. Het recht op maatschappelijke dienstverlening 3.1. Inleiding In dit deel gaat het enkel over de verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde voor het recht op maatschappelijke dienstverlening. Het recht op dringende medische hulp wordt in punt 4 besproken.

Ook hier geldt dat aan de hand van een sociaal onderzoek moet worden nagegaan of de betrokkene aan alle voorwaarden voldoet om het recht op maatschappelijke dienstverlening te kunnen openen.

Het recht op maatschappelijke dienstverlening van personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen, wordt geregeld bij artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Dit artikel stipuleert : `In afwijking van de bepalingen van deze wet is de maatschappelijke dienstverlening door het centrum niet verschuldigd aan onderdanen van lidstaten van de Europese Unie en hun familieleden gedurende de eerste drie maanden van het verblijf of, in voorkomend geval de langere periode zoals bedoeld in artikel 40, § 4, eerste lid, 1°, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen.' 3.2. Voorwaarden in verband met het verblijf van de betrokkene Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen 3 categorieën : - de Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden; - de Unieburger die in de hoedanigheid van werkzoekende op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden; - de andere personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen. 3.2.1. Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden.

De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat hij een aanvraag tot een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft ingediend (bijlage 19 of bijlage 19ter) of dit verblijfsrecht van meer dan drie maanden bekomen heeft (E-kaart of F-kaart). Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening. 3.2.2. Unieburger die in de hoedanigheid van werkzoekende op ons grondgebied verblijft en zijn familieleden De betrokkene heeft geen recht op maatschappelijke dienstverlening en dit gedurende de hele periode dat hij in die hoedanigheid op ons grondgebied verblijft. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke dienstverlening. 3.2.3. De andere personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening indien er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart (6). 3.2.4. Duurzaam verblijfsrecht Indien de personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen reeds een duurzaam verblijfsrecht bekwamen (E+-kaart of F+-kaart), moet het bovenstaande onderscheid niet langer gemaakt worden. Deze personen hebben, indien alle andere voorwaarden vervuld zijn, recht op maatschappelijke dienstverlening. 3.3. Het recht op maatschappelijke dienstverlening 3.3.1. Inleiding Het recht op maatschappelijke dienstverlening kan verschillende vormen aannemen. Zo kan maatschappelijke dienstverlening onder andere bestaan uit : equivalent leefloon, tewerkstellingsmaatregelen, medische kosten, verwarmingstoelage, participatie en sociale activering, ...

Voor elke vorm van maatschappelijke dienstverlening moet er aan de hand van een sociaal onderzoek worden nagegaan of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden voor die vorm van steun. 3.3.2. Tewerkstellingsmaatregelen De betrokkene heeft recht op een tewerkstellingsmaatregel indien er een recht op maatschappelijke dienstverlening bestaat en indien de andere voorwaarden voor de tewerkstellingsmaatregel vervuld zijn.

Voor personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen zal er voor de tewerkstellingsmaatregelen geen betoelaging (meer) zijn indien de betrokkene afgevoerd is met verlies van verblijfsrecht. De betrokkene is vanaf de datum van de beslissing opgenomen in de bijlage 20 of bijlage 21 immers niet meer ingeschreven in het vreemdelingenregister. Artikel 5, § 4 van de wet van 02/04/1965 bepaalt dat de betrokkenen moeten ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister opdat de tewerkstellingsmaatregel kan worden betoelaagd. 4. Het recht op dringende medische hulp 4.1. Inleiding Ik wil u herinneren aan het feit dat dringende medische hulp geen financiële steunverlening, huisvesting of andere maatschappelijke dienstverlening in natura kan zijn (7).

In deze omzendbrief wordt enkel de verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarde voor het recht op dringende medische hulp uiteengezet. Voor de andere voorwaarden dient te worden verwezen naar de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven. Er moet aan de hand van het sociaal onderzoek worden nagegaan of de betrokkene aan alle voorwaarden voldoet om recht te hebben op dringende medische hulp. 4.2. Verblijfsvoorwaarde voor de betrokkene.

Indien artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's bepaalde personen tijdelijk uitsluit van het recht op maatschappelijke dienstverlening, dan houdt dit niet in dat deze personen ook uitgesloten zijn van het recht op dringende medische hulp (8).

Dit houdt verplicht in : 1) dat de voorwaarden voor het recht op dringende medische hulp bepaald in het koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven, moeten vervuld zijn (met uitzondering van het illegaal verblijf);2) dat de staat van behoeftigheid blijkt uit het sociaal onderzoek uitgevoerd door het OCMW;3) dat de betrokkene niet ressorteert onder de Belgische ziekteverzekering of die van zijn land van oorsprong of geen verzekering heeft die alle medische kosten in het land dekt of deze kan afsluiten.5. Gevolgen van het openen van het recht op maatschappelijke integratie en/of het recht op maatschappelijke dienstverlening op het verblijfsrecht. De POD Maatschappelijke Integratie maakt bepaalde persoonsgegevens van personen op wie deze omzendbrief van toepassing is over aan de Dienst Vreemdelingenzaken.

Wanneer deze personen beroep doen op het OCMW kan dit een gevolg hebben voor hun verblijfsrecht.

Het OCMW dient deze personen mee te delen dat beroep doen op de steun van het OCMW inhoudt dat hun gegevens door de POD Maatschappelijke Integratie worden medegedeeld aan de Dienst Vreemdelingenzaken en dat dit een invloed kan hebben op hun verblijfsrecht (9). 6. Overgangsmaatregelen 6.1. Mogelijkheden voor de betrokkene om de reeds genomen beslissingen aan te vechten Ingevolge van het arrest nr. 95/2014 van het Grondwettelijk Hof van 30 juni 2014 kunnen beslissingen die werden genomen inzake het recht op dringende medische hulp van de personen die in het kader van hun recht op vrij verkeer naar ons grondgebied zijn gekomen alsook het recht op maatschappelijke dienstverlening van Unieburgers die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijven en hun familieleden, indien dit nog mogelijk is, worden herzien met het gebruik van de gewone rechtsmiddelen. `Maar naast het gebruik van de gewone rechtsmiddelen waar dat nog mogelijk is, laat de wet toe dat rechterlijke beslissingen of administratieve maatregelen die gesteund zijn op een naderhand vernietigde wet ingetrokken worden, voor zover dit gevraagd wordt binnen zes maanden na de bekendmaking van het arrest van het Hof in het Belgisch Staatsblad. Het openbaar ministerie en de belanghebbende partijen beschikken daartoe over buitengewone rechtsmiddelen.' (10) 6.2. Verplichtingen voor het OCMW Ingevolge dit arrest van het Grondwettelijk Hof is het dus noodzakelijk dat het OCMW zich zo snel mogelijk houdt aan deze interpretatie van het artikel 57quinquies van de organieke wet betreffende de OCMW's. Het OCMW heeft, gerekend vanaf 24/07/2014 (de datum van publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad) twee maanden de tijd om beslissingen terzake te herzien. De beslissingen moeten herzien worden tot op de datum van de publicatie.

Voor wat betreft de wijziging van de interpretatie van artikel 3, 3°, 2e streepje van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie aangaande de Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige naar ons grondgebied is gekomen en hun familieleden, heeft het OCMW een termijn van twee maanden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad van het arrest om alle dossiers in overeenstemming te brengen met de inhoud van deze omzendbrief.

Voor de andere personen die onder het toepassingsgebied van deze omzendbrief vallen, brengt deze omzendbrief geen wijzigingen aan.

Met de meeste hoogachting De Minister van Justitie, belast met Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Getekend M. De Block (1) Het gaat om landen uit de EU en de Europese Economische Ruimte (2) Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr.1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EG, 90/364/EG, 90/365/EEG en 93/96/EG. (3) Artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.(4) Een bijlage 35 wordt afgeleverd in talrijke gevallen van schorsend beroep bij de RVV.Voor een bijlage 35 moet worden nagegaan tegen welke soort beslissing beroep werd ingediend bij de RVV. (5) Om de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of de F-kaart te achterhalen, kan men het IT195 in het rijksregister raadplegen.De datum waarop de betrokkene de kaart effectief ontving, is de eerste datum. De datum vanaf wanneer de kaart geldig is, kan men vinden door de datum op het einde van de regel te nemen en daarvan vijf jaar af te trekken. (6) Om de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of de F-kaart te achterhalen, kan men het IT195 in het rijksregister raadplegen.De datum waarop de betrokkene de kaart effectief ontving, is de eerste datum. De datum vanaf wanneer de kaart geldig is, kan men vinden door de datum op het einde van de regel te nemen en daarvan vijf jaar af te trekken. (7) Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven.(8) Personen die niet uitgesloten zijn van het recht op maatschappelijke dienstverlening hebben recht op medische hulp en kunnen dus geen aanspraak maken op het recht op dringende medische hulp. (9) Zie ook de analyse van de gegevensstromen tussen de POD MI en DVZ door te klikken op de volgende link : http://www.mi-is.be/be-nl/doc/ocmw/analyse-van-de-gegevensstromen-tussen-dvz-en-de-pod-mi (10) Cf.website van het Grondwettelijk Hof : http://www.const-court.be/nl/voorstelling/voorstelling_bevoegdheid.html

^