gepubliceerd op 17 april 2012
Omzendbrief betreffende de burger van de EU en zijn familieleden : wijziging van de voorwaarden om aanspraak te maken op maatschappelijke dienstverlening
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE
28 MAART 2012. - Omzendbrief betreffende de burger van de EU en zijn familieleden : wijziging van de voorwaarden om aanspraak te maken op maatschappelijke dienstverlening
Aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Inleiding Burgerschap van de Unie verleent iedere burger van de Unie, binnen de beperkingen van het Verdrag en de maatregelen tot uitvoering daarvan, een fundamenteel en persoonlijk recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten (1).
De Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden bepaalt evenwel dat het gastland dient bevoegd te blijven om te beslissen over de toekenning aan andere personen dan werknemers, zelfstandigen, of personen die deze status hebben behouden, en hun familieleden, van sociale bijstand tijdens de eerste drie maanden van verblijf, of tijdens een langere periode in het geval van werkzoekenden, of over de toekenning van levensonderhoud voor studies, beroepsopleiding inbegrepen, vóór de verwerving van het permanente verblijfsrecht (2).
De mogelijkheid, de burger van de Unie in sommige gevallen geen maatschappelijke dienstverlening toe te kennen werd uitdrukkelijk voorzien in artikel 24.2 van voormelde Richtlijn : "(...) is het gastland niet verplicht een recht op sociale bijstand toe te kennen, gedurende de eerste drie maanden van verblijf of, in voorkomend geval de in artikel 14, lid 4, onder b), bedoelde langere periode, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzaam verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen voor studies, inclusief beroepsopleiding, in de vorm van een studiebeurs of -lening, aan andere personen dan werknemers of zelfstandigen, of personen die deze status hebben behouden, en hun familieleden".
In Belgisch recht werd tot nu toe nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid voor de lidstaten de burger van de Unie en zijn familieleden geen sociale bijstand toe te kennen.
De wetgever heeft deze mogelijkheid benut door middel van de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers (Belgisch Staatsblad 17 februari 2012) die ook de organieke O.C.M.W.- wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten wijzigt.
Met zijn artikel 12 voegt de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten in voormelde organieke wet een nieuw artikel 57quinquies in, dat luidt als volgt : « In afwijking van de bepalingen van deze wet is de maatschappelijke dienstverlening door het centrum niet verschuldigd aan onderdanen van lidstaten van de Europese Unie en hun familieleden gedurende de eerste drie maanden van het verblijf of, in voorkomend geval de langere periode zoals bedoeld in artikel 40, § 4, eerste lid, 1°, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen. » (3) Deze wetsbepaling is op 27 februari 2012 in werking getreden.
De Belgische wetgever heeft aldus beslist gebruik te maken van de mogelijkheid die de lidstaten hebben in sommige gevallen geen sociale bijstand toe te kennen aan de burger van de Unie en zijn familieleden.
Op te merken valt dat momenteel enkel de aanspraak op maatschappelijke dienstverlening aldus werd beperkt.
Deze omzendbrief heeft dus tot doel een overzicht te geven van de invloed van deze wetsbepaling op het recht op maatschappelijke dienstverlening voor de burger van de Unie en zijn familieleden. 1. Geen recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende de drie eerste maanden van verblijf De burger van de Unie en zijn familieleden die hem vergezellen of die zich bij hem voegen, kunnen geen aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening gedurende de eerste drie maanden van verblijf op het Belgisch grondgebied. Het gaat dus om een algemene afwijking die geldt voor categorieën van burgers van de Unie en alle familieleden die hen vergezellen of die zich bij hen voegen.
Het is noodzakelijk te benadrukken dat de Richtlijn 2004/38/EG bepaalt dat deze beperking niet geldt voor de burger van de Unie die de status van werknemer of van zelfstandige heeft of behoudt. Wanneer deze status van werknemer of van zelfstandige werd erkend voor de EU-burger, dan heeft hij recht op een verblijf van langer dan drie maanden op het Belgisch grondgebied en valt hij binnen het toepassingsgebied van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Indien hij in het bezit is van een bijlage 19, dan heeft hij niet het bewijs geleverd dat hij deze hoedanigheid bezit, maar heeft hij die hoedanigheid enkel ingeroepen als basis voor zijn verblijfsrecht. Derhalve is de uitsluiting van de toekenning van de maatschappelijke dienstverlening gedurende de eerste drie maanden na de afgifte van de bijlage 19 dus ook van toepassing op hen die de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige hebben ingeroepen als basis voor de afgifte van hun bijlage 19.
Bijgevolg heeft geen enkele burger die een bijlage 19 heeft recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende de eerste drie maanden van zijn verblijf.
Wanneer hebben de burger van de Unie en zijn familieleden voortaan in de praktijk recht op maatschappelijke dienstverlening ? De burger van de Unie Vanaf 27 februari 2012 kan een burger van de Unie in het bezit van een bijlage 19 geen aanspraak meer maken op maatschappelijke dienstverlening zodra hij deze bijlage bekomt.
Hij zal slechts daarop aanspraak kunnen maken na het verstrijken van een termijn van drie maanden die begint te lopen vanaf de datum van afgifte van zijn bijlage 19. Tijdens deze termijn kan de betrokkene evenmin aanspraak maken op dringende medische hulp.
De familieleden (4) Eveneens vanaf 27 februari 2012, zullen de familieleden van een burger van de Unie, die in het bezit zijn van een bijlage 19ter, geen aanspraak meer kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening zodra ze deze bijlage hebben bekomen.
Ze zullen slechts aanspraak daarop kunnen maken na het verstrijken van een termijn van drie maanden die begint te lopen vanaf de datum van afgifte van hun bijlage 19ter. Tijdens deze termijn kunnen de betrokkenen evenmin aanspraak maken op dringende medische hulp.
Zijn er overgangsmaatregelen ? Neen.
Bij deze wetswijziging werd immers geen enkele overgangsmaatregel voorzien.
Wat gebeurt er bijgevolg voor de burger van de Unie in het bezit van een bijlage 19 afgeleverd vóór 27 februari 2012 ? In dit geval heeft deze wetswijziging gevolgen voor de burger van de Unie aan wie een bijlage 19 werd afgeleverd minder dan drie maanden vóór 27 februari 2012.
Indien maatschappelijke dienstverlening werd toegekend vóór 27 februari 2012, moet het O.C.M.W. immers de genomen beslissing herzien binnen een redelijke termijn en dit ten laatste binnen de dertig dagen na het inwerkingtreden van de wet.
Het is immers zo dat er vanaf 27 februari 2012 geen maatschappelijke dienstverlening meer toegekend kan worden tijdens de eerste drie maanden van het verblijf. Door de toepassing van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur wordt er aan het O.C.M.W. een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet, gegeven om over te gaan tot de herziening van de dossiers. Na het verstrijken van voornoemde termijn van dertig dagen moet de lopende hulpverlening stopgezet zijn. Indien de termijn van drie maanden vanaf de afgifte van de bijlage 19 intussen verstreken is, zal de betrokkene opnieuw aanspraak kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening van het O.C.M.W. Voor de burger van de Unie aan wie een bijlage 19 vóór 27 november 2011 werd afgeleverd, zal deze wetswijziging daarentegen geen invloed hebben op zijn recht op maatschappelijke dienstverlening aangezien hij reeds drie maanden op het Belgisch grondgebied verblijft.
Wat gebeurt er voor de familieleden van een burger van de Unie in het bezit van een bijlage 19ter afgeleverd vóór 27 februari 2012 ? Dezelfde redenering als voor de burger van de Unie wordt gevolgd.
Deze wetswijziging heeft enkel gevolgen voor de familieleden aan wie een bijlage 19ter werd afgeleverd minder dan drie maanden vóór 27 februari 2012.
Indien maatschappelijke dienstverlening werd toegekend vóór 27 februari 2012, moet het O.C.M.W. immers de genomen beslissing herzien binnen een redelijke termijn en dit ten laatste binnen de dertig dagen na het inwerkingtreden van de wet.
Het is immers zo dat er vanaf 27 februari 2012 geen maatschappelijke dienstverlening meer toegekend kan worden tijdens de eerste drie maanden van het verblijf. Door de toepassing van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur wordt er aan het O.C.M.W. een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet, gegeven om over te gaan tot de herziening van de dossiers. Na het verstrijken van voornoemde termijn van dertig dagen moet de lopende hulpverlening stopgezet zijn. Indien de termijn van drie maanden vanaf de afgifte van de bijlage 19ter intussen verstreken is, zal de betrokkene opnieuw aanspraak kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening van het O.C.M.W. Kunnen de burger van de Unie en zijn familieleden in aanmerking komen voor een tewerkstellingsmaatregel ? Neen, omdat maatschappelijke dienstverlening niet verschuldigd is tijdens de drie eerste maanden van het verblijf. 2. Geen recht op maatschappelijke dienstverlening tijdens het zoeken naar werk De burger van de Unie die het Rijk is binnengekomen op zoek naar werk kan geen aanspraak meer maken op maatschappelijke dienstverlening gedurende de hele periode waarin hij kan bewijzen dat hij verder zoekt naar werk en dat hij echt kans maakt in dienst te worden genomen.Deze beperking geldt ook voor zijn familieleden die hem vergezellen of die zich bij hem voegen.
Voor wie geldt deze maatregel ? Deze wetswijziging geldt voor de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen op zoek naar werk, evenals voor zijn familieleden die hem vergezellen of die zich bij hem voegen.
Het gaat dus niet om een nieuwe algemene maatregel aangezien ze niet geldt voor alle burgers van de Unie.
Concreet betekent dit dat tijdens gans de geldigheidsduur van zijn bijlage 19, de burger van de Unie die het Belgisch grondgebied is binnengekomen op zoek naar werk, geen aanspraak meer kan maken op maatschappelijke dienstverlening. Evenzo kunnen de familieleden die hem vergezellen of die zich bij hem voegen geen aanspraak meer maken op maatschappelijke dienstverlening tijdens gans de geldigheidsduur van hun bijlage 19 of 19ter.
Wanneer aan de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen op zoek naar werk een bijlage 8 werd afgeleverd, en aan de familieleden een bijlage 8 of een bijlage 9, is de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten op hen van toepassing. Het behoort niet tot de missies van het O.C.M.W. om aanvullende maatschappelijke dienstverlening toe te kennen voorafgaand aan de verwerving van het permanent verblijfsrecht.
Zijn er overgangsmaatregelen? Neen.
Bij deze wetswijziging werd immers geen enkele overgangsmaatregel voorzien.
Wat gebeurt er voor de burger van de Unie in het bezit van een bijlage 19 afgeleverd vóór 27 februari 2012 ? In dit geval heeft deze wetswijziging gevolgen voor de burger van de Unie aan wie een bijlage 19 werd afgeleverd vóór 27 februari 2012.
Indien maatschappelijke dienstverlening werd toegekend vóór 27 februari 2012, moet het O.C.M.W. immers de genomen beslissing herzien binnen een redelijke termijn en dit ten laatste binnen de dertig dagen na het inwerkingtreden van de wet.
Het is immers zo dat er vanaf 27 februari 2012 geen maatschappelijke dienstverlening meer toegekend kan worden. Door de toepassing van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur wordt er aan het O.C.M.W. een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet, gegeven om over te gaan tot de herziening van de dossiers. Na het verstrijken van voornoemde termijn van dertig dagen moet de lopende hulpverlening stopgezet zijn.
De burger van de Unie zal voortaan geen aanspraak meer kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening gedurende gans de periode dat hij in de hoedanigheid van werkzoekende op het Belgisch grondgebied verblijft. Tijdens deze termijn kan de betrokkene evenmin aanspraak maken op dringende medische hulp.
Wat gebeurt er voor de familieleden van deze burgers van de Unie in het bezit van een bijlage 19ter afgeleverd vóór 27 februari 2012 ? Dezelfde redenering als voor de burger van de Unie die ze vergezellen of bij wie ze zich voegen, wordt gevolgd.
In dit geval heeft deze wetswijziging gevolgen voor de familieleden van een burger van de Unie, aan wie een bijlage 19ter werd afgeleverd vóór 27 februari 2012.
Indien maatschappelijke dienstverlening werd toegekend vóór 27 februari 2012, moet het O.C.M.W. immers de genomen beslissing herzien binnen een redelijke termijn en dit ten laatste binnen de dertig dagen na het inwerkingtreden van de wet.
Het is immers zo dat er vanaf 27 februari 2012 geen maatschappelijke dienstverlening meer toegekend kan worden. Door de toepassing van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur wordt er aan het O.C.M.W. een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet, gegeven om over te gaan tot de herziening van de dossiers. Na het verstrijken van voornoemde termijn van dertig dagen moet de lopende hulpverlening stopgezet zijn.
De familieleden die een burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen als werkzoekende, vergezellen of bij wie ze zich voegen, zullen voortaan geen aanspraak meer kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening zolang de burger die ze vergezellen of bij wie ze zich voegen de status van werkzoekende heeft. Tijdens deze termijn kunnen de betrokkenen evenmin aanspraak maken op dringende medische hulp.
Kunnen de burgers van de Unie die naar het Belgisch grondgebied zijn gekomen op zoek naar werk en hun familieleden op een bepaald moment maatschappelijke dienstverlening bekomen ? (5) Enkel wanneer ze een duurzaam verblijfsrecht in België zullen hebben.
Kunnen de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen op zoek naar werk en zijn familieleden in aanmerking komen voor een tewerkstellingsmaatregel tijdens de termijn van hun bijlage 19 ? (6) Neen, omdat tot aan het bekomen van het duurzaam verblijfsrecht maatschappelijke dienstverlening niet verschuldigd is. 3. Geen steun voor levensonderhoud De nieuwe wetgeving bepaalt eveneens dat het O.C.M.W. niet verplicht is om vóór de verwerving van het duurzaam verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen. Met het oog op de nodige overeenstemming met Richtlijn 2004/38/EG, geldt deze beperking echter niet voor de burgers van de Unie die de status van werknemer of van zelfstandige hebben, evenals voor zijn familieleden die hem vergezellen of die zich bij hem voegen.
De terminologie "steun voor levensonderhoud" is afkomstig van Richtlijn 2004/38/EG die de "steun (toegekend) voor levensonderhoud voor studies, inclusief beroepsopleiding, in de vorm van een studiebeurs of - lening" bepaalt. Tijdens de parlementaire voorbereiding van voormelde wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten werd het volgende gepreciseerd : « ... dat het gaat over de steun die eventueel kan worden toegekend boven op het leefloon. In de praktijk kan een leefloon, maatschappelijke integratie, worden gegeven of een bedrag equivalent aan het leefloon, maatschappelijke dienstverlening. Die twee varianten van het leefloon worden niet geviseerd door steun aan het levensonderhoud in voorliggend wetsvoorstel. Het gaat enkel om de zogenaamde bijkomende steun, die daarbovenop kan worden gegeven. De verklaring is belangrijk om de juiste interpretatie van het artikel te laten akteren" (Kamer van volksvertegenwoordigers van België - Integraal verslag met vertaald beknopt verslag met de interventies - CRIV 53 PLEN 052 - van donderdag 27 oktober 2011 namiddag, p 155).
Er moet bijgevolg rekening worden gehouden met deze interpretatie van de wetgever voor de toepassing van dit begrip in de praktijk van de O.C.M.W.'s. Dit geldt dus voor de aanvullende maatschappelijke dienstverlening, die zoals de Richtlijn 2004/38/EG verduidelijkt heeft de "steun (toegekend) voor levensonderhoud voor studies, inclusief beroepsopleiding, in de vorm van een studiebeurs of -lening" betreft en die niet door de Belgische Staat wordt terugbetaald. 4. Toelagen van de federale Staat Ingevolge de wijziging van de organieke O.C.M.W.- wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten wordt het recht op maatschappelijke dienstverlening in sommige omstandigheden niet geopend voor de burger van de Unie en zijn familieleden.
Hieruit volgt vanzelfsprekend dat geen enkele toelage door de federale Staat zal worden toegekend aan O.C.M.W.'s die maatschappelijke dienstverlening toekennen in een van de hypothesen waarvoor artikel 57quinquies duidelijk heeft gemaakt dat ze niet verschuldigd was.
Conclusies Deze wetswijziging heeft vanaf 27 februari 2012 tot gevolg : - dat tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in België geen maatschappelijke dienstverlening kan worden toegekend aan alle burgers van de Unie en hun familieleden; - dat de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen op zoek naar werk en zijn familieleden geen aanspraak meer kunnen maken op maatschappelijke dienstverlening tijdens gans de zoektocht naar werk; - dat vooraleer een duurzaam verblijfsrecht wordt bekomen, het O.C.M.W. niet verplicht is steun voor levensonderhoud toe te kennen aan de burgers van de Unie. Deze uitzondering geldt niet voor de burger van de Unie die de status van werknemer of van zelfstandige heeft.
Het gaat om ingrijpende veranderingen die enkel betrekking hebben op het recht op maatschappelijke dienstverlening. Ze hebben geen enkele invloed op het recht op maatschappelijke integratie voor de burgers van de Unie.
Hieruit vloeit voort dat deze omzendbrief de omzendbrief van 29 juni 2011 over de EU-burger aanpast en aanvult in functie van deze nieuwe wetsbepalingen.
Hoogachtend, De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Mevr. M. DE BLOCK _______ Nota's (1) Cf.Richtlijn 2004/ 38/EG, considerans 1 (2) Cf.Richtlijn 2004/ 38/EG, considerans 21 (3) De Franse versie van dit artikel bevat een vertaalfout.De formulering "Par dérogation aux dispositions de la présente loi, le centre n'est pas tenu d'accorder (...)" moet als volgt worden gelezen : "Par dérogation aux dispositions de la présente loi, l'aide sociale n'est pas due par le centre (...)". Alles wordt in het werk gesteld om de Franse versie van artikel 57quinquies zo snel mogelijk in overeenstemming te brengen met de Nederlandse versie. (4) Aan de familieleden van een burger van de Unie kan ofwel een bijlage 19 (indien ze de nationaliteit van een lidstaat van de Unie hebben), ofwel een bijlage 19ter (indien ze de nationaliteit van een lidstaat van de Unie niet hebben) worden afgeleverd.Vermits ze met een bijlage 19 in hun bezit ook de nationaliteit van een lidstaat van de Unie hebben, werd gemakshalve geen onderscheid gemaakt tussen familieleden met een bijlage 19 en die met een bijlage 19ter. (5) Indien de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen als werkzoekende over een E-kaart beschikt, kan hij aanspraak maken op het recht op maatschappelijke integratie.Zolang hij de hoedanigheid van werkzoekende behoudt, kan hem echter geen aanvullende maatschappelijke dienstverlening toegekend worden en dit tot aan het bekomen van een duurzaam verblijfsrecht. (6) Indien de burger van de Unie die naar het Belgisch grondgebied is gekomen als werkzoekende over een E-kaart beschikt, kan hij aanspraak maken op het recht op maatschappelijke integratie.Dit kan onder andere in de vorm van een leefloon of in de vorm van een tewerkstellingsmaatregel.