30 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Defensie inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten, van raamovereenkomsten en van concessieovereenkomsten, inzake vervreemding en inzake diverse uitgaven

De Minister van Defensie, Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 169;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, artikel 63;

Gelet op de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 18, gewijzigd bij de wetten van 1 december 2013 en van 15 mei 2014, en artikel 45;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, prijsvragen en concessies op federaal niveau, artikelen 7 tot 11, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en van 15 april 2018;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het voorafgaand toezicht inzake de plaatsing van de overheidsopdrachten met toepassing van artikel 18, § 3, van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 2018 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, artikelen 11, 24 en 38;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 juli 2018 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten en van concessieovereenkomsten, inzake vervreemding en inzake diverse uitgaven;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2021;

Overwegende het koninklijk besluit van 23 januari 2012 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;

Overwegende het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;

Overwegende het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren;

Overwegende het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "de Minister": de Minister van Defensie;2° "DG MR": de Directeur-generaal van de Algemene Directie Material Resources;3° "Div MP": de chef van de Divisie Overheidsopdrachten van de Algemene Directie Material Resources;4° "Div C&I": de chef van de Divisie Communicatie en Infrastructuur van de Algemene Directie Material Resources;5° "tabel": één van de genummerde tabellen in bijlage bij dit besluit;6° "ordonnateur": overheid aan wie de Minister, op basis van artikelen 7 tot 11 van het KB Delegatie, de in dit besluit bepaalde bevoegdheden overdraagt, meer bepaald inzake de voorbereiding, de selectie, de gunning, de sluiting, en het toezicht op de uitvoering van overheidsopdrachten, raamovereenkomsten, concessieovereenkomsten, en verkoopcontracten, en inzake diverse uitgaven;7° "gecentraliseerde ordonnateurs": de in tabel 1 vermelde ordonnateurs die overheidsopdrachten, raamovereenkomsten, concessieovereenkomsten en verkoopcontracten realiseren;8° "gedecentraliseerde ordonnateurs": de in tabel 2 vermelde ordonnateurs die overheidsopdrachten en raamovereenkomsten realiseren bestemd om de specifieke behoeften voor de werking van hun dienst en/of om de uitvoering van hun opdracht te vervullen;9° "leidende dienst": de dienst van de aanbestedende overheid belast met de verwezenlijking van de procedures overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten in naam van de ordonnateur.Deze dienst wordt aangeduid in het bestek of in een ander opdrachtdocument. Voor de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten gerealiseerd door een gecentraliseerde ordonnateur of door de Minister, is dit een sectie of ondersectie van de Divisie Overheidsopdrachten van de Algemene Directie Material Resources (of een dienst die zich in een gelijkaardige functionele afhankelijkheid bevindt). Voor de overheidsopdrachten gerealiseerd door een gedecentraliseerde ordonnateur, zijn dit de diensten van de gedecentraliseerde ordonnateur; 10° "wet": de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, gewijzigd bij de wet van 7 april 2019;11° "wet defensie en veiligheid": de wet van 13 augustus 2011 inzake de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, gewijzigd bij de wetten van 1 december 2013, van 15 mei 2014 en van 7 april 2019;12° "wet concessies": de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, gewijzigd bij de wet van 7 april 2019;13° "wetten": de wetten vermeld in artikel 1, 10°, 11° en 12° van dit besluit;14° "KB AUR": het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014, van 22 mei 2014, van 22 juni 2017 en van 15 april 2018;15° "KB concessies": het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018 en bij de ministerieel besluiten van 21 december 2017 en 20 december 2019;16° "KB gecentraliseerde overheidsopdrachten": het koninklijk besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid;17° "KB klassieke sectoren": het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018 en bij de ministerieel besluiten van 21 december 2017 en 20 december 2019;18° "KB defensie en veiligheid": het koninklijk besluit van 23 januari 2012 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 januari 2012, 7 februari 2014, 22 juni 2017, 15 april 2018 en 25 september 2018, en door de ministeriële besluiten van 18 december 2013, 22 december 2015, 21 december 2017 en 20 december 2019;19° "KB Delegatie": het koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, prijsvragen en concessies op federaal niveau, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en van 15 april 2018;20° "KB internationale samenwerking/deelname": het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het voorafgaand toezicht inzake de plaatsing van de overheidsopdrachten te plaatsen in het kader van internationale samenwerking of internationale deelname met toepassing van artikel 18, § 3, van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;21° "uitvoeringsbeslissingen": alle beslissingen voortvloeiend uit de bepalingen van het KB AUR, met uitzondering van Afdeling 5 van zijn Hoofdstuk 2, of van de bepalingen van Titel 3 van het KB concessies, met uitzondering van Afdeling 6 van zijn Hoofdstuk 2, of van de bepalingen van de opdrachtdocumenten;22° "wijzigingsbeslissingen": alle beslissingen voortvloeiend uit de bepalingen van Hoofdstuk 2, Afdeling 5 of van artikel 71 van het KB AUR of van de bepalingen van Titel 3, Hoofdstuk 2, Afdeling 6 van het KB concessies;23° "diverse uitgaven": de uitgaven, met uitzondering van deze die vallen onder de definitie van overheidsopdrachten of van concessieovereenkomsten, die betrekking hebben op verbintenissen die voortvloeien uit een verbruiksprogramma en die noodzakelijk zijn voor de werking of het in werking stellen van een stafdepartement, algemene directie, component of dienst;24° "lokale aankoop": een overheidsopdracht van beperkte waarde gesloten met een aanvaarde factuur gedefinieerd in artikel 92 van de wet en in artikelen 110, § 1, 4°, en 115, tweede lid, van het KB defensie en veiligheid die betrekking heeft op een uitgave gerealiseerd in het kader van een provisionele vastlegging genomen op basis van een ramingsstaat;25° "FOR": Federale Opdrachtencentrale van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;26° "Ruil": het contract in de zin van artikel 1702 van het Burgerlijk Wetboek waarbij de partijen aan elkaar een zaak in plaats van een andere zaak geven;27° "Contract": de overeenkomst in de zin van artikelen 1101 en 1106 van het Burgerlijk Wetboek, getekend door de ordonnateur en de opdrachtnemer, specifiek opgesteld om de rechten en verplichtingen van de partijen af te bakenen in het kader van een overheidsopdracht of concessieovereenkomst als de leidende dienst oordeelt dat de loutere betekening van de goedkeuring van de offerte onvoldoende is om dat doel te bereiken.28° "Opvraging van storting" (Call for Funds): een schuldvorderingsdocument opgemaakt door een organisme belast met de plaatsing en/of de uitvoering van een overheidsopdracht, een raamovereenkomst of een concessieovereenkomst in naam en voor rekening van de Belgische Staat en die een storting van fondsen door de Belgische Staat vergt, opdat het organisme de noodzakelijke betalingen kan uitvoeren voor de uitvoering van die overheidsopdracht, raamovereenkomst of concessieovereenkomst.Zolang het organisme deze fondsen niet heeft aangewend voor deze betalingen, blijven deze fondsen eigendom van de Belgische Staat. HOOFDSTUK 2. - Overdracht van bevoegdheid inzake overheidsopdrachten, raamovereenkomsten en concessieovereenkomsten Afdeling 1. - Bepalingen toepasselijk op alle overheidsopdrachten met

uitzondering van de lokale aankopen, op raamovereenkomsten en op concessieovereenkomsten

Art. 2.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op alle overheidsopdrachten, met uitzondering van de lokale aankopen, op alle raamovereenkomsten en op alle concessieovereenkomsten. In geval van tegenstrijdigheid tussen bepalingen van deze afdeling en die van andere afdelingen van dit hoofdstuk, primeren laatstgenoemde bepalingen voor wat betreft het toepassingsgebied van de afdelingen waarvan zij respectievelijk deel uitmaken.

Art. 3.§ 1. Aan de ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 worden de bevoegdheden, beschreven in artikel 4, overgedragen tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in deze tabellen in functie van de werkelijke of geraamde waarde van de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst en van de gunningswijze. § 2. In geval van afwezigheid van een ordonnateur, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de overheid aangeduid om de functie ad interim te vervullen, onverminderd tabel 1, § 2. § 3. De overgedragen bevoegdheid mag niet verder door de delegataris worden overgedragen, tenzij anders bepaald door bepalingen van dit besluit. § 4. Elke ordonnateur kan de bevoegdheid, toegekend aan ordonnateurs die hen hiërarchisch en/of functioneel ondergeschikt zijn, beperken.

Deze beperking wordt geformaliseerd door een gedateerde en getekende nota van deze ordonnateur. § 5. Ongeacht in welke fase van de procedure, kan de Minister, in voorkomend geval na goedkeuring door de Ministerraad, een bijzondere overdracht van bevoegdheid toekennen aan een ordonnateur boven diens in tabel 1 of 2 bepaalde bevoegdheidsdrempel. Voor wat uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen betreft, mag deze overdracht van bevoegdheid in het contract of in de brief van kennisgeving hernomen worden indien deze door de Minister getekend zijn.

Art. 4.Voor iedere fase vermeld hieronder op punten 1° tot 6° omvat de overdracht de bevoegdheid om: 1° de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst voor te bereiden, dat wil zeggen: a) zijn voorafgaandelijk akkoord geven om de plaatsingsprocedure op te starten, meer bepaald het voorwerp van de overheidsopdracht, van de raamovereenkomst of van de concessieovereenkomst goed te keuren, te beslissen over zijn gunningswijze, en de essentiële elementen van de opdracht te bepalen;b) zijn voorafgaandelijk akkoord geven voor de deelname van het Ministerie van Landsverdediging aan een gemeenschappelijke overeenkomst in het kader van de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten;c) de opdrachtdocumenten goedkeuren.Voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten waarvoor de Minister ordonnateur is, worden de opdrachtdocumenten door Div MP goedgekeurd.

De goedkeuring van een eventuele vooraankondiging wordt gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst en kan plaatsvinden vóór het voorafgaandelijk akkoord van de ordonnateur voorzien in punt a); 2° de kandidaten en de inschrijvers te selecteren, het eventuele selectieverslag goed te keuren en de gemotiveerde selectie-beslissing te ondertekenen.De ondertekening van de informatiebrieven naar de kandidaten wordt gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst;

De dialoog gesloten te verklaren in geval van concurrentiegerichte dialoog of concurrentiedialoog en de desbetreffende gemotiveerde beslissing te ondertekenen. De ondertekening van de informatiebrieven naar de deelnemers aan de dialoog wordt gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst; 3° de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst al dan niet te gunnen dat wil zeggen: a) de offertes evalueren en deze die onregelmatig zijn weren;b) het verslag van gunning of niet-gunning goedkeuren, de gemotiveerde beslissing van gunning of niet-gunning ondertekenen;c) indien nodig, de deelname van het Ministerie van Landsverdediging aan een gemeenschappelijke overeenkomst in het kader van de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten bevestigen;d) de ondertekening van de informatiebrieven naar de inschrijvers en van alle andere documenten die geen administratieve beslissing uitmaken wordt gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst;4° de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst al dan niet te sluiten, door de ondertekening en kennisgeving van de eventuele contracten of brieven van kennisgeving;5° toezicht houden op de uitvoering van de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst, namelijk de uitvoeringsbeslissingen te nemen, onverminderd de rol van de mogelijke leidend ambtenaar bepaald in overeenstemming met artikel 11 van het KB AUR, met dien verstande dat: a) de volgende uitvoeringsbeslissingen worden gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst: - de beslissingen in toepassing van de bepalingen van de opdrachtdocumenten; - de goedkeuring van facturen voor voorschotten of betalingen in mindering indien de uitgave het voorwerp uitmaakt van een bepaling van de opdrachtdocumenten; - de goedkeuring van de opvraging van storting bestemd voor de betalingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst; - de beslissingen betreffende de vrijgave van de borgtocht; - de ondertekening van elk proces-verbaal van vaststelling van gebreken bij de uitvoering door de opdrachtnemer; b) voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten gesloten door een gecentraliseerde ordonnateur of door de Minister, worden de volgende uitvoeringsbeslissingen gedelegeerd aan de ordonnateurs van tabel 1, § 1, binnen de perken van hun bevoegdheidsdrempel bepaald in kolom (2): - de beslissingen over de teruggave van vertragingsboetes en van straffen; - de goedkeuring van facturen indien de uitgave afwijkt of niet het voorwerp uitmaakt van een bepaling in de opdrachtdocumenten; c) de uitvoeringsbeslissingen die niet gedelegeerd werden op grond van punten a) en b) worden overgedragen aan de ordonnateur die de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of concessieovereenkomst gesloten heeft; Voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten gesloten door de Minister is Div MP bevoegd om de uitvoeringsbeslissingen te nemen die niet gedelegeerd werden op grond van punten a) en b); 6° wijzigingsbeslissingen met betrekking tot de overheidsopdracht, de raamovereenkomst of de concessieovereenkomst te nemen, met dien verstande dat: a) de volgende beslissingen worden gedelegeerd naar het hoofd van de leidende dienst: - de beslissingen met administratief karakter, zoals onder meer de juridische vorm, de naam, de statutaire zetel of de statuten van de opdrachtnemer, deelnemer of concessiehouder, of de wijzigingen in verband met de leidend ambtenaar of leidende dienst; - de beslissingen betreffende de vervanging van de opdrachtnemer bedoeld in artikel 38/3 van het KB AUR; - de beslissingen betreffende de prijsherziening bedoeld in artikel 38/7 van het KB AUR; b) voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten gesloten door een gecentraliseerde ordonnateur of door de Minister, worden de volgende wijzigingsbeslissingen, in functie van de waarde van de wijziging, gedelegeerd naar de ordonnateurs van tabel 1, § 1, binnen de perken van hun bevoegdheidsdrempel bepaald in kolom (2): - de beslissingen in toepassing van een duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige herzieningsclausule die deel uitmaakt van de opdrachtdocumenten zoals voorzien in artikel 38 van het KB AUR en die in a) niet hernomen zijn; - de beslissingen betreffende aanvullende werken, leveringen of diensten bedoeld in artikel 38/1 van het KB AUR; - de beslissingen te wijten aan onvoorzienbare omstandigheden bedoeld in artikel 38/2 van het KB AUR; - de "de minimis" wijzigingsbeslissingen bedoeld in artikel 38/4 van het KB AUR; - de niet-wezenlijke wijzigingsbeslissingen bedoeld in artikel 38/5 van het KB AUR; - de beslissingen ten gevolge van een wijziging van de heffingen in België die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag bedoeld in artikel 38/8 van het KB AUR; - de beslissingen ten gevolge van onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer bedoeld in de artikelen 38/9 en 38/10 van het KB AUR; - de beslissingen ten gevolge van feiten van de aanbesteder of van de opdrachtnemer bedoeld in artikel 38/11 van het KB AUR; - de beslissingen ten gevolge van schorsingen op bevel van de aanbesteder of van incidenten bij de uitvoering bedoeld in artikel 38/12 van het KB AUR; - de beslissingen betreffende kortingen wegens minderwaarde bedoeld in artikel 71 van het KB AUR; c) de wijzigingsbeslissingen die niet gedelegeerd werden op grond van punten a) en b) worden overgedragen aan de ordonnateur die de overheidsopdrachten, de raamovereenkomst of concessieovereenkomsten gesloten heeft; Voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten gesloten door de Minister, worden de wijzigingsbeslissingen die niet gedelegeerd werden door punten a) en b) overgedragen aan Div MP, voor zover de geraamde waarde van de wijziging niet hoger is dan vijftien procent van de initiële totale waarde van de overheidsopdracht, raamovereenkomst of concessieovereenkomst in gunning;d) voor de overheidsopdrachten, de raamovereenkomsten en de concessieovereenkomsten gesloten door een gecentraliseerde ordonnateur of door de Minister, worden de beslissingen betreffende een complementair visum of een visumverhoging die niet het gevolg zijn van een wijzigingsbeslissing bedoeld in punt b) gedelegeerd aan de ordonnateurs van tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempel bepaald in kolom (2).Indien de beslissing door de Minister zou moeten genomen worden, wordt deze bevoegdheid overgedragen aan Div MP.

Art. 5.§ 1. Behoudens andersluidende bepaling, omvat het bedrag dat in aanmerking wordt genomen om de drempel van de overdracht van bevoegdheid te bepalen, in elke fase van de plaatsingsprocedure, het totale werkelijke of geraamde totaalbedrag van de opdracht in lopende euro exclusief BTW (met inbegrip van de bijkomende kosten) rekening houdend met de wettelijk bepaalde ramingsregels. § 2. Voor de beslissingen betreffende overheidsopdrachten voor aanvullende werken, leveringen of diensten die worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in toepassing van artikel 25, 3°, a., en 4°, a., van de wet defensie en veiligheid, of voor aanvullende leveringen die worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in toepassing van artikel 42, § 1, 4°, b., van de wet, wordt ook de waarde van de hoofdopdracht meegerekend, onverminderd artikel 5, 2°, van het KB Delegatie. § 3. Voor de wijzigingsbeslissingen wordt alleen de werkelijke of geraamde waarde van de wijziging in aanmerking genomen. § 4. Voor de uitvoeringsbeslissingen betreffende de teruggave van een vertragingsboete of van een straf bedoeld in artikel 50 van het KB AUR, wordt het initiële totaalbedrag van de vertragingsboete of van de straf in aanmerking genomen. § 5. Voor de wijzigingsbeslissingen over kortingen wegens minderwaarde bedoeld in artikel 71 van het KB AUR, wordt alleen het bedrag van de korting in aanmerking genomen.

Art. 6.§ 1. Div MP heeft de bevoegdheid om de meerjarige overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die zijn gesloten door de Minister te verlengen. § 2. Div MP heeft de bevoegdheid om in de meerjarige overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten met gedefinieerde opties of voorwaardelijke gedeelten, gesloten door de Minister, de voornoemde opties of gedeelten te bestellen. § 3. De ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 hebben de bevoegdheid om de meerjarige overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die zij hebben gesloten, te verlengen.

Zij hebben de bevoegdheid om de opties of voorwaardelijke gedeelten te bestellen van de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten die zij hebben gesloten. § 4. De in §§ 1 tot 3 bedoelde bevoegdheden zijn ook van toepassing voor overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten bedoeld in afdelingen 3, 4, 7, 8 en 9 van dit hoofdstuk.

Art. 7.De overdracht van bevoegdheid aan een gedecentraliseerde ordonnateur kan niet worden aangewend voor de aankoop van voertuigen.

Die beperking geldt niet voor de Belgian Pipeline Organisation wanneer zij voertuigen aankoopt in opdracht en voor rekening van het Central Europe Pipeline System. Afdeling 2. - Ruilovereenkomsten en bruiklenen van materieel

Art. 8.Div MP heeft de bevoegdheid, tot en met zijn bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, in functie van de ruilwaarde, om ruilovereenkomsten andere dan deze voorzien in artikel 13, § 2, voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en uit te voeren, behoudens wanneer het wapens en munitie of transacties met een buitenlandse regering betreft.

Art. 9.§ 1. De bevoegdheid om, buiten het kader van overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten of raamovereenkomsten overeenkomsten voor de bruikleen van materieel aan het Ministerie van Landsverdediging te sluiten wordt overgedragen aan de betrokken ordonnateur van tabel 4, § 1, of aan een overheid door hem aangeduid op basis van artikel 25, § 2, eventueel in functie van het te betalen bedrag. § 2. De bevoegdheid om overeenkomsten te sluiten voor de bruikleen van materieel aan het Ministerie van Landsverdediging in het kader van de voorafgaande marktconsultatie of de prospectie wordt overgedragen aan de ordonnateur van tabel 4, § 1, bevoegd om de voorafgaande marktconsultatie of de prospectie uit te voeren in het betreffende domein, of aan een overheid door hem aangeduid op basis van artikel 25, § 2, eventueel in functie van het te betalen bedrag. § 3. De bevoegdheid om overeenkomsten te sluiten voor de bruikleen van materieel aan het Ministerie van Landsverdediging in het kader van de voorbereiding, de selectie, de gunning, het sluiten of de uitvoering van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst, raamovereenkomst of vervreemding wordt overgedragen aan het hoofd van de leidende dienst.

Art. 10.De bevoegdheid om overeenkomsten te sluiten voor de bruikleen van materieel door het Ministerie van Landsverdediging aan derden in het kader van de voorbereiding, de selectie, de gunning, het sluiten of de uitvoering van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst, raamovereenkomst of vervreemding wordt overgedragen aan het hoofd van de leidende dienst. Afdeling 3. - Gezamenlijke opdrachten en overheidsopdrachten,

concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten gerealiseerd via aankoop- en opdrachtencentrales

Art. 11.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabel 1, § 1, binnen de perken van hun bevoegdheidsdrempel bepaald in kolom (1), en de ordonnateurs vermeld in tabel 2 binnen de perken van hun bevoegdheidsdrempel, kunnen, bij aanvang van de procedure, beslissen een beroep te doen op de FOR of op bestaande overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die gesloten werden met toepassing van het KB gecentraliseerde overheidsopdrachten.

Desgevallend mogen ze de leidend ambtenaren aanduiden die gemachtigd zijn om bestellingen te plaatsen. § 2. Voor de realisatie van overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten waarbij een andere aanbestedende overheid (leidende partij) optreedt als aankoop- of opdrachtencentrale en het Ministerie van Landsverdediging gebruikende partij is, gelden de bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (1), in functie van de waarde van de overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst, en mits voorafgaandelijk een passend juridisch kader werd uitgewerkt. § 3. Voor de voorbereiding, de plaatsing en het toezicht op de uitvoering van overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten waarvoor het Ministerie van Landsverdediging optreedt als aankoop- of opdrachtencentrale (leidende partij) ten voordele van andere gebruikende partijen, gelden de bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, in functie van de waarde van de overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst en de gunningswijze, en mits voorafgaandelijk een passend juridisch kader werd uitgewerkt. § 4. Voor de realisatie van gezamenlijke opdrachten geplaatst door een andere aanbestedende overheid (leidende partij) en waarbij het Ministerie van Landsverdediging gebruikende partij is, gelden de bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (1), in functie van de waarde van de overheidsopdracht, en mits voorafgaandelijk een passend juridisch kader werd uitgewerkt. § 5. Voor de voorbereiding van, de plaatsing en het toezicht op de uitvoering van gezamenlijke opdrachten die geplaatst worden door het Ministerie van Landsverdediging (leidende partij) ten voordele van andere gebruikende partijen, gelden de bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, in functie van de waarde van de overheidsopdracht en de gunningswijze, en mits voorafgaandelijk een passend juridisch kader werd uitgewerkt.

De chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training beschikt eveneens over deze bevoegdheid binnen de perken van zijn bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 2. § 6. Indien het Ministerie van Landsverdediging optreedt als leidende partij, naargelang het geval en in de specifiek betrokken fasen van de procedure, zijn de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die in dit artikel worden beoogd, onderworpen aan ofwel de tussenkomst van de Ministerraad conform het KB Delegatie, ofwel het voorafgaande toezicht door de Ministerraad conform het KB internationale samenwerking/deelname, onverminderd artikel 5 van het KB Delegatie. § 7. Het juridische kader bedoeld in §§ 2 tot 5 kan, naargelang het geval, bestaan uit: - Het KB gecentraliseerde overheidsopdrachten; - Een wet of een ander uitvoeringsbesluit; - De statuten van de aankoop- of opdrachtencentrale; - Een schriftelijk protocolakkoord of overeenkomst gesloten voor het Ministerie van Landsverdediging met de leidende partij of de gebruikende partijen zoals bedoeld in artikel 19; of - Elk ander passend rechtsinstrument. § 8. Het bedrag dat in aanmerking moet worden genomen voor de delegatie omvat in de gevallen van §§ 2 en 4 alleen het aandeel van het Ministerie van Landsverdediging, en in de gevallen van §§ 3 en 5 het totale samengetelde bedrag van de gebruikende partijen en het Ministerie van Landsverdediging. § 9. De bestellingen in het kader van een gezamenlijke opdracht of van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst gerealiseerd via een aankoop- of opdrachtencentrale zijn uitvoeringsbeslissingen in de zin van artikel 4, 5°.

Art. 12.De strategische coördinator voor het Ministerie van Landsverdediging bedoeld in de artikelen 4, § 1, 1°, en 7, § 2, van het KB gecentraliseerde overheidsopdrachten is de chef van de sectie management & support van de divisie overheidsopdrachten.

De rol van de strategische coördinator voor het Ministerie van Landsverdediging zoals gedefinieerd door het KB gecentraliseerde overheidsopdrachten doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de ordonnateurs die in dit besluit worden vastgesteld.

Onverminderd de vorige alinea, wordt de beslissing dat het Ministerie van Landsverdediging niet zal deelnemen aan een gecentraliseerde overheidsopdracht, overgedragen aan de strategische coördinator voor het Ministerie van Landsverdediging. Afdeling 4. - Overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en

raamovereenkomsten geplaatst door in het buitenland gevestigde diensten, of met een andere Staat, een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of een Europese openbare instantie

Art. 13.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (1), hebben de bevoegdheid om de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die in naam en voor rekening van België gegund en gesloten worden door een andere Staat, een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of een Europese openbare instantie voor te bereiden, goed te keuren en om toezicht te houden op de uitvoering ervan, rekening houdend met Art 10, § 2, van het KB Delegatie.

De chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training beschikt eveneens over deze bevoegdheid binnen de perken van zijn bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 2. § 2. In afwijking van § 1, zijn de ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (2), gemachtigd om, in het kader van een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of van een Europese openbare instantie, herverdelingen met andere Staten voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan, rekening houdend met Art 10, § 2, van het KB Delegatie.

Het hoofd van de daarvoor bevoegde leidende dienst kan personeelsleden van deze leidende dienst nominatief aanduiden om de in het vorige lid bedoelde herverdelingen voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan, mits de geraamde waarde ervan lager is dan het in artikel 92 van de wet bepaald bedrag. § 3. In de specifieke fasen van de procedure zijn de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten bedoeld in §§ 1 en 2 onderworpen aan de tussenkomst van de Ministerraad conform ofwel het KB Delegatie ofwel het voorafgaand toezicht door de Ministerraad conform het KB internationale samenwerking/deelname, onverminderd artikel 5 van het KB Delegatie. § 4. De bestellingen in het kader van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst die in naam en voor rekening van België gesloten werd door een andere Staat, een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of een Europese openbare instantie zijn uitvoeringsbeslissingen volgens artikel 4, 5°, mits voorafgaandelijk akkoord van de in § 1 bedoelde ordonnateur.

Art. 14.§ 1. Div MP is bevoegd, tot en met zijn bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom 2, in functie van de waarde van de overheidsopdracht, van de concessieovereenkomst of van de raamovereenkomst, om enerzijds de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten in de Verenigde Staten van Amerika of in Canada (Direct Commercial Sales, DCS), en anderzijds de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die te sluiten zijn met de regering van de Verenigde Staten van Amerika (Foreign Military Sales, FMS), voor te bereiden, rekening houdend met artikel 10, § 2, van het KB Delegatie. § 2. De Directeur van het Belgian Military Supply Office is bevoegd om, op basis van een aankooporder getekend door de bevoegde ordonnateur van § 1, enerzijds de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten, en raamovereenkomsten in de Verenigde Staten van Amerika of in Canada (Direct Commercial Sales, DCS), en anderzijds de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die te sluiten zijn met de regering van de Verenigde Staten van Amerika (FMS), te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan, rekening houdend met artikel 10, § 2, van het KB Delegatie. § 3. Voor de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten bedoeld in § 1 waarvoor de Minister ordonnateur is, wordt de ondertekening van het aankooporder bedoeld in § 2 overgedragen aan Div MP. § 4. Naargelang het geval en in de specifieke fase van de procedure zijn deze overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten onderworpen aan de tussenkomst van de Ministerraad conform het KB Delegatie of aan het voorafgaand toezicht door de Ministerraad conform het KB internationale samenwerking/deelname, onverminderd artikel 5 van het KB Delegatie. Afdeling 5. - Bijzondere ordonnateurs in het kader van operaties,

militaire bijstand en training

Art. 15.§ 1. Bij een ontplooiing van een Belgisch detachement in het kader van een militaire operatie, militaire bijstand of training in het buitenland kan DG MR een bijzondere ordonnateur aanduiden die de troepen zal vergezellen. Deze ordonnateur is gemachtigd om overheidsopdrachten voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan, op basis van artikelen 18, § 2, 4°, en 25, 5°, van de wet defensie en veiligheid, van een bedrag lager dan of gelijk aan het bedrag bedoeld in artikel 33, eerste lid, 2°, van het KB defensie en veiligheid, op voorwaarde dat deze overheidsopdrachten noodzakelijk zijn om dringende behoeften te lenigen die eigen aan de specifieke situatie ter plaatse en zonder dewelke de goede afloop van de operatie, bijstand of training in het gedrang zou kunnen komen. § 2. De aanduiding van een bijzondere ordonnateur gebeurt in een bijlage van het operatieorder.

Art. 16.§ 1. Bij hoogdringendheid of als omstandigheden niet toelaten een ordonnateur uit tabel 1 te laten tussenkomen, zijn volgende ordonnateurs bevoegd voor de respectieve overheidsopdrachten te verwezenlijken: 1° De chef van de divisie steun en de chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training zijn bevoegd voor overheidsopdrachten die noodzakelijk zijn om de goede uitvoering van een militaire operatie, van een militaire bijstand of van een transport te verzekeren.2° Met het oog op de bescherming van mensenlevens, het verstrekken van medische zorg, een vervoer of een repatriëring of het waarborgen van de gebruiksveiligheid van materieel, zijn bevoegd: a) De commandant van de eenheid of instelling in het buitenland;b) De boordcommandant van een militair luchtvaartuig in het buitenland;c) De commandant van een schip van de Marinecomponent in het buitenland. § 2. De in de vorige paragraaf bedoelde bevoegdheid is begrensd tot een bedrag van 700.000 EUR (exclusief BTW). Afdeling 6. - Overheidsopdrachten van beperkte waarde

Art. 17.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabel 3 zijn bevoegd om lokale aankopen voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht uit te oefenen op de uitvoering ervan tot en met hun bevoegdheidsdrempels in dezelfde tabel. Zij kunnen deze bevoegdheid niet aanwenden voor de realisatie van meerjarige overheidsopdrachten. § 2. Bij afwezigheid van een ordonnateur voor lokale aankopen, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de overheid aangeduid om de functie ad interim te vervullen. § 3. De overgedragen bevoegdheid mag door de delegataris niet verder worden overgedragen.

Art. 18.De ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 zijn bevoegd om overheidsopdrachten van beperkte waarde gedefinieerd in artikel 92 van de wet en in artikelen 110, § 1, 4°, en 115, tweede lid, van het KB defensie en veiligheid verschillend van deze vermeld in artikel 17 voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan. Afdeling 7. - Protocolakkoorden, overeenkomsten, en de

overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die eruit voortspruiten

Art. 19.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabel 1 hebben de bevoegdheid, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (2), om elk protocolakkoord of overeenkomst in nationaal of in internationaal verband dat tot gevolg zou kunnen hebben dat het Ministerie van Landsverdediging zich zou verbinden op het gebied van overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten of raamovereenkomsten te sluiten en te wijzigen, desgevallend na de voorafgaande goedkeuring van de Ministerraad, conform artikel 3, § 3, van het KB Delegatie.

De chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training beschikt over dezelfde bevoegdheiden binnen de perken van zijn bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 2. § 2. De ondertekening en wijziging van de protocolakkoorden en overeenkomsten bedoeld in § 1 na hun initiële goedkeuring zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze protocolakkoorden of overeenkomsten kunnen door de Minister overgedragen worden op basis van Art 3, § 5, rekening houdend met artikel 10, § 2, van het KB Delegatie. § 3. De in § 1 bedoelde protocolakkoorden en overeenkomsten die de Minister zelf sluit, kunnen voorzien dat hun wijziging zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze protocolakkoorden of overeenkomsten worden gedelegeerd aan een autoriteit van het Ministerie van Landsverdediging, rekening houdend met artikel 10, § 2, van het KB Delegatie.

Art. 20.§ 1. De protocolakkoorden of overeenkomsten in nationaal of in internationaal verband waarbij geen verbintenissen worden aangegaan voor rekening van het Ministerie van Landsverdediging hetzij op het gebied van overheidsopdrachten, hetzij op het vlak van concessieovereenkomsten of van raamovereenkomsten, en waarvoor evenmin een specifieke boekhoudkundige vastlegging vereist is, worden door de Minister, door de chef van Defensie, door de vice-chef van Defensie, door de onderstafchef van het betrokken stafdepartement, door de directeur-generaal van de betrokken algemene directie, door de commandant van de betrokken component gesloten of gewijzigd, in functie van het voorwerp van enerzijds het betrokken protocolakkoord of de betrokken overeenkomst en anderzijds de hoedanigheid van de andere tekenende partij.

Iedere overheid vermeld in het vorige lid mag een beperkt aantal van haar ondergeschikte overheden, nominatief aanduiden die bevoegd zijn om protocolakkoorden of overeenkomsten bedoeld in die alinea te sluiten en te wijzigen in welbepaalde domeinen.

Deze aanduiding gebeurt schriftelijk, door middel van een gedateerde en getekende nota van de bevoegde autoriteit vermeld in het eerste lid.

De protocolakkoorden en overeenkomsten bedoeld in het eerste lid kunnen bepalen dat hun wijziging zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit protocolakkoord of deze overeenkomst wordt overgedragen aan een autoriteit van het Ministerie van Landsverdediging. § 2. De protocolakkoorden of overeenkomsten in nationaal of in internationaal verband waarbij het Ministerie van Landsverdediging zich niet verbindt op het vlak van overheidsopdrachten, van concessieovereenkomsten, of van raamovereenkomsten maar die een specifieke boekhoudkundige vastlegging vereisen terwijl ze geen diverse uitgaven zijn, worden gesloten of gewijzigd door de ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (2).

De chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training beschikt eveneens over de in het vorige lid bevoegdheid binnen de perken van zijn bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 2.

De ondertekening en wijziging van de protocolakkoorden en overeenkomsten bedoeld in het eerste lid na hun initiële goedkeuring zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit protocolakkoord of deze overeenkomst kunnen door de Minister overgedragen worden op basis van artikel 3, § 5.

De protocolakkoorden en conventies bedoeld in het eerste lid gesloten door de Minister kunnen voorzien dat hun wijziging zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit protocolakkoord of deze overeenkomst worden overgedragen aan een autoriteit van het Ministerie van Landsverdediging.

Art. 21.§ 1. Tenzij het protocolakkoord, de overeenkomst of een bijzondere bevoegdheidsoverdracht op grond van artikel 3, § 5 anders bepaalt, worden de gezamenlijke opdrachten en overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten gerealiseerd via aankoop- en opdrachtencentrales die steunen op protocolakkoorden of overeenkomsten in nationaal of internationaal verband beheerst door artikel 11. § 2. Tenzij het protocolakkoord, de overeenkomst of een bijzondere bevoegdheidsoverdracht op grond van artikel 3, § 5 anders bepaalt, worden de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten die in naam en voor rekening van België kunnen worden gesloten door een andere Staat, een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of een Europese openbare instantie die steunen op protocolakkoorden of overeenkomsten in internationaal verband beheerst door artikel 13. § 3. Tenzij het protocolakkoord, de overeenkomst of een bijzondere bevoegdheidsoverdracht op grond van artikel 3, § 5 anders bepaalt, hebben de ordonnateurs van tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, in functie van de waarde van de overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst en de gunningswijze, de bevoegdheid om de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten te plaatsen door het Ministerie van Landsverdediging in uitvoering van protocolakkoorden of overeenkomsten in nationaal of internationaal verband, voor zover zij niet beheerst worden door de vorige paragrafen, voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan.

Naargelang het geval en in de specifiek betrokken fasen van de procedure zijn de in het vorige lid bedoelde overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten onderworpen aan ofwel de tussenkomst van de Ministerraad conform het KB Delegatie ofwel het voorafgaand toezicht door de Ministerraad conform het KB internationale samenwerking/deelname, onverminderd artikel 5 van het KB Delegatie. Afdeling 8. - De raamovereenkomsten, de kwalificatie-

systemen, en de overheidsopdrachten die erop steunen

Art. 22.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 hebben de bevoegdheid, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in deze tabellen in functie van de waarde van de raamovereenkomst en van de gunningswijze, om raamovereenkomsten voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan. Het bedrag dat in aanmerking wordt genomen om het niveau van de bevoegdheid te bepalen is de op basis van artikel 5 geraamde waarde van de raamovereenkomst. § 2. De ordonnateurs vermeld in tabellen 1 en 2 hebben de bevoegdheid om de uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen te nemen voor de raamovereenkomsten die ze gesloten hebben, onverminderd de rol van de leidend ambtenaar die eventueel werd aangeduid met toepassing van artikel 11 van het KB AUR, met dien verstande dat: a) de voorbereiding, de gunning, de sluiting en het toezicht op de uitvoering, inclusief de uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen, van de overheidsopdrachten gesteund op de raamovereenkomst worden gedelegeerd aan het hoofd van de leidende dienst;b) voor de uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen van de raamovereenkomst zijn de regels van artikel 4, 5° en 6°, van toepassing.

Art. 23.§ 1. De ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (1), hebben de bevoegdheid, in functie van de waarde van het kwalificatiesysteem, om kwalificatiesystemen in te stellen.

Voor meerjarige kwalificatiesystemen, is het bedrag dat in aanmerking wordt genomen om het niveau van de bevoegdheid te bepalen de geraamde waarde van alle gelijkaardige opdrachten die geplaatst zullen worden binnen het kwalificatiesysteem, op basis van artikel 5.

Voor de andere kwalificatiesystemen is het bedrag dat in aanmerking komt om de drempel van de overdracht van bevoegdheid te bepalen de geraamde waarde van de hoogste gelijkaardige opdracht die binnen het kwalificatiesysteem geplaatst zal worden op basis van artikel 5. § 2. Het beheer van de kwalificatiesystemen ingesteld op basis van § 1 wordt gedelegeerd aan het hoofd van de leidende dienst. § 3. De ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempels bepaald in tabel 1, § 1, kolom (1), hebben de bevoegdheid, in functie van de waarde van de opdracht, om de overheidsopdrachten gesteund op een kwalificatiesysteem voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan.

Wat betreft de uitvoerings- en wijzigingsbeslissingen van deze overheidsopdrachten zijn de regels van artikel 4, 5° en 6°, van toepassing. Afdeling 9. - Overige overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten

die niet onder de toepassing vallen van de bepalingen van de wetten

Art. 24.Tenzij zij door andere bepalingen van dit besluit worden beheerst, worden de overheidsopdrachten die onder de toepassing van artikelen 26 tot 34 van de wet of van artikel 18 van de wet defensie en veiligheid, en de concessieovereenkomsten binnen het toepassingsgebied van artikelen 4 tot 17 van de wet concessies, voorbereid, gegund, gesloten en uitgevoerd door de ordonnateurs vermeld in tabel 1, tot en met hun bevoegdheidsdrempel bepaald in tabel 1, § 1, kolom (2), en door de ordonnateurs vermeld in tabel 2, conform de artikelen 3, 5 en 6 van het KB Delegatie. HOOFDSTUK 3. - Overdracht van bevoegdheid inzake diverse uitgaven

Art. 25.§ 1. De overheden vermeld in tabel 4 zijn bevoegd om diverse uitgaven te realiseren. § 2. De overheden vermeld in tabel 4, § 1, mogen een beperkt aantal van de aan hen ondergeschikte overheden, nominatief aanduiden die bevoegd zijn om welbepaalde uitgaven te realiseren tot aan een vastgestelde drempel. Voor wat betreft de overeenkomsten gesloten met de regering van de Verenigde Staten van Amerika (FMS) mogen zij de directeur van het Belgian Military Supply Office aanduiden.

Deze aanduiding wordt geformaliseerd door een gedateerde en getekende nota van de bevoegde autoriteit. § 3. De protocolakkoorden of overeenkomsten in nationaal of in internationaal verband die het Ministerie van Landsverdediging kunnen verbinden op vlak van diverse uitgaven worden gesloten en gewijzigd door de ordonnateurs vermeld in tabel 4, § 1. De aanduiding voorzien in § 2 kan deze protocolakkoorden of overeenkomsten ook dekken.

De protocolakkoorden of overeenkomsten die onder artikel 19 en de huidige paragraaf vallen, worden in overeenkomstig artikel 19 behandeld.

De protocolakkoorden en conventies bedoeld in het eerste lid kunnen voorzien dat hun wijziging zowel als de beslissingen en/of de sluiting en wijziging van akkoorden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit protocolakkoord of deze overeenkomst wordt overgedragen aan een andere autoriteit van het Ministerie van Landsverdediging dan degene die het gesloten heeft. § 4. De overheden vermeld in tabel 4, § 2, mogen diverse uitgaven realiseren enkel tot en met de bevoegdheidsdrempel bepaald in deze tabel. § 5. Bij afwezigheid van de overheid bevoegd om diverse uitgaven te realiseren, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de overheid aangeduid om de functie ad interim te vervullen. § 6. Behalve wat de in § 2 bedoelde machtiging betreft, mag de overgedragen bevoegdheid door de delegataris niet verder worden overgedragen.

Art. 26.§ 1. De bijzondere ordonnateur vermeld in artikel 15 die de troepen vergezelt, heeft de bevoegdheid om diverse uitgaven te realiseren tot een bedrag van 200.000 EUR (exclusief BTW), op voorwaarde dat deze uitgaven noodzakelijk zijn om dringende behoeften te lenigen die eigen aan de specifieke situatie ter plaatse en zonder dewelke de goede afloop van de operatie in het gedrang zou worden gebracht. § 2. Met het oog op de bescherming van mensenlevens, op de voorziening van medische zorg, op het vervoer of de repatriëring van personen dan wel op het borgen van de gebruiksveiligheid van het materieel zijn, in hoogdringende gevallen wanneer de omstandigheden niet toelaten een ordonnateur uit tabel 4 te laten tussenkomen, de volgende ordonnateurs bevoegd om diverse uitgaven te realiseren tot een bedrag van 350.000 EUR (exclusief BTW): 1° de commandant van de eenheid of instelling in het buitenland;2° de boordcommandant van een militair luchtvaartuig in het buitenland;3° de commandant van een schip van de Marinecomponent in het buitenland. HOOFDSTUK 4. - Overdracht van bevoegdheid inzake vervreemding

Art. 27.§ 1. Met uitzondering van overeenkomsten over wapens en munitie en overeenkomsten met een buitenlandse regering zijn Div MP en de sectiechef van de verkoopdienst bevoegd om, tot en met de toepasselijke drempel in tabel 1, § 1 en in functie van de verkoopwaarde en de gunningswijze, overeenkomsten voor de verkoop van materieel voor te bereiden, te gunnen en te sluiten alsook om toezicht uit te oefenen op de uitvoering ervan.

Voor sommige verkoopovereenkomsten, kan Div MP een andere sectie dan de verkoopdienst aanduiden als leidende dienst. Deze leidende dienst handelt met betrekking tot deze overeenkomsten onder toezicht van de sectiechef van de verkoopdienst. § 2. Voor de vervreemdingen in de vorm van herverdelingen met andere Staten in het kader van een instelling opgericht door lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of van een Europese openbare instantie, is artikel 13, § 2, van toepassing. § 3. In afwijking van § 1 is de Minister als enige ordonnateur bevoegd voor de voorbereiding, de gunning, de sluiting en het toezicht op de uitvoering van vervreemdingen onder de vorm van giften of van verkopen voor een symbolische waarde. § 4. In afwijking van §§ 1 tot 3 zijn de onderstaande ordonnateurs, na declassering van het betrokken materieel, bevoegd voor de vervreemding van materieel dat zich in het buitenland bevindt voor te bereiden, te gunnen, te sluiten en toezicht te houden op de uitvoering ervan, behoudens voor vervreemdingen van wapens en van munitie: 1° de chef van de sectie J8 van het stafdepartement operaties en training;2° de commandant van de eenheid of instelling in het buitenland waar het materieel zich bevindt;3° de Defensieattaché bevoegd voor de Staat waar het materieel zich bevindt. De bevoegdheidsdrempels voor deze delegatie zijn bepaald in tabel 1, § 1, reeks (2), in functie van de gunningswijze.

Art. 28.Het bedrag dat in aanmerking wordt genomen om het niveau van de bevoegdheid te bepalen is het geraamde bedrag bij opstart van de procedure, onafhankelijk van het uiteindelijke bedrag van de verkoop, rekening houdend met de bepalingen van artikel 5. HOOFDSTUK 5. - Certificaten van eindbestemming, verklaringen van eindgebruik en akkoorden voor technische bijstand

Art. 29.§ 1. De bevoegdheid om certificaten van eindbestemming en verklaringen van eindgebruik te ondertekenen en om akkoorden voor technische bijstand te sluiten buiten het kader van overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten, raamovereenkomsten of vervreemdingen wordt toegekend aan de betrokken ordonnateur vermeld in tabel 4, § 1, of aan een overheid door hem aangeduid op basis van artikel 25, § 2, eventueel in functie van het te betalen bedrag. § 2. De bevoegdheid om certificaten van eindbestemming en verklaringen van eindgebruik te ondertekenen en om akkoorden voor technische bijstand te sluiten in het kader van de voorafgaande marktconsultatie of de prospectie wordt toegekend aan de ordonnateur vermeld in tabel 4, § 1, bevoegd om de voorafgaande marktconsultatie of de prospectie uit te voeren in het betrokken domein, of aan een overheid die door hem wordt aangeduid op basis van artikel 25, § 2, eventueel in functie van het te betalen bedrag. § 3. De bevoegdheid om certificaten van eindbestemming en van verklaringen van eindgebruik te ondertekenen in het kader van de voorbereiding, de selectie, de gunning of het sluiten van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst wordt toegekend aan het hoofd van de leidende dienst.

De bevoegdheid om akkoorden voor technische bijstand te sluiten in het kader van de voorbereiding, de selectie, de gunning of het sluiten van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst wordt overgedragen aan de ordonnateur bevoegd voor de betrokken fase van de plaatsingsprocedure.

Wat betreft de fasen van de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten of raamovereenkomsten waarvoor de Minister ordonnateur is, wordt bevoegdheid om akkoorden voor technische bijstand te sluiten toegekend aan Div MP. § 4. De bevoegdheid om certificaten van eindbestemming en verklaringen van eindgebruik te ondertekenen in het kader van de uitvoering van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst wordt toegekend aan het hoofd van de leidende dienst.

De bevoegdheid om akkoorden voor technische bijstand te sluiten in het kader van de uitvoering van een overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst wordt overgedragen aan de ordonnateur die de overheidsopdracht, concessieovereenkomst of raamovereenkomst gesloten heeft.

Wat betreft de overheidsopdrachten, concessieovereenkomsten en raamovereenkomsten gesloten door de Minister, wordt de bevoegdheid om akkoorden voor technische bijstand te sluiten toegekend aan Div MP. § 5. De bevoegdheid om certificaten van eindbestemming en verklaringen van eindgebruik te ondertekenen en akkoorden voor technische bijstand te sluiten in het kader van een vervreemding wordt toegekend aan de ordonnateur bevoegd voor de vervreemding.

Wat betreft de vervreemdingen waarvoor de Minister ordonnateur is, wordt de ondertekening van certificaten van eindbestemming en verklaringen van eindgebruik en de sluiting van akkoorden voor technische bijstand overgedragen aan Div MP. § 6. In het kader van dit artikel, dekken de noties van certificaten van eindbestemming, van verklaringen van eindgebruik en van akkoorden voor technische bijstand ook documenten met een andere naam maar die een gelijkaardig objectief hebben. HOOFDSTUK 6. - Rechtshandelingen inzake stedenbouw, milieu en omgeving

Art. 30.§ 1. Div C&I heeft de bevoegdheid om rechtshandelingen te stellen met betrekking tot stedenbouw, milieu en omgeving. Dit omvat, onder andere, het aanvragen van de vergunningen of toelatingen voor het stellen van stedenbouwkundige handelingen en voor potentieel milieubelastende (ingedeelde) inrichtingen en/of activiteiten. § 2. Div C&I mag een beperkt aantal van aan hem ondergeschikte overheden, nominatief aanduiden die bevoegd zijn om rechtshandelingen bedoeld op § 1 te stellen in welbepaalde domeinen.

Deze aanduiding wordt geformaliseerd door een gedateerde en getekende nota van Div C&I. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 31.Het ministerieel besluit van 31 juli 2018 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven wordt opgeheven.

Art. 32.Dit besluit heeft uitwerking op de eerste werkdag volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 30 september 2021.

L. DEDONDER

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld