gepubliceerd op 04 maart 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 januari 2004 houdende delegatie van bevoegdheden
30 JANUARI 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 januari 2004 houdende delegatie van bevoegdheden
De Minister van Werk, Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 1937 houdende statuut van het rijkspersoneel;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 januari 2004 houdende delegatie van bevoegdheden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 11 april 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 oktober 2006;
Gelet op advies 42.540/AV van de Raad van State, gegeven op 8 oktober 2007;
Overwegende dat de algemene vergadering van de afdeling wetgeving van de Raad van State besliste dat geen advies vereist was aangezien het geen reglementair besluit betrof in de zin van artikel 3 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 9 januari 2004 houdende delegatie van bevoegdheden, gewijzigd bij ministerieel besluit van 11 april 2005, wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : « Art. 4bis . Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend : 1° om de ondervoorzitters van de paritaire leercomités te benoemen, in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 houdende de nadere regelen met betrekking tot de samenstelling en de werkwijze van de paritaire leercomités, het paritair leercomité van de Nationale Arbeidsraad en de paritaire sub-leercomités;2° om het aantal leden van de paritaire leercomités vast te stellen, in toepassing van artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;3° om de leden van de paritaire leercomités te benoemen, in toepassing van de artikelen 6 en 7 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;4° om de ondervoorzitters van de paritaire sub-leercomités te benoemen, in toepassing van artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;5° om het aantal leden van de paritaire sub-leercomités vast te stellen, in toepassing van artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;6° om de leden van de paritaire sub-comités te benoemen, in toepassing van de artikelen 13 en 14 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;7° om het aanwezigheidsquorum voor de paritaire leercomités en sub-leercomités te verhogen of te verlagen, in toepassing van artikel 16, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998;8° om de ambtenaar aan te duiden die de ondervoorzitter van een paritair leercomité of sub-leercomité vervangt als deze verhinderd is, in toepassing van artikel 22 van hetzelfde koninklijk besluit van 5 juli 1998.
Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde ministerieel besluit van 9 januari 2004 worden de woorden « 4bis » ingevoegd tussen de woorden « de artikelen 1, 2, 3, 4 » en de woorden « en 5 ».
Art. 3.Artikel 15 van hetzelfde ministerieel besluit van 9 januari 2004 wordt aangevuld als volgt : « 1°bis om, met het oog op de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, de afwijkingen te verlenen op de voorschriften van titel III van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming; 7° om, in naam van de Minister, alle inlichtingen of documenten te vragen die nodig worden geacht op het ogenblik van de vernieuwing van de erkenning, zoals bedoeld in artikel 36, derde lid, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk.»
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn ondertekening.
Brussel, 30 januari 2008.
J. PIETTE