gepubliceerd op 25 mei 2012
Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap via peterschapsprojecten
VLAAMSE OVERHEID
Economie, Wetenschap en Innovatie
29 NOVEMBER 2011. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het
besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
24/04/2009
pub.
03/06/2009
numac
2009202279
bron
vlaamse overheid
Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap
sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap via peterschapsprojecten
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Gelet op het
decreet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
31/01/2003
pub.
25/03/2003
numac
2003035307
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid
sluiten betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 31bis en 31ter, ingevoegd bij het decreet van 21 november 2008;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap, artikelen 3, 7, 10, 11, 15 en 16;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/07/2009 pub. 22/07/2009 numac 2009035687 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 4 december 2009, 6 juli 2010 en 7 juli 2010;
Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 23 november 2011;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat Vlaanderen overeenkomstig het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 de ambitie heeft om tegen 2020 een topregio te zijn in Europa, zowel op economisch, ecologisch als sociaal vlak; dat om die ambitie waar te maken, een transformatie van ons economisch weefsel en een versterking van onze maatschappelijke troeven noodzakelijk zijn; dat het beleid van de Vlaamse Regering zich zal oriënteren op de concrete doelstellingen in het Pact 2020, dat gesteund wordt door alle maatschappelijke krachten; dat dit plan nu in praktijk gebracht moet worden met reële projecten en flankerend beleid;
Overwegende dat door de ernstige impact van de mondiale economische crisis op de Vlaamse economie de bevordering van het ondernemerschap dringend concreet ingevuld moet worden;
Overwegende dat door de aanhoudende zwakke economische conjunctuur het aanzwengelen van het ondernemerschap in het algemeen een absolute topprioriteit is en dat die maatregel past in het perspectief van het actieplan Vlaanderen in Actie;
Overwegende dat de subsidie in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap kan worden toegekend volgens een wedstrijdformule, waarbij via een oproep die periodiek wordt georganiseerd, een subsidie-enveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte projecten;
Overwegende dat de projecten in het kader van die oproep pas kunnen starten nadat de subsidieaanvraag ingediend is, en dat er zo snel mogelijk van start gegaan moet worden met de aanvaarde en gesubsidieerde projecten;
Overwegende dat om die redenen dit besluit dringend in werking moet treden, Besluit :
Artikel 1.Ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap, hierna het besluit van de Vlaamse Regering te noemen, bevat dit besluit een oproep tot indiening van subsidieaanvragen voor peterschapsprojecten.
Art. 2.De specifieke thema's, vermeld in artikel 11, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering voor deze oproep zijn : 1° peterschapsprojecten die inspelen op specifieke sectorale behoeften;2° peterschapsprojecten die inspelen op specifieke behoeften van doelgroepen;3° peterschapsprojecten die inspelen op de vergroeningsagenda;4° peterschapsprojecten die inspelen op de verwittingsagenda en 5° peterschapsprojecten die de combinatie werk-gezin behandelen. De thema's worden verduidelijkt in de handleiding die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Een peterschapsproject telt minstens 15 deelnemers. Daarvan moeten over alle sessies genomen gemiddeld 12 deelnemers aanwezig zijn.
Wanneer op het einde van het peterschapsproject het gemiddelde van 12 deelnemers niet behaald wordt, zal de subsidie herberekend worden. Het behaalde gemiddelde zal naar beneden afgerond worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal. Een sessie mag niet minder dan 10 deelnemers hebben. Bijeenkomsten met minder dan 10 deelnemers worden niet als een sessie beschouwd. De subsidie zal dan ook pro rata het aantal sessies uitbetaald worden. De deelnemers moeten gedurende het ganse traject steeds dezelfde zijn. Per maand moet er minstens één peterschapssessie georganiseerd worden. Als er minder dan 10 sessies per jaar georganiseerd werden, zal de subsidie pro rata herberekend worden.
Peterschapsprojecten richten zich op beslissingsnemers van kleine en middelgrote ondernemingen. Beslissingsnemers bepalen rechtstreeks de strategie van een onderneming.
In kleine ondernemingen is de beslissingsnemer vaak te identificeren als de ondernemer-eigenaar. In middelgrote tot grote ondernemingen zijn het vaak meerdere personen die uiteindelijk beslissen over de strategische keuzes van de onderneming.
Een deelnemende onderneming is een onderneming die zich engageert om beslissingsnemers te laten deelnemen aan het peterschapsproject en daarvoor een bijdrage betaalt. Per deelnemende onderneming kunnen er maximaal 2 beslissingsnemers deelnemen aan het peterschapsproject.
Enkel ondernemingen met een aanvaardbare NACE code kunnen beslissingsnemers laten deelnemen aan een peterschapsproject. De lijst met aanvaardbare NACE-Codes kan worden geraadpleegd op de website www.vlaanderen.be/peterschapsprojecten of kan worden opgevraagd bij het Agentschap Ondernemen.
De onderneming betaalt een bijdrage voor de deelname van haar beslissingsnemers aan het peterschapsproject.
Peterschapsprojecten die gericht zijn op technologische innovatie, komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit besluit.
Art. 3.Ter uitvoering van artikel 11, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de subsidie-enveloppe voor deze oproep vastgesteld op maximaal 1,2 miljoen euro (één miljoen tweehonderdduizend euro). Dat bedrag wordt vastgelegd op rubriek 3300-3306 van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid voor het begrotingsjaar 2011.
Art. 4.Ter uitvoering van artikel 10, § 1, en 11, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering bedraagt de subsidie per peterschapsproject dat voldoet aan de gestelde voorwaarden maximaal: 1° 20.000 euro (twintigduizend euro) voor 12 maanden werking, waarvan 18.000 euro (achttienduizend euro) vast en 2.000 euro (tweeduizend euro) variabel; 2° 40.000 euro (veertigduizend euro) voor 24 maanden werking waarvan 36.000 euro (zesendertigduizend euro) vast en 4.000 euro (vierduizend euro) variabel en 3° 60.000 euro (zestigduizend euro) per 36 maanden werking waarvan 54.000 euro (vierenvijftigduizend euro) vast en 6.000 euro (zesduizend euro) variabel.
De door ondernemingen verschuldigde btw komt niet in aanmerking voor subsidiëring.
Art. 5.Ter uitvoering van artikel 10, § 2, en artikel 11, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt het steunpercentage bepaald op 80 % van de aanvaardbare projectkosten, in voorkomend geval beperkt tot maximaal het netto te financieren saldo. De aanvaardbare kosten worden vermeld in de controlerichtlijnen die als bijlage 2 gevoegd zijn bij dit besluit.
Als personeelsleden, van wie kosten worden ingebracht in het project, in dezelfde periode ook nog werkzaam zullen zijn op andere gesubsidieerde projecten van om het even welke overheid of op projecten waarvoor kosten zullen worden gefactureerd aan derden, moet een overzicht worden toegevoegd van de tijd die door het personeelslid in die periode aan elk van die andere projecten zal worden besteed. Er kan maximaal 100 % van het loon over de verschillende projecten heen worden toegewezen. Hetzelfde principe geldt voor de andere kostenrubrieken, vermeld in artikel 10, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering.
Ter uitvoering van artikel 11, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt er geen minimumpercentage aan private inbreng bepaald.
De ingediende projectbegroting dient wel sluitend te zijn.
Art. 6.Ter uitvoering van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering komen alleen privaatrechtelijke entiteiten in aanmerking om deel te nemen aan deze oproep.
In het kader van deze oproep worden entiteiten die moeten worden beschouwd als een administratieve overheid, als vermeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, uitgesloten. Daarbij worden volgende criteria en indicaties ter beoordeling gehanteerd: - het feit of de indiener opgericht of erkend is door de overheid; - het feit of de indiener de bevoegdheid heeft om op éénzijdige wijze voor derden bindende beslissingen uit te vaardigen; - het feit of de indiener belast is met een taak van algemeen belang of een taak van een openbare dienst; - het feit of de indiener onder de controle of het toezicht valt van de overheid.
De indiener moet beschikken over rechtspersoonlijkheid en een inschrijvingsnummer hebben in de Kruispuntenbank voor Ondernemingen (KBO).
Art. 7.Ter uitvoering van artikelen 11, 6°, en 11, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering moeten de aanvragen ingediend worden met het specifiek daarvoor ontworpen aanvraagformulier dat als bijlage 3 gevoegd is bij het besluit. Per aanvraagformulier moeten de organisatoren een subsidie aanvragen voor vier peterschapsprojecten.
Deze vier peterschapsprojecten kunnen elk een ander thema behandelen.
Per peterschapsproject (15 deelnemers) moet jaarlijks minimum 1 groepsoverschrijdende sessie plaatsvinden. Per aanvraagformulier dienen de vier peterschapsprojecten dezelfde looptijd (subsidieperiode) te hebben. De elektronische en papieren versie van dit aanvraagformulier en de vereiste bijlage 'Projectbegroting' moeten uiterlijk op 15 februari 2012 om 12 uur in het bezit zijn van het Agentschap Ondernemen. Bij het indienen van de aanvraag moet er rekening gehouden worden met de bepalingen van de handleiding die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Om de indieningsdatum te bepalen, geldt: 1° bij afgifte: de datum en het uur op het ontvangstbewijs;2° bij verzending per post: de postdatum;3° bij verzending per e-mail: de datum en het uur van verzending op de servers van het Agentschap Ondernemen. Het aanvraagformulier, de handleiding, de vereiste bijlage 'projectbegroting', de controlerichtlijnen en de richtlijnen voor rapportering en communicatie zijn vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikbaar bij het Agentschap Ondernemen, afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse overheid, Koning Albert II-laan 35 bus 12, 1030 Brussel, via e-mail: peterschapsprojecten@agentschapondernemen.be of via de website www.vlaanderen.be/peterschapsprojecten.be.
Het aanvraagformulier en de vereiste bijlage 'Projectbegroting' worden gemaild naar peterschapsprojecten@agentschapondernemen.be en met de post opgestuurd naar of afgegeven bij het Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid, Koning Albert II-laan 35,
bus 12, 1030 Brussel.
Art. 8.Ter uitvoering van artikel 11, 9° van het besluit van de Vlaamse Regering bepaalt het Agentschap Ondernemen de samenstelling van de jury en de wijze van jurering.
Art. 9.Ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering dient het project te starten uiterlijk 6 maanden na de indiening van de aanvraag om steun. Het Agentschap Ondernemen beoordeelt vragen tot afwijking van de startdatum.
De subsidieperiode wordt gedefinieerd als de werkingsperiode waarvoor een subsidie werd toegekend. De subsidieperiode van een peterschapsproject wordt bepaald in artikel 4 van dit besluit.
De periode nodig voor de werving van deelnemers en de borgingsfase komen niet in aanmerking en vallen niet onder de subsidieperiode.
Art. 10.Ter uitvoering van artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering bepaalt het Agentschap Ondernemen de criteria voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de ingediende projectvoorstellen. Deze criteria worden verder toegelicht in de handleiding die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd en die er integraal deel van uitmaakt. Alle ingediende projectvoorstellen worden getoetst aan deze ontvankelijkheidscriteria.
Het Agentschap Ondernemen controleert of cumulatief aan volgende criteria is voldaan: 1° de indiener is een privaatrechtelijke entiteit;2° de aanvraag is tijdig ingediend en ondertekend op het specifiek daarvoor voorziene aanvraagformulier;3° het aanvraagformulier is volledig en correct ingevuld. Aanvraagformulieren waarin vragen zijn opengelaten worden als onvolledig en dus onontvankelijk beschouwd; 4° het ingediende project speelt in op één van de specifieke doelstellingen;5° het project heeft een duur van maximaal 3 jaar;6° het project start op zijn vroegst op de datum van de indiening ervan en uiterlijk 6 maanden na de indiening van de aanvraag van steun;7° de ingediende projectbegroting is sluitend;8° er worden minimum 10 sessies per jaar georganiseerd. Er wordt geen steun verleend aan privaatrechtelijke entiteiten die niet voldoen aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest. De indiener mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen hebben waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
Art. 11.Ter uitvoering van artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering worden de ontvankelijke projectvoorstellen beoordeeld op basis van alle criteria vermeld in artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering, met uitzondering van het criterium 1°, a), waaraan geen gewicht wordt toegekend bij deze oproep.
Ter uitvoering van artikel 16, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt aan artikel 16, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering een vierde punt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° het streven naar een goede spreiding van het budget over de door de minister bepaalde thema's. »
Art. 12.Ter uitvoering van artikel 11, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt voor elk beoordelingscriterium een score op een schaal van 1 tot 5 toegekend, waarbij 1° 1 staat voor onvoldoende;2° 2 staat voor redelijk;3° 3 staat voor goed;4° 4 staat voor meer dan goed;5° 5 staat voor uitstekend. Ter uitvoering van artikel 11, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering mag een project geen score 1 en niet meer dan twee keer de score 2 krijgen om opgenomen te worden in de rangschikking. De projecten worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun score.
De steun wordt toegekend volgens deze rangschikking en binnen de voorwaarden van artikel 7 van dit besluit tot de enveloppe opgebruikt is.
Alle voor deze oproep van toepassing zijnde beoordelingscriteria hebben een gelijkwaardig gewicht.
Art. 13.Ter uitvoering van artikel 16, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering kan een project negatief beoordeeld worden als : 1° de indiener onvoldoende financiële draagkracht heeft voor de uitvoering of het welslagen ervan;2° de indiener niet voldoet aan andere verplichtingen of vergunningen die de overheid oplegt;3° de indiener blijk heeft gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer inzake informatieverstrekking, inhoudelijke en financiële verplichtingen of verslaggeving.
Art. 14.Ter uitvoering van artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering kan het Agentschap Ondernemen vanaf de indiening van de subsidieaanvraag op elk moment controleren of de voorwaarden van het decreet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/01/2003 pub. 25/03/2003 numac 2003035307 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid sluiten, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 03/06/2009 numac 2009202279 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap sluiten en dit uitvoeringsbesluit worden nageleefd. Die controle kan, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet werd toegekend, het gevolg hebben dat de subsidie wordt geweigerd, dan wel niet wordt uitbetaald of wordt teruggevorderd.
Art. 15.§ 1. Ter uitvoering van artikel 11, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering wordt de subsidie uitbetaald in drie schijven : 1° 30 % op zijn vroegst dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, op voorwaarde dat de indiener : a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt en b) verklaart dat de werkingsperiode van het project is gestart; namelijk dat de eerste bijeenkomst van deelnemers heeft plaats gehad en c) een alfabetisch gerangschikte deelnemerslijst van de betalende ondernemingen en hun beslissingsnemers wordt ingediend via de module van het VON;2° 30 %, op voorwaarde dat de indiener : a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt en b) verklaart dat het project voor 30 % is gerealiseerd en 30 % van de kosten bewezen kunnen worden en c) zowel kwalitatief als kwantitatief via de module van het VON rapporteert;3° 40 % bestaande uit een vast deel (30 %) en een variabel deel (10 %).Het vaste deel, op voorwaarde dat : a) de indiener de uitbetaling van de schijf aanvraagt en b) een ondertekende afrekeningsstaat van alle gerealiseerde ontvangsten en gemaakte kosten indient en c) een kwantitatief en kwalitatief eindverslag indient over het project waaruit blijkt in welke mate de vooropgestelde doelstellingen werden bereikt en een verantwoording ervan en d) in de mate dat het saldo is verschuldigd, zoals moet blijken uit een positief inspectieverslag van het Agentschap Ondernemen. Het variabele deel van de subsidie (10 %) wordt uitbetaald na de looptijd van het project op basis van de uitgevoerde tevredenheidsenquête en op voorwaarde dat de tevredenheidsscore méér dan 70 % bedraagt. De tevredenheidsenquête zal na afloop van het project door het Agentschap Ondernemen afgenomen worden bij de deelnemers. § 2. Voor projecten met een looptijd van 24 of 36 maanden moet de indiener het Agentschap Ondernemen tussentijds op het moment dat 60 % van het project gerealiseerd is en dus 60 % van de kosten bewezen kunnen worden op de hoogte houden van de voortgang van het project aan de hand van een kwalitatieve en kwantitatieve rapportering.
Art. 16.Ter uitvoering van artikel 11, 11°, van het besluit van de Vlaamse Regering, gelden volgende indicatoren als minimale rapporteringsvereisten : 1. direct bereik : aantal bereikte actoren (personen);2. direct bereik : aantal bereikte ondernemingen, entiteiten, onderwijsinstellingen, anderen;3. (begeleidings)acties;4. bijdrage van het project tot de strategische beleidsprioriteiten (kwalitatief);5. bijdrage van het project tot bevordering van gelijke kansen. De verslagen dienen aangeleverd te worden via het door het Agentschap Ondernemen aangeleverde format. Het aanleveren van voormelde kwantitatieve indicatoren dient te gebeuren via de website www.vononline.be van het Vlaams Ondernemerschapsbevorderend Netwerk (VON) van het Agentschap Ondernemen.
De richtlijnen met betrekking tot de rapportage over deze indicatoren gaan als bijlage 4 bij dit besluit.
Art. 17.Wanneer niet wordt gestart met het project uiterlijk zes maanden na de toekenning van de steun, wordt de steun stopgezet behoudens een voorafgaande gemotiveerde aanvraag tot verlenging die door het Agentschap Ondernemen wordt goedgekeurd.
De steun kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden indien de uiteindelijke kostprijs van het project kleiner is dan aanvankelijk werd begroot of aanvaard.
Het Agentschap Ondernemen kan beslissen om niet over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie, dan wel om de uitbetaling van de subsidie stop te zetten en de terugbetaling te eisen indien één van de volgende gevallen zich voordoet : 1° het project voldoet niet aan alle bepalingen zoals vermeld in de oproep;2° de subsidie wordt niet aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;3° de begunstigde verhindert of belemmert de controle;4° het project werd onvolledig uitgevoerd of voortijdig stopgezet waardoor het vooropgestelde resultaat niet werd bereikt;5° het project heeft onvoldoende concrete resultaten opgeleverd in het Vlaamse Gewest.
Art. 18.§ 1. In elke communicatie (woord, beeld, website, brochure en eventueel andere of aanvullende communicatiemiddelen) is het verplicht om Vlaanderen in Actie (ViA) en het Agentschap Ondernemen voldoende duidelijk te kaderen. ViA fungeert als beleidskader en het Agentschap Ondernemen als het contactpunt voor concrete informatie en als aanspreekpunt betreffende het ruimere operationele kader. Het etiket van de Vlaamse overheid, meer specifiek ViA en Agentschap Ondernemen, is een kwaliteitslabel dat toegekend worden aan het gesubsidieerde project. Dit betekent dat deze logo's ook de nodige visibiliteit verdienen, die in verhouding staat tot de grootte van de steun. § 2. Volgende niet-limitatieve bepalingen dienen minstens steeds vervuld te zijn : 1° in een brochure mag de tekst betreffende de positionering achteraan staan.De tekst is te bepalen in overleg met het Agentschap Ondernemen. Het ViA logo moet vooraan, voldoende groot en leesbaar, geplaatst worden. Het logo van het Agentschap Ondernemen of een gelijkwaardige alternatieve vermelding in de tekst moet eveneens voldoende visibiliteit krijgen; 2° bij elk event van de organisatoren/promotoren is het verplicht om Vlaanderen in Actie en Agentschap Ondernemen voldoende visibiliteit te geven.Het Agentschap Ondernemen stelt aan de organisatoren/promotoren 1 roll up met de correcte logo's ter beschikking. Deze moet duidelijk zichtbaar aan het onthaal geplaatst worden. Deze roll up dient de organisator/promotor tijdig op te vragen bij communicatie@agentschapondernemen.be De organisatoren zorgen er tevens voor dat de voormelde logo's bij een power point presentatie of filmpjes die betrekking hebben op het project, aan het begin en het einde getoond worden; 3° in een TV spot moeten beide logo's voldoende visibiliteit krijgen, conform de afgesproken filosofie;4° in een radiospot is, gezien de krappe timing, enkel een duidelijke vermelding van ViA (het beleidskader) voldoende;5° op een affiche moeten ViA en Agentschap Ondernemen als kwaliteitslabel de nodige visibiliteit krijgen.Het ViA-logo moet een voorkeurplaats krijgen t.o.v. eventuele andere al dan niet commerciële partners. 6° Op een website moet het ViA logo duidelijk zichtbaar op de homepage van de website staan (boven de vouwlijn), met een duidelijke link naar de tekst met positionering van het initiatief in het kader van ViA en met steun van het Agentschap Ondernemen.Het logo van het Agentschap Ondernemen of een gelijkwaardige alternatieve vermelding moet eveneens voldoende visibiliteit krijgen op de site. § 3. Elk communicatiemiddel dat ontwikkeld wordt, moet vooraf en tijdig (minstens 1 week op voorhand) voorgelegd worden aan de dienst communicatie van het Agentschap Ondernemen voor goedkeuring. Alle communicatievragen moeten aan diezelfde dienst gericht worden.
De logo's zijn in verschillende formaten beschikbaar en op te vragen bij communicatie@agentschapondernemen.be.
Bij het niet nakomen van de communicatieverplichtingen, zal het projectbudget voorzien voor communicatie niet uitgekeerd worden.
Art. 19.Organisaties die erkend en gesubsidieerd worden in het kader van dit besluit worden erkend als peterschapsorganisator in de pijler peterschap in de subsidiemaatregel K.M.O.-portefeuille binnen de geldende regels zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2008 pub. 10/03/2009 numac 2009035199 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten sluiten tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten.
Deze erkenning is beperkt tot dit peterschapsproject en voor de duur van de subsidieperiode.
Art. 20.Dit besluit treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan.
Brussel, 29 november 2011.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS