gepubliceerd op 20 februari 2018
Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode
VLAAMSE OVERHEID
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
29 JANUARI 2018. - Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het
decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
30/04/2004
pub.
07/06/2004
numac
2004035799
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin
sluiten tot de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 8, § 2 en artikel 12;
Gelet op het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 8, derde lid en 9, tweede lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 27, 38, 39, 50, 53, 54, 61, 80, 81 en 90;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 december 2017, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° besluit van 28 maart 2014 : het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;2° mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering : een laagdrempelig, mobiel aanbod preventieve gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen als vermeld in artikel 46 van het besluit van 28 maart 2014, dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 tot en met 9 van dit besluit;3° voorschoolse periode : de periode die aan de start van de kleuterschool voorafgaat;4° vroegschoolse periode : de periode van het kleuteronderwijs. HOOFDSTUK 2. - Erkenning Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 2.Een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode richt zich tot gezinnen met kinderen in de zes eerste levensjaren die zich in een maatschappelijk kwetsbare positie bevinden. Afdeling 2. - Werking
Art. 3.De organisator van een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode voert al de opdrachten, vermeld in artikel 46, tweede lid, van het besluit van 28 maart 2014, uit, en streeft daarbij al de doelstellingen, vermeld in artikel 47 van het voormelde besluit, na.
Art. 4.De opdrachten, vermeld in artikel 46, tweede lid, 1°, a) en b), van het besluit van 28 maart 2014, worden uitgevoerd door : 1° individuele ondersteuning te bieden via taal- en ontwikkelingsstimulering, opvoedingsondersteuning en verbreding van het sociale netwerk door een vaste begeleider die aan huis gaat bij het gezin;2° groepsgerichte ondersteuning te organiseren om : a) de start in een klas- en schoolsituatie te stimuleren en voor te bereiden;b) een aanbod over opvoedingsthema's aan te reiken;c) de sociale cohesie te versterken.
Art. 5.De individuele ondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, richt zich op het kind, de opvoedingsverantwoordelijke en de interactie tussen beiden.
De groepsgerichte ondersteuning, vermeld in artikel 4, 2°, krijgt vorm tussen jonge kinderen onderling en tussen opvoedingsverantwoordelijken onderling. De groepsgerichte ondersteuning werkt zoveel mogelijk complementair aan de individuele ondersteuning. Afdeling 3. - Kwaliteit
Art. 6.Een organisator van een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode zorgt ervoor dat kinderen ervaringen kunnen opdoen in de essentiële levensdomeinen, namelijk identiteitsontwikkeling, communicatie en expressie, lichaam en beweging, en exploratie van de wereld. Daarvoor 1° voorziet de organisator in voldoende materiaal dat gericht is op de taal- en ontwikkelingsstimulering van kinderen en dat aangepast is aan de verschillende leeftijden en de verschillende ontwikkelingsdomeinen van kinderen;2° maakt de organisator gebruik van en leidt hij toe naar naar andere diensten of kindgerichte plekken of activiteiten in de buurt.
Art. 7.De individuele ondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, vertoont al de volgende kenmerken : 1° de ondersteuning wordt geboden door een vaste begeleider;2° de ondersteuning vertrekt vanuit de thuiscontext van het gezin, maar streeft ernaar de leefwereld te verruimen;3° standaard wordt één ondersteuningsmoment per week georganiseerd. De individuele en groepsgerichte ondersteuning, vermeld in artikel 4, vertoont al de volgende kenmerken : 1° de ondersteuning vertrekt vanuit de behoeften en krachten die aanwezig zijn in het gezin;2° de ondersteuning streeft ernaar de leefwereld van het gezin te verruimen en, in voorkomend geval, het sociaal isolement te doorbreken;3° de intensiteit van de ondersteuning is afhankelijk van de behoefte en de draagkracht van het gezin.
Art. 8.De individuele en groepsgerichte ondersteuning krijgt vorm op basis van evidence-based methoden die flexibel ingepast worden in de lokale netwerken van de Huizen van het Kind. Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art. 9.Het werkingsgebied van een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering kan gemeentelijk of intergemeentelijk vormgegeven worden.
In het werkingsgebied moet de beoogde doelgroep voldoende aanwezig zijn.
In het tweede lid wordt verstaan onder voldoende aanwezig : jaarlijks moeten er gemiddeld minimaal veertig kinderen in kansarmoede worden geboren in het beschreven werkingsgebied. Dat gemiddelde wordt berekend op basis van de kansarmoede-index van Kind en Gezin van de twee jaren die aan het jaar voorafgaan waarin het agentschap een aanvraagoproep als vermeld in artikel 51 van het besluit van 28 maart 2014, bekendmaakt, waarbij in minstens een van die twee jaren ten minste gemiddeld veertig kinderen is geboren in kansarmoede. Afdeling 5. - Rapportage en opvolging
Art. 10.De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 en artikel 54 van het besluit van 28 maart 2014, heeft betrekking op de volgende categorieën van gegevens : 1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit;2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief;3° de voortgang van de inspannings- en resultaatsverbintenissen die omschreven zijn in artikel 12 punt 6;4° indicatoren die de impact monitoren op de ontwikkelingskansen van de kinderen. Het agentschap werkt, in overleg met het werkveld, de nadere richtlijnen uit. HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring
Art. 11.§ 1. Het subsidiebedrag voor een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode, voor een werkingsgebied met minimaal veertig kansarme geboortes, bedraagt 30.000 euro.
Binnen de gemeentegrenzen kan het subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, maximaal vijf keer worden aangevraagd.
Het totale beschikbare budget voor de subsidie bedraagt 570.000 euro. § 2. Het subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, wordt op gemeentelijk niveau vermeerderd met een variabel bedrag, met een plafond van 6.600 euro. Voor de berekening van het variabele bedrag geldt een basisbedrag van 1,00 euro per minderjarige die woont in de gemeente in kwestie. Het variabele bedrag wordt nog vermeerderd met 1,00 euro per minderjarige, vermenigvuldigd met 20% van de samengestelde indicator.
Het totale beschikbare budget voor het variabele deel van de subsidie bedraagt 70.000 euro. Als de som van de toegekende subsidiebedragen het beschikbare budget zou overschrijden, worden de subsidiebedragen proportioneel verminderd. HOOFDSTUK 4. - Procedures Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art. 12.De erkenningsaanvraag voor een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode bevat de volgende gegevens : 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator;2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, en artikel 27 van het besluit van 28 maart 2014;4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan zal worden aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het besluit van 28 maart 2014;5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan zal worden aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 4, 5 en 7 van dit besluit;6° een opsomming van de inspannings- en resultaatsindicatoren die de organisator wil behalen met het initiatief. Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art. 13.De subsidieaanvraag voor een mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode bevat de volgende gegevens : 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator;2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° als de organisator een feitelijke vereniging is : de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die de subsidie ontvangt;4° een begroting. Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Brussel, 29 januari 2018.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN