Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 januari 2016
gepubliceerd op 12 februari 2016

Ministerieel besluit betreffende de beroepsopleiding inzake landbouw

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016200647
pub.
12/02/2016
prom.
28/01/2016
ELI
eli/besluit/2016/01/28/2016200647/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JANUARI 2016. - Ministerieel besluit betreffende de beroepsopleiding inzake landbouw


De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, Gelet op Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, inzonderheid op artikel 49;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1200/2005 en nr. 485/2008 van de Raad;

Gelet op Verordening (EG) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D.4, D.11, D.13, D.14, D.101 à D.104, D.107, D. 108, D.109, § 3, D.110, D.113, D.114, D.241, D.242 en D.243;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2015 houdende uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 augustus 2015;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 september 2015;

Gelet op het rapport van 24 januari 2015, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het overleg tussen de gewestelijke regeringen en de federale overheid op 16 juli 2015;

Gelet op het advies van de Raad van State nr 58.231/4, gegeven op 21 oktober 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Commission formation agricole" (Commissie landbouwopleiding) nr 5, gegeven op 27 augustus 2015, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 4, 3°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, regelt dit besluit, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 ervan.

In afwijking van het eerste lid, zijn de bepalingen betreffende de organisatie en de subsidiëring van cursussen van fytolicentie van toepassing op het gezamenlijke grondgebied van het Waalse Gewest.

Art. 2.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016, het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering van hoofdstuk 2 van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw. HOOFDSTUK II. - Organisatie van de opleidingsactiviteiten

Art. 3.De cursussen landbouwtechnieken hebben betrekking op de domeinen van de biologie, chemie, plantkunde, natuurwetenschappen, bemesting, genetica, economie, informatica, teelt, plantenteelt, veehouderij, landelijke genie, sanitaire aspecten, de algemene vakken die nodig zijn voor de verwerking van de bovenvermelde vakken, alsook het gebruik van de beste praktijken in het domein van de milieubescherming en de duurzaamheid van de bedrijven in de ontwikkeling van nieuwe producten en innoverende producten.

De cursussen van beheer en landbouweconomie hebben betrekking op één van de volgende onderwerpen : 1° de economische, financiële, juridische, fiscale en sociale aspecten i.v.m. de installatie als landbouwexploitant; 2° de kostenraming, de analyse en het beheer van minstens één type landbouwbedrijf;3° het gemeenschappelijk landbouwbeleid met inbegrip van de specifieke steun voor de sector;4° de openbare en privé actoren die zich met de landbouw bezighouden. De bijscholingscursussen hebben betrekking op één van de volgende onderwerpen: 1° één of meer technische, economische of juridische aspecten van het landbouwbedrijf in verband met het multifunctionele aspect van de landbouw;2° de diversificatie van de economische landbouwbasis;3° het gebruik van nieuwe technologieën die specifiek zijn voor de landbouw, met inbegrip van de informatie- en communicatietechnologieën; 4° de sanitaire aspecten i.v.m. de landbouw, met inbegrip van de milieugezondheidskunde en de gezondheid op het werk; 5° het streven naar de beste kwaliteit in deze sector;6° het gebruik van landbouwtractors en hun aanhangwagens, alsook voertuigen die ingeschreven zijn als landbouwmateriaal, motorploeg of maaimachine.

Art. 4.De cursussen landbouwtechnieken hebben een minimale duur van vijfenzeventig uur en een maximale duur van honderdvijftig uur.

Wanneer de cursussen betrekking hebben op de biologische landbouw, bedraagt de maximale duur vierhonderd uur.

De cursussen van beheer en landbouweconomie hebben een minimale duur van negentig uur en een maximale duur van honderdvijftig uur.

De bijscholingscursussen hebben een minimale duur van acht uur en een maximale duur van honderdvijftig uur.

De basiscursussen van landbouw, beheer en landbouweconomie en bijscholing worden voor minstens drie uur per dag en maximum acht uur per dag verstrekt.

Art. 5.De afdoende ervaring bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016, wordt mits een arbeidsattest van de werkgever bewezen, waarin het uurstelsel van de arbeid, de datum van indiensttreding en het einde van de overeenkomst alsook de uitgeoefende functie worden bepaald. In het geval van zelfstandige, moet laatstgenoemde het bewijs van zijn ervaring leveren d.m.v de documenten overgemaakt door het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen.

Kunnen in aanmerking komen om de afdoende ervaring te bewijzen bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 : 1° de stages bedoeld in artikel 8;2° de stages verwezenlijkt vóór de inwerkingtreding van die besluit overeenkomstig hoofdstuk III van het besluit van 18 februari 2008 houdende uitvoering van het decreet van 12 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2001 pub. 25/07/2001 numac 2001027418 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten betreffende de beroepsopleiding in de landbouw.

Art. 6.De cursussen landbouwtechnieken, de cursussen van beheer en landbouweconomie, en de bijscholingscursussen, met uitzondering van de cursussen bedoeld in artikel 3, derde lid, 6°, worden georganiseerd voor minstens acht personen die ingeschreven zijn voor deze cursussen met uitzondering van de bijscholingscursussen waarvoor een lager minimaal aantal deelnemers kan worden gerechtvaardigd door het opleidingscentrum in het kader van een oproep tot projecten.

In het geval van een opleiding medegefinancierd door ELFPO, komt laatstgenoemde slechts tussen naar rato van het aantal deelnemers die in aanmerking komen voor de medefinanciering met inachtneming van het Waals programma voor plattelandsontwikkeling.

Art. 7.De afstandscursussen bedoeld in artikel D.99, § 2, 1°, van het Wetboek worden georganiseerd volgens de volgende bepalingen : 1° 25 % van het opleidingsprogramma wordt in de vorm van een contactopleiding gegeven;2° op verzoek van de dienst, deelt het opleidingscentrum, op elk ogenblik, alle inlichtingen mee over de werking en het verloop van de cursussen;3° het opleidingscentrum houdt een register bij met de werken die door de deelnemers worden uitgevoerd;4° de werken afgegeven door de deelnemers worden verbeterd uiterlijk vijftien dagen na het overmaken ervan aan de opleider. HOOFDSTUK III. - Stage

Art. 8.De stage bestaat uit maximum zestig gesubsidieerde dagen prestaties, uitgevoerd over een maximale duur van drie jaar. Een stagedag bestaat uit minstens zeven uur werk per stagiair.

De stage(s) uitgevoerd in één of meerdere vervangdiensten, in een bedrijf of instelling i.v.m. de landbouwsector hebben een maximale gecumuleerde duur die niet één derde van de totale duur van de stage overschrijdt.

Art. 9.De stages uitgevoerd in elk landbouwbedrijf in het kader van een erkende schoolopleiding worden gevaloriseerd voor een maximale duur van twintig dagen prestaties, mits het afgeven van een officieel stageattest uitgegeven door de erkende onderwijsinstelling(en).

Art. 10.Overeenkomstig artikel 14, § 5, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016, voldoet de stagebegeleider aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° sinds minstens drie jaar gevestigd zijn als verantwoordelijke in hoofdberoep van een landbouwbedrijf zoals omschreven in artikel D.3, 15°, van het Wetboek; 2° een ervaring inzake opleiding en communicatie kunnen bewijzen, desgevallend, de verbintenis aangaan om een opleiding ter zake te volgen binnen het jaar dat volgt op de indiensttreding als opleider. In afwijking van het eerste lid, 1° en behalve de inachtneming van de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2°, als de stage in een ander bedrijf dan een landbouwbedrijf of in een instelling in contact met de landbouwsector plaatsvindt, vervult de stagebegeleider, sinds minstens drie jaar, functies in een bedrijf of in een instelling in contact met de landbouwsector, die hem toelaten om te voldoen aan de doelstellingen bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016. HOOFDSTUK IV. - Selectie van de projecten

Art. 11.Overeenkomstig artikel 4, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016, beschikt het centrum dat opleidingen organiseert voor het geheel van het Franse taalgebied over : 1° een centrale dienst bestaande uit minstens drie voltijds equivalenten met een voldoende beroepskwalificatie in de administratieve, technische en economische domeinen en van wie minstens één een universitair of hoger niet-universitair diploma bezit;2° een secretariaat dat alle garanties biedt voor een gepaste organisatie en planning van de opleidingsactiviteiten.

Art. 12.De opleider voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden : 1° een ervaring inzake opleiding en communicatie kunnen bewijzen, desgevallend, de verbintenis aangaan om een opleiding ter zake te volgen binnen het jaar dat volgt op de indiensttreding als opleider; 2° in het geval van theoretische lessen, de technische bevoegdheden i.v.m. het voorwerp van de opleiding kunnen bewijzen, hetzij door het bezit van een titel of getuigschrift erkend door de bevoegde overheden in deze materies, hetzij door een praktische afdoende ervaring van minstens 3 jaar; 3° in het geval van praktische lessen, hetzij houder zijn van minstens een kwalificatiegetuigschrift afgegeven aan het einde van het zesde of zevende jaar van het technisch of beroepsonderwijs of van een gelijkwaardige titel, hetzij een praktische afdoende ervaring hebben in verband met het voorwerp van de opleiding; 4° een geactualiseerde kennis bewijzen van de onderwerpen i.v.m. het voorwerp van de opleiding, desgevallend, een opleiding volgen binnen het jaar dat volgt op het begin van de opleidingscursussen.

De afdoende ervaring wordt aangetoond met elk rechtsmiddel en overeenkomstig de documenten aangevraagd in de oproep tot projecten.

In afwijking van het eerste lid, 1°, zijn de opleiders en sprekers die erkend werden krachtens het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/09/2008 pub. 03/11/2008 numac 2008203860 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2001 pub. 25/07/2001 numac 2001027418 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, geacht de pedagogische vaardigheden te hebben die nodig zijn voor de uitoefening van de functie.

Art. 13.§ 1. De oproepen tot de indiening van projecten worden door de Minister op gang gebracht met inachtneming van het Waals programma voor plattelandsontwikkeling.

De dossiers worden bij de dienst ingediend binnen de termijn voorzien in de oproep tot projecten.

De dienst maakt de rangschikking van de geselecteerde projecten aan de Minister over uiterlijk binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van de dossiers. § 2. De dossiers ingediend in het kader van een oproep tot projecten worden naar de dienst gestuurd door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, en bevatten het geheel van de documenten die toelaten om de naleving van de selectiecriteria te controleren. Ze maken het voorwerp uit van een bericht van ontvangst binnen tien werkdagen na de indiening ervan. Het bericht van ontvangst vermeldt: 1° de ontvangstdatum van de aanvraag;2° de al dan niet ontvankelijkheid van de aanvraag zoals bepaald in de oproep tot projecten;3° de termijn waarin de beslissing genomen wordt, beroep bij de commissie inbegrepen 4° de beroepsmiddelen, de bevoegde instanties om ze te berechten alsook de vormen en termijnen die nageleefd moeten worden;5° in voorkomend geval, de vermelding dat bij gebrek aan antwoord van de dienst binnen de voorgeschreven termijn, eventueel verlengd, de toelating als nietig wordt beschouwd. Als het dossier niet volledig is, stuurt de dienst een schrijven aan de aanvrager, per elektronische weg of per post, waarin hij verzocht wordt het dossier aan te vullen binnen vijftien dagen na ontvangst van het schrijven door de aanvrager. De termijn van vijftien dagen kan worden verlengd op gemotiveerd verzoek van de aanvrager. Na het verstrijken van de termijn en als het dossier niet volledig is, wordt het dossier onontvankelijk verklaard door de dienst die de aanvrager daarvan op de hoogte brengt binnen vijftien dagen na de beslissing.

Art. 14.In het kader van de verificatie van de toelaatbaarheidsvoorwaarden, worden de volgende documenten aan de dienst overgemaakt: 1° de benaming van het centrum;2° de omschrijving van de materiële, menselijke en financiële middelen en hulpmiddelen die nodig zijn voor de goede werking van het opleidingscentrum, met inbegrip van: a.het afschrift van het attest voor het afsluiten van een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid die o.a. elk risico voor de deelnemer dekt; b. een omschrijving van de technische en logistieke middelen alsook van de didactische uitrusting voor de organisatie van de activiteiten van het opleidingscentrum;c. de lijst van het administratief personeel dat nodig is voor het goede beheer van het opleidingscentrum, met inbegrip van de begeleiding en de coördinatie van de activiteiten;d. een vooruitlopende begroting van de voorgestelde activiteiten;e. als het centrum reeds opleidingen heeft georganiseerd in het ka der van de oproep tot projecten, het activiteitenverslag van de cursussen die tijdens deze oproep tot projecten werden georganiseerd, alsook de balans en de resultatenrekeningen van de jaren die betrokken zijn bij deze cursussen. De volgende documenten die toelaten om de voorwaarden m.b.t. de samenwerking met de stagebegeleider te verifiëren, worden gevoegd bij de documenten bedoeld in het eerste lid : 1° de benaming van het bedrijf, de instelling of de vervangdienst waarin hij zijn functie uitoefent alsook de ondernemingsnummer van de vereniging, instelling of betrokken vervangdienst;2° desgevallend, wat de zelfstandigen betreft, een certificaat voor de inschrijving in een kas voor sociale verzekeringen voor zelfstandige beroepen;3° in voorkomend geval, een beschrijving van de ervaring van de aanvrager inzake begeleiding van de stages in een landbouwbedrijf of in een onderneming;4° een omschrijving van de geplande activiteiten in het kader van de stageovereenkomst;5° de identiteit en de functie van elke persoon die door de onderneming of de instelling in contact met de landbouwsector tewerkgesteld is, met een opleiding of nuttige ervaring in de landbouwsector. De volgende documenten die toelaten om de voorwaarden betreffende de aanwerving van de opleider te verifiëren, worden gevoegd bij de documenten bedoeld in het eerste lid : 1° de titel, het getuigschrift of vereist diploma zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, 1° tot 4°, in voorkomend geval, het bewijs van een beroepservaring, of een verklaring waarin hij de verbintenis aangaat om een opleiding te volgen in het vereiste domein; 2° een verklaring op erewoord die betrekking heeft ofwel op de geactualiseerde kennis van de onderwerpen i.v.m. het voorwerp van de opleiding of op de verbintenis om opleidingen te volgen.

Het opleidingscentrum is vrijgesteld, mits akkoord van de dienst, van het verstrekken van de documenten bedoeld in het eerste lid waarover de dienst, het betaalorgaan of de sociale inspectie beschikt of waarover hij kan beschikken via een gegevensbank van authentieke bronnen.

Art. 15.Overeenkomstig artikel 14, § 6, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2816, deelt het opleidingscentrum het volgende aan de dienst mee: 1° het activiteitenverslag van de cursussen die tevoren georganiseerd werden in het kader van de oproep tot projecten en waarvoor het centrum geselecteerd werd, alsook de balans en de resultatenrekeningen van de jaren die betrokken zijn bij deze cursussen.2° de geactualiseerde lijst van het administratief personeel bedoeld in artikel 14, eerste lid, c);3° elk ander document bedoeld in artikel 14, als deze documenten verschillen van de documenten overgemaakt in het kader van de analyse van de naleving van de toelaatbaarheidsvoorwaarden;4° in voorkomend geval, een verklaring op erewoord waarbij bevestigd wordt dat hij de toelaatbaarheidsvoorwaarden naleeft. In afwijking van het eerste lid, wordt het opleidingscentrum vrijgesteld, mits akkoord van de dienst, van het verstrekken van de documenten bedoeld in het eerste lid waarover de dienst, het betaalorgaan of de sociale inspectie beschikt of waarover hij kan beschikken via een gegevensbank van authentieke bronnen.

De sociale inspectie kan elke vorm van toezicht en controle uitoefenen om de naleving na te gaan van de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de selectiecriteria.

Art. 16.Voor het kalenderjaar 2016 worden de dossiers ingediend bij de dienst binnen de termijnen vastgelegd in de oproep tot projecten.

De dienst maakt de rangschikking van de geselecteerde projecten aan de Minister over volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 13 binnen een termijn van één maand na het lanceren van de oproep tot projecten.

Wat de eerste oproep tot projecten betreft uitgevoerd in 2016, spreekt de Minister zich uit binnen een termijn van twee maanden die volgt op het lanceren van de oproep tot projecten. HOOFDSTUK V. - Betaling van de subsidies

Art. 17.De subsidies worden verleend voor zover het opleidingscentrum het minimum aantal ingeschrevenen voor de opleidingen naleeft, alsook het minimum aantal deelnemers aan de examens zoals bedoeld in artikel 6.

Binnen de twee maanden die volgen op het einde van elk kwartaal, maakt het opleidingscentrum aan de dienst een schuldvorderingsverklaring over door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent, deze verklaring heeft betrekking op het geheel van de opleidingen die tijdens het betrokken kwartaal werden georganiseerd. Het opleidingscentrum stuurt zijn schuldvorderingsverklaring naar de dienst in dubbel originele exemplaren, met de bijhorende bewijsstukken.

De subsidies toegekend aan de opleidingscentra zijn verworven na ontvangst van de bewijsstukken overgemaakt door het centrum en gevalideerd door de dienst t.o.v. de in aanmerking komende uitgaven.

Wanneer het dossier onvolledig is of om hem toe te laten om zijn opdrachten goed te vervullen, kan de dienst van het opleidingscentum elk document of bewijsstuk opeisen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepaling

Art. 18.In artikel 8, § 1, tweede lid, 2°, van het ministerieel besluit van 10 september 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 10 september 2015 betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector worden de woorden "bedoeld in de artikelen 6 tot 12 van het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/09/2008 pub. 03/11/2008 numac 2008203860 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2001 pub. 25/07/2001 numac 2001027418 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten betreffende de beroepsopleiding in de landbouw" vervangen door de woorden "bedoeld in de artikelen 9 tot 13 van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw".

Namen, 28 januari 2016.

R. COLLIN

^