Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 27 juli 2021
gepubliceerd op 28 juli 2021

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2021032061
pub.
28/07/2021
prom.
27/07/2021
ELI
eli/besluit/2021/07/27/2021032061/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 JULI 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, artikelen 11 en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 25/06/2008 numac 2008000526 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juli 2021;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 juli 2021;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 23 juli 2021;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf werkdagen (desgevallend verlengd tot acht werkdagen indien de adviesaanvraag wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering), onder meer omwille van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 19 juli 2021; dat zodoende op korte termijn bepaalde maatregelen moeten worden genomen en anderen moeten worden aangepast; dat de maatregelen die werden beslist tijdens voormeld Overlegcomité één samenhangend geheel vormen; dat bepaalde van die maatregelen reeds in werking treden op 30 juli 2021; dat ook de maatregelen inzake het reizen zo snel mogelijk in werking moeten treden; dat, opdat de sectoren zich zouden kunnen voorbereiden, het ministerieel besluit voldoende op voorhand officieel dient te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;

Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden in frequent gehouden Overlegcomités, in het bijzonder de Overlegcomités van 11 mei 2021, 4 en 18 juni 2021 en 19 juli 2021 voor de in het besluit genomen maatregelen;

Overwegende de adviezen van de RAG en van de GEMS;

Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende artikel 6, 1. c) en e) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

Overwegende de Grondwet, artikel 23;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Overwegende de wet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/10/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010439 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano (1) sluiten houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;

Overwegende het Samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;

Overwegende de wet van 8 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/2021 pub. 12/04/2021 numac 2021030911 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen;

Overwegende de wet van 20 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/06/2021 pub. 23/06/2021 numac 2021042381 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen van persoonsgegevens met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 31 mei 2021;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Overwegende de wet van 20 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2021 pub. 23/07/2021 numac 2021032013 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF, en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten houdende de instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 07/06/2019 numac 2019202679 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van het sociaal akkoord publieke sector dat op 25 oktober 2017 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202639 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 128 van het koninklijk besluit van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden en tot uitvoering van artikel 24, tweede lid van de wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 14/06/2019 numac 2019202638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 06/06/2019 numac 2019012875 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 6, § 3, tweede lid, van de wet van 2 oktober 2017 betreffende de harmonisering van studieperioden voor de berekening van het pensioen sluiten betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020030302 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 19/03/2020 numac 2020040667 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19. - Duitse vertaling sluiten houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad van 30 juni 2020 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking;

Overwegende de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19 vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren;

Overwegende de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die onder meer aangaf dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 26 oktober 2020, die aangaf dat alles in het werk moet worden gesteld om de medewerkers van de zorgsector te beschermen; dat scholen en bedrijven kunnen openblijven maar daarvoor compromissen moeten worden gesloten; dat de directeur-generaal bevestigde dat het virus kan worden onderdrukt door snel en bewust in te grijpen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 29 april 2021, die aangaf dat individuele en collectieve gezondheidsmaatregelen dominante factoren blijven bij het bepalen van het verloop van de pandemie; dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat vaccins alleen de pandemie niet zullen beëindigen; dat in de context van de pandemie het een combinatie van vaccins en krachtige gezondheidsmaatregelen is die ons de duidelijkste weg naar het normale biedt;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 20 mei 2021, die aangaf dat het aantal besmettingen en doden daalt maar dat waakzaamheid geboden blijft; dat in de komende maanden de toegenomen mobiliteit, fysieke interacties en bijeenkomsten kunnen leiden tot meer overdracht in Europa; dat indien de sociale maatregelen worden versoepeld, de inspanningen op het gebied van testing en sequencing, isolatie, tracering van contacten, quarantaine en vaccinatie moeten worden verdubbeld om de situatie onder controle te houden en ervoor te zorgen dat de tendensen in dalende lijn blijven gaan; dat noch de testing, noch het toedienen van vaccins een vervanging is voor het naleven van maatregelen zoals het behouden van een afstand houden en het dragen van mondmaskers in openbare ruimten of in de inrichtingen van de gezondheidszorg;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 10 juni 2021, waarin wordt benadrukt dat ondanks de over het algemeen gunstige ontwikkeling van de epidemische situatie in Europa, de vaccinatiegraad van de bevolking, en in het bijzonder de bevolking die vanwege haar leeftijd of co-morbiditeitsfactoren risico loopt, niet een niveau heeft bereikt waarmee elk risico nu zou zijn uitgesloten; dat het coronavirus COVID-19 nog steeds op het Europese grondgebied circuleert; dat de zorgwekkende B.1.617.2 variant (Delta-variant), die gekenmerkt wordt door een grotere overdraagbaarheid, op het punt staat er zich te vestigen; dat het bijgevolg noodzakelijk is voorzichtig te blijven om een nieuwe opflakkering van de epidemie te voorkomen; dat er nog steeds een beroep wordt gedaan op de individuele verantwoordelijkheid van de burgers, in het bijzonder wat betreft de eerbiediging van de social distancing;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 1 juli 2021, waarin wordt benadrukt dat door het bestaan van nieuwe varianten - in het bijzonder de verontrustende Delta-variant - de nog steeds ontoereikende vaccinatiegraad, en de toename van het aantal reizen, een risico bestaat op een nieuwe besmettingsgolf in de Europese regio; dat derhalve een beroep wordt gedaan op de verantwoordelijkheid van burgers, vakantiegangers en reizigers, met name wat betreft de noodzaak zich te laten vaccineren;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 12 juli 2021 waarin wordt vastgesteld dat, na tien weken van daling, het aantal sterfgevallen wereldwijd weer toeneemt; dat de Delta-variant, net zoals andere zeer overdraagbare varianten, tot catastrofale besmettingsgolven leidt; dat deze Delta-variant wereldwijd de dominante variant aan het worden is;

Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe vastgestelde besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen een stijging kende tot 1345 bevestigde positieve gevallen op 20 juli 2021;

Overwegende dat op 20 juli 2021 in totaal 266 patiënten getroffen door COVID-19 worden behandeld in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 87 patiënten worden behandeld op de diensten van de intensieve zorg; dat deze cijfers toch toelaten bepaalde maatregelen te nemen en aan te passen;

Overwegende dat de incidentie op 20 juli 2021 over een periode van 14 dagen 143 op 100.000 inwoners bedraagt; dat het reproductiegetal op basis van de nieuwe hospitalisaties 1,244 bedraagt;

Overwegende dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg nog steeds reëel is en dat dit een negatief effect heeft op de volksgezondheid; dat een aantal ziekenhuizen zich nog steeds bevindt in fase 1A van het ziekenhuisnoodplan;

Overwegende dat de Delta-variant dominant is geworden in België; dat deze variant nog besmettelijker is dan de Alpha-variant en daardoor het virus nog vlotter kan circuleren onder de bevolking;

Overwegende dat een vaccinatiegraad van 48,7 % werd bereikt bij de Belgische bevolking op 19 juli 2021; dat dit cijfer betrekking heeft op de personen die reeds volledig gevaccineerd werden; dat, hoewel het aantal overlijdens daardoor afneemt, de vaccinatiegraad nog niet hoog genoeg is om het aantal besmettingen te doen afnemen;

Overwegende dat het van belang is dat er een maximale coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren; dat deze maatregelen dienen te gelden voor het ganse grondgebied; dat de lokale overheden evenwel de mogelijkheid hebben om, rekening houdend met de epidemiologische toestand op hun grondgebied, strengere maatregelen te nemen voor zover die proportioneel en in de tijd beperkt zijn;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 wordt overgedragen van mens op mens via de lucht; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, bepaalde bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid en aan een aantal beperkingen dienen te worden onderworpen;

Overwegende dat de maatregelen houdende een beperking en omkadering van bepaalde activiteiten nog steeds onontbeerlijk en proportioneel zijn om het fundamentele recht op leven en gezondheid van de bevolking te vrijwaren; dat kinderen tot en met 12 jaar, voor wat betreft het maximum aantal toegelaten personen bij bijeenkomsten, steeds worden meegeteld, tenzij uitdrukkelijk anders wordt gesteld;

Overwegende dat het gebruik van luchtkwaliteitsmeters (CO2) nodig blijkt om de bevolking te beschermen tegen de verhoogde besmettingsrisico's in bepaalde besloten inrichtingen of ruimtes; dat daarom werd beslist om het gebruik van de CO2-meter vanaf 1 september 2021 uit te breiden naar de gemeenschappelijke besloten ruimten van alle inrichtingen behorende tot de sportieve sector, alsook naar de besloten ruimten van de inrichtingen van de evenementensector;

Overwegende dat er specifieke regels van toepassing zijn op markten, met inbegrip van jaarmarkten, braderijen, brocante- en rommelmarkten, en kermissen; dat markten en kermissen niet onder de regeling voor evenementen en massa-evenementen vallen;

Overwegende dat er nu al minstens gedeeltelijk perspectief moet worden geboden voor bepaalde activiteiten vanaf 1 september 2021; dat de graduele versoepeling van de regels inzake de compartimentering en de indoor massa-evenementen in dat kader passen;

Overwegende dat de huidige cijfers eveneens toelaten om de minimumdrempel voor massa-evenementen te verlagen naar een publiek van 1500 personen, precies gezien de strikte voorwaarden die gelden voor de toegang tot dergelijke massa-evenementen;

Overwegende dat moet worden vermeden dat nieuwe mutaties en varianten van het coronavirus die een invloed kunnen hebben op de werkzaamheid van de vaccins ontstaan of zich verspreiden; dat daarom maatregelen nodig zijn om de verdere verspreiding van deze varianten op het Belgisch grondgebied tegen te gaan, waaronder het verbod om zich op het Belgische grondgebied te begeven voor alle personen die niet over de Belgische nationaliteit bezitten of niet hun hoofdverblijfplaats in België hebben, en die zich tijdens de 14 dagen voorafgaand aan hun aankomst in België op enig moment op het grondgebied van een derde land dat op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als "zone met heel hoog risico" is aangemerkt hebben bevonden vanwege de aanzienlijke verspreiding van een zorgwekkende variant; dat dit verbod niet van toepassing is op de echtgenoot of de partner van een persoon die de Belgische nationaliteit bezit of zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, noch op hun kinderen;

Overwegende dat met het oog op de eerbiediging van het recht van vrij verkeer van personen binnen de Europese unie en gelet op de Aanbevelingen (EU) 2020/912 en 2020/1475 van de Raad, een onderscheid moet worden gemaakt tussen de zones met een heel hoog risico die gelegen zijn op het grondgebied van een land dat lid is van de Europese Unie of van de Schengenzone en die welke gelegen zijn op het grondgebied van een derde land; dat het verbod om naar het Belgische grondgebied te reizen alleen voor laatstgenoemde gebieden geldt;

Overwegende dat in zeer beperkte gevallen uitzonderingen worden voorzien op dit verbod; dat de vervoerders daarom moeten controleren of reizigers beschikken over een bewijs van toegelaten transit of een attest uitgereikt door de werkgever, een attest van essentiële reis of een attest van dwingende humanitaire reden; dat deze controles noodzakelijk zijn voor de effectiviteit van dit verbod;

Overwegende dat de classificatie van een land als heel hoog risico zone een beslissing is van de IMC Volksgezondheid, die in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie wordt genomen, en die zich baseert op het advies van de RAG/RMG met betrekking tot het risico gesteld door de circulatie van één of meerdere varianten in dit land; dat de RAG/RMG minstens wekelijks de lijst evalueert; dat de criteria en adviezen van het RAG/RMG worden gepubliceerd; dat de beslissing om een land dat deel uitmaakt van de EU- of Schengenzone als VOC-land te kwalificeren, na behandeling van het voorstel van de RAG/RMG in de IMC Volksgezondheid, wordt bevestigd door een Overlegcomité;

Overwegende het potentieel grote aantal landen die als "zone met heel hoog risico" zijn aangewezen, en gezien de noodzaak het luchtverkeer niet buitensporig te belemmeren, moet worden voorzien in een uitzondering voor personen die slechts als transit door een van deze gebieden zijn gereisd, alsmede voor personen die via België reizen in doorreis buiten de EU of Schengen of op weg naar het land waarvan zij de nationaliteit bezitten of het land waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, mits dit land tot de Europese Unie of tot het Schengengebied behoort;

Overwegende dat het mogelijk is dat deze gebieden gedurende een bepaalde periode als "zone met heel hoog risico" zullen worden aangewezen;

Overwegende dat tevens een uitzondering dient te worden voorzien voor personen van wie fysieke aanwezigheid onontbeerlijk is voor de nationale veiligheid, onder meer in het kader van de politie- en douanesamenwerking, mits zij in het bezit zijn van een attest van essentiële reis uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post en goedgekeurd door de Dienst Vreemdelingenzaken;

Overwegende dat de invoering van het EU Digitale COVID Certificaat op Europees niveau tot doel heeft een geharmoniseerd kader tot stand te brengen om de verplaatsingen binnen de EU te vergemakkelijken; dat dit certificaat een digitaal bewijs is dat aantoont of iemand tegen het coronavirus COVID-19 is ingeënt, of negatief is getest, of recent van het coronavirus COVID-19 is hersteld; dat de verplichting die geldt voor personen vanaf de leeftijd van 12 jaar die hun hoofdverblijfplaats niet in België hebben en die vanuit een rode zone op het Belgisch grondgebied aankomen om een negatief PCR-testresultaat voor te leggen niet geldt wanneer zij in het bezit zijn van het EU Digitale COVID Certificaat;

Overwegende dat deze beperkingen, gezien de nog steeds kwetsbare gezondheidssituatie, noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de situatie opnieuw snel verslechtert en om ervoor te zorgen dat de inspanningen van de gehele bevolking en van alle betrokken sectoren, met inbegrip van de economische en de gezondheidssector, niet teniet worden gedaan;

Overwegende dat de maatregel houdende een beperking van het aantal duurzaam onderhouden nauwe contacten niet langer geldt; dat het niettemin sterk aangeraden blijft om de nauwe contacten te beperken;

Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de regels van social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen; dat de regels van social distancing in het bijzonder betrekking hebben op het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen personen, maar ook bijvoorbeeld op een bijzondere aandacht voor hygiëne bij niezen en hoesten;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven;

Overwegende dat buitenactiviteiten waar mogelijk de voorkeur krijgen; dat indien dit niet mogelijk is, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht;

Overwegende dat de gezondheidssituatie op regelmatige basis wordt geëvalueerd; dat dit betekent dat striktere maatregelen nooit zijn uitgesloten, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 03/11/2020 numac 2020015932 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 7° wordt opgeheven;2° de bepalingen onder 13°, 17° en 21° worden opgeheven;3° in de bepaling onder 24° worden de woorden "5000 personen" vervangen door de woorden "1500 personen".

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de bepalingen onder 4°, 5° en 6° opgeheven.

Art. 4.In artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden ", behoudens in geval van dienstverlening aan huis en in geval van massa-evenementen" opgeheven; 2° het vierde lid wordt vervangen als volgt: "De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de horeca-activiteiten bij dienstverlening aan huis en bij massa-evenementen, met uitzondering van de bepaling onder 13° van het eerste lid.".

Art. 5.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende: "In de besloten gemeenschappelijke ruimten van de inrichtingen behorende tot de sportieve sector, andere dan deze bedoeld in het derde lid, alsook in de besloten ruimten van de inrichtingen behorende tot de evenementensector is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) verplicht en dient deze op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats te worden geïnstalleerd.De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Boven 900 ppm dient de uitbater te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren."; 2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende: "De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing in geval van massa-evenementen.".

Art. 6.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de bepalingen onder 2° en 6° opgeheven.

Art. 7.In artikel 12, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "tussen elke persoon" vervangen door de woorden "tussen elke groep bedoeld in artikel 14bis".

Art. 8.In artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet verplicht indien het publiek minder bedraagt dan 100 personen." vervangen door de woorden "De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet vereist indien het publiek minder bedraagt dan 200 personen."; 2° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "in afwijking van artikel 6, § 2, eerste lid, 12° " vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 6, § 1"; 3° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet verplicht indien het publiek minder bedraagt dan 200 personen." vervangen door de woorden "De toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16 is niet vereist indien het publiek minder bedraagt dan 400 personen."; 4° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "in afwijking van artikel 6, § 2, eerste lid, 12° " vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 6, § 1";5° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "Compartimentering van het publiek aanwezig in de sportinfrastructuur tijdens sportieve wedstrijden, voor zover deze buiten worden georganiseerd, is toegelaten op voorwaarde dat geen vermenging mogelijk is van het publiek aanwezig in de verschillende compartimenten, voor, tijdens en na de sportieve wedstrijd.Hiertoe wordt per compartiment een aparte in- en uitgang en sanitaire infrastructuur voorzien. De capaciteit van alle compartimenten samen mag niet meer dan één derde van de totale capaciteit van de sportinfrastructuur bedragen." opgeheven; 6° paragraaf 4 wordt aangevuld met een vierde lid, luidende: "Compartimentering van het publiek aanwezig in een sportinfrastructuur tijdens een sportieve wedstrijd, voor zover deze buiten wordt georganiseerd, is toegelaten op voorwaarde dat geen vermenging mogelijk is van het publiek aanwezig in de verschillende compartimenten, voor, tijdens en na de sportieve wedstrijd.Hiertoe wordt per compartiment een aparte in- en uitgang en sanitaire infrastructuur voorzien. De capaciteit van alle compartimenten samen mag niet meer dan één derde van de totale capaciteit van de sportinfrastructuur bedragen."; 7° paragraaf 4 wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende: "Vanaf 1 september 2021 is compartimentering van het publiek aanwezig in een sportinfrastructuur tijdens een sportieve wedstrijd, voor zover deze binnen wordt georganiseerd, alsook tijdens evenementen, culturele en andere voorstellingen, sportieve trainingen en congressen, voor zover deze buiten worden georganiseerd, toegelaten, op voorwaarde dat geen vermenging mogelijk is van het publiek aanwezig in de verschillende compartimenten, voor, tijdens en na de wedstrijd, het evenement, de voorstelling, de sportieve training of het congres. Hiertoe wordt per compartiment een aparte in- en uitgang en sanitaire infrastructuur voorzien. De capaciteit van alle compartimenten samen mag niet meer dan één derde van de totale capaciteit van de sportinfrastructuur bedragen."; 8° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "overeenkomstig artikel 16 en" vervangen door de woorden "en met naleving van"; 9° in paragraaf 5 worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd luidende: "Vanaf 1 september 2021 mag een publiek van maximum 75.000 personen per dag, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, massa-evenementen en proef- en pilootprojecten bijwonen die binnen worden georganiseerd, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het toepasselijk samenwerkingsakkoord.

In iedere besloten ruimte van de infrastructuur waar het massa-evenement bedoeld in het derde lid plaatsvindt, is het gebruik van een luchtkwaliteitsmeter (CO2) verplicht en dient deze in het midden van de ruimte op een voor de bezoeker duidelijk zichtbare plaats te worden geïnstalleerd. De luchtkwaliteitsrichtnorm is 900 ppm CO2. Boven 900 ppm dient de organisator te beschikken over een actieplan om compenserende luchtkwaliteits- of luchtzuiveringsmaatregelen te verzekeren.".

Art. 9.In artikel 16, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " §§ 4 en 5" vervangen door de woorden " § 4".

Art. 10.In artikel 21 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "derde" ingevoegd tussen de woorden "op het grondgebied van een" en de woorden "land dat op de website";2° in de Franstalige versie van paragraaf 2, eerste lid, 3°, worden de woorden "qui accompagne celui-ci" opgeheven; 3° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° de reizen van personen van wie fysieke aanwezigheid onontbeerlijk is voor de nationale veiligheid, mits zij in het bezit zijn van een attest van essentiële reis uitgereikt door de Belgische diplomatieke of consulaire post en goedgekeurd door de Dienst Vreemdelingenzaken."; 4° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Indien gebruik wordt gemaakt van een vervoerder, is deze ertoe gehouden te controleren dat de personen bedoeld in het eerste lid, voorafgaand aan de boarding, in het bezit zijn van dit attest of van een bewijs van toegelaten transit.Bij gebrek aan dit attest of aan een bewijs van toegelaten transit, is de vervoerder ertoe gehouden het boarden te weigeren."; 5° in paragraaf 2, vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt het woord "derde" ingevoegd tussen de woorden "Wanneer een" en "land wordt aangemerkt";6° in paragraaf 5, derde lid, worden de woorden "een land bepaald in" vervangen door de woorden "een derde land dat als zone met heel hoog risico is aangemerkt overeenkomstig";7° in paragraaf 7, eerste lid, worden de woorden "of als zone met heel hoog risico" ingevoegd tussen de woorden "van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als rode zone" en de woorden "is aangemerkt";8° in paragraaf 7, derde lid, wordt het woord "derde" ingevoegd tussen de woorden "het grondgebied van een" en de woorden "land dat als zone";9° in paragraaf 8, tweede lid, worden de woorden "een land bepaald in" vervangen door de woorden "een derde land dat als zone met heel hoog risico is aangemerkt overeenkomstig".

Art. 11.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.In artikel 26 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste streepje worden de woorden "artikelen 5 tot en met 11" vervangen door de woorden "artikelen 5 tot en met 10";2° in het derde streepje worden de woorden "14," opgeheven.

Art. 13.In artikel 27 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3 worden de woorden "de artikelen 5 tot en met 11" vervangen door de woorden "de artikelen 5 tot en met 10";2° in paragraaf 4 worden de woorden "de artikelen 5, 7bis, § 1 en 8" telkens vervangen door de woorden "de artikelen 5 en 8".

Art. 14.In bijlage 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "Voor de toepassing van artikel 21, § 2 van dit besluit worden de volgende reizen als essentieel beschouwd" vervangen door de woorden "Voor de toepassing van artikel 21, § 1, van dit besluit worden de volgende reizen als essentieel beschouwd".

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van: - het artikel 1, 1° en de artikelen 2, 3 en 6 die in werking treden op 30 juli 2021; - het artikel 5, 1° en het artikel 8, 1° en 3° die in werking treden op 1 september 2021.

Brussel, 27 juli 2021.

A. VERLINDEN.

^