22 OKTOBER 1997. Ministerieel besluit betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 37 van de Gecoördineerde Grondwet;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetaire instrumentarium;

Gelet op de wet van 16 december 1996 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1997, in het bijzonder artikel 8, § 1, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, in het bijzonder artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° markthouders : het korps van markthouders bedoeld door artikel 8 van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten;2° kaderbesluit : het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties. HOOFDSTUK II. - Uitgifte van lineaire obligaties via aanbesteding na offerteaanvraag Afdeling I. - De deelneming aan de aanbestedingen

Art. 2.De deelneming aan de aanbestedingen gebeurt uitsluitend in eigen naam.

De inschrijvers moeten houder zijn van een rekening gedematerialiseerde lineaire obligaties en ingeschreven zijn door de Administratie der thesaurie op de lijst van de aanvaarde inschrijvers.

Op de lijst van de aanvaarde inschrijvers kunnen worden geplaatst de rechtspersonen en instellingen die daartoe een aanvraag indienen op een behoorlijk ingevuld en ondertekend formulier waarvan het model is vastgesteld door de Administratie der thesaurie.

De aanvraag dient te zijn geviseerd door de instelling die de rekening lineaire obligaties van de aanvrager bijhoudt en haar bemiddeling verleent bij de afgifte en de betaling van de toegewezen obligaties.

Bij de aanvraag dienen te worden gevoegd de gecoördineerde tekst van de statuten of van de bepalingen die de juridische status van de aanvrager uitmaken en de documenten waaruit de bevoegdheden van de ondertekenaars van de aanvraag blijken. Indien die documenten niet in één van de landstalen zijn gesteld, mag een vertaling van een Belgisch beëdigd vertaler worden geëist. Die documenten zijn niet vereist indien de krediet- of beursinstelling die de aanvraag heeft geviseerd de juistheid van de identificatiegegevens en de bevoegdheid van de ondertekenaars van de aanvraag bevestigt.

Iedere wijziging van de in de aanvraag medegedeelde gegevens en de daarbij gevoegde stukken moet zonder verwijl worden medegedeeld aan de Administratie der thesaurie.

De aanvrager wordt, ten laatste binnen veertien dagen na de indiening van een volledig dossier, in kennis gesteld van zijn inschrijving op de lijst van de aanvaarde inschrijvers en van het hem toegekende identificatienummer.

Indien daartoe aanleiding bestaat kan een aanvaarde inschrijver van de lijst worden geschrapt of tijdelijk van de aanbestedingen worden uitgesloten. Die beslissingen worden aan de betrokken inschrijver medegedeeld. Afdeling II. - Emissiekalender

Bekendmaking van de uitnodigingen tot het indienen van offertes

Art. 3.Vóór één januari van ieder jaar wordt een indicatieve kalender van de uitgiften voor het volgende jaar bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Deze kalender vermeldt, voor elke aanbesteding, de data bedoeld in artikel 5, lid 2 van het kaderbesluit.

Art. 4.Binnen een termijn gebruikelijk op de markt wordt de uitnodiging tot het indienen van offertes bekendgemaakt via de pagina's van de Administratie der thesaurie in het Reuters- en Teleratesysteem.

De uitnodiging vermeldt : 1° de data bedoeld in artikel 5, lid 2 van het kaderbesluit;2° de kenmerken en de code van de uit te geven lineaire obligaties. Een verzaking overeenkomstig lid 1 of 2 van artikel 6 van het kaderbesluit wordt aangekondigd via de pagina's van de Administratie der thesaurie in het Reuters- en Teleratesysteem. De markthouders ontvangen bovendien een bevestiging per telefax. Afdeling III. - De inhoud van de offertes

Art. 5.De offertes moeten worden opgesteld volgens het door de Administratie der thesaurie vastgestelde model en overeenkomstig de daarbij verstrekte richtlijnen. Offertes die hiermede niet in overeenstemming zijn kunnen worden verworpen.

Het bedrag van de offerte is het nominale bedrag van de lineaire obligaties.

Het bedrag van de offerte dient voor de in Belgische frank uitgedrukte lineaire obligaties, een veelvoud van vijf miljoen frank te zijn, met een minimum van vijftig miljoen frank per voorgestelde prijs.

Het bedrag van de offerte wordt, voor de lineaire obligaties die niet uitgedrukt zijn in Belgische frank, bepaald door het uitgiftebesluit.

De voorgestelde prijs moet worden uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde van de lineaire obligaties. Het aantal decimalen en de wijze van afronding van de voorgestelde prijs worden bepaald in het uitgiftebesluit. Afdeling IV. - Indiening van de offertes

Art. 6.Uiterlijk om 12 uur op de dag van de aanbesteding moeten de offertes bij het Ministerie van Financiën, Administratie der thesaurie, zijn ingediend op één van de volgende wijzen : 1° per telefax;de berichten mogen ten vroegste vanaf 11 uur 30 op de dag van de aanbesteding worden verzonden; 2° per bode;de offertes mogen ten vroegste vanaf 11 uur 30 op de dag van de aanbesteding worden afgegeven, in een gesloten omslag en tegen ontvangstbewijs verstrekt door de bevoegde ambtenaar; 3° door elektronische transmissie. De rechtspersonen en instellingen die zijn ingeschreven op de in artikel 2 bedoelde lijst worden in kennis gesteld van de te gebruiken telefaxnummers en van de op de omslagen te vermelden geadresseerde.

De verantwoordelijkheid voor het gebruik van telecommunicatiemiddelen berust uitsluitend bij de inschrijver.

De omslagen moeten de identificatie van de inschrijvers mogelijk maken.

Een ingediende offerte is bindend en onherroepelijk. Afdeling V. - De aanbesteding

Art. 7.De offertes worden toegewezen tegen de door de inschrijvers bij de aanbesteding voorgestelde prijzen.

Al de offertes tegen inschrijvingsprijzen die hoger zijn dan de laagste in aanmerking genomen prijs worden toegewezen voor het totale bedrag.

De offertes tegen de laagste in aanmerking genomen prijs kunnen ten belope van een naar evenredigheid verminderd bedrag worden toegewezen; in dat geval worden de verminderde bedragen, voor de in Belgische frank uitgedrukte lineaire obligaties, afgerond op de onmiddellijk hogere tranche van 5 miljoen frank met een minimum van 50 miljoen frank per offerte.

De afrondingswijze wat betreft de lineaire obligaties die niet in Belgische frank uitgedrukt zijn, wordt bepaald door het uitgiftebesluit. Afdeling VI. - De bekendmaking van de resultaten van de aanbestedingen

Art. 8.§ 1. Zo spoedig mogelijk, en, behoudens technische onmogelijkheid, uiterlijk om 14 uur van de dag van de aanbesteding, worden via de pagina's van de Administratie der thesaurie in het Reuters- en Teleratesysteem bekendgemaakt : 1° het totale bedrag van de gevalideerde offertes;2° de hoogste en de laagste voorgestelde prijzen;3° het toegewezen bedrag en de laagste in aanmerking genomen prijs;4° het percentage toegewezen op de offertes die werden ingediend tegen de laagste in aanmerking genomen prijs;5° de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding;6° het gewogen gemiddelde rendement;7° het aantal inschrijvers aan wie een inschrijving werd toegewezen. § 2. De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte indien de uitslag na 14 uur van de dag van de aanbesteding wordt bekendgemaakt. § 3. Indien de volledige gegevens van de aanbesteding niet via het Reuters- en Teleratesysteem kunnen worden bekendgemaakt binnen een redelijke termijn na 14 uur op de dag van de aanbesteding, zal de Administratie der thesaurie de markt en de kopers bij voorrang mededelen : 1° de laagste in aanmerking genomen prijs;2° het percentage toegewezen op de offertes die werden ingediend tegen de laagste in aanmerking genomen prijs;3° de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding. § 4. Behalve indien zij werden ingelicht zoals bepaald in § 3, kunnen de kopers hun offerte herroepen indien de gegevens, bedoeld in die paragraaf, niet vóór 16 uur op de dag van de aanbesteding via de pagina's van de Administratie der thesaurie in het Reuters- en Teleratesysteem werden bekendgemaakt. De herroeping dient onverwijld, op de dag van de aanbesteding, aan de Administratie der thesaurie te worden medegedeeld. HOOFDSTUK III. - Inschrijvingen buiten mededinging

Art. 9.Uiterlijk tot 12 uur op de dag van de aanbesteding, kan de Nationale Bank van België, voor rekening van buitenlandse centrale banken en hiermede gelijk te stellen instellingen en voor rekening van internationale financiële instellingen waarvan België lid is, inschrijven tegen de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding.

Art. 10.De markthouders, het Muntfonds, de Deposito- en Consignatiekas en het Rentenfonds kunnen de eerste bankwerkdag volgend op de aanbesteding, tussen 12 uur en 12 u. 30 m., inschrijven op lineaire obligaties van dezelfde lening tegen de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding.

Het recht van de markthouders om deel te nemen aan de inschrijvingen buiten mededinging kan worden geschorst, verminderd of verhoogd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het lastenkohier en de gedragscode van de markthouders in Schatkistwaarden.

Art. 11.De lijnen van lineaire obligaties worden volgens resterende periodes van looptijd ingedeeld : 1° middellange periode : resterende looptijden van minder dan 8 jaar;2° lange periode : resterende looptijden van ten minste acht jaar en minder dan elf jaar;3° zeer lange periode : resterende looptijden van 11 jaar of meer.

Art. 12.De inschrijving tegen de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding van elke markthouder mag, voor elke resterende periode van looptijd in de zin van artikel 11 waarin de dag ervoor een tranche van een lening werd toegewezen, het rekenkundig gemiddelde van zijn deelneming met mededinging niet overschrijden, met name het bedrag van de obligaties die effectief werden verworven ter gelegenheid van de laatste vier aanbestedingen in de periode van looptijd, inbegrepen de aanbesteding van de dag ervoor.

In afwijking van lid 1 wordt, wanneer er overgegaan wordt tot een aanbesteding voor een tranche van meerdere lijnen in eenzelfde periode van looptijd, hierna genoemd "meervoudige uitgifte", iedere uitgegeven tranche beschouwd als een afzonderlijke aanbesteding met mededinging bij de berekening van het rekenkundig gemiddelde ter bepaling van het bedrag van de inschrijvingen buiten mededinging.

Voor iedere aldus uitgegeven tranche wordt het volledige recht op een inschrijving buiten mededinging behouden.

Dit recht is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de deelnemingen met mededinging aan de drie voorlaatste aanbestedingen met mededinging in de periode van looptijd en van de aanbesteding van de vorige dag van de bedoelde tranche, bij de meervoudige uitgifte.

Bij de volgende aanbesteding is het bedrag van de meervoudige uitgifte dat in aanmerking wordt genomen om het nieuwe recht op een inschrijving buiten mededinging in de periode van looptijd te bepalen, gelijk aan het totaal van de bedragen van de verschillende aanbestedingen met mededinging van de meervoudige uitgifte gedeeld door het aantal aanbestede tranches van deze uitgifte.

Indien het rekenkundig gemiddelde groter is dan nul, is artikel 7, lid 3, van toepassing voor de afronding van dit bedrag.

Art. 13.In geval van verzaking aan een offerteaanvraag, overeenkomstig artikel 6 van het kaderbesluit en in het belang van de markt, kunnen de markthouders worden gemachtigd om inschrijvingen buiten mededuiging in te dienen tegen de prijs en overeenkomstig de regels bepaald geval per geval.

In dit geval, wordt het rekenkundig gemiddelde berekend op de laatste drie aanbestedingen in de betrokken looptijd.

Art. 14.De herroeping van een offerte overeenkomstig artikel 8, § 4 van dit besluit, vormt geen beletsel voor een inschrijving overeenkomstig artikel 10.

Art. 15.De inschrijvingen bedoeld in de artikelen 10, 13 en 14 kunnen voor het totale of ten belope van een naar evenredigheid verminderd bedrag aanvaard worden, zonder dat het verminderde bedrag van een inschrijving kleiner mag zijn dan 30% van het recht van deelneming bedoeld in artikel 12, zoals gewijzigd, in voorkomend geval, door toepassing van artikel 10, lid 2.

De eventuele proportionele vermindering wordt echter niet toegepast op de inschrijvingen van het Muntfonds, van de Deposito- en Consignatiekas en van het Rentenfonds.

Indien de inschrijvingen bedoeld in artikel 10 slechts ten belope van een verminderd bedrag worden aanvaard, worden de inschrijvingen bedoeld in artikel 9 eveneens slechts in dezelfde mate aanvaard.

Art. 16.De verminderde bedragen bedoeld door artikel 10, lid 2 en door artikel 15, worden afgerond overeenkomstig de bepalingen van artikel 7, lid 3.

Art. 17.Artikel 5, lid 1 tot en met 4, en artikel 6 zijn van toepassing op de inschrijvingen bedoeld in de artikelen 9 en 10. HOOFDSTUK IV. - De vereffening van de bedragen uitgegeven door aanbestedingen, inschrijvingen buiten mededinging, iedere werkwijze van vaste overname en offertes van verkoop tegen vaste prijs

Art. 18.Het door de koper op de valutadatum van de uitgifte te betalen bedrag, is de geboden prijs of de inschrijvingsprijs, verhoogd met de opgelopen interesten die als volgt worden berekend : - de interesten lopen vanaf de aanvangsdatum van de op de valutadatum van de uitgifte lopende renteperiode (inbegrepen) tot de valutadatum van de uitgifte (niet inbegrepen); - één jaar telt 360 dagen, één maand telt 30 dagen; - indien de aanvangsdatum van de renteperiode de 31ste dag van een maand is, lopen de interesten vanaf en met inbegrip van die dag; - indien de valutadatum van de uitgifte de 31e dag van een maand is, zijn de te betalen interesten gelijk aan de interesten die zouden verschuldigd zijn indien de valutadatum van de uitgifte de 30e dag van dezelfde maand was geweest; - indien de valutadatum van de uitgifte de 30e dag van een maand is en de rentevervaldag de 31e dag van dezelfde maand is, is het bedrag van de te betalen opgelopen interesten gelijk aan het bedrag van de te vervallen interesten; - indien de valutadatum van de uitgifte samenvalt met de aanvangsdatum van de eerste renteperiode of met de rentevervaldag, zijn geen opgelopen interesten verschuldigd.

Art. 19.§ 1. De schadevergoeding bedoeld in artikel 11, § 1, van het kaderbesluit wordt berekend als volgt : 1° een vergoeding die overeenkomt met 7 dagen interest die, tegen het rentetarief van de Nationale Bank van België dat op de valutadatum toepasselijk is voor de voorschotten in rekening-courant boven de kredietlijn, berekend wordt over het bedrag dat wegens de ontbonden toewijzing of inschrijving buiten mededinging diende te worden betaald;2° in voorkomend geval, een som die overeenstemt met het positieve verschil tussen het bedrag dat wegens de ontbonden toewijzing of inschrijving diende betaald te worden en de waarde van de uitgegeven obligaties, op de basis van de door het Rentenfonds op de valutadatum bekendgemaakte referentiekoers. § 2. De verwijlinteresten bedoeld in artikel 11, § 2, van het kaderbesluit worden gelijkgesteld met de gewogen gemiddelde actuariële rentevoet van de aanbesteding. HOOFDSTUK V. - Offertes van omruiling tegen effecten van de Staatsschuld

Art. 20.De Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie, of de ambtenaar die werd aangewezen om hem te vervangen, wordt gemachtigd om omruilingen uit te voeren tegen de voorwaarden die hij bepaalt.

Art. 21.De operatie van omruiling gebeurt op een volstrekt vrijwillige basis.

Art. 22.Het niet omgeruilde saldo van de effecten van de Staatschuld waarop de openbare offerte van omruiling betrekking heeft, blijft tot zijn eindvervaldag behouden aan de voorwaarden bepaald in de uitgiftebesluiten.

Art. 23.De Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie, of de ambtenaar die werd aangewezen om hem te vervangen, bepaalt de kalender van de omruilingsoperaties alsook de effecten betrokken bij de omruilingsoffertes.

Hij wordt gemachtigd om : 1° tot en met de dag van de omruilingsoperatie geheel of gedeeltelijk aan de aangekondigde operatie te verzaken;2° op de dag van de omruilingsoperatie te beslissen over de aanvaarding van de inschrijvingen en over de proportionele vermindering van het bedrag van deze inschrijvingen.

Art. 24.Het nominale kapitaal van de effecten nodig om de betaling van de ingediende offerte te verzekeren, dient uiterlijk de bankwerkdag vóór de valutadatum van de omruiling op de rekening van de inschrijver in het verrekeningsstelsel van effecten (clearing) van de Nationale Bank van België ingeschreven te zijn.

Art. 25.De interesten verschuldigd op de uitgegeven lineaire obligaties worden betaald aan de Schatkist volgens de regels vastgesteld door het artikel 18 van dit besluit in die zin dat onder "valutadatum van de uitgifte" "valutadatum van de omruiling" begrepen wordt.

Deze betaling gebeurt bij de Nationale Bank van België op de valutadatum van de omruiling via het verrekeningsstelsel van effecten.

Art. 26.De offerte van omruiling : 1° waarvan het nominale kapitaal van de effecten, nodig om de betaling van de ingediende offerte van omruiling te verzekeren, op de bankwerkdag vóór de valutadatum van de omruiling niet ingeschreven is op de rekening van de inschrijver in het verrekeningsstelsel van effecten van de Nationale Bank van België of, 2° waarvan de interesten verschuldigd op de uitgegeven lineaire obligaties niet gestort zijn op de valutadag van de omruiling, is van rechtswege en zonder ingebrekestelling ontbonden. In geval van toepassing van bovenstaand lid is de inschrijver aan de Staat een vergoeding verschuldigd die overeenkomt met 7 dagen interest die, tegen het rentetarief van de Nationale Bank van België dat op de valutadatum van omruiling toepasselijk is voor de voorschotten in rekening-courant boven de kredietlijn, berekend wordt over het nominale bedrag van de lineaire obligaties die zouden moeten uitgegeven zijn.

De vergoeding verschuldigd aan de Schatkist moet rechtstreeks gestort worden op de rekening 100-0040000-70 van de Dienst van de Rijkskassier, bij de Nationale Bank van België te Brussel, met de vermelding : "Offerte van omruiling - nalatigheidsinteresten - Art. 06.01.10-48.1.2." HOOFDSTUK VI. - Delegatie van bevoegdheden

Art. 27.§ 1. De Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie, of de ambtenaar die werd aangewezen om hem bij verhindering te vervangen, wordt gemachtigd om te beslissen over de publicatie van de emissiekalender, over de inschrijving op en de schrapping van de lijst van de toegelaten inschrijvers, over de uitgifte van lineaire obligaties, over de aanbesteding van de lineaire obligaties, over de aanvaarding van de offertes met mededinging, over de vermindering van de inschrijvingen buiten mededinging en over de toekenning van betalingsuitstel.

Hij kan eveneens het recht van deelname van de markthouders aan de inschrijvingen buiten mededinging schorsen, verminderen of verhogen. § 2. De Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie, of de ambtenaar aangesteld om hem te vervangen indien hij verhinderd is, wordt gemachtigd om het recht van de aangestelde markthouders om de splitsing van lineaire obligaties aan te vragen, te schorsen met het oog op de vrijwaring van de liquiditeit van de secundaire markt van de lineaire obligaties. HOOFDSTUK VII. - Diverse bepalingen Afdeling I. - Gesplitste effecten

Art. 28.De splitsingsverrichtingen betreffende lineaire obligaties uitgedrukt in Belgische frank moeten slaan op bedragen van één miljoen frank of een veelvoud van één miljoen frank van deze obligaties. Afdeling II. - Opheffingsbepalingen

Art. 29.Opgeheven worden : 1° het ministerieel besluit van 23 april 1992 waarbij aan de Administrateur-generaal van de thesaurie bevoegdheden gedelegeerd worden in verband met de uitgifte;2° het ministerieel besluit van 23 april 1992 betreffende de uitgifte van de in franken uitgedrukte lineaire obligaties;3° het ministerieel besluit van 11 mei 1992 betreffende de uitgifte van de in ecu's uitgedrukte lineaire obligaties;4° het ministerieel besluit van 21 oktober 1992 waarbij bevoegdheden overgedragen worden aan de Administrateur-generaal van de thesaurie op het vlak van de vrijwaring van de liquiditeit van de lijnen van splitsbare lineaire obligaties;7° het ministerieel besluit van 10 januari 1997 waarbij bevoegdheden overgedragen worden aan de Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie inzake de uitgifte van lineaire obligaties en de vrijwaring van de liquiditeit van de lijnen van splitsbare lineaire obligaties;8° het ministerieel besluit van 10 januari 1997 betreffende de omruiling in 1997 van lineaire obligaties tegen andere lineaire obligaties van verschillende lijnen en vervaldagen. Afdeling III. - Inwerkingtreding.

Art. 30.Het kaderbesluit en dit besluit treden in werking de dag van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 22 oktober 1997.

Ph. MAYSTADT