17 DECEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 oktober 1997 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties en van het ministerieel besluit van 6 juli 1998 betreffende de uitgifte van Schatkistbons

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 37 van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;

Gelet op de wet van 19 december 1997 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, inzonderheid op artikel 8, § 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 1998, inzonderheid op artikel 13 en 18, lid 2, Besluit :

Artikel 1.In artikel 6, lid 1, 2° van het ministerieel besluit van 22 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties, worden de woorden « door de bevoegde ambtenaar » vervangen door de woorden « door de bevoegde ambtenaar of door het bevoegde personeelslid van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie ».

Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Een ambtenaar-generaal van de Administratie der Thesaurie of een personeelslid van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werd aangeduid, stelt een proces-verbaal op van de aanbesteding ».

Art. 3.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 20.De ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie alsook de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werden aangeduid, worden gemachtigd om omruilingen uit te voeren tegen de voorwaarden die zij bepalen ».

Art. 4.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 23.De ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie alsook de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werden aangeduid, bepalen de kalender van de omruilingsoperaties alsook de effecten betrokken bij de omruilingsoffertes.

Zij worden gemachtigd om : 1° tot en met de dag van de omruilingsoperatie geheel of gedeeltelijk aan de aangekondigde operatie te verzaken;2° op de dag van de omruilingsoperatie te beslissen over de aanvaarding van de inschrijvingen en over de proportionele vermindering van het bedrag van deze inschrijvingen ».

Art. 5.In artikel 26, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « tegen het rentetarief van de Nationale Bank van België dat op de valutadatum van omruiling toepasselijk is voor de voorschotten in rekening-courant boven de kredietlijn » vervangen door de woorden « tegen het op de valutadatum van kracht zijnde rentetarief van de marginale beleningsfaciliteit van de Europese Centrale Bank, verhoogd met 1,5 pct ».

Art. 6.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 27.§ 1. De ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie alsook de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werden aangeduid, worden gemachtigd om te beslissen over: 1° de inschrijving op en de schrapping van de lijst van de toegelaten inschrijvers;2° de vastlegging van de indicatieve kalender van de uitgiften voorzien in artikel 3 van dit besluit;3° de offerteaanvraag betreffende een uitgifte van lineaire obligaties;4° de aanbesteding van lineaire obligaties;5° de aanvaarding van de offertes met mededinging, de vermindering van het bedrag van de inschrijvingen buiten mededinging en de toekenning van uitstel van betaling;6° de schorsing, de vermindering of de verhoging van het recht van de markthouders om deel te nemen aan de inschrijvingen buiten mededinging. § 2. Zij worden er eveneens toe gemachtigd om : 1° het recht van de markthouders om de splitsing van lineaire obligaties aan te vragen, te schorsen met het oog op de vrijwaring van de liquiditeit van de secundaire markt van de lineaire obligaties;2° iedere overeenkomst of document, vereist voor de toepassing van dit besluit, te ondertekenen ».

Art. 7.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 28.De splitsingsverrichtingen betreffende lineaire obligaties uitgedrukt in euro-munteenheden moeten slaan op bedragen van 2 000 euro of een veelvoud van 2 000 euro van deze obligaties ».

Art. 8.Artikel 9, lid 4, van het ministerieel besluit van 6 juli 1998 betreffende de uitgifte van Schatkistbons wordt vervangen door de volgende bepaling : « Een ambtenaar-generaal van de Administratie der Thesaurie of een personeelslid van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werd aangeduid, stelt een proces-verbaal op van de aanbesteding ».

Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de woorden « door eenvoudige beslissing van de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie » en de woorden « en de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie van te voren nog geen gebruik gemaakt heeft van zijn » respectievelijk vervangen door de woorden « door eenvoudige beslissing van een ambtenaar-generaal of door een personeelslid van het Agentschap opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werd aangeduid. » en de woorden « en de Administratie der Thesaurie van te voren nog geen gebruik gemaakt heeft van haar ».

Art. 10.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 16.§ 1. De ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie of de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die daartoe werden aangeduid, zijn gemachtigd om : 1° over de uitgifte en over het maximaal uitstaande bedrag van de Schatkistbons te beslissen;2° offertes of inschrijvingen te aanvaarden en de informatienota bedoeld in artikel 3 van dit besluit op te stellen;3° de effecten te annuleren waarvan de aanbestedings- of inschrijvingsprijs niet werd betaald op de valutadag van de uitgifte;4° alle overeenkomsten of documenten te ondertekenen die vereist zijn voor de toepassing van dit besluit.»

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 5 en 7, die in werking treden op 1 januari 1999.

Brussel, 17 december 1998.

J.-J. VISEUR