gepubliceerd op 28 maart 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
17 MAART 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 28 juni 2007, 10 oktober 2007 en 14 november 2007;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee;
Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden;
Gelet op Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad van 16 januari 2008 tot vaststelling voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc;
Gelet op Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje;
Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het Westelijk Kanaal;
Gelet op Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2008 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat beperkende maatregelen gedefinieerd moeten worden, die van toepassing zijn voor alle vaartuigen dan wel voor de vaartuigen die onder een collectief benuttingssysteem of een individuele quotatoewijzing vallen;
Overwegende dat in het kader van het kabeljauwherstelplan de voorwaarden vastgelegd moeten worden voor het maximaal aantal te presteren zeedagen per vaartuig in de beschermde gebieden;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong in de Golf van Gascogne kan worden bewerkstelligd door het instellen van maximale vangsten per vaartuig vanaf 8 juni 2008, om 00.00 uur;
Overwegende dat met het oog op de de visserij-inspanningsbeperkingen, vermeld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje, alleen de vaartuigen die op de lijst "Visvergunningen Golf van Gascogne 2008" voorkomen, aanwezig mogen zijn in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van kabeljauw II, IV, schol VIId,e, bot en schar II, IV en tongschar en witje II, IV bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie, Besluit :
Artikel 1.In artikel 16, § 4, van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, wordt het getal "10" vervangen door het getal "12".
Art. 2.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het getal "70" vervangen door het getal "113", 2° in § 2 wordt het getal "400" vervangen door het getal "644".
Art. 3.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 20, § 1. De aanwezigheid van een vissersvaartuig in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b is verboden van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. § 2. In afwijking van § 1 is het vanaf 8 juni 2008, om 00.00 uur, alleen voor de vissersvaartuigen die op de lijst "Visvergunningen Golf van Gascogne 2008" voorkomen, toegestaan om in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b aanwezig te zijn.
Om aan de lijst, vermeld in het eerste lid, toegevoegd te kunnen worden, moeten de eigenaars van vissersvaartuigen vóór 19 mei 2008 met een aangetekende brief of per fax een aanvraag tot de dienst richten.
Ingeval het aantal ingeschreven vaartuigen te hoog is in verhouding tot de beschikbare tongquota, zal via loting dat aantal worden beperkt. § 3. Vanaf 8 juni 2008 tot en met 31 juli 2008 is het verboden dat in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b de tongvangst van een vissersvaartuig, dat voorkomt op de lijst vermeld in § 2, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 15 kg, vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. Als uitgangspunt wordt de situatie op 1 mei 2008 genomen.
De onbenutte hoeveelheden op 31 juli 2008 komen voor herverdeling in aanmerking. § 4. Ingeval de hoeveelheden tong, vermeld in § 3, worden overschreden, worden de door dat vissersvaartuig overschreden hoeveelheden tong in tweevoud in mindering gebracht op de hoeveelheid tong die aan het vissersvaartuig wordt toegekend voor 2009. § 5. Voor de vissersvaartuigen die op de lijst "Visvergunningen Golf van Gascogne 2008" voorkomen, wordt het aantal dagen vermeld in artikel 10, § 2, verminderd met 10. Bovendien wordt voor de vissersvaartuigen in kwestie de toe te kennen hoeveelheid tong VIIf,g, overeenkomstig artikel 16, voor de periode 1 juli 2008 tot 31 oktober 2008 verminderd met 2 kg per kW. § 6. Voor de vissersvaartuigen die de bepalingen van § 1 of § 2 niet naleven, wordt het aantal dagen, vermeld in artikel 10, § 2, en artikel 12, verminderd met 10.
Bovendien zullen de vissersvaartuigen in kwestie niet aanwezig mogen zijn in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b gedurende het jaar 2009. »
Art. 4.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de § 1 en § 2 wordt het woord "december" vervangen door het woord "maart", 2° aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In de periode van 1 april 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de scholvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 200 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »; 3° aan § 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In de periode van 1 april 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de scholvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 400 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »;
Art. 5.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden met ingang van 16 april 2008 de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « In de periode van 16 april 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 75 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens de zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd.
In afwijking van het tweede lid wordt gedurende de periode van 16 april 2008 tot en met 31 december 2008 de hoeveelheid kabeljauw, vermeld in het vorige lid, verhoogd met een extra hoeveelheid van 75 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen van die zeereis die ten noorden van 56°00' noorderbreedte worden verwezenlijkt. » 2° aan § 2 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « In de periode van 16 april 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale kabeljauwvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is 150 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd.
In afwijking van het tweede lid wordt gedurende de periode van 16 april 2008 tot en met 31 december 2008 de hoeveelheid kabeljauw, vermeld in het vorige lid, verhoogd met een extra hoeveelheid van 150 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen van die zeereis die ten noorden van 56°00' noorderbreedte worden verwezenlijkt. »;
Art. 6.In artikel 25 van hetzelfde besluit, worden met ingang van 1 april 2008, de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5 en § 6 worden de woorden "31 december" vervangen door de woorden "30 april", 2° aan § 4 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het eerste lid is het voor een vissersvaartuig in de periode van 1 april 2008 tot en met 31 december 2008, zolang geen 60 % van het quotum is benut, verboden bij de bot- en scharvangsten per zeereis in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 1 100 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »; 3° aan § 5 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « In de periode van 1 mei 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de tongschar en witjevangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 500 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »; 4° aan § 6 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In de periode van 1 mei 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de tongschar en witjevangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 1 000 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2008 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2009, met uitzondering van artikel 4.
Brussel, 17 maart 2008.
De Vlaamse minister voor Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS