gepubliceerd op 15 oktober 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
9 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 28 juni 2007, 10 oktober 2007, 14 november 2007, 5 september 2008 en 22 september 2008;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 17 maart 2008, 20 juni 2008 en 9 juli 2008;
Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden;
Gelet op Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad van 16 januari 2008 tot vaststelling voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc;
Gelet op Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2008 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van kabeljauw II, IV en heek II, IV bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie, Besluit :
Artikel 1.Het artikel 7 van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 juni 2008 wordt aangevuld met het volgend lid : « Het aan boord houden en de aanvoer in communautaire havens van soorten, in een presentatievorm, zodat controle op bestaande minimum aanvoermaten in de Vlaamse of communautaire wetgeving onmogelijk wordt, is verboden. »
Art. 2.In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 17 maart 2008 en 20 juni 2008 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt een zesde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Ingeval 90 % van het quotum is benut voor einde november 2008, wordt vanaf dat ogenblik tot 31 december 2008 het getal "80" vermeld in vorig lid vervangen door het getal "25".» 2° aan § 2 wordt een zesde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Ingeval 90 % van het quotum is benut voor einde november 2008 wordt vanaf dat ogenblik tot 31 december 2008 het getal "160" vervangen door het getal "50".»
Art. 3.In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 17 maart 2008, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 3 wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « In afwijking van vorig lid is het voor een vissersvaartuig in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 december 2008 verboden bij de heekvangsten per zeereis in de Noordzee een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 200 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen in de Noordzee gerealiseerd tijdens die zeereis.» 2° een § 8 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 8.In de periode van 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden, die gelijk is aan 40 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden.
In de periode van 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2008 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de rogvangsten per zeereis een hoeveelheid te overschrijden, die gelijk is aan 80 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van publicatie, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op 1 augustus 2008 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2009.
Brussel, 9 oktober 2008.
K. PEETERS