gepubliceerd op 18 december 2008
Ministerieel besluit houdende de weigering van erkenning van « Atelier informatique bruxellois » VZW als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
10 DECEMBER 2008. - Ministerieel besluit houdende de weigering van erkenning van « Atelier informatique bruxellois » VZW als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid
De Minister van Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, Gelet op de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 december 2004 tot uitvoering van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, zoals tot op heden gewijzigd, artikel 5, 24°;
Gelet op het eensluidend negatieve advies van het overlegplatform voor de sociale economie, gegeven op 24 november 2008;
Overwegende dat de erkenning als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid krachtens artikel 8 van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen slechts kan worden gegeven na advies van het overlegplatform voor de sociale economie;
Overwegende dat « Atelier informatique bruxellois » VZW ter gelegenheid van haar aanvraag om erkend te worden als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid verklaart over te willen gaan tot de aanwerving van twee voltijdse doelgroepwerknemers als uitvoerend personeel, hetzij in het kader van de doorstromingsprogramma's, hetzij in het kader van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder genaamd artikel 60;
Overwegende dat de vereniging naar aanleiding van de projectoproep voor het jaar 2008 in het kader van de doorstromingsprogramma's geen aanvraag ter verkrijging van voltijdse eenheden heeft ingediend binnen de toegestane termijnen, en dat vooralsnog niet voorzien is in een projectoproep voor het jaar 2009;
Overwegende dat de vereniging geen enkele schriftelijk verbintenis van het bevoegde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan voorleggen waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling van werknemers in het stelsel van artikel 60 haar daadwerkelijk werd toegezegd;
Overwegende dat de vereniging ter gelegenheid van de door het overlegplatform voor de sociale economie belegde hoorzitting van 24 november 2008 heeft verklaard bereid te zijn de werknemers na afloop van hun arbeidsovereenkomst in het stelsel van artikel 60 met eigen middelen in dienst te houden;
Overwegende, evenwel, dat het financieel plan niet in een financieringspost voorziet voor deze aanwervingen;
Overwegende dat het aldus, gesteld dat het bevoegde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn werknemers in het stelsel van artikel 60 zou ter beschikking stellen van de vereniging, onduidelijk is in welke mate de vereniging over de nodige geldelijke middelen zou beschikken om deze werknemers zelf aan te werven;
Overwegende dat krachtens artikel 4, 3°, van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen, een vereniging slechts een erkenning kan genieten voor zover gemiddeld jaarlijks zestig percent van het totale bestand van het tewerkgestelde uitvoerend personeel bestaat uit doelgroepwerknemers in de zin van de bedoelde ordonnantie, met een minimum van een voltijds equivalent;
Overwegende dat, gelet op voorgaande uiteenzetting, deze voorwaarde in de huidige stand van zaken niet vervuld is;
Overwegende dat krachtens artikel 2, 8°, van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen, erkenning slechts verleend kan worden aan het initiatief dat diensten verleent of goederen voortbrengt;
Overwegende dat diensten kunnen worden verleend noch goederen voortgebracht indien de vereniging niet over uitvoerend personeel beschikt;
Overwegende dat er geen ander uitvoerend personeel in de vereniging aanwezig is dan de werknemers in het stelsel van artikel 60, aanwezigheid die zoals gezien nog niet verworven mag heten;
Overwegende dat, gelet op voorgaande uiteenzetting, deze voorwaarde in de huidige stand van zaken niet vervuld is;
Overwegende dat de aanvraag de voorwaarden tot erkenning als plaatselijk initiatief voor ontwikkeling van de werkgelegenheid niet vervult;
Overwegende dat de vereniging bijgevolg niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, Besluit : Enig artikel. De vereniging zonder winstoogmerk « Atelier informatique bruxellois » VZW wordt niet erkend als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid.
Brussel, 10 december 2008.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, Tewerkstelling en Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE