Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 mei 2007
gepubliceerd op 03 juli 2007

Ministerieel besluit tot bepaling van de erkenningsprocedure van de inschakelingsbedrijven

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007202048
pub.
03/07/2007
prom.
04/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/04/2007202048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot bepaling van de erkenningsprocedure van de inschakelingsbedrijven


De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken, De Minister van Werk, De Staatssecretaris voor Sociale Economie, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1bis, derde lid, m, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, inzonderheid artikel 1, § 1, 2°, en 1, § 2, 3e lid.

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 september 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 27 november 2006;

Gelet op het advies 41.813/1 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2006 met toepassing van art. 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Besluiten : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°) inschakelingsbedrijf : de ondernemingen en verenigingen zoals bepaald in artikel 1, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen en erkend in het kader van dit besluit. 2°) "Doelgroep" : de doelgroep zoals bepaald in artikel 1, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen; 3°) de Ministers : de Minister bevoegd voor Werk en de Minister bevoegd voor Sociale Economie; 4°) de administratie : de cel sociale economie binnen de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie; 5°) het Samenwerkingsakkoord meerwaardeneconomie : het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie, goedgekeurd door de wet van 10 mei 2006; 6°) Het netwerk van de administraties : de werkgroep van de administraties ingesteld in het kader van artikel 5, § 6, van het samenwerkingsakkoord meerwaardeneconomie. HOOFDSTUK II. - De erkenningscommissie

Art. 2.§ 1. Er wordt een ad hoc commissie opgericht met als taak de ontvankelijkheid van de ingediende erkenningdossiers te onderzoeken en de ministers advies uit te brengen over de erkenning. § 2. De commissie bestaat uit 2 personen, een voor elke taalrol, van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en 2 personen, een voor elke taalrol, van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie. § 3. Het secretariaat en het voorzittersschap van de ad hoc commissie worden elk jaar overgedragen van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg of omgekeerd. § 4. Het secretariaat van de ad hoc commissie wordt door de administratie verzekerd. HOOFDSTUK III. - De procedure tot toekenning of hernieuwing van de erkenning

Art. 3.De aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning, waarvan het model wordt bepaald door de ad hoc commissie, wordt hetzij per aangetekende brief hetzij via elektronische weg ingediend bij de administratie. Ad hoc commissie, wordt hetzij per aangetekende brief hetzij via elektronische weg ingediend bij de administratie.

De aanvraag gaat vergezeld van een dossier dat bestaat uit : 1°) het aanvraagformulier waarvan het model wordt bepaald door de ad hoc commissie; 2°) de statuten van de inschakelingsbedrijf; 3°) een beschrijving van het project; 4°) het aantal voorziene werknemers voor het project en hun arbeidsstelsel; 5°) het aantal werknemers dat al binnen het project tewerkgesteld is en hun arbeidsstelsel; 6°) een opgave van het personeel dat zal zorgen voor de omkadering van de moeilijk te plaatsen werklozen; 7°) het engagement dat tijdens het eerste jaar volgend op de datum van erkenning minstens 30 procent van de in het kader van het project tewerkgestelde werknemers behoort tot de doelgroep, en minstens 50 procent vanaf het vierde jaar volgend op de erkenningsdatum; 8°) kopie van de eventuele erkenningen als regionaal inschakelingsinitiatief.

Art. 4.§ 1. Binnen een termijn van 15 dagen na ontvangst van de aanvraag tot toekenning of hernieuwing van de erkenning zendt de administratie het inschakelingsbedrijf hetzij een ontvangstbewijs met de vermelding dat het dossier volledig is alsmede de datum van inwerkingtreding van de termijn bepaald in artikel 5, § 1, van dit besluit, hetzij een bericht dat verzoekt om het dossier te vervolledigen.

In dat laatste geval verwittigt de administratie het inschakelingsbedrijf zodra ze vaststelt dat het dossier werd vervolledigd, en deelt zij haar de datum van inwerkingtreding mee van de termijn bepaald in artikel 5, § 1, van dit besluit. § 2. Zodra de administratie over een volledig dossier beschikt, zendt zij het naar de ad hoc commissie.

Art. 5.§ 1. De ad hoc commissie beschikt over een termijn van veertig kalenderdagen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het volledige dossier om de Ministers een advies over het project te bezorgen. § 2. De ad hoc commissie moet het advies inwinnen van het netwerk van de administraties. Dat advies wordt gevraagd zodra het volledige erkenningsaanvraagdossier is binnengekomen.

Bij ontstentenis van een advies van het netwerk van de administraties binnen de 35 kalenderdagen, wordt het advies geacht gunstig te zijn. § 3. Het advies van de ad hoc commissie, samen met het advies van het netwerk van de administraties, wordt aan de Ministers toegezonden, die binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de adviezen een beslissing nemen over de toekenning of de gemotiveerde weigering van de erkenning.

De beslissing van de ministers wordt onverwijld aan de commissie medegedeeld. § 4. De beslissing van de Ministers over de toekenning of de gemotiveerde weigering van de erkenning wordt door de administratie per aangetekende brief aan de onderneming medegedeeld. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 6.De ondernemingen en verenigingen bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, van het voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1999, die op datum van 1 januari 2007 nog steeds beschikken over een geldig attest afgeleverd door de Directeur-generaal van de Algemene Directie Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, op basis van artikel 14, § 5, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 betreffende de harmonisering en de vereenvoudiging van de regelingen inzake vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen, kunnen van dit attest blijven gebruik maken tot op de vervaldatum en dienen slechts over een erkenning of hernieuwing van erkenning, aangevraagd volgens de procedure voorzien bij dit besluit, vanaf de dag na de vervaldatum van hun attest.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2007.

Brussel, 4 mei 2007.

Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE P. VANVELTHOVEN Mevr. E. VAN WEERT

^