gepubliceerd op 27 november 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid « Sociale Maribel » en bepaling van zijn statuten
1 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid « Sociale Maribel » en bepaling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid « Sociale Maribel » en bepaling van zijn statuten.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid « Sociale Maribel » en bepaling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer 85000/CO/305) HOOFDSTUK I. - Oprichting
Artikel 1.Bij onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) richt het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten een fonds voor bestaanszekerheid op, genaamd « Fonds Sociale Maribel » waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, te weten : 1. de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra en de centra voor dagopvang;2. de diensten voor thuisverpleging;3. de Nederlandstalige revalidatiecentra die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4. de Franstalige en Duitstalige revalidatiecentra die gelegen zijn in het Waalse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5. de biocommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten die gelegen zijn het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;6. de Nederlandstalige instellingen en diensten die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;7. de Franstalige en Duitstalige instellingen en diensten die gelegen zijn in het Waalse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;8. de Nederlandstalige kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen, die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;9. de Franstalige en Duitstalige kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen, « maisons communales d'accueil de l'enfance » en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen die gelegen zijn in het Waalse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;10. de Wijkgezondheidscentra ook nog « Geïntegreerd Gezondheidscentra » genoemd, dit wil zeggen deze die : - opgericht zijn onder vorm van een VZW; - een medisch multidisciplinair zorgaanbod op de eerste lijn bieden waar meerdere disciplines gegroepeerd zijn onder een dak; - een akkoord van forfait toepassen zoals bedoeld in artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 of die erkend zijn of een gewestelijke of regionale subsidiëring ontvangen als « Geïntegreerd Gezondheidscentrum » of « Centre de Santé intégré ».
Art. 3.Het fonds is ingedeeld in tien sectoren die volgens hun activiteiten geïdentificeerd worden overeenkomstig de codes die voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid multifunctionele verklaring gebruikt worden, zijnde : 1. de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra en de centra voor dagopvang;2. de diensten voor thuisverpleging;3. de Nederlandstalige revalidatiecentra die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Zijn evenwel uitgesloten, de revalidatiecentra die een dienst uitmaken van een ziekenhuis of een opvoedingsinstelling en als dusdanig onder de beheersverantwoordelijkheid vallen van dit ziekenhuis of opvoedingsinstelling; 4. de Franstalige en Duitstalige revalidatiecentra die gelegen zijn in het Waals Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Zijn evenwel uitsloten, de revalidatiecentra die een dienst uitmaken van een ziekenhuis of een opvoedingsinstelling en als dus dusdanig onder de beheersverantwoordelijkheid vallen van dit ziekenhuis of opvoedingsinstelling; 5. de biocommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten die gelegen zijn het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Zijn evenwel uitgesloten, de diensten voor thuisverpleging, de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra en die centra voor dagopvang; 6. de Nederlandstalige instellingen en diensten die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Zijn evenwel uitgesloten : de autonome revalidatiecentra, de diensten voor thuisverpleging, de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra, de centra voor dagopvang, de kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen; 7. de Franstalige en Duitstalige instellingen en diensten die gelegen zijn in het Waals Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zijn evenwel uitgesloten : de autonome revalidatiecentra, de diensten voor thuisverpleging, de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra en de centra voor dagopvang, de kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor de thuisopvang van zieke kinderen en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen; 8. de Nederlandstalige kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen, die gelegen zijn in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;9. de Franstalige en Duitstalige kinderkribben, peutertuinen, buitenschoolse opvang, diensten voor opvanggezinnen, diensten voor thuisopvang van zieke kinderen, « maisons communales d'accueil de l'enfance » en gelijkaardige instellingen en diensten voor de opvang van kinderen die gelegen zijn in het Waalse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;10. de Wijkgezondheidscentra ook nog « Geïntegreerd Gezondheidscentra » genoemd, dit wil zeggen, deze die : - opgericht zijn onder vorm van een VZW; - een medisch multidisciplinair zorgaanbod op de eerste lijn bieden waar meerdere disciplines gegroepeerd zijn onder een dak; - een akkoord van forfait toepassen zoals bedoeld in artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 of die erkend zijn of een gewestelijke of regionale subsidiëring ontvangen als « Geïntegreerd Gezondheidscentrum » of « Centre de Santé intégré ».
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elk der partijen worden opgezegd voor 30 juni van ieder jaar, met uitwerking op 1 januari van het daaropvolgend jaar. De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, en waarvan deze laatste een kopij van elk der ondertekenende partijen laat geworden.
Art. 5.De maatschappelijke en administratieve zetel van het fonds is gevestigd bij VESOFO, te 1000 Brussel, Handelskaai 48. Deze zetel kan bij beslissing van het paritair samengesteld beheerscomité van het fonds, zoals voorzien door artikel 8 hierna, verlengd worden. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 6.Het fonds heeft tot hoofdzakelijk doel het beheer van de werkgeversbijdrageverminderingen zoals voorzien in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981 tot vaststelling van de algemene principes van de sociale zekerheid voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981) teneinde de financiering van bijkomende tewerkstelling in strikte conformiteit met de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op bevordering van de tewerkstelling alsmede elk ander doel uitdrukkelijk voorzien door dit koninklijk besluit in de non-profit sector te verzekeren.
Art. 7.De uitvoering van dit doel wordt gerealiseerd door de collectieve arbeidsovereenkomst die voor de in voornoemd artikel 2 vermelde 10 sectoren uitdrukkelijk de in artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 voorziene elementen specificeren, te weten : - de precieze omschrijving van de geviseerde betrokken werkgevers; - de verbintenissen van iedere activiteitssector om de bijdrageverminderingen integraal aan te wenden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling; - de modaliteiten om de integrale besteding van de toegekende verminderingen aan de nettotoename van de tewerkstelling te waarborgen; - de kalender met betrekking tot de realisatie van de nettotoename van de tewerkstelling; - de inlichtingen die de werkgevers aan het fonds moeten verstrekken en die het fonds moeten toelaten op elk moment met kennis van zaken te beslissen over de financiering van de bijkomende tewerkstelling; - het mechanisme dat het fonds moet toelaten de middelen die ter beschikking van de werkgevers werden gesteld, te controleren. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 8.De financiële middelen van het fonds bestaan uit de dotaties die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gestort worden overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, inclusief de intresten; deze middelen worden onder de in artikel 2 vermelde 10 subsectoren verdeeld pro rata sendu stricto het aantal werknemers in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 bedoeld en door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bepaald overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd in artikel 6 van hetzelfde besluit. Voor de jaren 2006 en 2007 wordt de dotatie pro rata verdeeld tussen de verschillende « Kamers » op basis van de dotatie van het eerste semester van 2002. HOOFDSTUK IV. - Administratie en beheer
Art. 9.Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité van 36 leden verkozen door het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, voor de helft op voorstel van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voorstel van de representatieve werknemersorganisaties. Deze leden worden ten minste voor de helft gekozen binnen de leden van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. De overige leden kunnen voorgedragen worden door de betrokken erkende werkgevers- en werknemersorganisaties, mits aanvaarding door het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, en dit zowel wat betreft de werkgevers- als de werknemersdelegatie.
Art. 10.Het beheerscomité zal in zijn midden en voor de in voornoemd artikel 3 vermelde 10 deelsectoren specifieke secties oprichten, hierna « Kamers » (maximaal 10) genoemd. De leden van deze Kamers zullen voor minstens de helft verkozen worden onder de leden van het beheerscomité of onder andere leden van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten in functie van hun representativiteit van de deelsector. Deze Kamers zijn bovendien samengesteld voor de helft uit de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft uit de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 11.In het kader van de wetgeving betreffende de Sociale Maribel meer bepaald het koninklijk besluit van 18 juli 2002, en van de collectieve arbeidsovereenkomst geciteerd in voornoemd artikel 7, zal ieder der Kamers voor zijn deelsector bij unanimiteit voorstellen doen over de toekenning van de gerealiseerde bijkomende tewerkstellingen.
De beslissingen en maatregelen die hieruit voortvloeien zullen nochtans door het beheerscomité dienen bekrachtigd te worden.
In geval van tekortkomende functionering van één of meerdere Kamers zal het beheerscomité voor de betrokken deelsector(en) de nodige beslissingen en maatregelen dienen te nemen.
Art. 12.De beheerders van het fonds nemen, uit hoofde van de verplichtingen die door het fonds worden aangegaan, geen enkele persoonlijke verplichtingen op zich. Hun verantwoordelijkheid is beperkt tot de uitvoering van het mandaat dat zij ontvingen.
Art. 13.Het beheerscomité kiest onder zijn leden en voor een periode van telkens twee jaar, een voorzitter en een ondervoorzitter, die elk tot een verschillende taalrol behoren en alternerend uit de werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties voortspruiten.
Art. 14.§ 1. Binnen de grenzen van de wetgevende en reglementaire teksten die de Sociale Maribel regelen beschikt het beheerscomité over de ruimste bevoegdheden inzake administratie en beheer van het fonds.
Het beheerscomité kan een huishoudelijk reglement vastleggen. § 2. Het beheerscomité wordt in al zijn handelingen en voor ieder doel, hierin begrepen de rechtsvervolgingen zowel als eiser als verweerder, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter en ondervoorzitter van het beheerscomité of door het (de) lid (leden) die zij delegeren teneinde in die vertegenwoordiging te voorzien.
Art. 15.Het beheerscomité heeft onder meer tot taak : a) controle uit te oefenen en alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van huidige collectieve arbeidsovereenkomst;b) jaarlijks de administratiekosten te bepalen, alsmede de hoegrootheid van de jaarlijkse ontvangsten die aan deze kosten besteed worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de programmawet van 30 december 2001;c) in te staan voor de eventuele aanwerving en ontslag van het personeel van het fonds of van de vereniging van fondsen waartoe hij (zij) behoort;d) jaarlijks in de maand juni een schriftelijk verslag over de uitvoering van zijn taak over te maken aan het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Art. 16.Het beheerscomité vergadert minstens een maal per semester op de zetel van het fonds. De oproepingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden door de secretaris opgesteld en door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.
Art. 17.1. Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen indien minstens de helft zowel van de werkgeversorganisaties als van de werknemersorganisaties aanwezig of vertegenwoordigd is. 2. De beslissingen van het beheerscomité worden genomen bij meerderheid van de stemgerechtigden op iedere bank.3. In afwachting van een definitieve hersamenstelling van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, heeft elk lid van het beheerscomité recht op twee volmachten.
Art. 18.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, duidt het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten een bedrijfsrevisor aan ter controle van het beheer van het fonds. Deze licht het beheerscomité regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nuttig acht.
Balans en jaarrekeningen
Art. 19.De balans en de jaarrekeningen worden op 31 december afgesloten. HOOFDSTUK V. - Ontbinding en vereffening
Art. 20.Het fonds is opgericht voor onbepaalde duur.
Art. 21.Het wordt ontbonden door het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten. Dit paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na betaling van het passief.
Deze bestemming moet in overeenstemming zijn met het doel waartoe het fonds werd opgericht.
Voornoemd paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van het beheerscomité.
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 januari 2006 de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2004 houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid « Sociale Maribel » en bepaling van zijn statuten, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2008 De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET