gepubliceerd op 14 augustus 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector
31 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, ingevoegd bij de wet van 30 december 1988, vervangen bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004, 27 december 2005 en 27 december 2006 en artikel 35, § 6, ingevoegd bij de economische herstelwet van 27 maart 2009;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 27 mei 2009;
Gelet op het advies 1684 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 6 mei 2009;
Gelet op het advies 46.864/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de eerste zin worden de woorden "3.293 werknemers" vervangen door de woorden "3.669 werknemers"; 2° In de derde zin worden de woorden "3.293 werknemers" vervangen door de woorden "3.669 werknemers"; 3° De bepalingen onder 1., 2. en 3. worden vervangen als volgt : "1.1.528 van de Vlaamse Gemeenschap; 2.2.059 van de Franse Gemeenschap; 3.82 van de Duitstalige Gemeenschap."
Art. 2.In artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit, worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt : "Bij de overgang van een werkgever van een fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2°, van de wet van 29 juni 1981 naar een sectoraal fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 1°, van dezelfde wet, of in het omgekeerde geval, dient het nieuw bevoegde fonds de opbrengst van de bijdragevermindering, bedoeld in artikel 35, § 5 van de wet van 29 juni 1981, van de betrokken instelling te besteden aan de financiering van de reeds bij deze werkgever gecreëerde maribel betrekkingen, rekening houdend met de financieringsregels in voege in het nieuwe fonds.
Deze bepaling impliceert dat het geheel van de bijdrageverminderingen van deze instelling zonder verwijl moeten worden getransfereerd door het oude fonds naar het nieuwe bevoegde fonds, zij is van toepassing vanaf deze transfer tot in het jaar in de loop van hetwelk de prestaties van de werknemers van deze instelling in aanmerking genomen zijn in de dotaties van het nieuwe bevoegde fonds."
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt titel 7 bevattende de artikelen 57, 58 en 59 hersteld als volgt : "TITEL VII Vrijstelling van bedrijfsvoorheffing.
Art. 57 § 1. De bedragen betreffende de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 35, § 6, A van de Wet van 29 juni 1981, die door de Schatkist worden getransfereerd naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, worden maandelijks herverdeeld, ten laatste voor het eind van de derde maand die volgt op deze waarop zij betrekking hebben, aan de fondsen sociale Maribel als bedoeld in artikel 1, 1°, a) tot en met p). § 2. Deze vrijstelling wordt verdeeld onder de fondsen als bedoeld in § 1, op basis van de loonmassa van de werknemers tewerkgesteld in het jaar n-2 in de paritaire comités en paritaire subcomités die onder de bevoegdheid van deze fondsen vallen. § 3. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid deelt, op het eind van elke trimster, aan de leidend ambtenaar van de Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg de bedragen mee die gestort zijn aan de fondsen als bedoeld in § 1.
Art. 58.De berekening van de niet-recurrente middelen gebeurt conform de bepalingen van artikel 35, § 6, C, van de wet van 29 juni 1981.
Art. 59.De opbrengst van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing wordt beheerd door de fondsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in Titel V en de artikelen 50, 60, 61ter, 62 en 65.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op 1 juni 2009.
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET