gepubliceerd op 21 augustus 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen
31 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, artikel 1ter, § 1, vervangen bij de wet van 1 augustus 2006;
Gelet op de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel, artikel 12, derde lid, vervangen bij de wet van 1 mei 2006;
Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militair van het actief kader, artikel 20, derde lid, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994, artikel 20decies, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, artikel 24, § 5, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002 en artikel 61, vervangen bij de wet van 20 mei 1994;
Gelet op de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het personeel van Defensie, artikel 90, § 1, vervangen bij de wet van 22 maart 2001;
Gelet op de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I), artikel 36, vierde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1977 betreffende het statuut van het militair personeel van het tijdelijk kader van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 augustus 1980 betreffende de toelating tot de openbare diensten van de militairen van het tijdelijk kader;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1991 betreffende het voorlopig opnemen van de militairen van het tijdelijk kader als beroeps- of aanvullingsmilitair;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2006 tot uitvoering van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel;
Gelet op het advies van de vervolmakings- en opleidingsraad van de Koninklijke Militaire School, gegeven op 5 februari 2009;
Gelet op het protocol van onderhandelingen N-287.2490 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 18 mei 2009;
Gelet op het advies 46.877/4 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de wijziging aangebracht aan artikel 12, eerste lid, 5°, a), van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel, bij de wet van 1 mei 2006, werd vernietigd door het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 142/2007 van 22 november 2007;
Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van de wet van 22 december 2008 houdende
diverse bepalingen (I)
Artikel 1.Artikel 36, eerste lid, 11°, van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I) wordt aangevuld met de bepaling onder f), luidende : « f) luchtverkeersleider; » Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus
1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader
Art. 2.In artikel 2bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 september 2003, worden de woorden "chef Defensie" vervangen door de woorden "directeur-generaal vorming".
Art. 3.In artikel 44 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, vervangen als volgt : « § 1. De kandidaat kan, onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 58, § 4, vrijgesteld worden door de directeur-generaal vorming of door de officier die hij aanwijst, van het geheel of een deel van de academische vorming of van de periode van opleiding als hij vroeger deze vorming of dit vormingsgedeelte, of een gelijkwaardige vorming, met vrucht heeft gevolgd, binnen een vormingsorganisme van Defensie of in een vreemde militaire instelling of in een burgerlijke instelling, in België of in het buitenland.
De directeur-generaal vorming of de door hem aangewezen officier legt de gelijkwaardigheid vast en kan, naargelang het geval : 1° een vrijstelling opleggen;2° een vrijstelling toekennen op aanvraag van de kandidaat. De directeur-generaal vorming of de door hem aangewezen officier kan zijn beslissing laten voorafgaan door een test over de leerstof van het vormingsgedeelte waarvan de kandidaat vrijgesteld zou kunnen worden. In dit geval neemt hij zijn beslissing op basis van de resultaten van deze test. » .
Art. 4.In artikel 65, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "algemene inspectiedienst" vervangen door de woorden "algemene directie juridische steun en bemiddeling";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 2007, worden de woorden « inspecteur-generaal bemiddelaar voor het lid van de algemene inspectiedienst » vervangen door de woorden « directeur-generaal juridische steun en bemiddeling voor het lid van zijn algemene directie ». Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september
2002 betreffende de organisatie van de koninklijke militaire school
Art. 5.In de bijlage A bij het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, wordt de lijn « DA006 Vliegtuigstructuur en systemen 1 6 1 14 2 » telkens vervangen door de lijn « DA006 Vliegtuigstructuur en systemen 1 10 1 20 3 ».
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt de bijlage A, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 september 2008 en gewijzigd bij het voorliggende besluit, en de bijlage B, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, vervangen door de bijlagen A en B gevoegd bij dit besluit, behalve voor de leerlingen en stagiairs die hun vormingsjaar, aangevangen in 2008, nog niet beëindigd hebben. Voor die leerlingen en stagiairs blijft de vorige bijlage van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar. Afdeling 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004
betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders
Art. 7.In artikel 30, § 2, van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders wordt het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, vervangen als volgt : « De kandidaat ATC, de kandidaat ADC, de ATC of de ADC ondergaat een medisch controle-onderzoek, hierna "het onderzoek" genoemd, om het behoud na te gaan van de medische geschiktheid om de functie uit te oefenen. Dit controle-onderzoek vindt plaats tweejaarlijks voor personen onder de 40 jaar en jaarlijks voor personen vanaf 40 jaar. De geldigheidsduur van de resultaten van dit onderzoek is twee jaar voor personen onder de 40 jaar en één jaar voor de personen vanaf 40 jaar. »
Art. 8.In artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, worden de woorden "in de bijlage bij dit besluit" vervangen door de woorden "voor het verkrijgen van de oefenvergunning ATC en de vergunning ATC".
Art. 9.De bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, wordt opgeheven. Afdeling 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 2006
tot uitvoering van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakORGANISATIES van het militair personeel
Art. 10.In artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 3 december 2006 tot uitvoering van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel worden de woorden "gepensioneerde militairen" vervangen door de woorden "gewezen militairen". HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepaling
Art. 11.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 24 september 1977 betreffende het statuut van het militair personeel van het tijdelijk kader van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 oktober 1978, 27 april 1981, 19 september 1984, 6 januari 1985, 22 augustus 1987, 10 december 1987 en 5 juli 1988;2° het koninklijk besluit van 30 augustus 1980 betreffende de toelating tot de openbare diensten van de militairen van het tijdelijk kader;3° het koninklijk besluit van 3 juni 1991 betreffende het voorlopig opnemen van de militairen van het tijdelijk kader als beroeps- of aanvullingsmilitair. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 12.Artikel 5 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 juni 2008.
Art. 13.Artikel 6 van dit besluit heeft uitwerking met ingang voor : 1° de bijlage A van 29 juni 2009;2° de bijlage B van 24 augustus 2009.
Art. 14.Artikel 10 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 15.De Minister bevoegd voor de Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 juli 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld