9 JULI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende het statuut van de militairen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 1ter, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001 en vervangen bij de wet van 1 augustus 2006, en op artikel 20, vervangen bij de wet van 27 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 1 augustus 2006;

Gelet op de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wetten van 21 april 1994, 16 januari 2003 en 27 december 2006, en op artikel 14, gewijzigd bij de wetten van 16 januari 2003, 1 mei 2006 en 27 december 2006;

Gelet op de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 20decies, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, inzonderheid op artikel 65, § 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 februari 1998 betreffende het uniform van de militairen, inzonderheid op artikel 3, op artikel 3bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 1999, en op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 8, § 1, eerste lid, 8°, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2006, en op de bijlage, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2006 en aangevuld bij het koninklijk besluit van 14 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2006 tot uitvoering van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel, inzonderheid op de artikelen 31, tweede lid, en 85, § 2, vierde lid;

Gelet op het advies van de vervolmakings- en opleidingsraad van de Koninklijke Militaire School, gegeven op 1 december 2006;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, afgesloten op 10 mei 2007;

Gelet op het advies 43.209/4 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 65, § 3, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « van de algemene directie vorming » ingevoegd tussen de woorden « een officier » en de woorden « , ten minste hoofdofficier »;2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « of van het stafdepartement operaties en training » ingevoegd tussen de woorden « de algemene directie vorming » en de woorden « ten minste behorend »;3° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « en, in voorkomend geval, op voorstel van de onderstafchef operaties en training voor het lid van zijn stafdepartement.».

Art. 2.Overal in de Franse tekst van het koninklijk besluit van 4 februari 1998 betreffende het uniform van de militairen worden de woorden « ministre de la Défense nationale » vervangen door de woorden « ministre de la Défense ».

Art. 3.In artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « stafchefs van de krijgsmachtdelen » vervangen door de woorden « vice-chef defensie ».

Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 8, § 1, eerste lid, 8°, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2006, worden de woorden « in de externe relaties van de school hij vertegenwoordigt de directeur van het academisch onderwijs, de directie, » vervangen door de woorden « in de externe relaties van de school vertegenwoordigt de directeur van het academisch onderwijs de directie, ».

Art. 6.De bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2006 en aangevuld bij het koninklijk besluit van 14 december 2006, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit, behalve voor de leerlingen die hun vormingsjaar, aangevangen in 2006, nog niet beëindigd hebben. Voor die leerlingen blijft de vorige bijlage van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar.

Art. 7.In artikel 31, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 december 2006 tot uitvoering van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakorganisaties van het militair personeel, worden de woorden « 4de Belgische Pipe-Line Divisie » vervangen door de woorden « Belgian Pipeline Organisation ».

Art. 8.In artikel 85, § 2, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « 4de Belgische Pipe-Line Divisie » vervangen door de woorden « Belgian Pipeline Organisation ».

Art. 9.Het artikel 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

De artikelen 2 tot 9 hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2007.

Art. 10.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juli 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 juli 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 juli 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT