Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 mei 2021
gepubliceerd op 07 juni 2021

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2021041848
pub.
07/06/2021
prom.
30/05/2021
ELI
eli/besluit/2021/05/30/2021041848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de voorwaarden aan te passen waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg.

Concreet gaat het om de volgende aanpassingen: ? Schrappen van de notie "outlier" en "efficiëntiewinst"; ? Het voorzien van de mogelijkheid dat een team aan medewerkers kan instaan voor het integratiemanagement; ? De invoering van het begrip "pseudocode"; ? De precisering van de Quadruple Aim doelstelling; ? Toevoeging van een wettelijke basis voor de bijlagen van de overeenkomst met elk pilootproject, gelet op de belangrijke rol van het Verzekeringscomité bij de opvolging van deze overeenkomsten; ? De mogelijkheid tot verlenging met 1 jaar van de overeenkomsten met de pilootprojecten, gelet op ondermeer de impact van de COVID-crisis; ? Opheffing van alle bepalingen m.b.t. de berekening van de budgetgarantie en efficiëntiewinsten; ? Aanpassing van de financiering van de pilootprojecten door middel van het voorzien van een forfaitaire tegemoetkoming voor effectief gerealiseerde acties van een project; ? Het schrappen van de verwijzing naar de wetenschappelijke equipe (FAITH.be), gelet op het verstrijken van de overeenkomst met deze equipe op 1 juli 2020.

Wat de schrapping van de noties "oulier, efficiëntiewinsten en budgetgarantie" betreft is gebleken dat het oorspronkelijk model van de budgetgarantie, waarbij efficiëntiewinsten worden geschat op basis van een vergelijking tussen de verwachte en de reële kosten in het kader van de ziekteverzekering, onvoldoende betrouwbaar is om te worden toegepast als stabiel financieringskader. Dit betekent niet dat het principe van `shared savings' als mogelijke toekomstpiste voor financiering wordt losgelaten. Het Intermutualistisch Agentschap (IMA) zet de berekeningen in het kader van het model van de budgetgarantie op de achtergrond verder, met als doel om hieruit lessen te trekken met oog op een mogelijke toepassing ervan binnen bestaande en/of nieuwe initiatieven. In de plaats daarvan wordt voor de vergoeding van de acties die de pilootprojecten realiseren vier keer een tegemoetkoming van 208.333 euro voorzien waarvan de eerste storting reeds in 2019 plaatsvond. Op die manier voorziet het ontwerpbesluit in een veilig en gecontroleerd financieel kader dat tegelijk de nodige zekerheid biedt als toelaat aan de pilootprojecten om zich volledig toe te leggen op het uitrollen van innovatieve acties ten aanzien van de patiënten/burgers in hun regio.

Het ontwerpbesluit voert het gebruik in van een pseudocode voor elke actie die vanuit een project wordt ondernomen naar een individuele persoon. Deze actie wordt meegedeeld via de toepassing "Chroniccare" van MyCareNet. Het gaat hier om de acties waarvoor het Verzekeringscomité van het Riziv zijn akkoord heeft gegeven opdat ze zouden vallen onder de jaarlijkse tussenkomst van 208.333 euro (zie hoger). Deze informatie laat de verzekeringsinstellingen toe om enerzijds een controle te doen op de persoonlijke bijdrage die door het project wordt gevraagd voor een specifieke actie en welk bedrag niet hoger kan zijn dan wat het Verzekeringscomité heeft aanvaard in het kader van de bijlage 6 bij de overeenkomst tussen het Verzekeringscomité en het project (d.i. maximum tarieven voor rechthebbenden).

De informatie uit de pseudocodes kan anderzijds ook aangewend worden in het kader van de auto-evaluatie van de projecten. Vanuit de toepassing "Chroniccare" van MyCareNet kan elk project geaggregeerde en volledig anonieme informatie ontvangen over ondermeer het aantal acties, het aantal acties per zorgactor, het profiel van de zorg- of hulpverlener die ze heeft uitgevoerd en de evolutie daarvan. Op geen enkele wijze zullen daarbij aan de pilootprojecten individuele gegevens van rechthebbenden worden uitgewisseld. Een specifiek advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit of een beraadslaging van het Informatieveiligheidscomité opgericht bij de wet van 5 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2018 pub. 10/09/2018 numac 2018203892 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst beleid en ondersteuning en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van verordening 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG sluiten is bijgevolg niet nodig.

Het ontwerpbesluit voorziet eveneens een aanpassing van de thema's die kunnen geregeld worden in de overeenkomst tussen het Verzekeringscomité en elk project. In dat verband wordt in de huidige tekst voorzien dat de regels rond de rapportering en gegevensuitwisseling tussen het project, de wetenschappelijke equipe en het Riziv worden bepaald in de overeenkomst. Aangezien de overeenkomst met de wetenschappelijke equipe eindigde op 30 juni 2020 is het niet langer noodzakelijk om te verwijzen naar de wetenschappelijke equipe en werd die bepaling in het ontwerpbesluit vervangen door een meer algemene bepaling: in de overeenkomst kunnen "de regels rond de rapportering en gegevensuitwisseling in het kader van de evaluatie en begeleiding van de pilootprojecten" worden opgenomen. De bestemmeling van de rapportering of van de gegevensuitwisseling wordt niet langer beperkt tot het Riziv. Dit maakt het in de praktijk mogelijk dat wanneer er beslist wordt om te rapporteren naar anderen dan het Riziv (bijvoorbeeld in het kader van de aanduiding van een externe partner voor de begeleiding van de projecten) het besluit niet moet worden aangepast.

In elk geval gaat het hier om de mededeling van gegevens zonder dat enige individuele persoonsgegevens van rechthebbenden worden meegedeeld en aldus is geen advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, noch een beraadslaging van het Informatieveiligheidscomité aan de orde.

Het ontwerpbesluit voorziet een uitwerking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018, wat de oorspronkelijke datum van inwerkingtreding was. De reden hiertoe heeft te maken met de onmogelijkheid om voor elk van de projecten een berekening te maken van de budgetgarantie en van de efficiëntiewinsten bij gebrek aan gevalideerde en betrouwbare gegevens. Om de financiële stabiliteit van de projecten niet in gevaar te brengen wordt de tegemoetkoming van 208.333 euro die in 2019 reeds was gestort bevestigd en voorziet dit besluit in de storting van drie bijkomende stortingen van telkens maximum 208.333 euro per jaar. De stortingen gebeuren in schijven op voorlegging van een kostennota waarin de uitgevoerde acties zijn opgenomen. Niet opgenomen middelen kunnen overgedragen worden naar een volgend jaar. Deze stortingen kunnen enkel aangewend worden voor de vergoeding van de acties die zijn uitgevoerd vanaf 1 januari 2018, mits deze acties zijn/waren opgenomen in bijlage 7 van de overeenkomst tussen het Verzekeringscomité en het pilootproject.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

ADVIES 69.209/2 VAN 3 MEI 2021 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg' Op 6 april 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 3 mei 2021. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Jacques Englebert, assessoren, en Esther Conti, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Stéphane Tellier, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 mei 2021.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

VOORAFGAANDE OPMERKING Gelet op het technische karakter van de bepalingen van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten `tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg', dat bij het ontwerp wordt gewijzigd, en gelet op het belang van de beoogde wijzigingen zoals die inzonderheid zijn verduidelijkt in het advies van de inspecteur van Financiën van 31 januari 2021 over het ontwerp, wordt aanbevolen om samen met het ontworpen koninklijk besluit ook een verslag aan de Koning bekend te maken waarin de strekking van het ontwerp wordt geëxpliciteerd, met inbegrip van de antwoorden op de kwesties die de inspecteur van Financiën heeft opgeworpen en op de opmerkingen die in het voorliggende advies worden gegeven.

VOORAFGAAND VORMVEREISTE In haar brief van 16 maart 2021 heeft de staatssecretaris voor Begroting de vice eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid meegedeeld dat ze zich niet akkoord verklaart met het ontwerp van koninklijk besluit dat aan de Raad van State is voorgelegd.

De notificatie van de beslissing van de ministerraad van 2 april 2021, die zich in het dossier bevindt dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, beperkt zich harerzijds tot de volgende melding: "Na advies van de Raad van State, dat zal worden gevraagd met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, mag het ontwerp ter ondertekening aan het Staatshoofd worden voorgelegd." De machtiging die aan de Koning wordt verleend bij artikel 56 van de wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994, waaraan het ontwerp zijn rechtsgrond ontleent, vereist weliswaar niet dat over het ontwerp in de Ministerraad wordt overlegd, maar dat betekent nog niet dat ervan uit kan worden gegaan dat de Ministerraad zich in het overleg dat hij desondanks heeft gevoerd, in de plaats van de staatssecretaris voor Begroting zou hebben uitgesproken over de budgettaire akkoordbevinding overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole'.

Het vormvereiste waarin dat voornoemde koninklijk besluit voorziet, namelijk dat het ontwerp voorafgaandelijk in budgettair opzicht akkoord moet zijn bevonden, kan bij de huidige stand van het dossier niet worden beschouwd als rechtsgeldig vervuld.

De steller van het voorontwerp moet er dus op toezien dat het voorontwerp akkoord wordt bevonden door de staatssecretaris voor Begroting of anders door de Ministerraad wanneer die zich, ingeval de staatssecretaris voor Begroting zich niet akkoord verklaart, als beroepsorgaan specifiek over het budgettaire aspect van het voorontwerp uitspreekt.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP ALGEMENE OPMERKING Op de vraag concreet aan te geven hoe de "pseudocode" die in het ontworpen artikel 1, 16°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten wordt gedefinieerd, het voor de pilootprojecten mogelijk zal maken een zelfevaluatie te maken en voor de verzekeringsinstellingen hun opdrachten uit te voeren, heeft de gemachtigde van de minister de volgende precisering gegeven: "Dans le cadre de l'inclusion, les projets pilotes sont amenés à enregistrer les patients via l'application `Chroniccare' de MyCareNet prévue à cet effet. Un module supplémentaire est prévu dans cette application pour permettre l'enregistrement des actions pour lesquelles un patient serait plus spécifiquement orienté. Les actions avec un pseudocode sont celles pour lesquelles les projets pilotes ont fait eux-mêmes une demande de suivi et/ou celles incluses dans l'annexe 7 de la convention entre les projets pilotes et le [C]omité de l'assurance. Dans un certain nombre de cas, les actions des projets prévoient une contribution financière du patient.

Les organismes assureurs dans le cadre de leurs missions ont besoin des informations en lien avec cette contribution financière du patient pour satisfaire à l'art. 7, § 3, de la Convention conclue entre les projets pilotes et le Comité de l'assurance (Art. 7, § 3 : Les informations contenues sur ce justificatif seront également portées à la connaissance de l'organisme assureur du bénéficiaire, qui les communiquera à l'INAMI pour qu'il puisse constater que le coût moyen à charge du bénéficiaire n'est pas supérieur au coût à charge d'un bénéficiaire similaire non pris en charge dans le cadre d'un projet).

Dans le cadre de l'autoévaluation, les projets pilotes pourraient grâce aux pseudocodes avoir un aperçu de l'implémentation des actions (avec un pseudocode), c'est à dire : le nombre de personnes incluses dans l'action, la date d'enregistrement, le profil et/ou le numéro INAMI de la personne qui les a enregistrés. De plus, dans le cadre de la gestion populationnelle (approche d'autoévaluation plus large), étant donné que les patients inclus peuvent être indiqués pour une action (pseudocode) déterminée et que ces données peuvent être transmises de MyCareNet vers l'Agence Intermutualiste, celle-ci peut dans le cadre de ses missions pour les soins intégrés coupler les données des pseudocodes avec d'autres données du patient. Les projets pilotes pourraient par la suite recevoir des données agréés (traitées) de leur population cible (évolution, tendances) incluant les données issues de l'enregistrement des pseudocodes." Meer bepaald uit het einde van het antwoord van de gemachtigde van de minister blijkt dat de pseudocodes weliswaar gepseudonimiseerde gegevens vormen, maar dat toch niet valt uit te sluiten dat de overzending van die pseudocodes, in combinatie met andere gegevens van de betrokken patiënten, ertoe kan leiden dat persoonsgegevens worden verwerkt. Als dat inderdaad het gevolg is van de regeling die in het kader van de pseudocodes wordt ingevoerd, moet het ontwerp om advies worden voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit, overeenkomstig artikel 36, lid 4, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 `betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)', in combinatie met artikel 57, lid 1, c), en overweging 96 van de aanhef van die verordening, alsook met artikel 2, tweede lid, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten `betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens'.

Indien persoonsgegevens worden verwerkt, kan dat onderdeel van het ontworpen dispositief niet worden vastgesteld als het niet bij wet is afgebakend, overeenkomstig de vereisten van het legaliteitsbeginsel zoals dat bij artikel 22 van de Grondwet wordt gewaarborgd.

Het ontwerp moet opnieuw aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd indien het zou worden gewijzigd om rekening te houden met de opmerkingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit die zouden verschillen van de opmerkingen die de afdeling Wetgeving in dit advies formuleert.

Het verslag aan de Koning dat de steller van het ontwerp zou moeten opstellen, dient daarover hoe dan ook dienstige toelichtingen te verstrekken.

BIJZONDERE OPMERKINGEN Artikel 2 In artikel 2, c), van het ontwerp moet de Franse tekst van het ontworpen artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten worden herzien met oog voor de overeenstemming van beide taalversies van de tekst.

Artikel 3 De gemachtigde van de minister heeft de wijziging van artikel 14, § 1, 13°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten bij artikel 3, d), van het ontwerp als volgt geëxpliciteerd: "Oude tekst: 13° les règles concernant le rapport et l'échange de données vis à vis de l'INAMI et l'équipe scientifique qui a été désignée par l'INAMI pour l'évaluation et l'accompagnement des projets pilotes ;

Nieuwe tekst: 13° les règles concernant le rapport et l'échange de données dans le cadre de l'évaluation et l'accompagnement des projets pilotes ;

In de oorspronkelijke versie werd de mogelijkheid voorzien om regels op te nemen in de overeenkomst waardoor het pilootproject bijvoorbeeld verplicht werd om samen te werken met de wetenschappelijke equipe of om gegevens te delen met deze equipe in het kader van de begeleiding door deze equipe van het pilootproject. Aangezien deze wetenschappelijke evaluatie en begeleiding is stopgezet op 30 juni 2020 dient er niet langer verwezen te worden naar deze wetenschappelijke equipe. Ook was er geen reden om de rapportering en gegevensuitwisseling te beperken tot het Riziv: daarom werd ook het Riziv weggelaten in het voorstel. In de feiten beperkt deze gegevensuitwisseling en rapportering zich wel tot het Riziv." Daar de nieuwe formulering van artikel 14, § 1, 13°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten impliceert dat het mogelijk is dat gegevens worden uitgewisseld met andere instellingen dan het RIZIV, ook al gebeurt die uitwisseling momenteel de facto enkel met het RIZIV, is de beoogde wijziging alleen aanvaardbaar als ze geen enkele uitwisseling van persoonsgegevens meebrengt. Wat dat betreft, wordt verwezen naar de algemene opmerking. De gemachtigde van de minister heeft in dat verband aangegeven dat tijdens die gegevensuitwisseling geen persoonsgegevens worden verwerkt.

Dat zou moeten worden toegelicht in het verslag aan de Koning. Dat verslag moet ook de elementen bevatten die de gemachtigde van de minister in zijn hierboven aangehaalde antwoord heeft aangevoerd.

Artikel 4 De wijziging die artikel 4 in artikel 15 van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten aanbrengt, is dusdanig geformuleerd dat de overeenkomsten die in de tekst worden geregeld, tot 31 december 2022 zouden kunnen worden gesloten. Dat kan niet de bedoeling zijn van de steller van het ontwerp.

Men lijkt ermee te kunnen volstaan te bepalen dat de gevolgen van de overeenkomsten die op basis van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten zijn gesloten, met een jaar worden verlengd.

Artikel 5 1. Aangezien de federale regering als dusdanig geen enkele administratieve of operationele bevoegdheid heeft, dienen in de Franse tekst van het ontworpen artikel 16, § 2, de woorden "par le gouvernement" en "du gouvernement" respectievelijk te worden vervangen door de meer algemene bewoordingen "par l'autorité" en "de l'autorité", in overeenstemming met de Nederlandse tekst en met de huidige versie van artikel 16, § 2, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten. 2. In het ontworpen artikel 16, § 2, dient men te schrijven: "Het pilootproject wordt bij de overheid (...)".

Artikelen 6 tot 8 Een van de doelstellingen van het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit bestaat erin uit de regeling die bij het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten wordt ingevoerd, de beoordeling te schrappen van de efficiëntiewinsten die resulteren uit de invoering van de pilootprojecten die het voorwerp uitmaken van de overeenkomsten gesloten tussen die pilootprojecten en het Verzekeringscomité teneinde geïntegreerde zorg tot stand te brengen op basis van artikel 2 van dat koninklijk besluit. Die beleidswijziging wordt vooral tot stand gebracht door de opheffing van de hoofdstukken 6 en 7 en de wijziging van de strekking van hoofdstuk 8 van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten, bij de artikelen 6 tot 10 van het ontwerp.

De regelingen betreffende de "budgetgarantie" lijken in de huidige tekst van dat koninklijk besluit verband te houden met de beoordeling van de efficiëntiewinsten, zoals blijkt uit de opschriften en de strekking van de hoofdstukken 6 tot 8 van dat koninklijk besluit. Het lijkt in dat verband dan ook niet met de nagestreefde doelstelling te sporen dat artikel 4, 7°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten wordt gehandhaafd, naar luid waarvan de werkgroep waarvan sprake is in de inleidende zin van die bepaling, belast is met "7° het opmaken van een jaarlijks rapport aan het Verzekeringscomité met de resultaten van de financiële analyse in het kader van budgetgarantie voor elk pilootproject" (eigen cursivering).

Artikel 11 Het ontworpen besluit heeft volgens de voorliggende bepaling "uitwerking met ingang van 1 januari 2018".

Terugwerkende kracht van een besluit is enkel te rechtvaardigen indien de wet die toestaat. Indien terugwerkende kracht niet bij de wet wordt toegestaan, is ze alleen aanvaardbaar bij wijze van uitzondering, inzonderheid wanneer ze nodig is voor de continuïteit van de openbare dienst of voor de regularisatie van een feitelijke of een rechtstoestand en voor zover de vereisten inzake rechtszekerheid vervuld zijn, de individuele rechten geëerbiedigd worden en niet aan verworven rechten wordt geraakt.

Gevraagd naar de redenen waarom het ontwerp terugwerkt tot 1 januari 2018 terwijl de storting van een forfaitair bedrag van 208.333 euro volgens het ontworpen wijzigingsbesluit pas vanaf 2019 zou gelden, heeft de gemachtigde van de minister de volgende uitleg gegeven: "De reden hiervoor is dat de hoofdstukken rond de bepaling van budgetgarantie en efficiëntiewinsten nooit zijn toegepast kunnen worden bij gebrek aan gevalideerde gegevens en betrouwbare gegevens.

De notie budgetgarantie en efficiëntiewinsten worden dan ook met terugwerkende kracht vanaf de datum van inwerkingtreding van het KB vervangen door een forfaitaire tegemoetkoming van 208.333 euro per jaar. En het klopt dat deze stortingen afhankelijk zijn van de voorwaarde dat er acties zijn opgenomen in bijlage 7, waarbij het kan gaan om acties in 2018." Die elementen rechtvaardigen dat de terugwerkende kracht ook op het jaar 2018 betrekking heeft. Ze moeten dan ook in het verslag aan de Koning worden vermeld.

DE GRIFFIER, Esther CONTI DE VOORZITTER, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's (1) Zie in die zin onder meer advies 51.123/2, op 18 april 2012 gegeven over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 13/09/2012 numac 2012000570 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 03/08/2012 pub. 19/10/2012 numac 2012000604 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. - Duitse vertaling sluiten `tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming', opmerking 2 over de voorafgaande vormvereisten (Parl. St. Kamer 2011 12, nr. 2216/001, 14 15, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/53/2216/53K2216001.pdf. (2) Het gaat om een "permanente werkgroep van het Verzekeringscomité die is samengesteld uit leden van het Verzekeringscomité, vertegenwoordigers van de administraties van het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering (Riziv) [en] van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid." (3) Il s'agit d'« [u]n groupe de travail permanent du Comité de l'assurance, composé de membres du Comité de l'assurance, de représentants des administrations de l'Institut national d'assurance maladie invalidité (INAMI) [et] de représentants du Service public fédéral Santé publique ». 30 MEI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, vervangen door de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 01/09/2001 numac 2001022579 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten en gewijzigd door de wet van 7 februari 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 11 december 2020 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 14 december 2020 met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 januari 2021;

Gelet op weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 maart 2021;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 2 april 2021 en 21 mei 2021 om voorbij te gaan aan de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting;

Gelet op het advies nr. 69.209/2 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030883 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg, gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019014884 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 13° wordt opgeheven; b) de bepaling onder 15° wordt aangevuld met de volgende zin: " Dit integratiemanagement wordt uitgevoerd door een team dat wordt aangestuurd door een coördinator.". c) de bepaling onder 16° wordt ingevoegd, luidend: "16° "pseudocode": een code van 6 cijfers die door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv wordt toegekend voor de acties zoals bedoeld in artikel 3.Deze codes worden gebruikt door de pilootprojecten in het kader van hun zelfevaluatie en door de verzekeringsinstellingen opdat zij de opdrachten kunnen uitvoeren zoals bepaald in de artikelen 3 en 7, § 1 van de wet van 6 augustus 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1990 pub. 21/12/2007 numac 2007001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester 2007 type wet prom. 06/08/1990 pub. 17/03/2009 numac 2009000060 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) In het eerste lid wordt het woord " doelstelling" vervangen door de woorden "4-ledige doelstelling (Quadruple Aim)";b) in de bepaling onder 2° worden de woorden "en tevredenheid" » vervangen door de woorden ", tevredenheid en sociale rechtvaardigheid"; c) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° het verbeteren van het welzijn en de jobtevredenheid van professionals zodat zij op een waardevolle en duurzame manier hun werk kunnen uitoefenen."; d) de bepaling onder 5° wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt 7° geschrapt.

Art. 4.In artikel 14, paragraaf 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt : " 7° de afspraken over de aanwending van de middelen die door het Riziv worden gestort, over de vergoeding aan zorgverleners en over de tussenkomsten van de rechthebbenden voor acties van het pilootproject. " ; b) in de bepaling onder 8° worden de woorden " de financiering" vervangen door de woorden "de beschrijving, de precisering van de kosten die hierdoor gedekt kunnen worden en de financiering" ;c) de bepaling onder 10° wordt opgeheven ;d) in de bepaling onder 13° worden de woorden "naar het Riziv en naar de wetenschappelijke equipe die door het RIZIV werd aangeduid voor" vervangen door de woorden "in het kader van" ;e) de bepaling onder 17° wordt vervangen als volgt: "17° de opzeggingsmodaliteiten";f) de bepaling onder 18° wordt ingevoegd, luidende: "18° de principes voor het gebruik van pseudocodes, onder meer : a) de communicatie van de pseudocodes door de pilootprojecten via een webtoepassing die ter beschikking wordt gesteld door het Nationaal Intermutualistisch College; b) het gebruik van pseudocodes voor de zelfevaluatie van een project.".

Art. 5.Artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin:. "De uitwerking van de overeenkomsten die op basis van dit besluit zijn gesloten wordt verlengd met 1 jaar tot 31 december 2022.".

Art. 6.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2. Het team dat dit integratiemanagement uitvoert neemt deel aan opleidingen, intervisies en uitwisselingsactiviteiten georganiseerd door de overheid of in het kader van de wetenschappelijke opvolging en stelt alle relevante informatie ter beschikking met betrekking tot de veranderingsprocessen die tot stand worden gebracht. Het pilootproject wordt bij de overheid vertegenwoordigd door de coördinator van het team.".

Art. 7.Hoofdstuk 6 van hetzelfde besluit, dat de artikelen 17 tot en met 19 bevat, wordt opgeheven.

Art. 8.Hoofdstuk 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019014884 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 2017 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg sluiten, dat de artikelen 20 tot en met 26/1 bevat, wordt opgeheven.

Art. 9.Het opschrift van hoofdstuk 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Financiële tegemoetkoming van de pilootprojecten voor de acties en opdrachten die zijn opgenomen in de overeenkomst, met uitsluiting voor de financiering van investeringen met een afschrijvingsperiode die langer is dan 4 jaar."

Art. 10.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " Art. 27, § 1. In 2019 wordt door het Riziv een bedrag van 208.333 euro gestort aan elk pilootproject.

Dit bedrag kan door het pilootproject enkel aangewend worden voor de vergoeding van de lijst van acties die zijn opgenomen in bijlage 7 bij de overeenkomst die het pilootproject in toepassing van artikel 2 heeft gesloten met het Verzekeringscomité.

Dit bedrag wordt door het RIZIV gestort aan het pilootproject van zodra de lijst van deze acties werd opgenomen in bijlage 7 van de overeenkomst.

Deze uitgaven worden door het RIZIV geboekt in de begroting van de geneeskundige verzorging van 2019 - rubriek 36. § 2. Voor 2020, 2021 en in 2022 wordt door het Riziv een bijkomend bedrag van maximum 208.333 euro per jaar per pilootproject ter beschikking gesteld dat kan aangewend worden voor acties die zijn opgenomen in bijlage 7 bij de overeenkomst. Het Riziv stort deze tegemoetkoming op basis van een kostenstaat die per kwartaal wordt opgemaakt en waaruit de aanwending volgens de acties uit bijlage 7 blijkt.

Indien het bedrag dat voor 2020 en 2021 is voorzien niet volledig is aangewend, kan het saldo worden overgedragen naar het volgende jaar. ".

Art. 11.Bijlagen 2 en 3 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Art. 13.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 mei 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE

^