Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 mei 2002
gepubliceerd op 14 juni 2002

Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022480
pub.
14/06/2002
prom.
30/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/30/2002022480/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MEI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de planning van het medisch aanbod


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35nonies , § 1, 1° en 3°, en § 5, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1993, 8 november 1995, 12 maart 1997 en 11 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van het globaal aantal geneesheren, opgesplitst per gemeenschap, die toegang hebben tot het verkrijgen van bepaalde bijzondere beroepstitels, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 7 november 2000 en 10 november 2000;

Gelet op de adviezen van de Planningscommissie - Medisch Aanbod, gegeven op 6 december 2001 en 21 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 januari 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 mei 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de studenten vóór het begin van het academiejaar 2002-2003 op de hoogte moeten worden gebracht;

Gelet op het advies 33.387/3 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2002, overeenkomstig artikel 84, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Vastlegging van het aantal kandidaten met toegang tot de bijzondere beroepstitels

Artikel 1.§ 1. Het aantal kandidaten dat jaarlijks toegang heeft tot de opleiding voor een titel van huisarts of geneesheer-specialist, met uitzondering van de titels bedoeld in artikel 3 van dit besluit, is vastgelegd op : - 700 voor de jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011.

Per Gemeenschap is dit aantal vastgelegd op : 1° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt : - 420 voor de jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011;2° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt : - 280 voor de jaren 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011. § 2. Het aantal kandidaten dat jaarlijks toegang heeft tot de opleiding voor een titel van geneesheer-specialist, die het voorwerp uitmaakt van de erkenning bedoeld in artikel 35quater van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, met uitzondering van de titels bedoeld in artikel 3 van dit besluit is vastgelegd op : - maximum 400 voor de jaren 2004, 2005, 2006.

Per Gemeenschap is dit aantal vastgelegd op : 1° wat de kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt, - maximum 240 voor de jaren 2004, 2005, 2006;2° wat de kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, - maximum 160 voor de jaren 2004, 2005, 2006. § 3. Het aantal kandidaten dat jaarlijks toegang heeft tot de opleiding voor een titel van huisarts, is vastgelegd op : - maximum 300 voor de jaren 2004, 2005, 2006;

Per Gemeenschap is dit aantal vastgelegd op : 1° wat de kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt, - maximum 180 voor de jaren 2004, 2005, 2006;2° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, - maximum 120 voor de jaren 2004, 2005, 2006.

Art. 2.Het minimale aantal kandidaten dat jaarlijks toegang heeft tot de opleiding voor een titel van geneesheer-specialist, die het voorwerp uitmaakt van de erkenning bedoeld in artikel 35quater van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, is vastgelegd op : 1° voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen, minstens : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II.- Beroepstitels waarop de beperking van het aantal kandidaten niet van toepassing is

Art. 3.De lijst bedoeld in artikel 35novies , § 5, van het koninklijk besluit betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, van de beroepstitels bedoeld in artikel 1 en artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, waarop de beperking van het aantal kandidaten bedoeld in artikel 1 niet van toepassing is, wordt als volgt vastgelegd : 1° de titel van geneesheer-specialist in het beheer van de gezondheidsgegevens;2° de titel van geneesheer-specialist in de medisch-gerechtelijke geneeskunde;3° de titel van geneesheer-specialist in de arbeidsgeneeskunde;4° de titel van geneesheer-specialist in de kinder- en jeugdpsychiatrie, voor de jaren 2004 tot 2010, a rato van een totaal aantal van 20 kandidaten per jaar, waarvan 12 met einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt en 8 met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt;5° de bijzondere beroepstitels bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voobehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde. HOOFDSTUK III. - Criteria voor de selectie en de verdeling van de kandidaten

Art. 4.§ 1. Het criterium voor de selectie van de kandidaten voor het verkrijgen van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de geneesheren en bedoeld in artikel 1 en 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde bestaat uit een attest waaruit blijkt dat de kandidaat aanvaard is door een faculteit geneeskunde voor de discipline waarin hij een opleiding wenst te volgen en dat hij er toegang heeft tot een specifieke opleiding die georganiseerd wordt door een of meerdere universiteiten en die, voor de kandidaat-specialisten, samenvalt met de eerste twee jaren van de opleiding. § 2. De stageplannen van de kandidaat-huisartsen en kandidaat-specialisten die hun diploma behaald hebben in een universiteit die onder de Vlaamse Gemeenschap of Franse Gemeenschap valt, worden enkel aan de erkenningscommissies voorgelegd en komen enkel in aanmerking voor de duur van de opleiding onder de volgende voorwaarden : 1° het totale aantal attesten, voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen of voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, ligt niet hoger dan het respectieve aantal kandidaten die toegang hebben tot de bijzondere beroepstitels waarop de beperking van het aantal kandidaten van toepassing is;2° het aantal attesten met betrekking tot de bijzondere beroepstitel van huisarts, voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen of voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, ligt niet hoger dan het respectieve maximumaantal van de kandidaten die toegang hebben tot de bijzondere beroepstitel van huisarts;3° het aantal attesten met betrekking tot de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist, voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen of voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, ligt niet hoger dan het respectieve maximumaantal van de kandidaten die toegang hebben tot het verkrijgen van de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist waarop de beperking van het aantal kandidaten van toepassing is;4° het aantal attesten met betrekking tot de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist, voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap vallen of voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, ligt niet lager dan de respectieve aantallen kandidaten die vastgelegd zijn voor elk van de beroepstitels van geneesheer-specialist waarop de beperking van het aantal kandidaten van toepassing is;5° indien, voor het jaar 2004 of het jaar 2005, geen enkele oplossing wordt gevonden om een adequaat aantal te selecteren voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van een bepaalde Gemeenschap vallen, wordt het overschot aan geneesheren-specialisten of aan huisartsen verdeeld, te rekenen vanaf het volgende jaar, door aftrekking van de vastgestelde aantallen, over een aantal jaren gelijk aan de duur van de universitaire studie die leidt tot het diploma van arts. § 3. Indien, voor de jaren 2004, 2005 en 2006, het aantal attesten bedoeld in artikel § 1, voor de universiteiten die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of Franse Gemeenschap vallen, lager ligt dan het minimumaantal kandidaten die toegang hebben tot het verkrijgen van de bijzondere beroepstitels waarop de beperking van het aantal kandidaten van toepassing is, 1° gebeurt de verdeling tussen de kandidaat-specialisten en -huisartsen a rato van respectievelijk 57 % en 43 %, met dien verstaande dat een minimumaantal kandidaat-specialisten, nl.180 voor de Vlaamse Gemeenschap en 120 voor de Franse Gemeenschap, gegarandeerd wordt; 2° kan er afgeweken worden van § 2, 4° van dit artikel, mits het totaalaantal attesten met betrekking tot de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist verdeeld wordt onder de verschillende bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist, naar verhouding van de minimumaantallen vastgelegd in artikel 2;3° wordt het ontbrekende aantal huisartsen of geneesheren-specialisten verdeeld in credit over een of meerdere volgende jaren en maximum over een aantal jaren gelijk aan het aantal jaren van de universitaire studie die leidt tot het diploma van arts.

Art. 5.Het Koninklijk Besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van het globaal aantal geneesheren, opgesplitst per Gemeenschap, die toegang hebben tot het verkrijgen van bepaalde bijzondere beroepstitels, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 7 november 2000 en 10 november 2000, wordt opgeheven.

Art. 6.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minster van Sociale Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 mei 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^