Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 juli 2021
gepubliceerd op 27 augustus 2021

Koninklijk besluit tot optimalisatie van de maritieme arbeidsbepalingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2021031949
pub.
27/08/2021
prom.
30/07/2021
ELI
eli/besluit/2021/07/30/2021031949/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot optimalisatie van de maritieme arbeidsbepalingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op artikel 2.2.3.9, 1°, f en h) en 2° en artikel 2.2.3.10, § 2 van het Belgisch Scheepvaartwetboek;

Gelet op de wet betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;

Gelet op de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006, gewijzigd bij wet van 16 juni 2021, artikel 2, 3° en artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204594 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014012139 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204593 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier sluiten tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204594 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014012139 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204593 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier sluiten tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/06/2017 pub. 23/06/2017 numac 2017020400 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociale overleg, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor repatriëring en het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder, bedoeld in titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot vaststelling van het model van certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor repatriëring en het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder, bedoeld in titel 2 van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 januari 2020;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 20 mei 2021;

Gelet op het advies nr. 19/2020 van de gegevensbeschermingsautoriteit gegeven op 21 februari 2020;

Gelet op het advies 69.362/1 van de Raad van State gegeven op 11 juni 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen.

Artikel 1.1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van: - Richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006; - Richtlijn 2018/131/EU van de Raad van 23 januari 2018 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) tot wijziging van Richtlijn 2009/13/EG overeenkomstig de door de Internationale Arbeidsconferentie op 11 juni 2014 goedgekeurde wijzigingen van 2014 aan het Verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006.

Art. 1.2. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° "de wet MLC": de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006;2° "het Directoraat": het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;3° "aangewezen ambtenaar": de ambtenaren belast met uitvoering van en de controle op de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten: a) de aangewezen personeelsleden van het Directoraat;b) de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;c) de sociaal inspecteurs van de algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;d) de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Art. 1.3. Elk schip dat onder Belgische vlag vaart en onder het toepassingsgebied van de wet MLC valt, houdt aan boord een exemplaar van het MLC-Verdrag. HOOFDSTUK 2. - Certificatie.

Art. 2.1. Elk schip dat onder Belgische vlag vaart met een bruto tonnenmaat gelijk aan of hoger dan 500 en een internationale reis maakt of opereert vanuit een haven of tussen havens van een ander land, bewaart aan boord een maritiem arbeidscertificaat, een conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid en de certificaten van verzekering onder het MLC-Verdrag en houdt die bij.

Op verzoek van de reder aan de aangewezen ambtenaar is dit hoofdstuk ook van toepassing op om het even welk ander schip dat onder Belgische vlag vaart.

Deze schepen vallen ook onder de bepalingen van de wet MLC en hoofdstuk 3 van dit besluit.

De aanvraag van de certificaten of andere documenten zoals voorgeschreven door het MLC-Verdrag verloopt volgens de instructies van het Directoraat.

De weigering om een certificaat of ander document zoals voorgeschreven door het MLC-Verdrag uit te reiken of aan te tekenen wordt betekend aan de aanvrager van het certificaat of het document. De aanvrager of de op het betrokken certificaat of document te vermelden reder kan een facultatief hoger beroep instellen tegen een weigering om een certificaat of ander document zoals voorgeschreven door het MLC-Verdrag uit te reiken of aan te tekenen, bij de Minister die bevoegd is voor de maritieme mobiliteit, binnen een termijn van 14 dagen na de datum van ontvangst van de betekening van de weigering om het gevraagde certificaat of document uit te reiken of aan te tekenen.

De intrekking van een certificaat of ander document zoals voorgeschreven door het MLC-Verdrag wordt gemeld aan de op het betrokken certificaat of document vermelde reder. De op het betrokken certificaat vermelde reder kan een facultatief hoger beroep instellen tegen de intrekking van een certificaat of ander document zoals voorgeschreven door het MLC-Verdrag, bij de Minister die bevoegd is voor de maritieme mobiliteit, binnen een termijn van 14 dagen na de datum van ontvangst van de betekening van de intrekking van het certificaat of het document. Afdeling 1. - Het maritiem arbeidscertificaat

Art. 2.1.1. Het maritiem arbeidscertificaat staaft dat de arbeids- en leefomstandigheden van de zeevarenden, met inbegrip van de maatregelen genomen met het oog op de continue conformiteit met de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag die in afdeling 2 bedoelde conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid moeten worden vermeld, het voorwerp hebben uitgemaakt van een inspectie zoals bedoeld door voorschrift 5.1. en 5.2. van het MLC-Verdrag en beantwoorden aan de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag.

Art. 2.1.2. Het maritiem arbeidscertificaat wordt afgeleverd door de aangewezen ambtenaar en opgesteld overeenkomstig het model bepaald door het Directoraat.

Art. 2.1.3. Het maritiem arbeidscertificaat moet door de aangewezen ambtenaar worden afgeleverd of vernieuwd wanneer ingevolge een inspectie bedoeld in hoofdstuk 3 van dit besluit wordt vastgesteld dat het schip de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag in de volgende punten naleeft of blijft naleven: 1° de minimumleeftijd van de personen tewerkgesteld of in dienst genomen of werkend aan boord van het schip;2° het medisch getuigschrift;3° de kwalificaties van de zeevarenden;4° de arbeidsovereenkomsten wegens scheepsdienst;5° het beroep op elke particuliere aanwervings- of arbeidsbemiddelingsdienst die onder licentie werkt of erkend is of gereglementeerd is;6° de arbeidsduur en de rusttijd;7° de bemanning van het schip;8° de huisvesting;9° de ontspanningsvoorzieningen aan boord;10° de voeding en de catering;11° de gezondheid en de veiligheid en de ongevallenpreventie;12° de medische zorgen aan boord;13° de klachtenprocedures aan boord;14° het loon;15° de financiële zekerheid voor repatriëring;16° de financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder. Art. 2.1.4. Na een gunstige tussentijdse inspectie bedoeld in de artikelen 3.2.2 en 3.2.3 van dit besluit bekrachtigt de aangewezen ambtenaar of de erkende organisatie het maritiem arbeidscertificaat.

Art. 2.1.5. Onverminderd de uitzonderingen bedoeld in de artikelen 2.1.6, 2.1.7 en 2.1.8 van dit besluit mag de geldigheidsduur van het maritiem arbeidscertificaat een periode van vijf jaar niet overschrijden.

Art. 2.1.6. Wanneer de inspectie uitgevoerd met het oog op de vernieuwing van het maritiem arbeidscertificaat plaats heeft binnen de drie maanden voorafgaand aan de vervaldatum van het lopende certificaat, is het nieuwe maritiem arbeidscertificaat geldig vanaf de datum waarop deze inspectie werd uitgevoerd voor een periode die vijf jaar niet overschrijdt te rekenen vanaf de vervaldatum van het lopende certificaat.

Art. 2.1.7. Wanneer de inspectie uitgevoerd met het oog op de vernieuwing van het maritiem arbeidscertificaat plaats heeft meer dan drie maanden vóór de vervaldatum van het lopende certificaat, is het nieuwe maritiem arbeidscertificaat geldig voor een periode die vijf jaar niet overschrijdt te rekenen vanaf de datum waarop deze inspectie heeft plaatsgehad.

Art. 2.1.8. Wanneer ingevolge een inspectie bedoeld in hoofdstuk 3 van dit besluit, wordt vastgesteld dat het schip de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag naleeft of blijft naleven, maar een nieuw maritiem arbeidscertificaat niet onmiddellijk kan worden afgeleverd en beschikbaar gemaakt kan worden aan boord van dat schip, kan de aangewezen ambtenaar of de hiervoor gemachtigde erkende organisatie de geldigheidsdatum van het maritiem arbeidscertificaat verlengen voor een periode van niet meer dan vijf maanden vanaf de vervaldatum van het bestaande maritiem arbeidscertificaat en het maritiem arbeidscertificaat bekrachtigen.

Het nieuwe maritiem arbeidscertificaat is geldig voor een periode die niet langer is dan vijf jaar vanaf de datum zoals bedoeld in artikel 2.1.6 of 2.1.8 van dit besluit.

De eerste paragraaf geldt onverminderd artikel 2.1 van dit besluit.

Art. 2.1.9. Een maritiem arbeidscertificaat kan ten voorlopige titel in drie gevallen worden verstrekt: 1° aan de nieuwe schepen, bij de levering ervan;2° wanneer een schip omvlagt naar de Belgische vlag;3° wanneer een reder de exploitatie van een schip, dat voor die reder nieuw is, voor zijn rekening neemt. Art. 2.1.10. Het maritiem arbeidscertificaat dat ten voorlopige titel wordt afgeleverd door de aangewezen ambtenaar en wordt opgesteld overeenkomstig het model bepaald door het Directoraat.

Art. 2.1.11. Het maritiem arbeidscertificaat mag ten voorlopige titel slechts worden afgeleverd voor een duur, die zes maanden niet overschrijdt.

Art. 2.1.12. Het maritiem arbeidscertificaat mag ten voorlopige titel slechts worden afgeleverd, indien werd vastgesteld dat de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn: 1° het schip werd geïnspecteerd, voor zover dit redelijk en praktisch mogelijk is, voor wat betreft de nationale bepalingen die betrekking hebben op de punten opgesomd in artikel 2.1.3 van dit besluit, rekening houdend met de controle van de elementen bedoeld in de bepalingen onder 2° tot 4° ; 2° de reder heeft aangetoond dat aan boord passende procedures worden toegepast om de naleving van de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag te waarborgen;3° de kapitein vertrouwt is met de bepalingen van het MLC-Verdrag en de verplichtingen inzake de uitvoering ervan;en 4° de vereiste informatie aan de aangewezen ambtenaar of aan de erkende organisatie werd voorgelegd met het oog op het opstellen van een conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid. Art. 2.1.13. De aflevering van een maritiem arbeidscertificaat met een geldigheidsduur van vijf jaar is afhankelijk van de uitvoering van een volledige inspectie, zoals voorzien in hoofdstuk 3 van dit besluit, vóór de vervaldatum van het certificaat afgeleverd ten voorlopige titel.

Er wordt geen enkel nieuw maritiem arbeidscertificaat ten voorlopige titel afgeleverd na de in artikel 2.1.11 van dit besluit bedoelde eerste periode van zes maanden.

Art. 2.1.14. Het maritiem arbeidscertificaat, zelfs indien het ten voorlopige titel werd afgeleverd, verliest zijn geldigheid in de volgende gevallen: 1° indien de tussentijdse inspectie bedoeld in hoofdstuk 3 van dit besluit niet binnen de vastgestelde termijnen werd uitgevoerd, tenzij dit te wijten is aan redenen die niet aan de reder zijn toe te schrijven; 2° indien het maritiem arbeidscertificaat na een tussentijdse inspectie niet werd bevestigd overeenkomstig artikel 2.1.4 van dit besluit; 3° wanneer het schip van vlag verandert;4° wanneer de reder houdt op om de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van het schip op zich te nemen;5° wanneer belangrijke wijzigingen werden aangebracht aan de structuur of de uitrusting bedoeld in titel 3 van het MLC-Verdrag; In het geval het certificaat zijn geldigheid verliest omwille van het in de bepaling 3°, 4° of 5° bedoelde geval, wordt het nieuwe certificaat slechts afgegeven wanneer de aangewezen ambtenaar die het afgeeft, er volledig van overtuigd is dat het schip conform is met de voorschriften vermeld in artikel 2.1.3 van dit besluit.

Art. 2.1.15. De aangewezen ambtenaar kan het maritiem arbeidscertificaat intrekken, indien blijkt dat het schip de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag niet naleeft en dat de tekortkomingen vastgesteld door de aangewezen ambtenaar of de erkende organisatie die de inspectie heeft uitgevoerd, niet op bevredigende wijze werden verholpen.

Art. 2.1.16. Wanneer de aangewezen ambtenaar de intrekking van een certificaat overweegt, moet deze rekening houden met de ernst en/of de frequentie van de tekortkomingen en dient deze de reder of diens afgevaardigde hierover te horen.

Indien het certificaat wordt ingetrokken, kan de aanvrager of de op het betrokken certificaat te vermelden reder een facultatief hoger beroep instellen zoals bepaald in artikel 2.1 van dit besluit. Afdeling 2.. - De conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid

Art. 2.2.1. De conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid vermeldt de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag wat betreft de arbeids- en leefomstandigheden van de zeevarenden en vermeldt de maatregelen die door de reder werden genomen om de naleving van deze nationale bepalingen op het betrokken schip te waarborgen.

Art. 2.2.2. De conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid wordt afgeleverd door de aangewezen ambtenaar en opgesteld overeenkomstig het model bepaald door het Directoraat.

Art. 2.2.3. De conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid omvat twee delen: a) Deel I van de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid wordt door het Directoraat opgesteld en neemt de volgende elementen over : 1° de lijst van de punten die moeten worden geïnspecteerd met het oog op de aflevering van het maritiem arbeidscertificaat;2° de nationale bepalingen tot uitvoering van de relevante bepalingen van het MLC-Verdrag en, indien nodig, een beknopte uitleg betreffende de exacte inhoud van deze nationale bepalingen;3° de nationale bepalingen betreffende bepaalde categorieën van schepen;4° de bepalingen die over het geheel genomen vergelijkbaar zijn en werden goedgekeurd overeenkomstig de paragrafen 3 en 4 van artikel VI van het MLC-Verdrag of de vermelding van het gebrek aan dergelijke over het geheel genomen vergelijkbare bepalingen;5° de afwijkingen toegekend krachtens Titel III van het MLC-Verdrag of de vermelding van het gebrek aan deze afwijking.b) Deel II van de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid wordt door de reder opgesteld en vermeldt de maatregelen die deze heeft genomen om een voortdurende conformiteit met de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag tussen twee inspecties te waarborgen alsook de maatregelen voorgesteld om een voortdurende verbetering te waarborgen. Art. 2.2.4. De aangewezen ambtenaar levert de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid af nadat deze deel II, opgesteld door de reder, heeft goedgekeurd.

Art. 2.2.5. De conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid wordt aan het maritiem arbeidscertificaat gehecht.

De aflevering van een conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid is evenwel niet vereist tijdens de geldigheidsduur van het maritiem arbeidscertificaat dat ten voorlopige titel werd afgeleverd. Afdeling 3.. - Certificaten van verzekering onder het MLC-Verdrag

Art. 2.3.1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° "certificaat van verzekering voor repatriëring": het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor repatriëring overeenkomstig voorschrift 2.5.2, norm A2.5.2 van het MLC-Verdrag. 2° "certificaat van verzekering voor de aansprakelijkheid van de reder": het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder overeenkomstig voorschrift 4.2, norm A4.2.1, paragraaf 1(b) van het MLC-Verdrag. 3° "certificaten van verzekering onder het MLC-Verdrag": de certificaten zoals bedoeld in 1° en 2°. Art. 2.3.2. Elk schip dat onder Belgische vlag vaart, zal een certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid voor repatriëring aan boord hebben dat aantoont dat aan de bepalingen van voorschrift 2.5.2, norm A2.5.2 van het MLC-Verdrag en de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag wordt voldaan.

Het certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid wordt afgeleverd door de verstrekker van de financiële zekerheid.

Een certificaat van verzekering voor repatriëring mag enkel worden afgeleverd indien de reder voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in Titel VI, Hoofdstuk V/I van de wet van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2007 pub. 23/07/2007 numac 2007012307 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

Het certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid wordt opgesteld overeenkomstig het model in Appendix A2-I van het MLC-Verdrag.

Art. 2.3.3. Elk schip dat onder Belgische vlag vaart, zal een certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder aan boord hebben dat aantoont dat aan de bepalingen van voorschrift 4.2, norm A4.2.1, paragraaf 1(b) van het MLC-Verdrag en de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag wordt voldaan.

Het certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid wordt afgeleverd door de verstrekker van de financiële zekerheid.

Een certificaat van verzekering voor de aansprakelijkheid van de reder mag enkel worden afgeleverd indien de reder voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in Titel VI, Hoofdstuk V/I van de wet van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/06/2007 pub. 23/07/2007 numac 2007012307 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

Het certificaat of ander documentair bewijs van financiële zekerheid wordt opgesteld overeenkomstig het model Appendix A4-I van het MLC-Verdrag.

Art. 2.3.4. Onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Nationale Bank van België kan de aangewezen ambtenaar een door de verstrekker van de financiële zekerheid uitgereikt certificaat van verzekering onder het MLC-Verdrag schorsen indien deze van oordeel is dat er niet voldoende is aangetoond: 1° dat aan alle toepasselijke voorwaarden vastgesteld in de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag is voldaan;of 2° dat de verstrekker van de financiële zekerheid naar behoren vergund is om de handelsactiviteit uit te oefenen verbonden aan het verstrekken van de door de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag voorgeschreven verzekering of financiële zekerheid;of 3° dat de betrokken verstrekker van de financiële zekerheid betrouwbaar is en in staat is te voldoen aan de door de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag opgelegde verplichtingen. De aangewezen ambtenaar kan alle bijkomende gegevens vragen met het oog op het onderzoek daartoe. De bewijslast ligt bij de reder.

Art. 2.3.5. Indien de reder meer dan één vorm van financiële zekerheid heeft overeenkomstig de bepalingen van voorschrift 2.5.2, norm A2.5.2 van het MLC-Verdrag en de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag of de bepalingen van voorschrift 4.2, norm A4.2.1, paragraaf 1(b) van het MLC-Verdrag en de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag stelt de aangewezen ambtenaar een document op waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden conform artikel 2.3.2 respectievelijk 2.3.3 van dit besluit werd voldaan.

Dit document geldt als certificaat van verzekering zoals bedoeld in artikel 2.3.1, 3° van dit besluit.

Art. 2.3.6. De reder bezorgt de aangewezen ambtenaar alle nodige documentatie om aan te tonen dat deze in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 2.3.2 respectievelijk 2.3.3 van dit besluit. Afdeling 4. - Andere documenten

Art. 2.4. Het document zoals bedoeld in norm A2.1.1(e) van het MLC-Verdrag wordt afgeleverd door het Directoraat en opgesteld volgens het model vastgesteld door het Directoraat. Afdeling 5. - Maatregelen voor de bekendmaking

Art. 2.5.1. Een kopie van het maritiem arbeidscertificaat, van de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid en van de certificaten van verzekering onder het MLC-Verdrag wordt goed zichtbaar aan boord geplaatst waar het beschikbaar is voor de zeevarenden.

Art. 2.5.2. Op verzoek van de zeevarenden, de aangewezen ambtenaren, de inspecteur en de vertegenwoordigers van de zeevarenden en van de reders bezorgt de reder een kopie van het maritiem arbeidscertificaat, van de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid, met inbegrip van de eventuele bijlagen en de certificaten van verzekering onder het MLC-Verdrag. HOOFDSTUK 3. - Inspecties van schepen onder Belgische vlag. Afdeling 1. - Schepen onder Belgische vlag ongeacht hun

brutotonnenmaat Art. 3.1.1. Alle schepen die onder Belgische vlag varen, die al dan niet gehouden zijn tot certificatie, zijn onderworpen aan periodieke inspecties om te garanderen dat de arbeids- en leefomstandigheden van zeevarenden aan boord van schepen die de Belgische vlag voeren, voldoen aan de nationale bepalingen tot uitvoering van bepalingen van het MLC-Verdrag en hieraan blijven voldoen.

Art. 3.1.2. Bij de eerste inschrijving van een schip dat onder Belgische vlag vaart of bij een nieuwe inschrijving in geval van een aanzienlijke wijziging van de huisvesting van de zeevarenden aan boord van het schip dat onder Belgische vlag vaart, moet de aangewezen ambtenaar ook de punten inzake de huisvesting en de ontspanningsruimtes inspecteren.

Art. 3.1.3. Het resultaat van alle inspecties of andere controles die later op het schip werden uitgevoerd en alle ernstige tekortkomingen die tijdens deze controles werden vastgesteld alsook de datum van de vaststelling dat de tekortkomingen werden verholpen, worden opgenomen in een document dat de reder aan boord van het schip moet bijhouden.

Dit document wordt bij de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 2 van dit besluit gevoegd of wordt op een andere wijze beschikbaar gemaakt aan zeevarenden, inspecteurs van de vlaggenstaat, bevoegde officieren in havenstaten en vertegenwoordigers van de reders en zeevarenden, in overeenstemming met de nationale wetgeving.

Het document moet onmiddellijk raadpleegbaar zijn tijdens de inspecties.

Art. 3.1.4. Voor iedere inspectie uitgevoerd op schepen die onder Belgische vlag varen, wordt een inspectieverslag opgesteld.

Aan de kapitein van het geïnspecteerde schip wordt zo snel mogelijk een kopie van het inspectieverslag overhandigd.

Bij een onderzoek naar aanleiding van een ernstig incident, wordt het inspectieverslag uiterlijk één maand na het afsluiten van het onderzoek aan voormeld Directoraat gezonden.

Onder een ernstig incident wordt verstaan de gevaarlijke gebeurtenis, verbonden aan het werk of die heeft plaatsgevonden in de loop van het werk, dat geen arbeidsongeval tot gevolg heeft gehad, maar dat een effect op de levens- en werkvoorwaarden van de zeevarenden heeft.

De kapitein van het geïnspecteerde schip plaatst een kopie op het aanplakbord van het schip om de zeevarenden in te lichten.

Art. 3.1.5. De aangewezen ambtenaar of de erkende organisatie bezorgt een kopie van het verslag aan de vertegenwoordigers van de zeevarenden die hierom verzoeken.

Art. 3.1.6. § 1. Het Directoraat houdt een register bij van alle inspecties.

Een jaarlijks verslag betreffende de inspecties van de schepen die onder Belgische vlag varen wordt gepubliceerd binnen een redelijke termijn die zes maanden, te rekenen vanaf het einde van het jaar, niet mag overschrijden. § 2. Het houden van een register heeft tot doel: - per schip een overzicht te hebben van de verrichte inspecties en de resultaten daarvan; - de verschillende controles voor te bereiden die in het kader van de wet en dit besluit moeten worden uitgevoerd; - om de nodige lessen te trekken; - het jaarverslag op te stellen.

Het register bedoeld in § 1 bevat minstens de volgende gegevens: 1° identificatie van het geïnspecteerde schip;2° datum, plaats en type van de inspectie;3° eventueel, de resultaten van ondervraging van zeevarenden aan boord;4° informatie betreffende eventuele tekortkomingen en/of inbreuken op de wetgeving, klachten, opgelegde maatregelen en aanhouding van het schip;5° referenties van de opgestelde proces-verbalen. De gegevens worden gepseudonimiseerd in het geval van klachten en indien het om zeevarenden gaat.

Art. 3.1.7. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid om proces-verbaal op te stellen bij vaststelling van een inbreuk op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag, van de wet MLC en de uitvoeringsbesluiten ervan, is de aangewezen ambtenaar gemachtigd om te eisen dat elke tekortkoming wordt verholpen en om aan een schip te verbieden de haven te verlaten waar het zich op het ogenblik van de inspectie bevindt totdat de nodige maatregelen werden genomen, wanneer hij redenen heeft om aan te nemen dat de tekortkomingen een ernstige inbreuk vormen op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag, of een ernstig gevaar vormen voor de veiligheid, de gezondheid of de beveiliging van de zeevarenden.

Wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat de tekortkomingen die zij vaststelt een ernstige inbreuk vormen op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag of een ernstig gevaar vormen voor de veiligheid, de gezondheid of de beveiliging van de zeevarenden, stelt de erkende organisatie de aangewezen ambtenaar hiervan onmiddellijk in kennis.

Art. 3.1.8. Zonder afbreuk te doen aan de mogelijke rechtsmiddelen overeenkomstig andere reglementeringen, kan de reder of de kapitein, die meent dat zijn rechten werden geschaad door de beslissing, genomen door de aangewezen ambtenaar overeenkomstig artikel 3.1.7 van dit besluit om het schip te verbieden de haven te verlaten, beroep aantekenen tegen de beslissing binnen de veertien dagen volgend op de kennisgeving van de beslissing overeenkomstig de toepasselijke bepalingen.

Het beroep wordt ingediend bij verzoekschrift gericht aan de Rijkscommissaris bij de onderzoeksraad voor de scheepvaart en houdende de ingeroepen middelen, overeenkomstig artikel 4.2.1.28, paragraaf 6 van het Belgisch Scheepvaartwetboek.

Het beroep is niet opschortend.

Art. 3.1.9. Alle redelijke inspanningen worden gedaan om te voorkomen dat de controles, de inspecties, de voorgeschreven maatregelen om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen en/of de dwangmaatregelen, ten onrechte een aanhouding of een vertraging van het schip zouden veroorzaken. Afdeling 2. - Schepen met een brutotonnenmaat van 500 of meer

Art. 3.2.1. De inspectie van schepen die gehouden zijn tot certificatie, gebeurt overeenkomstig het MLC-Verdrag en moet voorafgaan aan de aflevering van het maritiem arbeidscertificaat en van de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in hoofdstuk 2 en moet betrekking hebben op de punten zoals vermeld in artikel 2.1.3 van dit besluit.

Art. 3.2.2. Er moet minstens een tussentijdse inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of de nationale bepalingen tot uitvoering van bepalingen van het MLC-Verdrag nog steeds worden nageleefd.

Indien één enkele tussentijdse inspectie wordt uitgevoerd, moet deze plaatshebben tussen de tweede en de derde verjaardag van de datum waarop het maritiem arbeidscertificaat werd opgesteld.

Onder de verjaardag verstaat men de dag en de maand van elk jaar die overeenkomen met de vervaldatum van het maritiem arbeidscertificaat.

Art. 3.2.3. De tussentijdse inspectie is even uitgebreid en grondig als de inspecties die worden uitgevoerd met het oog op de vernieuwing van het maritiem arbeidscertificaat.

Art. 3.2.4. De inspectie met het oog op de vernieuwing van het maritiem arbeidscertificaat heeft betrekking op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag die het voorwerp zijn van de inspectie voorafgaand aan de aflevering van een eerste maritiem arbeidscertificaat. HOOFDSTUK 4. - Klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en klachtenformulier.

Art. 4.1. § 1. De zeevarenden hebben de mogelijkheid om aan boord van het schip dat onder Belgische vlag vaart en waarop zij werken, klacht in te dienen over elk probleem dat in hun ogen een inbreuk vormt op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag, met inbegrip van de rechten van de zeevarenden. § 2. De klachtenprocedure moet minstens voorzien in : 1° de mogelijkheid voor de zeevarende om rechtstreeks bij de kapitein en de aangewezen ambtenaar klacht in te dienen;2° het recht voor de klager om tijdens de klachtenprocedure aan boord bijgestaan of vertegenwoordigd te worden;3° de aanwijzing van één of meer personen die de zeevarenden vertrouwelijk kunnen adviseren betreffende de procedures die zij kunnen instellen, en de klager bij elk onderhoud of hoorzitting met betrekking tot de reden van het geschil kunnen bijstaan. Art. 4.2. § 1. Aan alle zeevarenden moet een document worden overhandigd waarin de toepasselijke klachtenprocedure aan boord wordt beschreven. Dit document wordt opgesteld in het Engels overeenkomstig artikel 28 van de wet MLC en in de werktaal van het schip. Dit document moet de gegevens vermelden van het Directoraat en van een persoon die aan boord is en vertrouwelijk de zeevarenden op een onpartijdige manier aangaande hun klacht kan adviseren en hen op elke andere manier kan helpen om de klachtenprocedure toe te passen, die zij kunnen instellen terwijl zij aan boord zijn. § 2. Het document waarin de klachtenprocedure is beschreven is vergezeld met tenminste één model van klachtenformulier, zoals bepaald in de bijlage van het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204594 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014012139 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204593 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier sluiten tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier. § 3. Indien de zeevarende klacht neerlegt bij de kapitein of een andere persoon aangeduid in het document waarin de klachtenprocedure beschreven is, gebruikt hij bij voorkeur het klachtenformulier bedoeld in paragraaf 2, dat hij vervolledigt, dateert, ondertekent en tegen ontvangstbewijs overhandigt.

Art. 4.3. § 1. Wanneer door een zeevarende een klacht wordt ingediend wegens een inbreuk op de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag, met inbegrip van de rechten van de zeevarenden, kan geen enkele nadelige maatregel ten aanzien van deze persoon worden genomen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht. § 2. In de zin van dit artikel wordt onder nadelige maatregel onder meer verstaan de verbreking van de arbeidsrelatie, de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden of elke andere kwaadwillige handeling, ongeacht de dader ervan, ten aanzien van de zeevarende die klacht heeft ingediend. § 3. In de zin van dit artikel dient onder klacht verstaan te worden : 1° een gemotiveerde klacht, ingediend door de zeevarende aan boord van het schip, overeenkomstig de vigerende procedures;2° een gemotiveerde klacht ingediend bij de aangewezen ambtenaar;3° een rechtsvordering ingediend door de betrokken persoon; § 4. Wanneer ten aanzien van de klager een nadelige maatregel werd genomen binnen een termijn van twaalf maanden volgend op het indienen van de klacht, dient hij of zij tegen wie de klacht is gericht te bewijzen dat de nadelige maatregel werd genomen om redenen, die vreemd zijn aan die klacht.

Wanneer door de klager een rechtsvordering werd ingesteld, wordt de termijn, bedoeld in de eerste alinea, verlengd tot het verstrijken van een termijn van drie maanden volgend op de dag waarop de tussengekomen beslissing in kracht van gewijsde is getreden. § 5. Wanneer in strijd met paragraaf 1 een nadelige maatregel werd genomen ten aanzien van de klager, kan deze laatste zijn reïntegratie vragen aan boord van het schip in zijn vorige dienst of vragen hem zijn functie te laten uitoefenen volgens de vroeger vastgelegde voorwaarden.

De vraag wordt bij de reder ingediend door een aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstmelding binnen de dertig dagen, volgend op de datum van de betekening van de opzeg, van de verbreking zonder opzeg of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Binnen een termijn van dertig dagen volgend op zijn betekening moet de reder een standpunt bepalen over deze vraag.

Ingeval van reïntegratie aan boord van het schip in de vorige dienst of de functie uitgeoefend volgens de vroeger vastgelegde voorwaarden, dient de reder het loon te betalen, dat verloren is ingevolge het ontslag of de wijziging van de arbeidsvoorwaarden en de bijdragen van de werkgevers en werknemers, samenhangend met dit loon, te storten.

Deze paragraaf is niet van toepassing wanneer de nadelige maatregel tussenkomt na de beëindiging van de arbeidsrelatie.

Art. 4.4. Wordt ook als klacht beschouwd en als zodanig behandeld, elke informatie verstrekt door een beroepsorganisatie, een vereniging, een vakbond of meer algemeen elke persoon die belang heeft bij de veiligheid van het schip, met inbegrip van de risico's voor de veiligheid of de gezondheid van de zeevarenden aan boord. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement.

Art. 5.1. Artikel 1, punt 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 2014, wordt aangevuld met de bepaling, luidende: "Het Directoraat": het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.".

Art. 5.2. Artikel 18, punt 6, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de volgende zin: "De certificaten van deugdelijkheid zoals bedoeld in de wet moeten wat vorm en inhoud betreft in overeenstemming zijn met het model opgesteld door het Directoraat.".

Art. 5.3. In artikel 102, punt 1, lid 2 en punt 5, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 31/05/2006 numac 2006014128 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 november 2009 en 30 september 2014, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.4. In artikel 144, lid 2, punt 2, van hetzelfde besluit, wordt het woord "geneesheer" vervangen door het woord "arts".

Art. 5.5. In artikel 1, punt 5, van bijlage XIV van het koninklijk hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijke besluit van 30 september 2014, worden de woorden "MLC 2006" vervangen door de woorden "het MLC-Verdrag".

Art. 5.6. In artikel 8 van bijlage XIV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 februari 2004 en 30 september 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1, lid 1 wordt vervangen als volgt: "1.Aan boord van schepen, geen vissersvaartuigen zijnde, dienen refters voorzien te zijn.": 2° punt 1.A wordt opgeheven; 3° punt 1 wordt aangevuld met drie leden, luidende: "De refters moeten voldoende van de slaapplaatsen afgezonderd zijn en zo dicht mogelijk bij de keuken gelegen zijn.Schepen met een brutotonnenmaat van minder als 3.000 ton, kunnen door de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe aangesteld is, van deze vereiste worden vrijgesteld na overleg met de betrokken organisaties van reders en zeevarenden.

De afmetingen en de uitrusting van de refters moeten voldoende zijn voor het aantal personen dat verondersteld is daarvan gelijktijdig gebruik te maken. Er moeten op elk moment dranken beschikbaar zijn.

Elke refter zal uitgerust zijn met tafels en zitgelegenheden, van goedgekeurd model, in voldoende aantal aangebracht voor het aantal personen dat verondersteld is daarvan gelijktijdig gebruik te zullen maken. De bovenkant van tafels zal uit vochtwerend materiaal vervaardigd worden, zonder barsten zijn en gemakkelijk te onderhouden."; 4° de bestaande tekst van punt 1.B. zal punt 2 vormen; 5° punt 2 wordt opgeheven. Art. 5.7. Artikel 10 van bijlage XIV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 september 2014 worden vervangen als volgt: "

Art. 10.Kantoren.

Alle schepen moeten zijn uitgerust met afzonderlijke kantoren of een gemeenschappelijk kantoor voor gebruik door het dek- en machinekamerpersoneel. Schepen met een brutotonnenmaat van minder dan 3000 ton mogen door de Scheepvaartcontrole van deze vereiste worden vrijgesteld na overleg met de vertegenwoordigers van zeevarenden en reders.".

Art. 5.8. In bijlage XX van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 31/05/2006 numac 2006014128 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 september 2014 en 30 september 2014, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.9. In bijlage XX van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 31/05/2006 numac 2006014128 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 september 2014 en 30 september 2014, wordt het woord "geneesheren" telkens vervangen door het woord "artsen".

Art. 5.10. In bijlage XXIV, punt II 9. "Certificaat van lichamelijke geschiktheid" van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.11. In bijlage XXIV, punt V 1. "Certificaat van medische geschiktheid" van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 30 september 2014, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.12. In bijlage XXIV, punt V 2. "Verklaring medische ongeschiktheid" van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 30 september 2014, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.13. In bijlage XXIV, punt V 3. "Keuringsformulier" van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 31/05/2006 numac 2006014128 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden sluiten, wordt het woord "geneesheer" telkens vervangen door het woord "arts".

Art. 5.14. Bijlage XXIV, punt II 1 wordt opgeheven.

Art. 5.15. Bijlage XXIV, punt II 2 wordt opgeheven.

Art. 5.16. Bijlage XXIV, punt II 3 wordt opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Opheffingsbepalingen.

Art. 6.1. Het koninklijk besluit van 8 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/06/2017 pub. 23/06/2017 numac 2017020400 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociale overleg, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor repatriëring en het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder, bedoeld in titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot vaststelling van het model van certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor repatriëring en het certificaat van verzekering of enige andere financiële zekerheid voor de aansprakelijkheid van de reder, bedoeld in titel 2 van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006, wordt opgeheven.

Art. 6.2. Het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204594 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014012139 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204593 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier sluiten tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt opgeheven.

Art. 6.3. Het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204594 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 en haar uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014012139 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 18/08/2014 numac 2014204593 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier sluiten tot vaststelling van het model van het maritiem arbeidscertificaat, en de conformiteitsverklaring voor maritieme arbeid bedoeld in Titel 2 van de wet van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014204102 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 sluiten tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen.

Art. 7.1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 26 december 2020.

Art. 7.2. De minister bevoegd voor de maritieme mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

L'Ile d'Yeu, 30 juli 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk P.-Y. DERMAGNE De Minister van Sociale Zaken F. VANDENBROUCKE De Minister van Noordzee V. VAN QUICKENBORNE

^