gepubliceerd op 22 augustus 2008
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties
30 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen gewijzigd bij de wetten van 5 februari 1999 en 27 december 2004, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989, 9 februari 1994, 10 december 1997, 12 augustus 2000, 4 april 2001, 18 december 2002, 22 december 2003, 19 juli 2004 en 27 december 2004, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, inzonderheid op artikel 3bis, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2003 en 23 december 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van pluimvee en andere neerhofdieren, alsook het in de handel brengen van broedeieren, eendagskuikens en fokpluimvee, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1992, 6 juli 1997 en 16 januari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1975 betreffende de opsporing en de bestrijding van chronische ademhalingsziekte bij pluimvee, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1992 en 8 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 september 1993, 4 december 1995, 11 oktober 1997, 9 januari 2000, 26 juni 2000, 20 juli 2000, 12 februari 2004 en 27 september 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 1993 tot bepaling van de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juli 2001, en 16 januari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 2006;
Gelet op het overleg van het raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op 28 maart 2007;
Gelet op het advies van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 3 april 2007;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 27 juli 2007;
Gelet op het advies nr. 43.840/3 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 5° wordt het woord « onbezoldigde » ingevoegd tussen de woorden « de » en « natuurlijke persoon »;2° lid 6° wordt aangevuld als volgt : « en die het geheel van de infrastructuur en de uitrusting omvat noodzakelijk voor het uitoefenen van de activiteit;»; 3° een lid 6°bis wordt ingevoegd luidende als volgt : « 6°bis exploitant : de operator aan wie een erkenning of een toelating wordt afgeleverd en die verantwoordelijk is voor de naleving van de reglementering in de inrichting;»
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Een operator mag een activiteit in een inrichting of vanuit een inrichting slechts uitoefenen mits hij voorafgaand werd geregistreerd door het Agentschap en indien, naar gelang het geval, de inrichting voorafgaandelijk erkend, toegelaten of geregistreerd werd. »; 2° er wordt een § 1bis ingevoegd, luidende als volgt : « § 1bis.Indien meerdere exploitanten activiteiten uitoefenen in een zelfde inrichting, moet voorzien worden in een passende scheiding van de activiteiten en de producten in de ruimte of de tijd. »; 3° er wordt een § 1ter ingevoegd, luidende als volgt : « § 1ter.Operatoren mogen zich enkel met producten bevoorraden bij inrichtingen die, erkend, toegelaten of geregistreerd zijn.
Voor activiteiten uitgevoerd door dienstverleners, mogen operatoren slechts beroep doen op daartoe erkende, toegelaten of geregistreerde inrichtingen. »; 4° in § 2, punt 1°, worden de woorden « sporadisch en uitzonderlijk » vervangen door de woorden « en maximaal vijf keer per jaar »;5° § 2 wordt aangevuld als volgt : « 4° de operatoren uit de sector van de plantaardige primaire productie die ten hoogste 50 are aardappelen en hoogstamfruit of 25 are laagstamfruit of 10 are andere plantaardige producten verbouwen;5° bepaalde operatoren die uitsluitend actief zijn in het domein van de sierplanten, met name de detailhandel in bloemen, andere detailhandelaars en tuinondernemers zonder eigen productie; 6 ° de houders van minder dan 200 stuks pluimvee en van minder dan 20 voedsters of 100 vleeskonijnen; 7° de houders van minder dan vier struisvogels of van minder dan zes emoes, nandoes en kasuarissen.». 6° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidende als volgt : « § 2bis.In afwijking van § 1 dienen houders van maximaal 5 dieren die behoren tot de groepen schapen, geiten en hertachtigen, uiterlijk 1 maand na de aanvang van de activiteit een melding tot registratie in te dienen. ».
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in §§ 1 en § 2 worden de woorden « van deze inrichting » ingevoegd tussen de woorden « erkenning » en « door »;2° in de Nederlandse tekst van § 3, punt 2°, worden de woorden « met een houdbaarheid bij omgevingstemperatuur van tenminste drie maanden » vervangen door de woorden « die zonder enige bijkomende maatregel gedurende minstens drie maanden houdbaar blijven »;3° de Franse tekst van § 3, punt 2°, wordt aangevuld als volgt : « sans aucune mesure supplémentaire »;4° § 3 wordt aangevuld als volgt : « 3° inrichtingen voor de rechtstreekse levering aan de gebruiker of eindverbruiker door de primaire producent van onverwerkte primaire producten, met inbegrip van de activiteiten die nodig zijn om deze primaire producten in goede omstandigheden te bewaren;4° varkensbedrijven voor het houden van maximaal drie vleeshpvarkens;5° aan de pedagogische hoeves die volgens de reglementering van de Gewesten en de Gemeenschappen als dusdanig erkend zijn.».
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant » en vervallen de woorden « die hij er wenst uit te oefenen »;2° een § 1bis wordt ingevoegd luidende als volgt : « § 1bis.Een erkenning of een toelating kan slechts worden toegekend indien de inrichting beschikt over een vestigingseenheidsnummer toegekend in uitvoering van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. » 3° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.De Minister kan het model van de aanvraag evenals de lijst van de gegevens en de bijzondere modaliteiten van de aanvraag bepalen. »; 3° in § 3 en § 4 wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant ».
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « voor een activiteit » en de woorden « en voor zover de ermee samenhangende retributie werd voldaan ».
Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant ».
Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « voor een welbepaalde activiteit ».
Art. 8.In de Nederlandse tekst van artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen de woorden « dat » en « overeenkomstig » de woorden « de inrichting » ingevoegd ».
Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen de woorden « artikel 5 » en « worden » de woorden « of van artikel 8 » ingevoegd;2° in § 3, eerste lid wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant » en worden de woorden « inrichtingen en » ingevoegd tussen de woorden « betreffende » en « activiteiten »;3° § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « De exploitanten van inrichtingen voor de verkoop of de levering van levensmiddelen aan de eindverbruiker dienen de afgeleverde toelating of erkenning op een voor de eindverbruiker van buitenaf gemakkelijk zichtbare en toegankelijke plaats te afficheren. Deze verplichting is niet van toepassing op exploitanten van inrichtingen voor de verkoop of de levering van levensmiddelen aan de eindverbruiker via een automaat of een ambulante handel »; 4° in § 4 wordt het woord « 12.3 » vervangen door de woorden « 12.2 en 12.3. ».
Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant ».
Art. 11.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « toelating of een » ingevoegd tussen de woorden « een » en « erkenning » en vervallen de woorden « aan een operator » en de woorden « ,of indien de maximale periode zoals bepaald in de artikelen 6 en 7, wordt overschreden »;2° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « Indien de maximale periode zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 wordt overschreden, vervalt de voorwaardelijke erkenning van rechtswege.»; 3° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.In de voornoemde gevallen deelt het Agentschap de redenen van de weigering mee aan de exploitant bij een ter post aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs. De exploitant beschikt over een periode van 30 dagen om tegemoet te komen aan de redenen van weigering. Op basis van de voorgestelde verbeteringen en in voorkomend geval, na een nieuwe controle ter plaatse, neemt het Agentschap een eindbeslissing en deelt het deze mee bij een ter post aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de exploitant. »
Art. 12.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Nederlandse tekst van § 2, eerste lid, vervalt het woord « niet »;2° in § 2, tweede lid, en in § 3 wordt het woord « operator » vervangen door het woord « exploitant »;3° in § 2, tweede lid, vervalt het woord « versterkte ».
Art. 13.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 punt 6° wordt vervangen als volgt : « 6° vanuit de inrichting producten werden verhandeld die een ernstig gevaar betekenen voor de volksgezondheid, de dierengezondheid of de plantenbescherming of die niet werden onderworpen aan een keuring conform de toepasselijke reglementering;»; 2° in § 1, punt 8°, worden de woorden « in hoofde van de operator » vervangen door de woorden « in de inrichting »;3° in § 1, punt 10°, vervallen de woorden « opgelegd aan de operatoren »;4° § 1, punt 11°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 11° de exploitant het voorwerp heeft uitgemaakt van een gerechtelijke uitspraak tot faillissement of tot verbod tot het uitoefenen van de activiteit of die beroep heeft gedaan op een operator die zelf het voorwerp heeft uitgemaakt van een dergelijke maatregel;»; 5° in § 2, tweede lid, vervalt het woord « versterkte ».
Art. 14.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « operator » wordt vervangen door het woord « exploitant »;2° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « Indien de exploitant binnen de gestelde termijnen geen bezwaren indient, gaan de in § 1 bedoelde maatregelen in op de eerste dag volgend op het verstrijken van de termijn.»; 3° § 3 wordt aangevuld als volgt : « Indien het Agentschap van oordeel is dat de inrichting nog steeds niet voldoet aan de eisen inzake volksgezondheid, dierengezondheid, dierenwelzijn of plantenbescherming, deelt zij haar beslissing mee met een ter post aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs. »; 4° § 4 wordt opgeheven;5° in § 5 worden de woorden « de voorgenomen maatregelen » vervangen door de woorden « deze beslissing »;6° in § 5 wordt het derde lid vervangen als volgt : « De Minister of zijn afgevaardigde beschikt over vijftien dagen vanaf de datum van beroepscommissie om op basis van voornoemd advies, een eindbeslissing te nemen over het beroep en deze bij een ter post aangetekende brief of afgeleverd tegen ontvangstbewijs aan de betrokkene mee te delen.»; 7° in § 6 worden de woorden « § 1, » ingevoegd tussen de woorden « artikel 15, » en de woorden « 4°, 5°, 6° of 7°.»
Art. 15.In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Worden beschouwd als zijnde geregistreerd bij het Agentschap, de operatoren die voor al hun activiteiten geregistreerd zijn en, in voorkomend geval, beschikken over een toelating of erkenning voor hun inrichting, afgeleverd door het Agentschap in uitvoering van, overeenkomstig het type van activiteit, hetzij de wettelijke en reglementaire bepalingen, hetzij de Europese verordeningen waarvan de controle tot de bevoegdheid van het Agentschap behoort. »
Art. 16.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.De Minister bepaalt het model van de melding evenals de lijst van de gegevens en de bijzondere modaliteiten van de melding. »
Art. 17.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « aan de in bijlage IV bedoelde gegevens, » vervangen door de woorden « volgens de modaliteiten vastgesteld door de Minister ».
Art. 18.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « of een toelating » ingevoegd tussen het woord « erkenning » en het woord « werd ».
Art. 19.In bijlage I bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1 De productie, de bereiding van grondstoffen voor de productie, de opslag, het verpakken, het vervoer of de handel van meststoffen, bodemverbeteraars, teeltsubstraten, zuiveringsslib en aanverwante producten.»; 2° in punt 7 van de Nederlandse tekst wordt het woord « voedingsmiddel » vervangen door het woord « levensmiddel »;3° punt 9 wordt vervangen door de volgende bepaling : « 9 De productie en de invoer van houtskool en materiaal dat direct in contact komt met producten bestemd voor de menselijke voeding (verpakkingen en ijs voor het koelen van gehele zeevisserijproducten) ».
Art. 20.Bijlage II bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 2006, wordt vervangen door Bijlage I bij dit besluit.
Art. 21.De bijlage III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 2006 wordt vervangen door de Bijlage II van dit besluit.
Art. 22.De Bijlage IV van het zelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 23.In het koninklijk besluit van 12 juni 1970 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van pluimvee en andere neerhofdieren, alsook het in de handel brengen van broedeieren, eendagskuikens en fokpluimvee worden de woorden « Minister van Landbouw » vervangen door het woord « Minister ».
Art. 24.In artikel 2, punt 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1992 en vervangen bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 worden de woorden « aangenomen dierenarts » vervangen door het woord « bedrijfsdierenarts ».
Art. 25.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, wordt het derde lid opgeheven.
Art. 26.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1992, wordt het woord « erkend » vervangen door het woord « toegelaten ».
Art. 27.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1992 worden de woorden « bevoegde dierenarts » vervangen door het woord « bedrijfsdierenarts ».
Art. 28.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1992 worden de woorden « bevoegde dierenarts » vervangen door het woord « bedrijfsdierenarts ».
Art. 29.In het koninklijk besluit van 22 januari 1975 betreffende de opsporing en de bestrijding van de chronische ademhalingsziekten bij het pluimvee, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1992, worden de woorden « de inspecteur-dierenarts » vervangen door de woorden « het Agentschap ».
Art. 30.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « onderworpen zijn aan een sanitaire erkenning door de Minister van Landbouw » vervangen door de woorden « onderworpen aan een sanitaire toelating van het Agentschap ».
Art. 31.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « volgens de richtlijnen voorgeschreven door de Dienst voor Diergeneeskundige inspectie » vervangen door de woorden « volgens de richtlijnen van het Agentschap » et de woorden « daartoe door de Minister van Landbouw erkende opsporingscentra van de verbonden voor veeziektebestrijding bedoeld bij het koninklijk besluit van 7 mei 1963 houdende inrichting van de bestrijding der veeziekten » vervangen door de woorden « erkende verenigingen bedoeld bij het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren ».
Art. 32.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek » vervangen door de woorden « het Centrum voor Onderzoek in de Diergeneeskunde en Agrochemie ».
Art. 33.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « erkende provinciale opsporingscentra » vervangen door de woorden « erkende verenigen » en het woord « hij » door het woord « het ».
Art. 34.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « de opsporingscentra » vervangen door de woorden « de erkende verenigingen ».
Art. 35.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het woord « Hij » vervangen door het woord « Het ».
Art. 36.In artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 1 a) en b) worden de woorden « bevoegde autoriteit » vervangen door de woorden « het Agentschap »;2° in lid 2° wordt in de Nederlandse tekst het woord « vergunning » vervangen door het woord « toelating ».
Art. 37.Artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 8.De inrichtingen die de in artikel 3, § 1, bedoelde levensmiddelen vervaardigen of invoeren, moeten een toelating bekomen overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. »
Art. 38.In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 14 juni 1993 tot bepaling van de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006, worden de woorden « artikel 4, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 4, § 1 ».
Art. 39.In het koninklijk besluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen wordt het woord « erkenning » vervangen door het woord « toelating ».
Art. 40.In artikel 4, § 2, in artikel 6, § 2, in Bijlage I, punt VI.A en in Bijlage II, punt VI.A van hetzelfde besluit worden de woorden « De Dienst » vervangen door de woorden « Het Agentschap ».
Art. 41.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin hij is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 9, 3°, dat in werking treedt de dag van de bekendmaking.
Art. 42.Onze Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE
Bijlage I Bijlage II. - Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een erkenning door het Agentschap 1.Vlees en verwerkte producten van vlees 1.1. Vlees Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 juli 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE
Bijlage II Bijlage III. - Inrichtingen waarvan de activiteiten onderworpen zijn aan een toelating door het Agentschap 1. Voedingsmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 juli 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE