gepubliceerd op 28 mei 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor ambachten en neringen
30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor ambachten en neringen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1987, 6 april 1995 en 10 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor ambachten en neringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juli 1969, 30 september 1981, 14 maart 1983, 6 maart 1992 en 10 februari 1998;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, d.d. 15 mei 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 1 februari 1999;
Gelet op het protocol nr. 97-10-21/25 - 99-03-16/25 van het onderhandelingscomité - sector V van 16 maart 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het van belang is, de bepalingen van dit statuut onverwijld aan te passen aan de sedert 1994 vigerende bepalingen met betrekking tot het rijkspersoneel;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers van ambachten en neringen wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. De personeelsleden worden, zoals het rijkspersoneel, in niveaus en rangen ingedeeld.
De hiërarchie der graden in de rijksbesturen is op hen van toepassing. § 2. De secretarissen van de Kamers van ambachten en neringen worden gelijkgesteld met de rijksambtenaren van rang 10. Zodra zij in hun betrekking achttien jaar anciënniteit tellen, worden de secretarissen, in de uitoefening van hun ambt, gelijkgesteld met de rijksambtenaren van rang 13. »
Art. 2.In artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°) in § 1 wordt het woord "opsteller" vervangen door het woord "bestuursassistent"; 2°) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.- De bestuursassistent die geslaagd is in een examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20 E. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op dezelfde datum als de personeelsformatie van het secretariaat van de Kamers van ambachten en neringen, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994.
Art. 4.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Ambtenarenzaken A. FLAHAUT