gepubliceerd op 02 september 2003
Koninklijk besluit houdende overdracht van het secretariaatspersoneel van de Kamers van Ambachten en Neringen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
2 JULI 2003. - Koninklijk besluit houdende overdracht van het secretariaatspersoneel van de Kamers van Ambachten en Neringen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 75, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor Ambachten en Neringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 maart 1992 en 30 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de secretariaten van de Kamers van Ambachten en Neringen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de weddenschalen van het secretariaatspersoneel van de Kamers van Ambachten en Neringen;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 mei 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 juni 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 23 mei 2003;
Gelet op het protocol nr. 465 van 5 juni 2003 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat, ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 mei 2003 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, de ondernemingsloketten op 1 juli 2003 zullen opgericht worden, dat zij de taken zullen overnemen van de Kamers van Ambachten en Neringen die op die datum zullen afgeschaft worden en dat het personeel ervan op diezelfde datum overgeheveld wordt naar de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie o.m. als steun voor de Kruispuntbank voor Ondernemingen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister belast met Middenstand, en Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De in de bijlage bij dit besluit vermelde personeelsleden van de secretariaten van de Kamers van Ambachten en Neringen worden met ingang van 1 juli 2003 overgedragen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Art. 2.§ 1er. De in artikel 1 bedoelde ambtenaren worden door de secretaris van de Kamer van Ambachten en Neringen waartoe zijn behoren, schriftelijk gevraagd binnen zeven dagen schriftelijk mee te delen naar welk algemene directie of dienst van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zij wensen overgeheveld te worden : - ofwel naar een buiten- of gedeconcentreerde dienst; - ofwel naar de Kruispuntbank voor Ondernemingen bij de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie; - ofwel naar de Algemene Directie K.M.O.-beleid.
De secretarissen sturen de aanvragen vijf dagen volgend op de termijn van zeven dagen bedoeld in het eerste lid naar de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie die de personeelsleden zal toewijzen aan de hierboven bedoelde algemene directies of diensten. § 2. Indien er voor een van de in § 1 bedoelde algemene directies of diensten meer aanvragen zijn voor een betrekking dan te begeven betrekkingen, worden de kandidaten per graad gerangschikt in de onderstaande volgorde en in die orde naar de betrokken algemene directie of dienst overgeheveld : 1° de vastbenoemde ambtenaren : - de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit; - bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit; - bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar; 2° de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden : - het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit; - bij gelijkheid van dienstanciënniteit, het oudste personeelslid.
Voor de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden omvat de dienstanciënniteit de periode dat zij zonder vrijwillige onderbreking prestaties geleverd hebben voor de Kamers van Ambachten en Neringen. § 3. Paragraaf 2 is niet van toepassing op de personeelsleden die ten gevolge van hun overdracht een verplaatsing van meer dan vier uur heen en terug moeten verrichten tussen hun woonplaats en hun administratieve standplaats. Zij zullen op hun verzoek bij voorrang overgedragen worden in een buiten- of gedeconcentreerde dienst dichter bij hun woonplaats.
Art. 3.§ 1. De overgedragen ambtenaren, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, die titularis zijn van de geschrapte graad van klerk, worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker.
Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. § 2. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal. § 3. Voor de berekening van hun graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van klerk in aanmerking genomen. § 4. De anciënniteit verkregen in niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in niveau D.
Art. 4.§ 1. De overgedragen ambtenaren, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, die titularis zijn van de geschrapte graad van bestuursassistent, worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent.
Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. § 2. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal. § 3. Voor de berekening van hun graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van bestuursassistent in aanmerking genomen. § 4. De anciënniteit verkregen in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C. § 5. In afwijking van § 1, tweede lid, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd tot de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent, die de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 16.984,83 - 25.537,21 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20 j. - N C - G.A.). § 6. De ambtenaren die, overeenkomstig de bijlage bij dit besluit, ingeschaald zijn in de weddenschaal CA2, kunnen deelnemen aan de competentiemeting 4.
De geslaagden die een anciënniteit van vier jaar hebben in de weddenschaal CA2 bekomen de weddenschaal CA3 vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het proces-verbaal van competentiemeting 4 en dit ten vroegste op 1 september 2003.
De anciënniteit verworven in de oude weddenschaal 20 E en deze verworven in de weddenschaal vermeld in de § § 5 en 6, alinea 4, worden in aanmerking genomen voor de berekening van deze vier jaar.
De niet-geslaagden bekomen, indien zij twaalf jaar graadanciënniteit hebben, de volgende bijzondere weddenschaal : 16.984,83 - 25.537,21 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20 j. - N C - G.A.).
Ze kunnen deelnemen aan competentiemeting 4. § 7. Voor de berekening van het aantal betrekkingen bezoldigd in de weddenschaal 22B, worden de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, begunstigde van de weddenschaal 20 E of van deze vermeld in de §§ 5 en 6, geacht deel uit te maken van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie op datum van 31 mei 2002.
Art. 5.De overgedragen ambtenaren behouden de voordelen verbonden aan het slagen voor hetzij een vergelijkend examen of een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau hetzij voor een vergelijkend examen of een vergelijkende selectie voor verhoging in graad hetzij voor een gedeelte van deze vergelijkende examens of selecties georganiseerd in hun dienst van oorsprong.
Voor hun rangschikking worden de geslaagden geacht het vergelijkend examen of de vergelijkende selectie te hebben afgelegd in hun nieuwe overheidsdienst. Ze nemen rang in op datum van het proces-verbaal van het examen of de selectie.
Art. 6.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van dit besluit, zijn de bepalingen van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen van toepassing op de ambtenaren bedoeld in artikel 1.
Art. 7.§ 1. De overgedragen ambtenaren, bedoeld in artikel 1 van dit besluit die titularis zijn van de graad van secretaris, worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-adviseur.
In afwijking van alinea 1, worden de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit begunstigde van de weddenschaal 13A zijn, ambtshalve benoemd in de graad van adviseur.
Zij worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal. § 2. Voor de berekening van de anciënniteit in de graad van adjunct-adviseur, worden de diensten gepresteerd in de graad van secretaris evenals in een betrekking van niveau 1 als ambtenaar in een overheidsdienst en als personeelslid van het voormalig Economisch en Sociaal Instituut voor de Middenstand of van de Hoge Raad voor de Middenstand in aanmerking genomen.
Voor de adviseur, worden deze diensten vanaf de datum waarop deze ambtenaren begunstigden van de weddenschaal 13A werden, in aanmerking genomen. § 3. De in § 1, eerste lid, bedoelde ambtenaren worden bevorderd tot de graad van adviseur wanneer zij achttien jaar anciënniteit hebben in de graad van adjunct-adviseur.
Art. 8.De rechten en plichten van de Kamers voor Ambachten en Neringen met betrekking tot de arbeidsovereenkomsten die door hen werden afgesloten met de contractuele personeelsleden die overgedragen worden bij toepassing van artikel 1 van dit besluit worden overgedragen aan de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Art. 9.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot vaststelling van het statuut van het secretariaatspersoneel van de Kamers voor Ambachten en Neringen; - het koninklijk besluit van 28 april 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de secretariaten van de Kamers van Ambachten en Neringen; - het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de weddenschalen van het secretariaatspersoneel van de Kamers van Ambachten en Neringen.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003.
Art. 11.Onze Minister belast met Middenstand, en Onze Minister bevoegd voor Economische Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 2 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PIQUE