gepubliceerd op 19 december 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord 2023-2024
29 NOVEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord 2023-2024 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord 2023-2024.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 november 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2023 Sectorakkoord 2023-2024 (Overeenkomst geregistreerd op 8 januari 2024 onder het nummer 184989/CO/119) Dit akkoord is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren (PC 119).
Preambule De sociale partners in de sector benadrukken het belang van een constructief sociaal overleg op sectorniveau en op bedrijfsniveau, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, de interprofessionele, de sectorale en de bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomsten.
Een aanbeveling van de sociale partners van de sector om sociaal overleg te bevorderen is als bijlage bij dit akkoord gevoegd.
A. Koopkracht 1. Koopkrachtpremie Overeenkomstig koninklijk besluit van 23 april 2023Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2023 pub. 28/04/2023 numac 2023202158 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de koopkrachtpremie sluiten betreffende de koopkrachtpremie, aangevuld door het advies van de Raad van State 73.147/1 van 10 maart 2023, wordt in ondernemingen die in 2022 een hoge of een uitzonderlijk hoge winst hebben behaald, een eenmalige koopkrachtpremie toegekend in de vorm van consumptiecheques. 1.1. Definities en bedragen Een onderneming heeft in 2022 een hoge winst behaald indien de verhouding tussen de bedrijfswinst (code 9901) 2022 en de omzet (code 70) 2022 groter is dan 0 pct.maar lager dan 4 pct. : - Als de verhouding tussen de bedrijfswinst 2022 en de omzet 2022 groter is dan 0 pct., maar lager dan 1 pct., dan bedraagt de premier 125 EUR; - Als deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 1 pct., maar lager dan 2 pct., dan bedraagt de premie 225 EUR; - Als deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 2 pct., maar lager dan 3 pct., dan bedraagt de premie 300 EUR; - Als deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 3 pct. maar lager dan 4 pct., dan bedraagt de premie 375 EUR. Een onderneming heeft in 2022 een uitzonderlijk hoge winst behaald indien deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 4 pct. : - Als de verhouding tussen de bedrijfswinst 2022 en de omzet 2022 gelijk is aan of groter is dan 4 pct. maar lager dan 5 pct., dan bedraagt de premie 400 EUR; - Als deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 5 pct. maar lager dan 6 pct., dan bedraagt de premie 450 EUR; - Als deze verhouding gelijk is aan of groter is dan 6 pct. maar lager dan 7 pct., dan bedraagt de premie 500 EUR; - Als de verhouding gelijk is aan of groter is dan 7 pct., dan bedraagt de premie 750 EUR. Voor bedrijven met minder dan 50 werknemers worden de bovenstaande criteria vervangen door de voorwaarde van een stijging van de bedrijfswinst (code 9901) in 2022, die positief moet zijn, ten opzichte van het jaar 2019 : - Indien de stijging groter is dan 10 pct., zal het bedrag van de premie 75 EUR bedragen; - Indien de stijging groter is dan 15 pct., zal het bedrag van de premie 150 EUR bedragen; - Indien de stijging groter is dan 20 pct., zal het bedrag van de premie 200 EUR bedragen; - Indien de stijging groter is dan 25 pct., zal het bedrag van de premie 250 EUR bedragen.
Voor diezelfde bedrijven kan het totaal van de uitgekeerde premies door de onderneming nooit meer bedragen dan 15 pct. van de totale bedrijfswinst voor het jaar 2022 (code 9901).
Voor diezelfde bedrijven is het bedrag van de premie in elk geval geplafonneerd op 250 EUR. Het vervullen van de voorwaarden wordt beoordeeld op het niveau van de juridische entiteit.
Voor enseignes met meerdere juridische entiteiten die onder het toepassingsgebied van Paritair Comité voor de handel in voedingswaren vallen, worden de criteria beoordeeld op basis van de geconsolideerde gegevens van die bovengenoemde juridische entiteiten in België.
Met 2022 wordt verwezen naar het boekjaar waarvan de meeste maanden zich in 2022 bevinden. Wanneer het boekjaar afsluit op 30 juni, wordt verwezen naar het boekjaar dat afsluit in 2022. 1.2. Toekenningsvoorwaarden De premie wordt toegekend aan werknemers die : - op 31 oktober 2023 en op het moment van uitbetaling van de premie een arbeidsovereenkomst hebben; - naar rato van de effectieve of gelijkgestelde arbeidsprestaties tussen 1 november 2022 en 31 oktober 2023 (overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 maart 1967 betreffende de jaarlijkse vakantie); - naar rato van hun arbeidsregime op 31 oktober 2023.
Deze eenmalige premie wordt tegelijk met de eindejaarspremie uitbetaald, maar wordt niet meegeteld bij de berekening ervan. 2. Privé-vervoerskosten Vanaf 1 februari 2024 is de tussenkomst van de werkgever in de privé-vervoerskosten verhoogd tot 100 pct.van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand. 3. Fietsvergoeding Vanaf 1 januari 2024 wordt de fietsvergoeding van 0,24 EUR per kilometer verhoogd naar 0,27 EUR voor de verplaatsingen per fiets ten belope van de werkelijk afgelegde afstand tussen de woonplaats en het werk.4. Ploegenpremie/namiddagpremie De toeslag voor de ploegenpremie wordt met ingang van 1 januari 2024 verhoogd van 0,27 EUR tot 0,32 EUR per uur. De toeslag voor de namiddagpremie wordt met ingang van 1 januari 2024 verhoogd van 0,27 EUR tot 0,32 EUR per uur. 5. Verlenging van de bestaande premies Verlenging jaarlijkse decemberpremie De collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de jaarlijkse premie die in december wordt betaald, wordt verlengd tot 30 juni 2025. B. Werkbaar werk 1. Werkbaar werk op bedrijfsvlak Dit akkoord verlengt die werkgroepen in de bedrijven van de sector. De sociale partners in de sector benadrukken het belang van het thema werkbaar werk en de noodzaak van een constructieve sociale dialoog hierover binnen een werkgroep "werkbaar werk" in de onderneming.
Deze werkgroep is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de onderneming en van de syndicale delegatie. De werkgroep wordt geïnformeerd over initiatieven omtrent werkbaar werk in de verschillende overlegorganen.
Deze werkgroep zal op regelmatige basis samenkomen om te overleggen over de volgende thema's : - ergonomie; - werkbelasting; - arbeidsveiligheid; - fysiek veeleisende werkposten; - onthaal van nieuwe werknemers; - onthaal van nieuwe uitzendkrachten; - peterschap/meterschap; - stand van zaken van het werkgelegenheidsplan; - ontwikkeling van de competenties en kwalificaties van werknemers; - toegang tot opleiding; - loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding.
Thema's worden besproken op initiatief van zowel vakbondsafgevaardigden als vertegenwoordigers van de directie. Elke partij heeft daarom evenveel gewicht en belang binnen deze werkgroepen. Geen enkele partij mag eenzijdig één van de bovenvermelde thema's uitsluiten van het overleg.
Het doel van de werkgroepen is om afspraken te maken of concrete problemen op te lossen en zo bij te dragen tot de vermindering van de mentale of de fysieke belasting bij het werk.
Zowel de werkgevers als de vakorganisaties verbinden zich ertoe om daartoe in deze werkgroepen regelmatig te overleggen.
Binnen deze werkgroep kunnen afspraken worden gemaakt. Deze afspraken kunnen desgevallend leiden tot het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst indien die afspraken dienen vastgelegd te worden in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Bedrijven sturen het sociaal fonds regelmatig een overzicht van de genomen maatregelen (inclusief eventuele akkoorden of collectieve arbeidsovereenkomsten). De eerste deadline is 30 juni 2024. Dit overzicht wordt verstrekt in de vorm van verslagen over de besprekingen en eventuele akkoorden die vóór de door het sociaal fonds vastgestelde datum worden toegezonden. Dit verslag zal de volgende informatie bevatten : - Leden van de werkgroep; - Besproken thema's; - Kalender van de vergaderingen; - Eventuele akkoorden.
Vervolgens zal het fonds de goede praktijken kunnen delen met andere bedrijven.
De representatieve werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe de betrokken bedrijven te informeren over en te herinneren aan deze verplichting en te zorgen voor een doeltreffende opvolging van de naleving ervan.
Ondernemingen die niet voldoen aan deze rapporteringsverplichting of die deze werkgroepen niet hebben opgericht of die weigeren ervoor te zorgen dat ze naar behoren functioneren, kunnen desgevallend worden uitgenodigd de redenen hiervoor uit te leggen aan de leden van het paritair comité. De leden van het paritair comité zullen dan met elkaar overleggen over oplossingen voor eventuele problemen.
Het paritair comité zal dit punt ook regelmatig op de agenda van zijn vergaderingen plaatsen en eventuele aandachtspunten bespreken.
Daartoe is binnen het paritair comité een werkgroep "werkbaar werk" opgericht om de kwestie op sectoraal niveau te volgen en initiatieven voor werkbaar werk te bevorderen.
Jaarlijks zal een sectoraal evaluatierapport over de verschillende initiatieven worden opgesteld. Er kunnen ook inspiratiesessies over goede praktijken in bedrijven worden georganiseerd.
Als uit het evaluatieverslag tendensen naar voren komen, kan het paritair comité de nodige aanbevelingen en of besluit formuleren. 2. Sectorale initiatieven gekoppeld aan werkbaar werk Vanuit Commerce Training zal er nog meer rekening worden gehouden met het thema werkbaar werk in de verschillende sectorale opleidingen die aan de bedrijven van de sector worden aangeboden.In het bijzonder zullen de opleidingen over het mentaal en fysiek welzijn van de werknemers, ergonomie en veiligheid op het werk op het terrein worden versterkt.
C. Eindeloopbaan Voor de duur van huidig akkoord, verlengen de sociale partners in de mate van het mogelijke en binnen de actuele wettelijke context de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot SWT en landingsbanen. 1. Landingsbanen Overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr.170 van de Nationale Arbeidsraad, wordt de leeftijdsgrens voor de toekenning van de uitkeringen waarin het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 29/12/2001 numac 2001013274 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 18 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 27/02/2002 numac 2001011545 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit houdende benoeming van twee leden van de Raad voor Mededinging type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 01/01/2002 numac 2001012821 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot benoeming van de voorzitter en ondervoorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001022960 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten voorziet, voor de periode vanaf 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025, op 55 jaar gebracht voor werknemers die, overeenkomstig artikel 8, § 1 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, hun arbeidsprestaties verminderen tot halftijdse prestaties, en voor werknemers die hun prestaties met 1/5de verminderen, en dit voor zover die werknemers op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, voldoen aan de voorwaarden van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170. 2. Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag De sociale partners verlengen, voor zover mogelijk en in de huidige wettelijke context, de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende SWT's voor de duur van dit akkoord.1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 33 jaar in een zwaar beroep Het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt toegekend aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr.166. 2. Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 35 jaar in een zwaar beroep Het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt toegekend aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.3. Werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met een beroepsloopbaan van 40 jaar Het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt toegekend aan de ontslagen werknemers die voldoen aan de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.167. 4. Beschikbaarheid Overeenkomstig artikel 22, § 3, 5de lid van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en de collectieve arbeidsovereenkomsten nr.168 en nr. 169 van de Nationale Arbeidsraad wordt de leeftijd vermeld in artikel 22, § 3, 4de lid, 1° op 62 jaar gebracht met ingang van 1 juli 2023.
D. Opleiding 1. Opleidingsinspanning Ter uitvoering van hoofdstuk 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (Arbeidsdeal), geldt vanaf 2024 in de ondernemingen van minimum 20 werknemers volgend groeipad : - 3 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijds werknemer vanaf 1 januari 2024; - 4 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijds werknemer vanaf 1 januari 2025; - 5 individuele opleidingsdagen per jaar voor een voltijds werknemer vanaf 1 januari 2028.
Voor bedrijven met minder dan 20 werknemers gelden de bepalingen van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (Arbeidsdeal).
Voor werknemers die niet voltijds worden tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, wordt het opleidingsrecht vastgesteld overeenkomstig artikel 50, § 3 van de wet op de Arbeidsdeal.
Voor de invulling van het individuele opleidingsrecht worden de begrippen "formele opleiding" en "informele opleiding" gedefinieerd overeenkomstig artikel 50, § 1, a) en b) van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (Arbeidsdeal). 2. Strategisch comité opleiding en loopbaan De opleidingsinitiatieven, afgesproken in de schoot van het sociaal fonds voor de arbeiders van de handel in voedingswaren, zullen in de komende periode verder uitgevoerd worden. De sociale partners garanderen dat het sectorale opleidingsaanbod paritair wordt beheerd en dat Commerce Training voor alle sociale partners werkt. Zowel Comeos als de vakorganisaties hebben evenveel gewicht in de besluitvorming.
Er wordt een strategisch comité opleiding en loopbaan opgericht in de schoot van de raad van bestuur van het sociaal fonds voor de handel in voedingswaren. Binnen dit strategisch comité zal jaarlijks een actieplan, toegespitst op de arbeiders van de handel in voedingswaren voorgelegd worden ter goedkeuring. Dit strategisch comité zal minstens om de drie maanden vergaderen om de genomen acties te bespreken en aan te sturen. Jaarlijks wordt een evaluatie van het actieplan voorzien. 3. Opleidingsaanbod Het opleidingsaanbod is bedoeld voor alle werknemers in de sector, in alle regio's. De specifieke initiatieven voor de arbeiders van de handel in voedingswaren zullen in alle publicaties en aankondigingen duidelijk aangegeven worden. 3.1. Vlaams sectorconvenant - Bestaande projecten worden voortgezet : regionale duale dagen - ketenovereenkomst duaal leren - opleidingen mentor/verandering/ergonomie - diversiteitsrisicoanalyse - samenwerking met hoger en volwassenenonderwijs, enz. - Er worden nieuwe projecten georganiseerd : uitbreiding van het sectorale opleidingsaanbod - opleidingsplannen duaal leren (sectoraal model) - welcome days in bedrijven - retail game - samenwerking met VDAB, enz.
De sociale partners zullen deze sectorconvenant zo snel mogelijk ondertekenen. 3.2. Bijkomende ondersteuning uit de sociale fondsen - De huidige opleidingen zullen worden uitgebreid, zowel wat de inhoud als wat het aantal deelnemers betreft : hulp aan bedrijven bij hun opleidingsplannen - meer technische en taalopleidingen - meer opleidingen op het gebied van veiligheid/welzijn - reconversie/transitietrajecten - enz. - Ondersteuning van de verschillende organisaties. 4. Steun voor opleiding in de bedrijven Het maximumbudget voor opleidingssubsidies waarin wordt voorzien, wordt behouden op 1 400 000 EUR voor 2023 en 2024 samen, met een garantie voor micro-ondernemingen van 300 EUR per onderneming en per jaar (met een gegarandeerd budget van 150 000 EUR binnen voormeld maximumbudget). Ondernemingen die van het sociaal fonds een tegemoetkoming willen krijgen voor de financiering van beroepsopleiding, moeten hun dossier rechtstreeks bij het sociaal fonds indienen of via een werkgeversfederatie.
De opleidingsverstrekker kan vrij worden gekozen door de onderneming.
De opleidingsdossiers moeten beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst "beroepsopleiding" die met name bepaalt dat moet worden aangegeven welke arbeiders behoren tot de risicogroepen die worden vermeld in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten.
De ondernemingsraad (of bij ontstentenis, de vakbondsdelegatie) wordt geraadpleegd over de opleidingsplannen.
De werkgever moet de ondernemingsraad jaarlijks informeren over de van het Sociaal Fonds 119 ontvangen tegemoetkomingen voor beroepsopleiding.
E. Sociaal fonds 1. Bijdragen De basisbijdrage wordt tot 30 juni 2025 gehandhaafd op 0,35 pct.van de lonen die aan alle arbeiders van het bedrijf worden betaald.
De tewerkstellingsbijdrage wordt tot 30 juni 2025 gehandhaafd op 0,32 pct. 2. Bestaanszekerheid - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering in geval van collectief ontslag wordt met ingang van 1 januari 2024 op 5,1 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering in geval van langdurige ziekte wordt met ingang van 1 januari 2024 op 5,1 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht wordt met ingang van 1 januari 2024 op 5,1 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering in geval van tijdelijke werkloosheid wordt met ingang van 1 januari 2024 op 5,1 EUR per dag gebracht.
Deze verhogingen zullen worden gefinancierd uit de algemene reserves van het fonds. 3. Kinderopvang Voor 2024 en 2025 wordt het dagelijks bedrag van de tegemoetkoming van het sociaal fonds voor kinderopvang gehandhaafd op 3 EUR, met een maximum van 600 EUR per jaar per kind en per ouder. De maximumleeftijd van het kind gaat van 6 naar 12 jaar voor de duur van het akkoord. Deze maatregel zal gedurende het eerste semester van 2025 geëvalueerd worden.
De overige voorwaarden en modaliteiten blijven van toepassing.
F. Risicogroepen 1. Voortzetting van de huidige tegemoetkomingen van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen Alle huidige tegemoetkomingen van het sociaal fonds inzake tewerkstellingsmaatregelen zullen worden gehandhaafd, behoudens wettelijke veranderingen. Indien veranderingen in de wetgeving optreden, zullen de sociale partners overleg plegen over de voortzetting van de tegemoetkomingen. 2. Koninklijk besluit risicogroepen Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013) moet 0,05 pct.van de loonsom worden voorbehouden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten.
Van die 0,05 pct. moet de helft worden besteed aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit.
De sociale partners verbinden zich ertoe om voor 2023 en 2024 een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met respect voor de risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten, waarin de initiatieven worden opgenomen in verband met kinderopvang, voormelde aanwervingspremies evenals de overige bestaande initiatieven.
G. Slotbepalingen 1. Verlenging van akkoorden - KB rusttijden; - Verlenging van de paritaire aanbevelingen; - Akkoord aanmoedigingspremies Vlaams Gewest.
De volgende aanbevelingen blijven gelden voor de periode 2023-2024 : - De aanbeveling van 10 april 1991 betreffende zondagswerk; - De aanbeveling van 29 juni 1995 betreffende deeltijds werk; - De aanbeveling van 29 juni 1995 betreffende de waarborg van tewerkstelling; - De aanbeveling van 29 juni 1995 betreffende uitzendwerk; - De aanbeveling van 13 juni 1978 betreffende overuren; - De aanbeveling van 31 januari 2014 betreffende de overstap van zwaar naar lichter werk; - De aanbeveling van 31 januari 2014 betreffende de blootstelling aan koude (thermische omgevingsfactoren).
Ononderbroken verlenging voor de periode 2023-2024 van de hierna vermelde collectieve arbeidsovereenkomsten die voor bepaalde duur werden gesloten en die aflopen : - Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 februari 2023 betreffende de risicogroepen (tewerkstelling en vorming, aanwervingspremies) (nr. 178879/CO/119); - Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2017 betreffende de overuren (nr. 140972/CO/119); - Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2017 betreffende de afwijkingen van de vijfdagenweek (nr. 140975/CO/119); - Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de arbeidsduur van sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren (nr. 62111/CO/119); - Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 betreffende de eindeloopbaandagen (nr. 156930/CO/119); - Collectieve arbeids overeenkomst van 8 juni 2023Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 08/06/2023 pub. 31/07/2023 numac 2023044144 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Reglement van het virtuele e-game Astro sluiten betreffende de levering, onderhoud en wassen van de arbeidskledij (nr. 180380/CO/119). 2. Sociale vrede De werknemers en de werkgevers verbinden zich ertoe om tijdens de duur van dit akkoord de sociale vrede te bewaren in de ondernemingen.De partijen zullen geen nieuwe eisen op sector- of bedrijfsniveau introduceren met betrekking tot de verschillende punten die in dit akkoord zijn opgenomen gedurende de duur ervan.
H. Duur van het akkoord Het akkoord is van toepassing van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025, onder voorbehoud van voorafgaande bevestiging door de FOD Werkgelegenheid van de wettigheid van het akkoord en met uitzondering van : - het advies van de Minister voor de afwijkingen op de arbeidsduur, waar een geldigheidsduur wordt gevraagd tot en met 31 oktober 2025, en - het akkoord betreffende de aanmoedigingspremies dat wordt gesloten tot en met 31 augustus 2025.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 november 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE