gepubliceerd op 08 augustus 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 betreffende de vaststelling van het bedrag van een eindejaarspremie in het socio-cultureel werk
29 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 betreffende de vaststelling van het bedrag van een eindejaarspremie in het socio-cultureel werk (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 betreffende de vaststelling van het bedrag van een eindejaarspremie in het socio-cultureel werk.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2007 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 betreffende de vaststelling van het bedrag van een eindejaarspremie in het socio-cultureel werk (Overeenkomst geregistreerd op 6 februari 2007 onder het nummer 81906/CO/329.01)
Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisaties die onder het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap vallen, die decretaal erkend zijn of gesubsidieerd worden door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Administratie Cultuur of door het gemeentebestuur, het provinciebestuur of de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en behoren tot de volgende deelsectoren : - het sociaal-cultureel volwassenenwerk : decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk; - het jeugdwerk : decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid; decreet van 14 februari 2003 op het lokaal en provinciaal jeugd(werk)beleid; decreet van 18 februari 2004 houdende erkenning en subsidiëring van jeugdherbergen, jeugdkampeer- en jeugdvormingscentra, ondersteuningsstructuren en de VZW Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme; - de cultuurcentra en « De Rand » : decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; decreet van 29 april 2004 houdende omvorming van de VZW De Rand tot een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap; - de volkscultuur : decreet van 27 oktober 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur; - de amateurkunsten : decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten; - de archief- en documentatiecentra : decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking; - de federaties en steunpunten van deze deelsectoren.
Een subsidiëring voor een geregulariseerd dac-project wordt in dit kader niet beschouwd als een erkenning of subsidiëring.
Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.
Art. 2.De bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 maart 2006 betreffende de toekenning van een eindejaarspremie in het sociaal cultureel werk, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006 betreffende de vaststelling van het bedrag van de eindejaarspremie in het sociaal cultureel werk, wordt inzake de bestanddelen van de eindejaarspremie voor het jaar 2006 als volgt aangepast en vastgelegd : Toepasselijke bedragen van de eindejaarspremie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Annexe Sous-commission paritaire pour le secteur socio-culturel de la Communauté flamande Convention collective de travail du 22 janvier 2007 Modification de la convention collective de travail du 28 novembre 2006 relative à la fixation du montant de la prime de fin d'année dans le travail socio-culturel (Convention enregistrée le 6 février 2007 sous le numéro 81906/CO/329.01) Article 1er. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs des organisations ressortissant à la Sous-commission paritaire pour le secteur socio-culturel de la Communauté flamande, et qui sont agréées et subventionnées, sur une base décrétale, par le Ministère de la Communauté flamande, Administration de la Culture ou par l'administration communale, provinciale ou la Commission communautaire flamande, et appartenant aux sous-secteurs suivants : - l'animation socio-culturelle des adultes : décret du 4 avril 2003 relatif à l'animation socio-culturelle des adultes; - l'animation des jeunes : décret du 29 mars 2002 sur la politique flamande de la jeunesse; décret du 14 février 2003 portant soutien et stimulation des politiques communales, intercommunales et provinciales en matière de jeunesse et d'animation des jeunes; décret du 18 février 2004 portant agrément et subventionnement des auberges de jeunesses, centres de formation et de camping pour les jeunes, les structures d'appui et de l'ASBL « Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme »; - les centres culturels et « De Rand » : décret du 13 juillet 2001 portant stimulation d'une politique culturelle locale qualitative et intégrale; décret du 29 avril 2004 relatif à la transformation de l'ASBL « De Rand » en une agence autonomisée externe de droit privé; - la culture populaire : décret du 27 octobre 1998 réglant l'agrément et l'octroi de subventions aux organisations de culture populaire et instituant un « Vlaams Centrum voor Volkscultuur » (Centre flamand de Culture populaire); - les arts amateurs : décret du 22 décembre 2000 relatif aux arts amateurs; - les centres d'archives et de documentation : décret du 19 juillet 2002 relatif à la gestion d'archives culturelles de droit privé; - les fédérations et points d'appui de ces sous-secteurs.
Un subventionnement pour un projet TCT régularisé n'est pas considéré, dans cette optique, comme agrément ou subventionnement.
Par « travailleurs », on entend : le personnel ouvrier et employé, tant masculin que féminin.
Art. 2.L'annexe à la convention collective de travail du 8 mars 2006 relative à l'octroi d'une prime de fin d'année dans le travail socio-culturel, telle que modifiée par la convention collective de travail du 28 novembre 2006 relative à la fixation du montant de la prime de fin d'année dans le travail socio-culturel, est adaptée et fixée comme suit pour ce qui concerne les composantes de la prime de fin d'année pour l'année 2006 : Montants applicables de la prime de fin d'année Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.La présente convention produit ses effets le 1er janvier 2006 et est conclue pour une durée indéterminée.
Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un délai de préavis de six mois, adressé par une lettre recommandée à la poste au président de la Sous-commission paritaire pour le secteur socio-culturel de la Communauté flamande.
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 29 juin 2007.
Le Ministre de l'Emploi, P. VANVELTHOVEN