gepubliceerd op 12 juni 2003
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 94octies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
28 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 94octies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 94octies , ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 november 2002;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 13 december 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 20 november 2002 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies nr. 35.005/1 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Afdeling 1. - Toepassingsgebeid en definities
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers en op de daarmee gelijkgestelde personen, bedoeld in artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;2° ernstig arbeidsongeval : een ernstig arbeidsongeval bedoeld in artikel 26 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;3° de administratie : de administratie bedoeld in artikel 94bis , 2°, van de wet. Afdeling 2. - Voorwaarden waaraan de deskundigen moeten voldoen en
samenstellen van een lijst met deskundigen
Art. 3.§ 1. Om de functie van deskundige inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen te kunnen uitoefenen moeten de kandidaten in staat zijn het bewijs te leveren met vrucht een erkende cursus van aanvullende vorming opgelegd aan de preventieadviseurs van het eerste niveau te hebben beëindigd. § 2. Om opgenomen te kunnen worden op de lijst van deskundigen, richten de kandidaten hiertoe aan de administratie een aanvraag, met de volgende elementen als bijlagen : 1° de kopijen van de bewijzen bedoeld in § 1;2° hun curriculum vitae;3° de inlichtingen betreffende de materies en de activiteitensectoren waarin zij een bijzondere deskundigheid hebben verworven. De administratie onderzoekt de aanvragen en oordeelt of de kandidaten kunnen worden opgenomen in de lijst. Zij delen deze in volgens de bijzondere deskundigheden en het geografisch werkterrein van de deskundigen.
De deskundigen mogen geen deel uitmaken van de administratie. Afdeling 3. - De aanstelling van de deskundigen
Art. 4.De inspecteur bevoegd inzake arbeidsveiligheid kiest uit de lijst een deskundige die over de aan het ongeval aangepaste deskundigheid beschikt en informeert hem langs de geschiktste weg van zijn aanstelling.
De deskundige stelt er binnen een termijn van 72 uur aan de hand van een aangepast technologisch middel de inspecteur van in kennis dat hij de opdracht al dan niet aanvaardt. In geval van belangenconflict, moet de deskundige de opdracht weigeren. Afdeling 4. - Nadere regelen in verband met de opdrachten van de
deskundigen
Art. 5.De deskundige onderzoekt het ernstig arbeidsongeval, stelt er de oorzaken van vast en formuleert aanbevelingen om de herhaling van het ongeval te voorkomen, overeenkomstig een lastenboek vastgesteld door de Minister die het welzijn van de werknemers in zijn bevoegdheid heeft.
Hij stelt een verslag op dat de elementen van het onderzoek, de vastgestelde oorzaken en de geformuleerde aanbevelingen vermeldt.
Hij deelt het verslag mee aan de personen bedoeld in artikel 94quater , 3°, van de wet.
Het model van het verslag alsook de termijnen waarbinnen de deskundige dit aan de personen bedoeld in artikel 94quater , 3°, van de wet bezorgt, zijn vastgesteld door de Minister die het welzijn van de werknemers in zijn bevoegdheid heeft.
Naar aanleiding van zijn eerste bezoek in het kader van het onderzoek van een ernstig arbeidsongeval aan de werkgever bedoeld in artikel 94quater , 3°, b) , van de wet, is de deskundige ertoe gehouden contact op te nemen met het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van de werkgever. Afdeling 5. - Honorarium van de deskundige
Art. 6.Het honorarium van de deskundige is vastgesteld op 81,51 EUR per uur geleverde prestatie, de eventuele verplaatsingskosten niet inbegrepen.
Het honorarium wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de beginselen bepaald door de artikelen 2, 4, 5 en 6, 1°, van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
De basisspilindex bedraagt 107,30.
Art. 7.Het hoofdstuk XIbis « Maatregelen om de herhaling van ernstige ongevallen te voorkomen » van de wet, treedt in werking op 1 juli 2003, met uitzondering van de bepalingen van artikel 94ter , die in werking treden op 1 januari 2004.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.
Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996. Wet van 25 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 14 maart 2003.