gepubliceerd op 10 maart 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 35, 36, 42, 114 en 116 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoering van een artikel 42bis in hetzelfde koninklijk besluit, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004, voor wat de tijdelijke werkloosheid betreft
28 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 35, 36, 42, 114 en 116 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoering van een artikel 42bis in hetzelfde koninklijk besluit, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004, voor wat de tijdelijke werkloosheid betreft (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i , vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 114, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2002;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 19 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 december 2002;
Gelet op het verzoek van spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de sociale gesprekspartners op 12 december 2002 een interprofessioneel akkoord afsloten voor de periode 2003-2004, waarin zij vragen het huidig stelsel van werkloosheidsuitkeringen bij tijdelijke werkloosheid te wijzigen; dat de sociale partners, op het ogenblik van de onderhandelingen op sector- en ondernemingsniveau, de zekerheid moeten hebben over de impact van deze wijzigingen;
Gelet op het advies 34.634/1 van de Raad van State, gegeven op 6 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 35, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wordt opgeheven.
Art. 2.Artikel 36, § 3 van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. De werknemer die opnieuw uitkeringen aanvraagt, is vrijgesteld van wachttijd en kan opnieuw toegelaten worden tot het stelsel volgens hetwelk hij laatst werd vergoed, indien hij in de loop van de drie jaar die de uitkeringsaanvraag voorafgaan voor ten minste één dag uitkeringen heeft genoten als volledig werkloze of als deeltijdse werknemer die een inkomensgarantie-uitkering genoten heeft. »
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 42bis ingevoegd, luidende als volgt : « Art. 42bis . In afwijking van de artikelen 30 tot 32 wordt de voltijdse werknemer die tijdelijk werkloze wordt, toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van wachttijd. In afwijking van artikel 33 wordt de vrijwillig deeltijdse werknemer die tijdelijk werkloze wordt, toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen met vrijstelling van wachttijd ».
Art. 5.Artikel 114 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 6, luidend als volgt : « § 6. In afwijking van de §§ 1 tot 5 wordt het basisdagbedrag van de werkloosheidsuitkering voor de tijdelijk werkloze vastgesteld op 40 pct. van het gemiddeld dagloon.
Het basisdagbedrag bedoeld in het eerste lid, wordt verhoogd met een aanpassingstoeslag, vastgesteld op 15 pct., en met een toeslag « tijdelijke werkloosheid » vastgesteld op 5 pct. van het gemiddeld dagloon.
Voor de werknemer met gezinslast en voor de alleenwonende werknemer, wordt dit bedrag bovendien verhoogd met een toeslag voor het verlies van een enig inkomen, vastgesteld op 5 pct. van het gemiddeld dagloon.
Voor de werknemer die de inkomensgarantie-uitkering geniet en tijdelijk werkloos wordt gesteld, is het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering gelijk aan het bedrag van de referte-uitkering vastgesteld krachtens artikel 131bis , § 2, derde lid, gedeeld door 26.
De in het eerste en tweede lid bedoelde percentages kunnen enkel gewijzigd worden op voorstel van het beheerscomité. »
Art. 6.Artikel 116, § 4, 1° van hetzelfde koninklijk besluit, wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.
Art. 8.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;
Koninklijk besluit van 3 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 13 februari 2002.