gepubliceerd op 30 maart 2012
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon
27 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3° ;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023128 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 23 november 2011;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 28 november 2011;
Gelet op het advies nr. 8/2012 van de Commissie voor bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 8 februari 2012;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 januari 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 februari 2012;
Gelet op het voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is vereist;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
De verzekeringstegemoetkomingen bepaald in dit besluit vervangen de vergoedingen voorzien in het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023128 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg. De overeenkomsten gesloten in het kader van het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023128 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten eindigen op 31 maart 2012. Teneinde de continuïteit in het overleg rond de patiënten bedoeld in artikel 2 te waarborgen dient dit besluit gepubliceerd te worden voor 1 april 2012. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « centre de coordination des soins et de l'aide à domicile, afgekort CCSD » : erkend door het Waals gewest in toepassing van de Waalse code inzake sociale Actie en Gezondheid of « centre de coordination de soins et de services à domicile » erkend in het kader van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 maart 2009 betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid;2° « geïntegreerde dienst voor thuisverzorging, afgekort GDT » : dienst erkend in het kader van het koninklijk besluit van 8 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/07/2002 pub. 05/10/2002 numac 2002022602 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging sluiten tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;3° « hulpverlener » : klinisch psycholoog, orthopedagoog,, maatschappelijk werker, evenals diensten en instellingen die professioneel hulp verlenen;4° « gezondheidszorgbeoefenaars » : de personen die zijn bedoeld in het koninklijk besluit van 10 november 1967Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/1967 pub. 24/03/2009 numac 2009000190 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 10/11/1967 pub. 19/09/2013 numac 2013000584 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. - Officieuze coördinatie in het Duits van het hoofdstuk IVbis type koninklijk besluit prom. 10/11/1967 pub. 21/10/2014 numac 2014000786 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 10/11/1967 pub. 11/12/2017 numac 2017031766 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. - Bekendmaking overeenkomstig artikel 4, § 3quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en in zijn uitvoeringsbesluiten;5° « samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg, afgekort SEL » : een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van zorgaanbieders en eventueel van vertegenwoordigers van mantelzorgers of vrijwilligers, dat gericht is op de optimalisatie van de zorg binnen een geografisch afgebakend werkgebied als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van de Vlaamse regering van 3 maart 2004 betreffende de eerstelijnsgezondheidszorg en de samenwerking tussen zorgaanbieders;6° « Therapeutisch project » : project dat op 31 maart 2012 onder de toepassing valt van het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023128 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg;7° « Wet op de ziekenhuizen » : Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;8° « zorgregio » : het geografisch gebied waarover de activiteit van de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging zich uitstrekt, zoals vastgelegd in : a) Koninklijk besluit van 8 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/07/2002 pub. 05/10/2002 numac 2002022602 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging sluiten tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging : b) de bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de bijzondere erkenning van de rust- en verzorgingstehuizen, dagverzorgingscentra voor bejaarden, psychiatrische verzorgingstehuizen en geïntegreerde diensten voor thuisverzorging;c) de bijlage bij het Vlaamse decreet van 28 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/11/2008 pub. 23/12/2008 numac 2008036409 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 23 mei 2003 betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen;d) het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 26 september 2003 betreffende de erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging. HOOFDSTUK II. - Doelgroep
Art. 2.§ 1. De verstrekkingen gedefinieerd in dit besluit zijn van toepassing op patiënten die voldoen aan alle volgende voorwaarden : 1° patiënten met een psychiatrische problematiek waarvoor een hoofddiagnose is gesteld op basis van de groepen van pathologieën uit de « Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV) » of de « International Classification of Diseases (ICD-10-CM) », die van herhalende aard of potentieel van herhalende aard is.Echter de volgende groepen die uitsluitend betrekking hebben op of samengesteld zijn uit een exclusieve combinatie van de volgende pathologieën, zijn uitgesloten als hoofddiagnose : a. dementie;b. andere cognitieve stoornissen van medische, vasculaire of traumatische oorsprong;c. epilepsie;d. mentale retardatie;e. neurologische stoornis;2° patiënten waarvoor minstens drie gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners beslissen dat een begeleidingsplan zoals bedoeld in artikel 3 wordt opgesteld waarvan de duurtijd minstens 12 maanden bedraagt;3° comorbiditeit : naast de hoofddiagnose bepaald onder punt 1° van dit artikel heeft de patiënt minstens nog één bijkomende psychiatrische problematiek waarvan de diagnose is gesteld op basis van de groepen van pathologieën uit de « Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV) » of de « International Classification of Diseases (ICD-10-CM) »;4° toename van de intensiteit of de frequentie van de symptomen;5° voorafgaand contact met de geestelijke gezondheidszorg in het kader van de psychiatrische aandoening dat voldoet aan minstens één van de volgende voorwaarden : a.een ziekenhuisopname in een psychiatrisch ziekenhuis, een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of een K-dienst van minstens 14 dagen uiterlijk één jaar geleden; b. een tenlasteneming gedurende minstens 14 dagen door de mobiele equipes die zijn voorzien in het kader van artikel 107 van de Wet op de ziekenhuizen uiterlijk één jaar geleden;c. een tenlasteneming gedurende minstens 14 dagen door een project outreach voor kinderen en jongeren gefinancierd door de FOD Volksgezondheid uiterlijk één jaar geleden;d. een opname, gedurende minstens 14 dagen in een andere ziekenhuisdienst waar een psychiater in consult is bijgeroepen, uiterlijk één jaar geleden.Een van de volgende nomenclatuurnummers werd hiervoor aangerekend : 599443, 599465, 596562, 596584; e. voor kinderen en jongeren : een begeleiding van minstens 6 maanden in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, uiterlijk één jaar geleden of aanmelding door politie, parket of jeugdrechter uiterlijk één maand geleden. Dit is een voorwaarde bij de eerste tenlasteneming en bij een nieuwe tenlasteneming die niet aansluit bij een vorige periode van tenlasteneming; 6° voor volwassenen en/of ouderen heeft de patiënt, ingevolge de psychiatrische aandoening verlies van bepaalde vaardigheden of beschikt slechts over beperkte vaardigheden in minstens drie van de volgende domeinen : a.de basisautonomie : dit domein omvat de activiteiten die onmisbaar zijn voor de bevrediging van de persoonlijke basisbehoeften : zich voeden, zich wassen, zich ontlasten en zich kleden; b. de woonautonomie : het betreft hier de noodzakelijke vaardigheden voor de dagdagelijkse organisatie op huishoudelijk vlak : koken, het huishouden doen, wassen en strijken, zorg dragen voor zijn gezondheid en zijn veiligheid;c. de autonomie binnen de gemeenschap : dit domein omvat de vaardigheden die vereist zijn om zich te verplaatsen in de samenleving, om de middelen die de samenleving biedt aan te wenden, om inkopen te doen, geld te beheren en de wetten en de reglementen van de samenleving te respecteren;d. taal en communicatie : dit domein betreft de communicatie in zijn receptieve en expressieve aspecten.De beoogde vaardigheden hebben hoofdzakelijk betrekking op de mogelijkheden om contact te hebben met anderen; e. maatschappelijke aanpassing : de hier beoogde vaardigheden zijn die vaardigheden die vereist zijn om zich in te schakelen in een groep of een vereniging.Het betreft hier de houding tegenover zichzelf (zelfkennis en zelfbeeld), de houding tegenover anderen (inter-persoonlijke relaties), de deelname aan het leven van de gemeenschap; f. werk : hier gaat het om de essentiële componenten voor een professionele integratie : motivatie, basisbekwaamheden, vaardigheden, de capaciteiten om zich in te schakelen in een ploeg;g. schoolse kennis : dit domein omvat de intellectuele vaardigheden van het individu, zowel wat elementaire kennis betreft als wat lezen, schrijven en rekenen betreft;h. motoriek : dit domein omvat de motorische vaardigheden van een individu, zoals : lichaamshouding, basisvaardigheden op motorisch vlak, fijne motoriek, psychomotorische vaardigheden en de mogelijkheden voor het verrichten van fysieke activiteiten;i. aangepast persoonlijk gedrag : dit domein omvat bepaalde gedragingen, houdingen of symptomen die maatschappelijk ongewenst zijn.Waar de vorige domeinen betrekking hebben op vaardigheden die zouden moeten verworven worden of hersteld worden, legt dit domein de nadruk op houdingen of gedragingen die zouden moeten verdwijnen; 7° voor kinderen en jongeren heeft de patiënt, ingevolge de psychiatrische aandoening verlies van bepaalde vaardigheden of beschikt slechts over beperkte vaardigheden in minstens drie van de volgende domeinen : a.de basisautonomie : dit domein omvat de activiteiten die onmisbaar zijn voor de bevrediging van de persoonlijke basisbehoeften : wassen, aankleden, eten,... b. autonomie binnen de gemeenschap : leren omgaan met geld, (kleine) aankopen doen, zich zelfstandig verplaatsen (fiets, openbaar vervoer,...); c. taal en communicatie : dit domein betreft de communicatie in zijn receptieve en expressieve aspecten.De beoogde vaardigheden hebben hoofdzakelijk betrekking op de mogelijkheden om contact te hebben met anderen; d. functioneren in het gezin of in de gezinsvervangende context : het gaat hier om de handhaving van een vertrouwensrelatie met ouders of andere zorgverantwoordelijken, en van bekwaamheden in het samenleven met andere kinderen, al dan niet broers en zussen;e. sociale aansluiting : de hier beoogde vaardigheden zijn die vaardigheden die vereist zijn om aan te sluiten bij leeftijdsgenoten. Het betreft hier de houding tegenover zichzelf (zelfkennis en zelfbeeld), de houding tegenover anderen (inter-persoonlijke relaties), de deelname aan het buurtleven; f. school : hier gaat het om de essentiële componenten voor een inschakeling in een schoolcontext : motivatie, basisbekwaamheden, sociale vaardigheden, de capaciteiten om te functioneren in een gezagsrelatie.Het gaat zowel om de cognitieve vaardigheden als om het psychisch en emotioneel functioneren die deze kunnen onderdrukken; g. motoriek : dit domein omvat de motorische vaardigheden van een individu, zoals : lichaamshouding, basisvaardigheden op motorisch vlak, fijne motoriek, psychomotorische vaardigheden en de mogelijkheden voor het verrichten van fysieke activiteiten;h. aangepast persoonlijk gedrag : dit domein omvat bepaalde gedragingen, houdingen of symptomen die maatschappelijk ongewenst zijn.Waar de vorige domeinen betrekking hebben op vaardigheden die zouden moeten verworven worden of hersteld worden, legt dit domein de nadruk op houdingen of gedragingen die zouden moeten verdwijnen. § 2. De verstrekkingen gedefinieerd in dit besluit zijn eveneens van toepassing op patiënten die op het moment dat de therapeutische projecten aflopen nog ten laste genomen worden door een therapeutisch project voor zover de bepalingen van de artikelen 3, 5 en 10 op deze patiënten van toepassing zijn. HOOFDSTUK III. - Het begeleidingsplan en overleg rond de patiënt
Art. 3.Het begeleidingsplan wordt opgesteld tijdens een overlegvergadering rond de patiënt conform de voorwaarden bepaald in artikel 5. Een begeleidingsplan wordt opgesteld in die situaties waar afstemming tussen verschillende gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners nodig is. Het is een instrument voor de coördinatie van de activiteiten rond de patiënt. Een begeleidingsplan beantwoordt aan de volgende criteria : 1° het begeleidingsplan bevat de identificatiegegevens van de patiënt en de contactgegevens van de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners en de mantelzorgers.De patiënt of zijn familie dient te beschikken over een lijst van telefoonnummers en e-mailadressen waarop is aangeduid met welke diensten hij op welk moment contact kan leggen.
Tevens wordt voorzien wie op welk moment gecontacteerd moet worden ingeval van een dringende opname in een ziekenhuis. In dit deel wordt verder ook aangegeven wie de referentiepersoon is van de patiënt zoals bepaald in artikel 10; 2° het begeleidingsplan bevat de volgende gegevens, die tevens kunnen gebruikt worden door de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten, in het kader van de facturering : a.datum overlegmoment; b. aanwezigen op het overleg;c. locatie overleg : bij de patiënt thuis of elders;d. datum volgende overleg;e. identificatiegegevens van de referentiepersoon zoals bepaald in artikel 10;f. identificatiegegevens van de organisator en coördinator van het overleg zoals bepaald in artikel 7;g. voor de patiënten bedoeld in artikel 1, § 1, de gegevens waaruit blijkt dat de patiënt voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 2, § 1, 5° en 6° of 7.3° het begeleidingsplan beschrijft in algemene termen gegevens die van belang kunnen zijn voor de verdere zorg- en hulpverlening;4° het begeleidingsplan bevat de algemene doelstellingen die met de patiënt nagestreefd worden.De taakafspraken onder punt 5° zijn activiteiten/handelingen om deze doelstellingen te bereiken; 5° het begeleidingsplan beschrijft per episode van zorg - dit is de periode tussen twee geplande overlegmomenten - de vooropgestelde taakafspraken, de zorgactiviteiten en de verantwoordelijkheden van zowel de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners als de mantelzorgers en de patiënt zelf. De taakafspraken worden uitgedrukt in de tijd en worden op elk overlegmoment binnen het zorgteam en bij voorkeur in samenspraak met patiënt en/of familie geëvalueerd, eventueel bijgestuurd en/of beëindigd en daarover wordt gerapporteerd in het begeleidingsplan.
Art. 4.§ 1. Daar waar rubrieken van het begeleidingsplan overeenkomen met een bestaand zorgplan, kunnen deze in het begeleidingsplan overgenomen worden of kan ernaar verwezen worden. Een uittreksel van het betrokken zorgplan dient dan te worden toegevoegd aan het begeleidingsplan. § 2. De begeleidingsplannen dienen door de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten, bewaard te worden gedurende een termijn van 5 jaar. Deze termijn gaat in op het ogenblik dat aan de voorwaarden voor het organiseren van een overleg niet meer wordt voldaan, of op het ogenblik dat er geen taakafspraken meer worden gemaakt of als deze worden beëindigd.
Art. 5.Het overleg rond de patiënt voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° minstens drie verschillende types van gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners zijn aanwezig;2° minstens één van de aanwezige gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners is iemand uit de sector geestelijke gezondheidszorg : uit een psychiatrisch ziekenhuis, uit een psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis, uit een psychiatrisch verzorgingstehuis, uit een initiatief voor beschut wonen, uit een centrum geestelijke gezondheidszorg, uit een dienst psychiatrische zorg in de thuissituatie gefinancierd via een initiatief voor beschut wonen, uit een centrum voor psychosociale revalidatie met RIZIV-overeenkomst voor kinderen of volwassenen, van een mobiele equipe zoals voorzien in het kader van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen of een zelfstandig gevestigde psychiater of kinderpsychiater;3° minstens één van de aanwezige gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners is iemand uit de eerstelijnsgezondheidszorg : een huisarts, een thuisverpleegkundige, een kinesitherapeut, een logopedist, een vroedvrouw, een ergotherapeut, een klinisch psycholoog, een orthopedagoog, een apotheker of een maatschappelijk werker;4° de huisarts is uitgenodigd op het overleg. HOOFDSTUK IV. - Verstrekkingen en verzekeringstegemoetkoming
Art. 6.§ 1. Voor de uitvoering van de hieronder bepaalde verstrekkingen sluit het Verzekeringscomité een overeenkomst met : 1° de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging van de betrokken zorgregio;2° indien in de betrokken zorgregio geen geïntegreerde dienst voor thuisverzorging erkend is : met een initiatief voor beschut wonen dat gefinancierd wordt voor psychiatrische thuiszorg of met een ziekenhuis.Het Verzekeringscomité kan per zorgregio maximum één overeenkomst afsluiten. Deze overeenkomst moet wel de ganse zorgregio dekken.
Indien er een project in het kader van artikel 107 van de Wet op de ziekenhuizen actief is in de zorgregio dient de GDT, het ziekenhuis of het initiatief voor beschut wonen waarmee het Verzekeringscomité een overeenkomst afsluit, als partner in het netwerk van dat project actief betrokken te zijn.
A. Organisatie en coördinatie van het overleg
Art. 7.De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de overlegvergaderingen rond de patiënt. Dit omvat de volgende taken : 1° uitklaren van de zorgvraag : nagaan met de aanvrager van het overleg of de patiënt behoort tot de doelgroep bepaald in artikel 2 en wat de te bereiken doelstelling is van het multidisciplinair overleg;2° kennis hebben van de sociale kaart van de zorgregio, inclusief op het vlak van de geestelijke gezondheidszorg en de eerstelijnsgezondheidszorg;3° inventariseren van alle betrokken gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners op niveau van de patiënt;4° plannen van het multidisciplinair overleg en afspraken maken;5° coördineren (en desgevallend het leiden) van het gesprek tijdens het multidisciplinair overleg;6° formuleren van de conclusies van de deelnemers aan het multidisciplinair overleg in termen van concrete afspraken;7° toezien op de opmaak van het begeleidingsplan overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tijdens het overleg;8° ontvangen van het begeleidingsplan van de referentiepersoon en nadien overmaken van het begeleidingsplan aan de huisarts van de patiënt en aan alle andere gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners.
Art. 8.De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten kan voor het uitvoeren van de taken vermeld in artikel 7 een akkoord afsluiten met een SEL of een CCSD. Zij blijft in dat geval verantwoordelijk voor de ondersteuning en begeleiding van degenen met wie ze een akkoord sluit en dient op elk moment de volgende gegevens ter beschikking te kunnen stellen van het RIZIV : 1° een overzicht van de overlegvergaderingen met vermelding van de aanwezigen, de duur, de plaats;2° de samenwerkingsakkoorden indien van toepassing omtrent de organisatie en coördinatie;3° een kopie van de begeleidingsplannen ten behoeve van de controlediensten;4° een overzicht van alle financiële stromen : ontvangen vergoedingen van de verzekeringsinstellingen en toegekende bedragen voor deelname aan overleg. De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in het begeleidingsplan zoals bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Art. 9.De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten kan, op voorwaarde dat de organisatie en coördinatie niet reeds op een andere manier ten laste worden genomen, hiervoor per georganiseerd overleg een vergoeding aanrekenen van 121,21 euro.
Indien de dienst of instelling zoals bedoeld in artikel 6 voor deze organisatie en coördinatie een akkoord sloot met een SEL of een CCSD en op voorwaarde dat deze opdracht niet reeds op een andere manier ten laste worden genomen, kan per georganiseerd overleg 121,21 euro worden aangerekend dat nadien wordt doorgestort aan de SEL of aan de CCSD. B. Referentiepersoon
Art. 10.Tijdens het overleg rond een patiënt wordt een referentiepersoon aangeduid. De referentiepersoon heeft een directe zorgrelatie met de patiënt en heeft volgende verantwoordelijkheden : 1° opstellen van het begeleidingsplan overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tijdens het overleg, en het overmaken aan de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten;2° bezorgen van een exemplaar van het begeleidingsplan aan de patiënt die het bij hem thuis bewaart;3° verzekeren van de algemene coördinatie omtrent de uitvoering en bijsturing van het begeleidingsplan;4° aanspreekpersoon zijn voor zowel de patiënt en zijn familie als voor de gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners (inclusief de huisarts) rondom de patiënt die het begeleidingsplan in de praktijk brengen en de contacten verzekeren met de gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners.Zo dient de referentiepersoon van wijzigingen in de situatie van de patiënt, zoals een ziekenhuisopname, verwittigd te worden van zodra dit mogelijk is; 5° optreden indien partners zich niet houden aan afspraken;6° initiatief nemen voor tussentijds overleg via de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten in geval van, bij voorbeeld, een crisissituatie;7° regelen van de continuïteit tijdens avond, weekend en verlof. De referentiepersoon kan wijzigen doorheen het traject van de patiënt.
De nieuwe referentiepersoon wordt steeds aangeduid tijdens het overleg rond de patiënt.
Art. 11.De rol van referentiepersoon kan opgenomen worden door gezondheidszorgbeoefenaars, door klinisch psychologen, door maatschappelijk werkers of door orthopedagogen.
Art. 12.De tegemoetkoming van de referentiepersoon bedraagt 95,16 euro per overleg.
C. Administratieve afhandeling
Art. 13.De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten is steeds verantwoordelijk voor de volgende taken : 1° controle of de voorwaarden voor de vergoeding van het overleg voldaan zijn;2° facturatie van de vergoeding voor deelname aan het overleg, van de vergoeding coördinatie en de vergoeding voor de referentiepersoon aan de verzekeringsinstellingen;3° uitbetalen van de bedragen aan de deelnemers van het overleg bedoeld in artikel 14, § 2, aan de coördinator en aan de referentiepersoon;4° overmaken van het begeleidingsplan aan de huisarts na iedere overlegvergadering rond de patiënt. De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten ontvangt hiervoor een forfaitaire tegemoetkoming van 14,21 euro per overleg.
D. Overleg
Art. 14.§ 1. De tegemoetkoming voor deelname aan overleg rond de patiënt zoals bedoeld in artikel 5 bedraagt 45,44 euro indien het overleg doorgaat bij de patiënt thuis en 34,08 euro indien het overleg elders doorgaat. § 2. Deze tegemoetkoming is verschuldigd aan zelfstandig gevestigde gezondheidszorgbeoefenaars én klinisch psychologen én orthopedagogen, die werken in de eerste lijn met inbegrip van verpleegkundigen die werken in een dienst voor thuisverpleegkunde. Deze gezondheidszorgbeoefenaars, met uitzondering van de psychologen en de orthopedagogen, worden rechtstreeks betaald door de verzekeringsinstelling op basis van de facturatie door de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten. De psychologen en orthopedagogen worden betaald via de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten. § 3. Voor de andere gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners dan deze bedoeld in paragraaf 2 die deelnemen aan het overleg kan de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten één gezamenlijke tegemoetkoming aanrekenen.
De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten maakt voorafgaand duidelijke afspraken met de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners over de verdeling van deze tegemoetkoming. § 4. Het forfait voor deelname aan het overleg mag per overleg maximum vier keer worden aangerekend.
Art. 15.§ 1. De tegemoetkoming voor deelname aan het overleg is enkel verschuldigd als : 1° voldaan wordt aan de voorwaarden van de doelgroep;2° het begeleidingsplan wordt opgemaakt en/of opgevolgd;3° minstens drie verschillende gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners aanwezig waren waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg en één uit de eerstelijnsgezondheidszorg;4° in het begeleidingsplan minstens drie taakafspraken omschreven worden voor de gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners;hiervan is er minstens één voor een gezondheidszorgbeoefenaar of hulpverlener uit de sector geestelijke gezondheidszorg. 5° Een tweede overleg dient gepland te zijn binnen de twaalf maanden na het eerste overleg. § 2. Indien tijdens het eerste overleg rond de patiënt blijkt dat er slechts taakafspraken zijn voor minder dan drie diensten/instellingen of individuele gezondheidszorgbeoefenaars dan is de tegemoetkoming voor deelname aan het overleg verschuldigd als : 1° voldaan wordt aan de voorwaarden van de doelgroep, 2° minstens drie verschillende gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners aanwezig waren waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg en één uit de eerstelijns-gezondheidszorg;3° in het begeleidingsplan de opdracht(en) van die één of twee dienst/instelling/individuele gezondheidszorgbeoefenaar worden opgenomen. Het is niet toegelaten voor eenzelfde patiënt binnen het jaar twee keer een eerste overleg te factureren zonder dat er een begeleidingsplan opgesteld wordt waarbij taakafspraken worden toevertrouwd aan minstens drie verschillende gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners, waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg. HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen
Art. 16.In de in artikel 6 bepaalde overeenkomst zullen de volgende elementen worden gepreciseerd : 1° de regels voor facturering van de in dit besluit bepaalde tegemoetkomingen;2° de documenten waarover de dienst of instelling waarmee, in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten dient te beschikken voor het controleren van de voorwaarden voor facturatie;3° een lijst van de categorieën van personen die inzage kunnen hebben in het begeleidingsplan;4° de geldigheidsduur van de overeenkomst met een maximumduur van vijf jaar;5° de informatie die aan het Verzekeringscomité dient te worden bezorgd onder de vorm van een jaarverslag;6° de opzeggingsmodaliteiten van de overeenkomst.
Art. 17.De tegemoetkomingen voorzien in dit besluit kunnen per patiënt maximaal drie keer per jaar aangerekend worden. Een jaar begint op de datum van het eerste overleg.
Art. 18.§ 1. Cumul van de tegemoetkomingen voor de referentiepersoon en voor deelname aan overleg bepaald in de artikelen 12 en 14, § 1 is mogelijk. § 2. Cumul van de tegemoetkomingen voor organisatie en coördinatie van overleg en voor deelname aan overleg bepaald in de artikelen 9 en 14, § 1 is enkel toegelaten in toepassing van artikel 14, § 3. § 3. De tegemoetkomingen bepaald in dit besluit zijn niet cumuleerbaar met de vergoedingen bepaald in het koninklijk besluit van 14 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/05/2003 pub. 23/05/2003 numac 2003022321 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waarin een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen omschreven in artikel 34, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. § 4. De tegemoetkomingen bepaald in dit besluit zijn niet aanrekenbaar voor personen die verblijven in een psychiatrisch verzorgingstehuis. § 5. Patiënten die ten laste genomen worden in een therapeutisch project FOR-K gefinancierd door de FOD Volksgezondheid, komen niet in aanmerking voor de tegemoetkomingen bepaald in dit besluit. § 6. De tegemoetkoming voor de referentiepersoon bepaald in artikel 12 kan niet aangerekend worden voor personeelsleden die werkzaam zijn in een ziekenhuis dat actief betrokken is in een project in het kader van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen.
Art. 19.Indien het overleg een patiënt betreft die geen rechthebbende is van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, worden de tegemoetkomingen zoals voorzien in dit koninklijk besluit door de verstrekker zoals bedoeld in artikel 6, aangerekend aan het RIZIV.
Art. 20.De tegemoetkomingen voorzien in dit besluit worden elk jaar geïndexeerd op 1 januari op grond van de evolutie tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 23/12/1997 numac 1997022909 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 21.Het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023128 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006023129 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg, wordt opgeheven.
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2012.
Art. 23.De Minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX