Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 oktober 2006
gepubliceerd op 06 november 2006

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2006023128
pub.
06/11/2006
prom.
22/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/22/2006023128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de therapeutische projecten inzake geestelijke gezondheidszorg


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 3°;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 27 maart 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 mei 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 juli 2006;

Gelet op het advies nr. 41.174/1 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « De wet » : de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.2° « Het Verzekeringscomité » : het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 2, e), van de wet.3° « Psychiatrische problematiek » : de groepen van pathologieën uit de « Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV) », de « International Classification of Diseases, 9th Revision, Clinical Modification (ICD-9-CM) » of de « International Classification of Diseases, 10th Revision, Clinical Modification (ICD-10-CM) », met uitzondering van de groepen die uitsluitend betrekking hebben op of samengesteld zijn uit een exclusieve combinatie van de volgende pathologieën : a) Dementie;b) Andere cognitieve stoornissen van medische, vasculaire of traumatische oorsprong;c) Epilepsie;d) Mentale retardatie;e) Neurologische stoornis.4° « Complexe psychiatrische problematiek » : een psychiatrische problematiek met een multidimensioneel karakter die een grote impact heeft op de verschillende levenssferen en waarvan de therapeutische tenlasteneming het optreden vereist van verschillende soorten van partners.5° « Chronische psychiatrische problematiek » : een psychiatrische problematiek die een langdurige therapeutische tenlasteneming vereist welke bestaat uit opeenvolgende fasen waarin diverse verzorging wordt aangevraagd, die een verzorging op maat en een continuïteit van de verzorging vereisen.6° « Leeftijdsgroep » : een van de drie volgende categorieën : a) kinderen en adolescenten : 0 tot 21 jaar;b) volwassenen : 19 tot 65 jaar;c) bejaarden.meer dan 60 jaar. 7° « Patiënt » : een persoon met een complexe chronische psychiatrische problematiek, ongeacht het feit of hij al dan niet rechthebbende van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is in de zin van artikel 2, j), van de wet.8° « Werkingsgebied » : geografisch uitgestrekte zone waarbinnen de partners hun therapeutisch project ontwikkelen.9° « Partner » : dienst, groepering of instelling voor verzorging, hulp- of dienstverlening, die bij de tenlasteneming van de patiënt betrokken is.10° « Overlegplatform voor de geestelijke gezondheidszorg » : samenwerkingsverband tussen psychiatrische instellingen en diensten als overlegplatform zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.

Art. 2.Onder de voorwaarden die in dit besluit zijn vastgesteld, kunnen overeenkomsten worden gesloten tussen het Verzekeringscomité en de partners van een therapeutisch project met het oog op de financiering van de coördinatie tussen partners en het overleg rond de patiënt die in het kader van het therapeutische project wordt ten laste genomen.

Art. 3.Om de verzekeringstegemoetkoming die in dit besluit is vastgesteld te kunnen genieten, moeten de partners van het therapeutische project : 1) een project indienen bij het Verzekeringscomité dat een doelgroep beoogt van patiënten die duidelijk worden geïdentificeerd op basis van hun leeftijdsgroep en die een complexe en chronische psychiatrische problematiek vertonen.2) hun werkingsgebied definiëren en indicaties geven over de prevalentie van die psychiatrische problematiek binnen die zone.3) hun project organiseren opdat de best mogelijke behandeling van de patiënten die tot die doelgroep behoren, verzekerd wordt door hun zorgcontinuïteit en verzorging op maat aan te bieden, rekening houdende met hun psychiatrische problematiek en hun leefomgeving. HOOFDSTUK II. - Verzekeringstegemoetkoming

Art. 4.§ 1. Binnen de grenzen van het daartoe uitgetrokken budget is voorzien in een tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging die dient om de kosten van de coördinatie tussen partners en van het overleg rond de patiënt te dekken.

Die tegemoetkoming wordt toegekend in de vorm van een jaarlijks forfaitair bedrag van 24.000 euro dat dient om de vaste kosten te dekken, en een variabel bedrag van maximaal 22.500 euro per jaar afhankelijk van het aantal patiënten dat in het kader van het desbetreffende therapeutisch project worden ten laste genomen.

In het raam van de in het vorige lid bedoelde bedragen zal in elk therapeutisch project voor elke ten laste genomen patiënt minstens één overleg per trimester in de loop van het eerste behandelingsjaar van de patiënt en ten minste drie overlegvergaderingen per jaar in de loop van de daaropvolgende periode worden georganiseerd. Alle partners van het project zullen bij dat overleg worden betrokken.

Voor elk overleg is voorzien in een tegemoetkoming van 125 euro op voorwaarde dat er minstens drie partners aanwezig zijn. Dat overleg mag maximaal vier keer per patiënt in de loop van het eerste jaar, maximaal drie keer per jaar in de loop van de volgende periode en niet meer dan eenmaal per trimester worden aangerekend.

De ten laste genomen patiënt, zoals bedoeld in de vorige leden, is de patiënt voor wie een eerste overleg met alle partners van het project heeft plaatsgevonden, dat het mogelijk heeft gemaakt : 1) te bevestigen dat hij tot de doelgroep van het project behoort 2) een potentiële meerwaarde voor de patiënt te ontdekken door hem in aanmerking te laten komen voor een netwerk dat zorgcontinuïteit en verzorging op maat aanbiedt 3) een eerste plan van tenlasteneming op te stellen waarin de specifieke rol van de verschillende partners wordt bepaald De financiering van 125 euro per overleg, zoals bedoeld in het derde en het vierde lid, wordt echter niet toegekend voor een bepaalde patiënt : 1) indien een geïntegreerde dienst voor thuisverzorging als partner bij het therapeutische project is betrokken;2) en indien een op zijn minst gelijkwaardige behandeling voor die patiënt en voor die activiteit kan worden aangerekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 mei 2003 tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. De in dit artikel vastgestelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar aangepast op grond van de evolutie, tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. § 2. Voor elk therapeutisch project mogen die bedragen worden aangerekend aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering door een van de partners die door het project wordt aangeduid, die een zorgverlener is in de betekenis van artikel 2, n) van de wet. De regels voor die facturering worden in de overeenkomst bedoeld in artikel 2 gedefinieerd. HOOFDSTUK III. - De partners van de therapeutische projecten

Art. 5.Om een minimale representativiteit te garanderen, moet bij elk project principieel worden betrokken : 1) minstens een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis;2) minstens een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.Als geen enkel centrum voor geestelijke gezondheidszorg binnen hetzelfde werkingsgebied naar voren is getreden als kandidaat-partner, moet minstens een pilootproject « psychiatrische zorg voor patiënten in de thuissituatie » of « outreaching », dat afhangt van de FOD Volksgezondheid, deel uitmaken van de partners; 3) minstens een dienst in het kader van de eerstelijnsgezondheidszorg : vereniging van huisartsen, vereniging van thuisverpleging of -zorg of de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT's). De projecten die beantwoorden aan de eisen, bedoeld in het vorige lid, zullen voorrang krijgen bij de selectie van de projecten.

Voor de projecten die niet aan die eisen beantwoorden, moet een verantwoording worden gegeven en moeten de inspanningen worden toegelicht die geleverd zijn om aan die eisen tegemoet te komen.

Elk project moet door ten minste drie partners worden ingediend.

Art. 6.De pilootprojecten van de FOD Volksgezondheid betreffende de « psychiatrische zorg voor patiënten in de thuissituatie » of de « outreaching », de instellingen voor revalidatie of herscholing die een psychosociaal karakter hebben en die een overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 22, 6°, van de wet, hebben gesloten en de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT's) die in hetzelfde werkingsgebied liggen, moeten door de initiatiefnemers van de therapeutische projecten worden uitgenodigd om zich aan te sluiten bij de therapeutische projecten wanneer die therapeutische projecten betrekking hebben op eenzelfde doelgroep als deze bedoeld in de proefprojecten en de instellingen.

Hun deelname kan niet worden geweigerd wanneer ze zich kandidaat hebben gesteld en zij dezelfde doelstellingen van het project nastreven. HOOFDSTUK IV. - De samenwerkingsakkoorden tussen partners

Art. 7.Er wordt, volgens het model dat het Verzekeringscomité heeft vastgesteld, een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de verschillende partners van het therapeutische project waarin de modaliteiten voor de coördinatie van het project worden gepreciseerd, inzonderheid de modaliteiten voor de organisatie, de gegevensinzameling, het bijhouden van de dossiers van de patiënten, de frequentie van de overlegvergaderingen, de waarneming van het secretariaat en de relevante liaisonfuncties.

In het samenwerkingsakkoord worden eveneens de modaliteiten voor de toewijzing van de in artikel 4 bedoelde financiering onder de verschillende partners van het project gepreciseerd en wordt bij de partners van het project een administratieve coördinator aangeduid die belast wordt met de administratieve en financiële relaties met het Verzekeringscomité. HOOFDSTUK V. - De overeenkomst tussen het Verzekeringscomité en de partners van een therapeutisch project

Art. 8.In de in artikel 2 bedoelde overeenkomst zullen de volgende elementen worden gepreciseerd : 1) de geldigheidsduur van de overeenkomst en de voorwaarden voor de opzegging ervan door een van de partijen;2) de identiteit van de partners van het therapeutisch project;3) de kenmerken van de in het therapeutisch project beoogde doelgroep;4) de regels voor de facturering en de betaling van de in artikel 4 bedoelde tegemoetkoming;5) het vereiste minimale activiteitspeil om de in artikel 4 bedoelde tegemoetkoming te genieten;6) de informatie die jaarlijks aan het Verzekeringscomité moet worden meegedeeld en de termijnen waarbinnen die gegevens moeten worden meegedeeld;7) de regels voor de follow-up van de uitvoering van de overeenkomst door het Verzekeringscomité. HOOFDSTUK VI. - Procedure

Art. 9.De partners van een therapeutisch project die kandidaat zijn voor de ondertekening van een overeenkomst met het Verzekeringscomité onder de voorwaarden die in dit besluit zijn vastgesteld, moeten hun project bij het Verzekeringscomité ingedienen binnen de maand die volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 10.Elke kandidaat voor de indiening van een project moet zich vooraf bekendmaken bij het overlegplatform voor de geestelijke gezondheidszorg waarvan hij afhangt en/of bij de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging in zijn werkingsgebied om zijn ideeën en voorstellen mee te delen.

Als blijkt dat verscheidene projecten die eenzelfde doelgroep van patiënten beogen, binnen eenzelfde werkingsgebied worden overwogen, wordt van die projecten verwacht dat zij hun complementair karakter preciseren.

Alvorens een dossier van kandidaatstelling officieel aan het Verzekeringscomité voor te leggen, moet het project ter informatie worden meegedeeld aan het overlegplatform voor de geestelijke gezondheidszorg waarvan de partners afhangen. Als blijkt dat de partners van verschillende overlegplatforms afhangen, zal eenzelfde project aan verscheidene overlegplatforms worden meegedeeld.

Art. 11.Het Verzekeringscomité stelt de voorwaarden vast voor de indiening van de kandidaturen. Het kan eveneens een standaardschema vaststellen dat door de initiatiefnemers van een therapeutisch project moet worden ingevuld bij de indiening van elke kandidatuur.

Art. 12.Rekening houdende met de algemene doelstellingen die in artikel 3 zijn gedefinieerd, zullen de therapeutische projecten die door het Verzekeringscomité in aanmerking zullen worden genomen, op drie niveaus een meerwaarde moeten hebben : 1) het verzekeren van een betere tenlasteneming van de patiënten, die gekenmerkt wordt door een verzorging op maat en een continuïteit van de verzorging van de patiënt;2) het vermijden van overtollige verzorging en het aanvullen van het behandelingsproces daar waar het zorgaanbod lacunes vertoont;3) het uittesten van een innoverende benadering van de tenlasteneming van de patiënten door het ontwikkelen van samenwerkingsverbanden en de complementariteit tussen de partners van het project. De in aanmerking genomen therapeutische projecten moeten bovendien evenwichtig worden verdeeld in termen van geografische spreiding, uitsplitsing volgens leeftijdsgroep en soorten van psychiatrische problematiek, alsook in termen van soorten partners die bij de projecten worden betrokken. De geografische spreiding van de projecten wordt beoordeeld afhankelijk van de populatie van elk Gewest, zoals bedoeld in artikel 3 van de Grondwet.

Art. 13.Om tegemoet te komen aan de doelstellingen die beschreven zijn in artikel 12, zullen de projecten die voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de artikelen 3, 5, 6, 9 en 10 van dit besluit, per Gewest worden geëvalueerd op basis van acht criteria die volgens vier niveaus van belangrijkheid worden gerangschikt : 1) Essentiële criteria : 40 punten a) Continuïteit en verzorging op maat;b) Vernieuwend karakter van het project.2) Belangrijke criteria : 30 punten a) Kenmerken van de doelgroep;b) Verbintenissen van de partners.3) Bijkomende criteria : 20 punten a) Potentiële prevalentie in het werkingsgebied;b) Zelfevaluatie.4) Aanvullende criteria : 10 punten a) Betrokkenheid van de patiënt en de omgeving;b) Ondersteuning van het project door de wetenschappelijke literatuur. Het Verzekeringscomité stelt op basis van het daartoe uitgetrokken budget het maximumaantal projecten vast waarmee een overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 2, kan worden gesloten. Het stelt eveneens de regels vast voor de selectie van de projecten op basis van de voormelde acht criteria en rekening houdende met de doelstelling van een evenwichtige spreiding, zoals bedoeld in artikel 12, met dien verstande dat elk project minstens 60 punten moet tellen voor alle acht criteria, alsook minstens 24 punten voor de essentiële criteria en minstens 18 punten voor de belangrijke criteria.

De projecten die reeds een financiering krijgen via de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor het dekken van de kosten van de coördinatie tussen partners en van het overleg rond de patiënt zoals die in dit besluit worden omschreven, kunnen voor een overeenkomst met het Verzekeringscomité niet in aanmerking komen.

Art. 14.Onze Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^