Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 januari 2022
gepubliceerd op 15 februari 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012 betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012 betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022030664
pub.
15/02/2022
prom.
27/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, kadert in de omzetting in Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU (hierna "de Richtlijn Covered Bonds" of "de Richtlijn" genoemd).

Zoals de titel ervan aangeeft, beoogt de Richtlijn Covered Bonds op Europees niveau een uniform kader met minimale harmonisatie vast te stellen voor de uitgifte van gedekte obligaties (hierna "covered bonds" genoemd).

Naast die Richtlijn werd Verordening (EU) 2019/2160 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties (hierna "de Verordening CB" genoemd) aangenomen, die wijzigingen aanbrengt in voornamelijk artikel 129 van de voornoemde Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (hierna "de CRR" genoemd). Die wijzigingen zijn in hoofdzaak bedoeld ter verduidelijking van de criteria voor de beleenbaarheid van de activa ter dekking van de covered bonds waaraan deze laatste moeten voldoen om een gunstige weging te krijgen.

In België wordt de uitgifte van covered bonds reeds geregeld door de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2012. Sommige bepalingen van deze wet werden nader toegelicht en ten uitvoer gelegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht en bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, beide gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 oktober 2012.

Aangezien de Europese Unie met de vaststelling van de Richtlijn Covered Bonds beoogde een minimale harmonisatie tot stand te brengen van de in de lidstaten bestaande wettelijke kaders ter zake, waren de in het Belgisch wettelijk kader aan te brengen wijzigingen beperkt.

Deze wijzigingen werden opgenomen in de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2021 pub. 07/12/2021 numac 2021034095 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen (1) sluiten tot wijziging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen. Voor meer uitleg over het wettelijk kader voor de Belgische covered bonds en over de belangrijkste wijzigingen in dit kader als gevolg van de goedkeuring van de Richtlijn Covered Bonds wordt verwezen naar de voorbereidende werkzaamheden van de voornoemde wetten van 3 augustus 2012(1) en 26 november 2021(2).

Met het oog op de verduidelijking en tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen (hierna "de wet" genoemd), zoals gewijzigd bij de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2021 pub. 07/12/2021 numac 2021034095 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen (1) sluiten, en teneinde aldus de omzetting van de Richtlijn Covered Bonds te voltooien, dienen nog wijzigingen te worden aangebracht in het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht.

Deze wijzigingen worden opgenomen in Afdeling I van dit ontwerp van koninklijk besluit en strekken er in hoofdzaak toe te verduidelijken: - wat de criteria zijn voor de beleenbaarheid en de waardering van de dekkingsactiva die in aanmerking kunnen worden genomen voor de samenstelling van het (de) bijzonder(e) vermogen(s); - onder welke voorwaarden de uitgevende kredietinstellingen gebruik kunnen maken van de mogelijkheid om derivatencontracten op te nemen in hun bijzonder(e) vermogen(s); - met welke elementen rekening moet worden gehouden voor de dekkings- en liquiditeitstests en voor de samenstelling van de liquiditeitsbuffer; - wat de bevoegdheden zijn van de Nationale Bank van België (hierna "de Bank") met betrekking tot de volumelimieten waarbinnen een uitgevende kredietinstelling Belgische covered bonds mag uitgeven; en - welke informatie de kredietinstellingen die Belgische covered bonds uitgeven, moeten verstrekken aan de houders van Belgische covered bonds.

Daarnaast worden er in het voornoemde koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten technische en wetgevingstechnische wijzigingen aangebracht. Zo worden alle verwijzingen naar "gelijkgestelde effecten" geschrapt, aangezien deze betrekking hadden op de effecten die in aanmerking kwamen voor de intussen irrelevant geworden overgangsbepaling in artikel 35 van de voornoemde wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

De omzetting van de Richtlijn Covered Bonds vereist bovendien kleine wijzigingen in het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, in het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en in het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen.

Ten slotte strekt dit koninklijk besluit ook tot omzetting van bepaalde aspecten van Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging. Afdeling 1 - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten

betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht Artikelen 1, 2, 3 en 4 Naast de technische preciseringen en wijzigingen die bij de ontwerpartikelen 1, 2, 3 en 4 worden aangebracht in de artikelen 1, 2, 3, 6, 7, 9, 10 en 11 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, voegt ontwerpartikel 4 in artikel 3 van het voornoemde koninklijk besluit een nieuwe definitie in van het begrip "nettoliquiditeitsuitstromen", om te zorgen voor de omzetting van artikel 3, punt 16) van de Richtlijn Covered Bonds.

Artikel 5 Ontwerpartikel 5 wijzigt artikel 3, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit om de beleenbaarheidscriteria vast te stellen die voortaan van toepassing zijn op de dekkingsactiva en om aldus te zorgen voor de volledige omzetting van artikel 6 van de Richtlijn Covered Bonds.

Zodoende worden vier categorieën van dekkingsactiva toegelaten en worden de beleenbaarheidscriteria voor de betrokken schuldvorderingen vastgesteld, teneinde te voldoen aan de criteria van artikel 129, lid 1, van de CRR zoals gewijzigd bij de Verordening CB. De eerste twee categorieën van activa omvatten de hypothecaire schuldvorderingen waarbij het voorwerp van de hypotheek is gelegen in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. De betrokken bepalingen leggen vast binnen welke limieten deze hypothecaire schuldvorderingen in aanmerking kunnen worden genomen als beleenbare activa. Het doel van deze limieten is te bepalen tot welk bedrag deze schuldvorderingen kunnen bijdragen tot de dekking van de Belgische covered bonds. De LTV-limieten, waarnaar wordt verwezen, bepalen het percentage van het krediet dat bijdraagt aan de dekkingsvereisten en vormen geenszins een criterium om de onderliggende kredieten waarvan de LTV niet binnen deze limieten zou vallen, uit te sluiten van de lijst van in aanmerking komende schuldvorderingen.

Wat betreft de inaanmerkingneming van vastgoed in aanbouw zij verduidelijkt dat de Europese Bankautoriteit (hierna "de EBA") zich hierover heeft uitgedrukt in een vraag- en antwoordrubriek (EBA Q&A 2015_2304(3)). Zij heeft gepreciseerd dat, tijdens de aanbouw van niet-zakelijk vastgoed, de leningen ook kunnen worden beschouwd als zijnde volledig gedekt in de zin van artikel 125 van de CRR (de lening voor niet-zakelijk vastgoed wordt volledig gedekt door dit vastgoed).

Daarentegen heeft de EBA uitdrukkelijk vermeld dat deze behandeling uitsluitend van toepassing is op niet-zakelijk vastgoed, en niet op zakelijk vastgoed.

De derde categorie omvat in hoofdzaak de schuldvorderingen op of gewaarborgd door centrale overheden of centrale banken van lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ("OESO"), regionale of lokale overheden of publiekrechtelijke entiteiten van lidstaten van de OESO, of multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties die een risicogewicht van 0 % hebben met toepassing van de artikelen 117 en 118 van de CRR. Voor de gevallen waar de debiteurs van de betrokken schuldvorderingen geen lid zijn van de Europese Unie of, in het geval van de centrale banken, geen lid zijn van het Europees Stelsel van Centrale Banken ("ESCB"), worden meer specifieke criteria vastgesteld.

De vierde categorie omvat de schuldvorderingen die behoren tot de kredietkwaliteitscategorieën 1 of 2 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van de CRR(4) op kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de OESO, wanneer deze blootstellingen de vorm hebben van: - kortlopende schuldvorderingen met een looptijd van drie maanden of minder, of kortetermijndeposito's met een oorspronkelijke looptijd van maximaal 100 dagen, indien deze worden gebruikt om te voldoen aan het liquiditeitsvereiste voor het bijzonder vermogen als bepaald in artikel 7, § 1 van de wet; of van - derivatencontracten die voldoen aan de vereisten van artikel 4 van de wet.

Ontwerpartikel 5 vervangt paragraaf 4 van artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit om te verduidelijken dat de dekkingsactiva die deel uitmaken van het (de) bijzonder(e) vermogen(s) van de uitgevende kredietinstelling moeten worden ingeschreven in het register van de dekkingsactiva overeenkomstig de categorie waartoe zij behoren, en dat de uitgevende kredietinstelling te allen tijde moet beschikken over documentatie waarmee wordt aangetoond dat haar beleid voor het verstrekken van kredieten die als dekkingsactiva worden gebruikt, waarborgt dat deze in overeenstemming zijn met de in dit artikel bepaalde beleenbaarheidscriteria.

Paragraaf 5 van artikel 3 wordt aangevuld met twee leden, enerzijds om te bepalen hoe het vastgoed dat het voorwerp is van de hypotheken die in aanmerking worden genomen als zekerheden ter waarborging van een dekkingsactief wordt gewaardeerd, en anderzijds om te verduidelijken dat de uitgevende kredietinstelling moet beschikken over procedures om te controleren of het betrokken vastgoed adequaat is verzekerd tegen een schaderisico dat dit voorwerp zou kunnen treffen. Voor zover nuttig wordt hier gespecificeerd dat de schuldvorderingen uit hoofde van de verzekering met betrekking tot dit vastgoed van rechtswege deel uitmaken van het bijzonder vermogen met toepassing van artikel 3, § 2, eerste lid, 3° van Bijlage III van de wet.

Paragraaf 6 van artikel 3 wordt vervangen om te verduidelijken dat, wanneer een dekkingsactief wordt ingeschreven in het register van de dekkingsactiva, er voor dit actief geen sprake mag zijn van wanbetaling in de zin van artikel 178 van de CRR. In paragraaf 7 van artikel 3 wordt de verwijzing naar "gelijkgestelde effecten" geschrapt, aangezien deze betrekking had op de schuldinstrumenten bedoeld in artikel 35 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds en aangezien de desbetreffende verwijzingen intussen irrelevant zijn geworden omdat er geen instellingen meer zijn die nu nog gebruik maken van de door deze overgangsbepaling geboden mogelijkheid.

Artikel 6 Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen om te zorgen voor de omzetting van artikel 11 van de Richtlijn. In deze bepaling worden de vereisten vastgesteld waaraan moet worden voldaan door de uitgevende kredietinstellingen die overeenkomstig artikel 1/3 van Bijlage III van de wet besluiten om derivatencontracten op te nemen in hun bijzonder(e) vermogen(s).

Deze derivatencontracten, die enkel in het (de) bijzonder(e) vermogen(s) mogen worden opgenomen om de risico's verbonden aan de dekkingsactiva of aan de Belgische covered bonds te dekken: - mogen niet vervroegd worden beëindigd omdat ten aanzien van de uitgevende kredietinstelling een liquidatieprocedure is geopend of omdat deze instelling is afgewikkeld, ongeacht of deze beëindiging automatisch plaatsheeft of op initiatief van de wederpartij geschiedt; en - mogen niet worden opgenomen in een overeenkomst tot schuldvernieuwing of schuldvergelijking ("netting"-overeenkomst) waarbij de uitgevende kredietinstelling partij is.

Deze beperkingen moeten waarborgen dat de derivatencontracten in een bijzonder vermogen uitsluitend worden toegewezen ter dekking van de inherente risico's van de dekkingsactiva en de Belgische covered bonds.

De paragrafen 2 en 3 van het gewijzigde artikel 4 strekken ertoe te bepalen welke voorwaarden gelden voor de wederpartijen van de genoemde derivatencontracten en over welke documentatie de uitgevende kredietinstelling die besluit om zulke contracten op te nemen in haar bijzonder(e) vermogen(s) moet beschikken.

Artikel 7 Ontwerpartikel 7 vervangt artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit om te zorgen voor de omzetting van de artikelen 10 en 15 van de Richtlijn.

In het aldus vervangen artikel 5 worden de drie tests voor de minimale dekking van de Belgische covered bonds omschreven.

Bij de eerste test, zoals vastgesteld in artikel 5, § 1, moet ten minste 85% van het nominaal bedrag van de uitstaande Belgische covered bonds met betrekking tot een bijzonder vermogen worden gedekt door primaire activa, dat wil zeggen in aanmerking komende dekkingsactiva die uitsluitend behoren tot categorie 1, categorie 2 of categorie 3 zoals bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit.

Bij de tweede test, zoals vastgesteld in artikel 5, § 2, ook de "nominale test" genoemd, moet, voor elk bijzonder vermogen, de waarde van de dekkingsactiva te allen tijde minstens gelijk zijn aan 105 % van het nominaal bedrag van de uitgegeven Belgische covered bonds, met dien verstande dat de hoofdsommen van de dekkingsactiva niet elders in aanmerking zijn genomen om te voldoen aan het vereiste van paragraaf 3 van artikel 5 (zie hieronder) met betrekking tot andere betalingsverplichtingen dan die welke verband houden met de hoofdsom van de Belgische covered bonds. De aldus aangebrachte verduidelijking beoogt te vermijden dat het bedrag van de hoofdsom van de dekkingsactiva tweemaal in aanmerking wordt genomen voor tests die een verschillend doel hebben en om te voldoen aan verschillende betalingsverplichtingen. Indien het bedrag van de hoofdsom van de dekkingsactiva in aanmerking wordt genomen voor de berekening om te controleren of de in het bijzonder vermogen opgenomen activa volstaan om alle betalingsverplichtingen verbonden aan de Belgische covered bonds te dekken, mag het deel van dit bedrag dat bestemd is ter dekking van de andere verplichtingen dan die welke verband houden met de terugbetaling van het uitstaande bedrag van de hoofdsom van de Belgische covered bonds, geen tweede keer in aanmerking worden genomen om te controleren of wordt voldaan aan de vereiste van de nominale test, inclusief het overschot. Het minimumniveau van het overschot wordt bij dit koninklijk besluit vastgelegd op 5 % van het nominaal bedrag van de uitgegeven Belgische covered bonds. Er wordt gespecificeerd dat ook rekening wordt gehouden met de rechten of verliezen die voortvloeien uit de in het bijzonder vermogen opgenomen derivatencontracten.

Ten slotte voorziet artikel 5, § 3 in een derde test, de "amortisatiestest" genoemd, waarbij, voor elk bijzonder vermogen, de som van de hoofdsom, de interesten en alle andere inkomsten gegenereerd door de dekkingsactiva, waaronder de inkomsten uit de derivatencontracten en de beschikbare liquide middelen als bedoeld in respectievelijk artikel 4 en artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit, te allen tijde moet volstaan om de som te dekken van de hoofdsom en de interesten van de Belgische covered bonds alsook de lasten verbonden aan het onderhoud en het beheer van het uitgifteprogramma van Belgische covered bonds, met inbegrip van de kosten voor de afbouw van dit programma. In paragraaf 3 van artikel 5, die betrekking heeft op deze derde test, wordt nog bepaald op welke manier de lasten verbonden aan het onderhoud en het beheer van het uitgifteprogramma van Belgische covered bonds kunnen worden berekend, alsook op welke manier de contractuele stromen van de derivatencontracten en de interesten die worden gegenereerd door de dekkingsactiva en de interesten die verschuldigd zijn aan de houders van de Belgische covered bonds worden berekend (voor deze laatste berekeningen wordt verwezen naar de "asset liability"-modellen die binnen de betrokken kredietinstellingen worden gebruikt).

Terwijl de eerste test bedoeld is om een zeker kwaliteitsniveau van de dekking van de betrokken Belgische covered bonds te waarborgen en de samenstelling van het bijzonder vermogen te bepalen, strekken de tweede en derde test ertoe te waarborgen dat de uitgevende kredietinstelling te allen tijde kan voldoen aan haar kwantitatieve dekkingsverplichtingen zoals bepaald in, respectievelijk, de paragrafen 1 en 2 van artikel 2/1 van Bijlage III van de wet.

Artikel 8 Ontwerpartikel 8 wijzigt artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit met betrekking tot de modaliteiten voor de waardering van de dekkingsactiva.

Afgezien van de technische wijzigingen strekken de aangebrachte wijzigingen ertoe de waarderingscriteria aan te passen om rekening te houden met de wijzigingen in artikel 129, lid 1 quater en quinquies en lid 3 van de CRR zoals gewijzigd bij de Verordening CB. Er wordt gespecificeerd dat de waardering van de derivatencontracten in voorkomend geval kan leiden tot een negatief bedrag.

Tot slot wordt artikel 6 aangevuld met een paragraaf 10, waarin wordt bepaald tot beloop van welk bedrag de dekkingsactiva waarvoor er sprake is van wanbetaling of een betalingsachterstand kunnen bijdragen tot de dekkingstests, en op welke wijze het aantal achterstallige dagen wordt berekend. In dit opzicht wordt verwezen naar de bepalingen van artikel 178 van de CRR. Artikel 9 Ontwerpartikel 9 brengt in artikel 7 van hetzelfde koninklijke besluit de nodige wijzigingen aan om te zorgen voor de omzetting van artikel 16 van de Richtlijn.

De aldus gewijzigde bepalingen bepalen de in artikel 13 van de wet bedoelde vereisten en periodieke controles inzake de liquiditeitsbuffer en de liquiditeiten die gegenereerd worden door de dekkingsactiva waarover de uitgevende kredietinstelling moet beschikken om te waarborgen dat zij haar betalingsverplichtingen die verbonden zijn aan de uitgegeven Belgische covered bonds kan nakomen, met name de criteria die vervuld moeten worden door de dekkingsactiva die nodig zijn om aan de voornoemde liquiditeitsvereisten te voldoen;

Paragraaf 1 van artikel 7 bepaalt derhalve dat de dekkingsactiva voldoende liquiditeiten moeten genereren en liquide en beschikbare activa moeten omvatten om een liquiditeitsbuffer te vormen die de uitgevende kredietinstelling in staat stelt haar betalingen te allen tijde uit te voeren. Dit liquiditeitsvereiste, dat regelmatig moet worden gecontroleerd, stemt overeen met een liquiditeitsbuffer die de uitgevende kredietinstelling in staat stelt het maximumbedrag van de som van de nettoliquiditeitsuitstromen zoals berekend over een periode van zes maanden te dekken.

Wat betreft de kosten die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van dit liquiditeitsvereiste wordt verduidelijkt dat, in tegenstelling tot het bepaalde voor de dekkingstest van artikel 5, § 3, de kosten voor de afbouw van het uitgifteprogramma niet in aanmerking worden genomen tenzij de afbouw van dit programma effectief gepland is voor de referentieperiode.

In paragraaf 2 wordt vastgesteld op welke wijze, d.w.z. met welk type activa, de liquiditeitsbuffer moet worden opgebouwd.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014, waarnaar wordt verwezen in paragraaf 2, 1°, is de gedelegeerde verordening die werd vastgesteld krachtens artikel 460 van de CRR. Artikel 10 Vanuit hetzelfde oogpunt als artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt artikel 8 vervangen om te verduidelijken dat de uitgevende kredietinstelling zowel een risicobeheerbeleid moet vastleggen als ten minste om de drie maanden stresstests moet uitvoeren om te garanderen dat de liquiditeitsstromen die door de dekkingsactiva gegenereerd worden, voldoende groot blijven om te voldoen aan de vereisten van de artikelen 5 en 7 van hetzelfde koninklijk besluit, en/of over andere activa moet beschikken die in voorkomend geval snel kunnen worden aangewend als dekkingsactiva. De uitgevende kredietinstellingen moeten deze stresstests zodanig ontwerpen dat ze ten minste rekening houden met: - plotse en onverwachte rentevoet- of wisselkoersbewegingen; - scenario's met verschillende niveaus van percentages van vervroegde terugbetaling van de dekkingsactiva; en - scenario's met een aanzienlijke verslechtering van de kredietkwaliteit van de dekkingsactiva.

Ontwerpartikel 10 zorgt zodoende voor de omzetting van de artikelen 6 en 16 van de Richtlijn.

Artikel 11 Afgezien van enkele technische wijzigingen wordt artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit gewijzigd om de minimumvoorschriften voor het bijhouden van het register van de dekkingsactiva te verduidelijken. In paragraaf 5 wordt met name bepaald dat dit register voortaan op elektronische wijze dient te worden bijgehouden en dat alleen personen die toestemming hebben gekregen van het wettelijk bestuursorgaan en die daarnaast uitsluitend functies uitoefenen in bedrijfseenheden die niet betrokken zijn bij de verlening van de onderliggende kredieten, inschrijvingen mogen doen in het register en er wijzigingen in mogen aanbrengen. De aanwijzing van toegestane personen kan worden beperkt tot de vaststelling van categorieën van personen of functies die toestemming hebben om de nodige wijzigingen in het register aan te brengen.

Artikel 12 De wet machtigt de Koning om de criteria te bepalen waarop de Bank zich kan baseren om aan elke uitgevende kredietinstelling een maximumpercentage aan Belgische covered bonds op te leggen dat zij mag uitgeven ten opzichte van haar balanstotaal. Artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit wordt gewijzigd om de door de Koning vastgestelde limiet van 8% op te heffen en te verduidelijken dat echter wel een beperking kan worden opgelegd door de Bank om de andere schuldeisers van de kredietinstelling dan de houders van Belgische covered bonds te beschermen.

De beperking die de Bank aldus kan opleggen, mag niet verhinderen dat een kredietinstelling die reeds covered bonds heeft uitgegeven, aan het bijzonder vermogen de dekkingsactiva toewijst die nodig zijn om te voldoen aan haar wettelijke en, in voorkomend geval, contractuele verplichtingen, of om een grotere geloofwaardigheid op de markten te waarborgen. Wanneer de Bank een limiet oplegt, moeten de gevolgen hiervan dus beperkt blijven tot een restrictie van de mogelijkheid om tot nieuwe uitgiften over te gaan.

Krachtens ontwerpartikel 25, tweede lid treedt deze wijziging van artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit in werking op 1 januari 2024, zijnde de datum waarop alle kredietinstellingen krachtens artikel 418, § 1 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten (dat zorgt voor de omzetting van artikel 45 quaterdecies, lid 1 van Richtlijn (EU) 2019/879 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG - de zogenoemde "BRRD II") in principe zullen moeten voldoen aan de in dat artikel bedoelde minimumvereisten voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva.

In afwachting daarvan bepaalt ontwerpartikel 26 dat de beperking waarin artikel 10 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht voorziet, van toepassing blijft tenzij de Bank de in het voornoemde artikel 10, § 1, eerste lid bedoelde toestemming verleent: - hetzij op tijdelijke basis, wanneer dit gerechtvaardigd wordt door uitzonderlijke omstandigheden die gevolgen hebben voor de betrokken kredietinstelling en die een ruimer gebruik van deze financieringsbron noodzakelijk maken; - hetzij omdat de achtergestelde verplichtingen van de betrokken instelling voldoende bescherming bieden om de drempel te bereiken van 8% van de totale passiva, met inbegrip van het eigen vermogen, als bedoeld in artikel 255, § 6, 3° van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten of in artikel 27, lid 7, onder a) van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds. In dat geval is de in paragraaf 1, eerste lid bedoelde limiet niet van toepassing.

Artikel 13 Artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit wordt gewijzigd om de verwijzingen naar de wet te actualiseren en om, wat betreft de rapporteringsverplichtingen van de portefeuillesurveillant, rekening te houden met de wijzigingen in het wettelijk kader betreffende, met name, de vereisten inzake dekkingsactiva, liquiditeit, informatieverstrekking aan de beleggers en verlengbare-looptijdstructuren. Voor de vereisten met betrekking tot de dekkingsactiva moet het verslag van de portefeuillesurveillant ook de informatie bevatten over de naleving van de vereisten in artikel 4 van Bijlage III van de wet die van toepassing zijn bij de verwerving van activa met het oog op een uitgifte van Belgische covered bonds.

Artikel 14 Artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door bepalingen waarin wordt vastgesteld welke informatie de kredietinstelling die Belgische covered bonds uitgeeft ten minste moet publiceren ten behoeve van de beleggers om te waarborgen dat deze laatste beschikken over correcte informatie zoals vereist in artikel 14 van de Richtlijn. Wat betreft de informatie over de hoedanigheid van de kredietnemer met betrekking tot de schuldvorderingen van categorie 3 wordt van de uitgevende kredietinstelling verwacht dat zij verduidelijkt of de kredietnemer bijvoorbeeld een lokale of regionale overheid, een centrale overheid of een centrale bank of een andere entiteit als beschreven in artikel 3, 3° (categorie 3) is.

Het spreekt voor zich dat de criteria van artikel 12 enkel in aanmerking moeten worden genomen bij de publicatie als ze relevant zijn voor het type van dekkingsactiva dat is opgenomen in het bijzonder vermogen voor de betrokken Belgische covered bonds. Voor zover nodig en in antwoord op de opmerking van de Raad van State over deze bepaling wordt overigens verduidelijkt dat dit artikel, waarvan het toepassingsgebied beperkter is dan dat van artikel 15/1 van de wet, moet worden gelezen in samenhang met het laatstgenoemde artikel om een volledig beeld te hebben van de informatie die moet worden verstrekt aan de beleggers.

Artikel 15 De artikelen 13 en 14 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven omdat ze respectievelijk achterhaald zijn en overbodig zijn geworden. Afdeling 2 - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten

betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht Artikelen 16 tot 21 De wijzigingen in de artikelen 1 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht zijn technische wijzigingen die ertoe strekken, naargelang van het geval, wettelijke verwijzingen te actualiseren, inmiddels overbodig geworden bepalingen te schrappen en rekening te houden, zoals in het geval van de wijziging met betrekking tot de verlengbare-looptijdstructuren in artikel 4, § 1, 1° van dat koninklijk besluit, met de wijzigingen die bij de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2021 pub. 07/12/2021 numac 2021034095 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen (1) sluiten zijn aangebracht in de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen om te zorgen voor de omzetting van de Richtlijn. Afdeling 3 - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 12 november

2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG Artikel 22 Ontwerpartikel 22 zorgt voor de omzetting van artikel 28 van de Richtlijn. Hiertoe wijzigt het artikel 62, § 4, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG. De nieuwe bepaling verduidelijkt, strikt in overeenstemming met het bepaalde van de Richtlijn, onder welke voorwaarden het maximale percentage van blootstelling aan één tegenpartij wordt verhoogd van 10 % tot 25 % voor beleggingen in gedekte obligaties. Overeenkomstig de Richtlijn wordt voorzien in een "grandfathering" voor de obligaties die werden uitgegeven vóór 8 juli 2022.

De Raad van State stelt in zijn advies voor om de woorden "overeenkomstig de wet" te schrappen of te vervangen door een verwijzing naar "de wetgeving die in het Belgische recht van toepassing is.". Er is geen gevolg gegeven aan deze opmerking omdat de schrapping van deze woorden zou neerkomen op slechts een gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn, wat niet de bedoeling is, terwijl de vervanging zou voorbij gaan aan de situatie waarin het toepasselijk recht niet Belgisch is. Dezelfde bevinding geldt voor ontwerpartikel 24.

Artikel 23 Dit artikel wijzigt artikel 210, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit om te zorgen voor de omzetting van artikel 1, lid 5, onder a) van Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging. Afdeling 4 - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 25 februari

2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen Artikel 24 Gelet op het parallellisme tussen de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen als bedoeld in het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen, worden in artikel 45, § 1 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten dezelfde wijzigingen aangebracht als deze bedoeld in ontwerpartikel 22. Voor deze wijzigingen wordt verwezen naar de commentaar bij ontwerpartikel 22. Afdeling 5 - Slotbepalingen

Artikel 25 Ontwerpartikel 25 legt de datum van inwerkingtreding van het ontwerp van koninklijk besluit vast op 8 juli 2022, behalve voor ontwerpartikel 12, dat in werking treedt op 1 januari 2024 en voor ontwerpartikel 23, dat in werking treedt op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 26 Ontwerpartikel 26 voorziet in een overgangsbepaling voor de toepassing van artikel 10 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht. In dit verband zij verwezen naar de toelichting bij ontwerpartikel 12.

Artikel 27 Ontwerpartikel 27 voorziet in een overgangsbepaling voor Belgische covered bonds en Belgische pandbrieven die zijn uitgegeven vóór 8 juli 2022 of in het kader van een uitgifteprogramma en waarvan het ISIN vóór 8 juli 2024 is geopend, mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd. Deze effecten blijven tot hun vervaldatum onderworpen aan de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht en aan artikel 4, § 1, 1°, 7° en 8° van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, zoals deze bepalingen bestonden vóór de wijziging ervan door dit ontwerp van koninklijk besluit. Voor het overige zijn de bepalingen van de voornoemde koninklijke besluiten van 11 oktober 2012, zoals gewijzigd bij dit ontwerp van koninklijk besluit, van toepassing.

Er wordt gespecificeerd dat de Belgische pandbrieven en de Belgische covered bonds die zijn uitgegeven - vóór 8 juli 2022; of - in het kader van een uitgifteprogramma en waarvan het ISIN vóór 8 juli 2024 is geopend, en op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden van artikel 27, tweede streepje, punt (i) tot en met (iv) van dit koninklijk besluit, hun benaming behouden tot hun vervaldatum.

Artikel 28 Ontwerpartikel 28 wijst de minister aan die belast is met de uitvoering van dit besluit.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat u wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM _______ Nota's (1) Parl.St. Kamer 2012 - 53; 2341/001 en 2342/001, pp. 1 en volgende (2) Parl.St. Kamer 2021 - 55, 2224/001, pp. 4 en volgende (3) https://www.eba.europa.eu/single-rule-book-qa/-/qna/view/publicId/2015_2304 (4) In artikel 136 van de CRR worden de Europese Bankautoriteit (EBA), de Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (EIOPA) en de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) belast met de ontwikkeling, via een gemengd comité, van ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om voor alle externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) te bepalen in welke kredietkwaliteitscategorie de betrokken kredietbeoordelingen van de EKBI's moeten worden ondergebracht ("mapping"). Raad van State afdeling Wetgeving Advies 70.525/2 van 20 december 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen' Op 22 november 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 20 december 2021. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Marianne Dony, assessor, en Béatrice Drapier, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Anne Stéphanie Renson, auditeur, en Aurore Percy, adjunct auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 december 2021.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. In het eerste en het tweede lid moet melding worden gemaakt van de invoegingen van sommige van de artikelen die vermeld worden in de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten `betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders' en in de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2021 pub. 07/12/2021 numac 2021034095 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen (1) sluiten `tot wijziging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen'.Ook moeten de nog van kracht zijnde wijzigingen worden vermeld die zijn aangebracht in de artikelen die een rechtsgrond opleveren voor het ontwerp.(1) 2. In het eerste lid moet, zoals de gemachtigde van de minister heeft beaamd, de vermelding van artikel 2/1, § 4, van bijlage III bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten `op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen' worden weggelaten aangezien die bepaling geen rechtsgrond oplevert voor het ontwerp.3. In hetzelfde eerste lid moet nauwkeuriger worden aangegeven welke onderverdelingen van de artikelen van bijlage III bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten een rechtsgrond opleveren voor het ontwerp, en moet bijgevolg worden verwezen naar de artikelen 5, tweede lid, 13, tweede lid, 15, § 3, en 15/1, § 2, van die bijlage.4. Het tweede lid moet het nieuwe opschrift van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vermelden zoals dat bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten is vervangen, namelijk de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen'. Die vervanging moet ook in het tweede lid van de aanhef worden vermeld. 5. In de aanhef moeten de teksten worden vermeld die bij het ontwerp worden gewijzigd.Bijgevolg moeten, na de aanhefverwijzingen naar de rechtsgrond van het besluit, vier leden worden toegevoegd die verwijzen naar de vier koninklijke besluiten die bij het ontwerp worden gewijzigd.(2) 6. In twee nieuwe leden moet respectievelijk naar het advies van de inspecteur van Financiën d.d. 13 oktober 2021 en naar het advies van de FSMA d.d. 15 december 2021 worden verwezen. 7. Het vierde lid moet worden aangevuld met de datum van de akkoordbevinding van de staatssecretaris voor Begroting, namelijk 20 oktober 2021.8. Aangezien de afdeling Wetgeving niet verzocht is om, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten `op de Raad van State', binnen een termijn van vijf werkdagen advies te verlenen, is er geen reden om de spoedeisendheid te motiveren. Het vijfde lid moet dus worden weggelaten. 9. In het zevende lid moet het overleg in de Ministerraad worden vermeld door aanvullend in de Nederlandse tekst te schrijven "en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers," en in de Franse tekst "et de l'avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil,".(3) DISPOSITIEF Artikel 1 (nieuw) Aangezien het ontworpen besluit bijdraagt tot de omzetting van richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 `betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU', dient het ontwerp daar melding van te maken, overeenkomstig artikel 32, lid 1, derde alinea, van die richtlijn.

Bijgevolg moet in het ontwerp een artikel 1 worden ingevoegd dat aangeeft dat het ontwerp de voornoemde richtlijn gedeeltelijk omzet.(4) De nummering van de daaropvolgende bepalingen moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Artikel 3 Op de vraag wat de strekking is van de in artikel 3, 5°, vervatte woorden "Tenzij anders gedefinieerd in dit koninklijk besluit" heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Il n'y a pas de cas concret à ce jour. L'objectif est d'éviter toute discussion en cas de doute ou de modification de l'arrêté royal dans le futur." De woorden in kwestie moeten worden weggelaten, aangezien ze de indruk wekken dat sommige begrippen anders worden gedefinieerd in het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten `betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht'.

Hoe dan ook is het niet toelaatbaar dat bij een verordening wordt afgeweken van de definities waarin een wetgevende tekst voorziet.

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 16, 3°, van het ontwerp.

Artikel 4 Naar aanleiding van de vraag waarom het ontworpen artikel 3, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten verwijst naar het vastgoed dat in aanbouw is en waarom er een verschil bestaat tussen niet zakelijk en zakelijk vastgoed, heeft de gemachtigde van de minister de volgende toelichting verstrekt: "En Belgique, les seuls actifs de couverture autorisés sont ceux qui répondent aux critères déterminés dans l'article 129 du [règlement (UE) 575/2013 du Parlement européen et du Conseil du 26 juin 2013 concernant les exigences prudentielles applicables aux établissements de crédit et aux entreprises d'investissement, modifié par le règlement (UE) 2019/2160 du Parlement européen et du Conseil du 27 novembre 2019 modifiant le règlement (UE) n° 575/2013 en ce qui concerne les expositions sous forme d'obligations garanties (CRR)]. Il s'agit d'actifs de couverture de haute qualité qui permettent que les covered bonds qui sont couverts par ces actifs puissent bénéficier d'une évaluation du risque favorable.

Les raisons pour lesquelles les créances garanties par une hypothèque sur immeuble résidentiel sont autorisées sont exprimées dans le Question réponse de l'EBA (EBA Q&A 2015_2304 (5)). Dans ce question réponse, la question a été posée de savoir si pendant la période de construction d'un immeuble résidentiel, les prêts pouvaient également être considérés comme entièrement couverts au sens de l'article 125 du CRR. L'EBA a précisé dans sa réponse qu'un bien immobilier résidentiel en construction satisfaisait aux conditions et permettait de considérer que le prêt y relatif est complètement couvert par ledit bien immobilier. L'EBA a expressément ajouté dans sa réponse que ce traitement est exclusivement applicable aux immeubles résidentiels et non aux immeubles non-résidentiels. Ceci explique la différence faite, dans l'avant-projet d'arrêté royal, entre les immeubles résidentiels et non-résidentiels." Het verdient aanbeveling die toelichting op te nemen in het verslag aan de Koning.

Artikel 5 Ter wille van de rechtszekerheid dient het begrip "lex contractus", in fine van het ontworpen artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten, te worden gedefinieerd.

Artikel 6 Naar aanleiding van een vraag over het begrip "dekkingstests" heeft de gemachtigde van de minister de volgende toelichting gegeven: "L'article 12, § 1er, 1° en projet renvoie aux tests de couverture.

Comme l'indique l'article 12, § 1er, 1° et le titre de l'article 5 de l'arrêté royal du 11 octobre 2012, ces tests de couverture sont réglés dans ledit article 5. Ce titre n'apparait pas dans l'avant-projet soumis à consultation car il existait déjà dans la version initiale de l'arrêté royal du 11 octobre 2012 et ne doit pas être modifié." Er moet evenwel worden vastgesteld dat artikel 6 van het ontwerp artikel 5 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten volledig vervangt, maar het opschrift van dat artikel niet overneemt. Indien de steller van het ontwerp dat opschrift wenst te behouden, wat overigens raadzaam is voor een goed begrip van artikel 12 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten, moet hij artikel 6 van het ontwerp in die zin wijzigen.

Artikel 11 Op de vraag wat de strekking is van de woorden "met name" heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "En principe, la Banque n'imposera à un établissement de crédit émetteur de limiter son volume d'émission de covered bonds belges qu'afin de protéger les créanciers de l'établissement de crédit autres que les titulaires de covered bonds belges. On ne peut cependant exclure que d'autres raisons justifient d'imposer une telle limite. Il est évident que ces autres raisons ne pourraient trouver leur cause que dans le cadre de la mise en oeuvre de la mission légale de contrôle de la Banque, et donc nécessairement dans le cadre de la finalité dans laquelle cette mission doit être exercée et dans le respect du principe de proportionnalité. Ce terme était d'ailleurs déjà présent dans la version initiale de l'arrêté royal du 11 octobre 2012." Artikel 11 van het ontwerp ontleent zijn rechtsgrond aan artikel 81, § 4, 5°, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, luidens hetwelk de Koning bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad "de criteria [bepaalt] waarop de Bank zich kan baseren om aan elke uitgevende kredietinstelling een maximumpercentage aan Belgische covered bonds op te leggen dat zij mag uitgeven ten opzichte van haar balanstotaal." Aangezien de steller van het ontwerp zelf de criteria moet bepalen op basis waarvan de Bank een maximumpercentage aan covered bonds kan opleggen, moeten de woorden "met name" worden weggelaten. Indien de steller van het ontwerp andere criteria wil bepalen, moet artikel 11 in die zin worden aangevuld of moet daartoe in een machtiging aan de minister worden voorzien.

Artikel 12 De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat in de Franse tekst van artikel 12, 1°, de woorden "l'article 16, § 1er de la loi" vervangen moeten worden door de woorden "l'article 16, § 1er, de l'annexe III de la loi".

Artikel 13 Zoals de gemachtigde van de minister heeft aangegeven, formuleert het ontworpen artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten preciezere regels met betrekking tot bepaalde informatie bedoeld in artikel 15/1, § 1, 3°, 4° en 6°, van bijlage III van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten.

Ter wille van de rechtszekerheid en om niet de indruk te wekken dat het ontworpen artikel 12, § 1, een exhaustieve opsomming geeft van de informatie die gepubliceerd moet worden op de website van de kredietinstelling die covered bonds uitgeeft, moeten de woorden "Voor de toepassing van artikel 15/1, § 1, van Bijlage III van de wet" worden vervangen door de woorden "Naast de informatie opgesomd in artikel 15, § 1, van bijlage III van de wet".

Artikel 15 De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat de woorden "in artikel 1, § 3, eerste lid, 1°, " moeten worden vervangen door de woorden "in artikel 1, § 3, eerste lid,".

Artikel 18 In artikel 18, 7°, moeten de woorden "in paragraaf 3" worden vervangen door de woorden "in paragraaf 3, eerste lid,".

Artikel 21 Volgens de bespreking van artikel 21 strekt deze bepaling tot omzetting van artikel 28 van richtlijn 2019/2162, waarbij artikel 52, lid 4, eerste alinea, van richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 `tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)' wordt vervangen door de volgende tekst: "De lidstaten mogen de in de eerste alinea van lid 1 gestelde begrenzing van 5 % tot ten hoogste 25 % verhogen wanneer obligaties werden uitgegeven vóór 8 juli 2022 en voldeden aan de vereisten van dit lid, zoals van toepassing op de datum van de uitgifte ervan, of wanneer obligaties vallen onder de definitie van gedekte obligaties in artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad. (*) (*) Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU (PB L 328 van 18.12.2019, 29)." Voordat artikel 52, lid 4, eerste alinea, van richtlijn 2009/65/EG was gewijzigd bij richtlijn 2019/2162, luidde het als volgt: "De lidstaten mogen de in de eerste alinea van lid 1 gestelde begrenzing van 5 % tot ten hoogste 25 % verhogen indien obligaties worden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel in een lidstaat gevestigd is en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van obligatiehouders. Met name worden de uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen overeenkomstig de wet belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden vorderingen kunnen dekken en die, in geval de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente." Die alinea is omgezet bij het thans van kracht zijnde artikel 62, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten `met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG'.

De in het ontworpen artikel 62, § 4, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten vervatte woorden "overeenkomstig de wet", die duidelijk zijn overgenomen uit de tekst van de richtlijn, moeten hetzij worden weggelaten, hetzij worden vervangen door de vermelding van de wetgeving die in het Belgische recht van toepassing is.

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 23.

De griffier, Béatrice DRAPIER De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 27. (2) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbevelingen 29 en 30. (3) Ibidem, aanbevelingen 42 en 43, formule F 3 9 1.(4) Ibidem, formule F 4 1 2 1. (5) https://www.eba.europa.eu/single-rule-book-qa/-/qna/view/publicId/2015_2304.

27 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, artikel 81, § 4, en de artikelen 1/3, § 2, 2/1, § 3, 5, 8, § 5, 13, tweede lid, 15, § 3, 15/1, § 2 en 16, § 3, van Bijlage III, zoals gewijzigd, vervangen of ingevoegd bij de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2021 pub. 07/12/2021 numac 2021034095 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen met het oog op de omzetting van Richtlijn 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties, en tot wijziging van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen (1) sluiten;

Gelet op de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, waarvan het opschrift is vervangen bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten, de artikelen 7, eerste lid, en 74, zoals respectievelijk vervangen en gewijzigd bij de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten;

Gelet op de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, artikel 183, tweede lid, en 237;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 oktober 2021;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën van 13 oktober 2021;

Gelet op het advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 15 december 2021;

Gelet op advies 70.525/2 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Afdeling 1. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 11 oktober

2012 betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht

Artikel 1.De bepalingen van dit koninklijk besluit zorgen voor de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU.

Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht wordt vervangen als volgt: "

Artikel 1.Toepassingsgebied Dit besluit is van toepassing op de kredietinstellingen bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen die zijn opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 82, eerste lid, van dezelfde wet, en op de uitgegeven effecten die zijn opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 82, tweede lid, van dezelfde wet.".

Art. 3.In de Nederlandse versie van de artikelen 2, 3, 6, 7, 9, 10 en 11 van hetzelfde koninklijk besluit wordt het woord "dekkingswaarde" telkens vervangen door het woord "dekkingsactief" en het woord "dekkingswaarden" door het woord "dekkingsactiva".

Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt: "2° " wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten" of "de wet": de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen;"; 2° de bepalingen onder 3°, 4°, 9° en 11° worden opgeheven; 3° de bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt: "7° "nettoliquiditeitsuitstromen": alle uitgaande betalingsstromen die op één dag verschuldigd zijn, daaronder begrepen aflossingen van de hoofdsom en van de interesten en betalingen op grond van derivatencontracten en van de kosten voor het onderhoud en het beheer van de uitgifte of het uitgifteprogramma van Belgische covered bonds, na aftrek van alle inkomende betalingsstromen die op dezelfde dag verschuldigd zijn voor schuldvorderingen in verband met de dekkingsactiva;"; 4° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt: "8° "derivatencontract": een contract als bedoeld in artikel 1/3 van Bijlage III bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten;".

Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Onverminderd de in artikel 5 vastgestelde grenzen moeten de dekkingsactiva tot een van de volgende categorieën van dekkingsactiva behoren: 1° categorie 1: hypothecaire schuldvorderingen waarbij het voorwerp van de hypotheek niet-zakelijk vastgoed is dat in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte is gelegen, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de overeenkomstige hypotheken, en 80 % van de waarde van het niet-zakelijk vastgoed dat het voorwerp is van de hypotheek of hypotheken.De waarde van de hypotheken wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, § 2, tweede tot zesde lid, onverminderd de bepalingen van artikel 6, § 4.

Schuldvorderingen gewaarborgd door een hypotheek op niet-zakelijk vastgoed dat in aanbouw of ontwikkeling is, mogen als dekkingsactiva worden opgenomen tot beloop van 15 % van het totaal van de hypothecaire schuldvorderingen die als dekkingsactiva zijn opgenomen en waarbij het voorwerp van de hypotheek niet-zakelijk vastgoed is; 2° categorie 2: hypothecaire schuldvorderingen waarbij het voorwerp van de hypotheek zakelijk vastgoed is dat in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte is gelegen, tot aan een waarde die de laagste is van de hoofdsom van de overeenkomstige hypotheken in combinatie met alle eerder verleende hypotheken (d.w.z. het aandeel van de schuldvordering dat wordt gedekt door een of meer hypotheken), en 60 % van de waarde van het zakelijk vastgoed dat het voorwerp is van de hypotheek of hypotheken. De waarde van de hypotheken wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, § 3, tweede tot vierde lid.

Schuldvorderingen gewaarborgd door een hypotheek op zakelijk vastgoed dat in aanbouw of ontwikkeling is, mogen niet als dekkingsactiva worden opgenomen. 3° categorie 3: schuldvorderingen op of gewaarborgd door (i) centrale overheden of centrale banken van lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ("OESO"); (ii) regionale of lokale overheden of publiekrechtelijke entiteiten van lidstaten van de OESO; of (iii) multilaterale ontwikkelingsbanken of internationale organisaties die een risicogewicht van 0 % hebben met toepassing van de artikelen 117 en 118 van Verordening nr. 575/2013.

Wanneer de wederpartijen van de schuldvorderingen bedoeld in de punten (i) en (ii) geen lid zijn van de Europese Unie of, in het geval van de centrale banken, geen lid zijn van het Europees Stelsel van Centrale Banken ("ESCB"), komen enkel de schuldvorderingen in aanmerking die: - in het geval van wederpartijen als bedoeld in punt (i), behoren tot kredietkwaliteitscategorie 1 of 2 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van Verordening nr.575/2013; - in het geval van wederpartijen als bedoeld in punt (ii), eenzelfde risicogewicht hebben als blootstellingen met betrekking tot instellingen of centrale overheden en centrale banken in overeenstemming met, respectievelijk, artikel 115, lid 1 of 2, of met artikel 116, lid 1, 2 of 4, van Verordening nr. 575/2013 en behoren tot kredietkwaliteitscategorie 1 of 2 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van Verordening nr. 575/2013, met dien verstande dat de schuldvorderingen jegens wederpartijen die tot kredietkwaliteitscategorie 2 behoren, niet hoger mogen liggen dan 20 % van het nominaal bedrag van alle betrokken uitstaande Belgische covered bonds; 4° categorie 4: schuldvorderingen op kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de OESO en die behoren tot de kredietkwaliteitscategorieën 1 of 2 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van Verordening nr.575/2013, wanneer deze vorderingen de vorm hebben van: a) kortlopende schuldvorderingen met een looptijd van drie maanden of minder, of kortetermijndeposito's met een oorspronkelijke looptijd van maximaal 100 dagen, indien deze worden gebruikt om te voldoen aan het liquiditeitsvereiste voor het bijzonder vermogen als bepaald in artikel 7, paragraaf 1;of van b) derivatencontracten die voldoen aan de vereisten van artikel 4. De schuldvorderingen op kredietinstellingen die behoren tot de bovengenoemde kredietkwaliteitscategorie 2 mogen maar als dekkingsactiva worden opgenomen tot beloop van 10 % van het nominaal bedrag van de betrokken uitstaande Belgische covered bonds.

De totale waarde van de schuldvorderingen op kredietinstellingen die behoren tot de bovengenoemde kredietkwaliteitscategorieën 1 of 2 ligt niet hoger dan 15 % van het nominaal bedrag van de betrokken uitstaande Belgische covered bonds."; 2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.De dekkingsactiva die deel uitmaken van het (de) bijzonder(e) vermogen(s) van de uitgevende kredietinstelling worden ingeschreven in het register van de dekkingsactiva overeenkomstig de categorie waartoe zij behoren, en de uitgevende kredietinstelling beschikt te allen tijde over documentatie waarmee wordt aangetoond dat haar kredietbeleid met betrekking tot de betrokken activa waarborgt dat deze in overeenstemming zijn met de in dit artikel bepaalde beleenbaarheidscriteria."; 3° paragraaf 5 wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Het betrokken vastgoed wordt gewaardeerd door een schatter in de zin van artikel 208, lid 3, punt b), van Verordening nr.575/2013, overeenkomstig de vereisten van artikel 229, lid 1, van Verordening nr. 575/2013. Op het moment dat het dekkingsactief wordt opgenomen in het bijzonder vermogen, houdt de uitgevende kredietinstelling rekening met de actuele waardering tegen of onder de marktwaarde.

De uitgevende kredietinstelling voldoet aan het vereiste van artikel 208, lid 5, van Verordening nr. 575/2013 om te beschikken over procedures om te controleren of het betrokken vastgoed adequaat is verzekerd tegen schaderisico."; 4° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt: " § 6.Wanneer een dekkingsactief wordt ingeschreven in het register van de dekkingsactiva, conform artikel 9, mag er voor dit actief geen sprake zijn van wanbetaling in de zin van artikel 178 van Verordening nr. 575/2013."; 5° in paragraaf 7 worden de woorden "en, in voorkomend geval, van de daarmee gelijkgestelde effecten" geschrapt.

Art. 6.Artikel 4 wordt vervangen als volgt: "

Art. 4.Derivatencontracten § 1. De derivatencontracten die de uitgevende kredietinstelling besluit op te nemen in het bijzonder vermogen 1° mogen niet vervroegd worden beëindigd omdat ten aanzien van de uitgevende kredietinstelling een liquidatie- of afwikkelingsprocedure is geopend, ongeacht of deze beëindiging automatisch plaatsheeft of op initiatief van de wederpartij geschiedt;2° mogen niet worden opgenomen in een overeenkomst tot schuldvernieuwing of schuldvergelijking (nettingovereenkomst) waarbij de uitgevende kredietinstelling partij is. § 2. Deze derivatencontracten moeten zijn afgesloten met kredietinstellingen die niet zijn opgenomen in de prudentiële consolidatiekring van de uitgevende kredietinstelling en die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de OESO en ten minste in aanmerking komen voor kredietkwaliteitscategorie 2 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van Verordening nr. 575/2013.

De nettoblootstellingen met betrekking tot de instellingen die de wederpartijen zijn van de derivatencontracten moeten in hoofde van deze instellingen worden gedekt door waarden of financiële instrumenten uitgegeven of gewaarborgd door een centrale autoriteit die ressorteert onder het recht van een lidstaat van de OESO en in aanmerking komt voor kredietkwaliteitscategorie 1 zoals vastgesteld met toepassing van artikel 136 van Verordening nr. 575/2013. § 3. De uitgevende kredietinstellingen die besluiten derivatencontracten op te nemen in hun bijzonder vermogen waken erover dat zij te allen tijde beschikken over de nodige en regelmatig geactualiseerde documentatie om de naleving aan te tonen van de vereisten als bepaald bij of krachtens artikel 1/3 van Bijlage III van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten en van de boekhoudkundige risicodekkingsvereisten van Afdeling 6.4 van de International Financial Reporting Standard 9 - Financial Instruments. Deze documentatie moet ook een extern en onafhankelijk juridisch advies bevatten waarin de geldigheid en tegenstelbaarheid van de derivatencontracten in de betrokken rechtsgebieden wordt bevestigd en dat ten minste betrekking heeft op het door de partijen gekozen recht (lex contractus) en de wetgeving die van toepassing is op een liquidatieprocedure (lex fori concursus) die een invloed zou kunnen hebben op de instelling die de wederpartij is.".

Art. 7.Artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 5.Dekkingstests § 1. De waardering van de primaire activa moet ten minste gelijk zijn aan 85 % van het nominaal bedrag van de betrokken uitstaande Belgische covered bonds. § 2. Voor elk bijzonder vermogen moet de waarde van de dekkingsactiva, als bepaald in artikel 6, te allen tijde minstens gelijk zijn aan 105 % van het nominaal bedrag van de uitstaande uitgegeven Belgische covered bonds, met dien verstande dat de hoofdsommen van de dekkingsactiva niet elders in aanmerking zijn genomen om te voldoen aan het vereiste van paragraaf 3 met betrekking tot andere betalingsverplichtingen dan die welke verband houden met de hoofdsom van de Belgische covered bonds. § 3. Voor elk bijzonder vermogen moet de som van de hoofdsom, de interesten en alle andere inkomsten gegenereerd door de dekkingsactiva, waaronder de inkomsten uit de derivatencontracten als bedoeld in artikel 4 en de beschikbare liquide middelen als bedoeld in artikel 7, te allen tijde volstaan om de som te dekken van de hoofdsom, de interesten en de lasten verbonden aan het onderhoud en het beheer van het uitgifteprogramma van Belgische covered bonds, met inbegrip van de kosten voor de afbouw van dit programma. Om te bepalen in welke mate de hoofdsom van de dekkingsactiva in aanmerking genomen wordt bij de in deze paragraaf bedoelde berekening wordt rekening gehouden met de beleenbaarheidscriteria van artikel 3.

In het kader van de berekening van de kosten verbonden aan het onderhoud en het beheer van het uitgifteprogramma van Belgische covered bonds, met inbegrip van het onderhoud en het beheer voor de afbouw ervan, kan de uitgevende kredietinstelling een schatting maken van de kosten die recurrent in rekening zullen worden gebracht tot de vervaldatum van de betrokken Belgische covered bonds of, in voorkomend geval, totdat deze volledig vereffend zijn indien deze schatting afdoende gedocumenteerd is.

In het kader van de berekening van de rente die wordt gegenereerd door de dekkingsactiva, met inbegrip van de liquide activa die worden aangehouden voor de toepassing van artikel 7 en met het oog op de rente die verschuldigd is aan de houders van de Belgische covered bonds, houdt de uitgevende kredietinstelling rekening met de rente die op grond van de betrokken afschrijvingstabellen verschuldigd is.

Eventuele variabele of herzienbare rente wordt berekend op het moment van de waardering op basis van de modellen die de uitgevende kredietinstelling gebruikt voor dit soort activa of passiva. Deze berekeningsmethodes worden ook gebruikt voor de berekening van de waarde van de derivatencontracten wat betreft de contractueel bepaalde stromen naargelang deze al dan niet zijn vastgesteld op basis van een variabel criterium.".

Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "als volgt bepaald" vervangen door de woorden "bepaald in de paragrafen 2 tot en met 9";2° in paragraaf 2 wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Niet-zakelijk vastgoed mag maar in aanmerking worden genomen bij de waarderingsberekening als voldaan is aan de vereisten van artikel 208 van Verordening nr.575/2013. Overeenkomstig lid 3, onder a) van het genoemde artikel 208 wordt de waarde van het niet-zakelijk vastgoed regelmatig en ten minste jaarlijks gecontroleerd."; 3° paragraaf 2 wordt aangevuld met een zesde lid, luidende: "De berekening van de limiet van 80 % als bedoeld in het eerste lid wordt voor elke lening afzonderlijk berekend en bepaalt het gedeelte van de lening dat bijdraagt aan de dekking van de aan de betrokken Belgische covered bond verbonden verplichtingen, en geldt gedurende de volledige looptijd van de lening."; 4° in paragraaf 3 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Zakelijk vastgoed mag maar in aanmerking worden genomen bij de waarderingsberekening als voldaan is aan de vereisten van artikel 208 van Verordening nr.575/2013. Overeenkomstig lid 3, onder a) van het genoemde artikel 208 wordt de waarde van het zakelijk vastgoed regelmatig en ten minste jaarlijks gecontroleerd."; 5° paragraaf 3 wordt aangevuld met een vierde lid, luidende: "De berekening van de limiet van 60 % als bedoeld in het eerste lid wordt voor elke lening afzonderlijk berekend en bepaalt het gedeelte van de lening dat bijdraagt aan de dekking van de aan de betrokken Belgische covered bond verbonden verplichtingen, en geldt gedurende de volledige looptijd van de lening."; 6° in het eerste lid van paragraaf 5 worden de woorden "of verzekerd" geschrapt;7° het tweede lid van paragraaf 5 wordt opgeheven;8° de paragrafen 6 en 7 worden opgeheven;9° paragraaf 8 wordt vervangen als volgt: " § 8.De in artikel 4 bedoelde derivatencontracten worden voor de berekening van de vereisten van artikel 5, paragrafen 1 en 2 gewaardeerd op basis van het bij de beëindiging van het derivatencontract verschuldigde bedrag ("close-out amount")."; 10° paragraaf 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.De waarde van de dekkingsactiva bedoeld in artikel 3, § 1, 4° (categorie 4), a), wordt vastgesteld op basis van het bedrag van die activa dat is opgenomen in de boekhoudstaten van de uitgevende kredietinstelling."; 11° er wordt een paragraaf 10 ingevoegd, luidende: " § 10.Voor de toepassing van artikel 5, paragrafen 1 tot en met 3, bedraagt de bijdrage (hoofdsom en inkomsten) van een dekkingsactief waarvoor er sprake is van wanbetaling in de zin van artikel 178 van Verordening nr. 575/2013 nul. Een dekkingsactief waarvoor er een betalingsachterstand van meer dan 30 dagen is vastgesteld, wordt in aanmerking genomen voor 50 % van zijn waarde als bepaald conform dit artikel en artikel 5, paragraaf 3. Het aantal achterstallige dagen wordt berekend conform de bepalingen van artikel 178 van Verordening nr. 575/2013.".

Art. 9.In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de titel van het artikel wordt vervangen als volgt: "Liquiditeitsbuffer";2° de paragrafen 1 en 2 worden vervangen als volgt: " § 1.Elk bijzonder vermogen moet voldoende liquide en beschikbare dekkingsactiva bevatten om een liquiditeitsbuffer te vormen, teneinde de uitgevende kredietinstelling in staat te stellen te allen tijde de nettoliquiditeitsuitstromen van de betrokken uitgifte of het betrokken uitgifteprogramma te dekken, alsook het maximumbedrag van de som van de nettoliquiditeitsuitstromen zoals berekend over een periode van zes maanden. Indien de voorwaarden voor de uitgifte van de Belgische covered bonds voorzien in een verlengbare-looptijdstructuur, kan de berekening van de hoofdsom worden gebaseerd op de maximale looptijd die in de uitgiftevoorwaarden is vastgesteld.

In het kader van de berekening van de liquiditeitsbuffer en van de nettoliquiditeitsuitstromen is de bijdrage (hoofdsom en inkomsten) van een dekkingsactief waarvoor er sprake is van wanbetaling in de zin van artikel 178 van Verordening nr. 575/2013 nul. Evenzo wordt in het kader van de berekening van de liquiditeitsbuffer en van de nettoliquiditeitsuitstromen de bijdrage (hoofdsom en inkomsten) van een dekkingsactief waarvoor er een betalingsachterstand van meer dan 30 dagen is vastgesteld, slechts in aanmerking genomen tot 50 % van haar waarde. Het aantal achterstallige dagen wordt berekend overeenkomstig artikel 178 van Verordening nr. 575/2013. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde liquiditeitsbuffer omvat: 1° dekkingsactiva die voldoen aan de vereisten met betrekking tot activa van niveau 1 overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr.575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen, die worden gewaardeerd in overeenstemming met die gedelegeerde verordening en die niet zijn uitgegeven door de kredietinstelling die de betrokken Belgische covered bonds heeft uitgegeven, noch door haar moederonderneming, tenzij het om een publiekrechtelijke entiteit gaat die geen kredietinstelling is, haar dochteronderneming of een andere dochteronderneming van haar moederonderneming; 2° kortlopende blootstellingen of kortetermijndeposito's als bedoeld in artikel 3, 4°, a)."; 3° paragraaf 4 wordt opgeheven.

Art. 10.Artikel 8 wordt vervangen als volgt: "

Art. 8.Risicobeheer De uitgevende kredietinstelling moet een risicobeheerbeleid vastleggen en ten minste om de drie maanden stresstests uitvoeren om te garanderen dat de liquiditeitsstromen die door de dekkingsactiva gegenereerd worden, voldoende groot blijven om te voldoen aan de vereisten van de artikelen 5 en 7 en/of moet over andere activa beschikken die in voorkomend geval snel kunnen worden aangewend als dekkingsactiva. De stresstests moeten ten minste rekening houden met: - plotse en onverwachte rentevoet- of wisselkoersbewegingen; - scenario's met verschillende niveaus van percentages van vervroegde terugbetaling van de dekkingsactiva; - scenario's met een aanzienlijke verslechtering van de kredietkwaliteit van de dekkingsactiva.".

Art. 11.In artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden ", en, in voorkomend geval, van de daarmee gelijkgestelde effecten" geschrapt;2° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "worden beschouwd als ingeschreven" vervangen door de woorden "worden geacht te zijn ingeschreven";3° in paragraaf 2, 1°, worden de woorden "en, in voorkomend geval, van de daarmee gelijkgestelde effecten," geschrapt;4° in paragraaf 3 worden de woorden "zo snel mogelijk" vervangen door de woorden "onverwijld";5° in paragraaf 5 worden het eerste en tweede lid vervangen als volgt: "Het register wordt in elektronische vorm bijgehouden. Alleen personen die toestemming hebben gekregen van het wettelijk bestuursorgaan en die daarnaast uitsluitend functies uitoefenen in bedrijfseenheden die niet betrokken zijn bij de verlening van de onderliggende kredieten, mogen inschrijvingen doen in het register en er wijzigingen in aanbrengen. Er dienen beschermingsmaatregelen te worden genomen om te verhinderen dat het register gewijzigd wordt door onbevoegden of, in voorkomend geval, dat het beschadigd of vernield wordt. Te dien einde moet er een geactualiseerde kopie (back-up) van het register worden aangemaakt en op een andere beschermde plaats dan het originele register worden bewaard."; 6° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt: " § 6.Wanneer een dekkingsactief geschrapt wordt uit het register van de dekkingsactiva, behoort het niet langer tot het bijzonder vermogen.".

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 10.Beperking van het uit te geven bedrag aan Belgische covered bonds De Bank kan van een uitgevende kredietinstelling verlangen dat zij het volume van haar uitgifte van Belgische covered bonds beperkt om de andere schuldeisers van de kredietinstelling dan de houders van Belgische covered bonds te beschermen.".

Art. 13.In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De aanvraag van het eensluidend advies als bedoeld in artikel 16, § 1, van Bijlage III van de wet wordt opgenomen in het dossier voor de aanvraag van de toestemming om Belgische covered bonds uit te geven, zoals bepaald in artikel 81, § 1, van de wet."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De portefeuillesurveillant is een revisor of revisorenvennootschap die door de Bank is erkend met toepassing van artikel 222 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, en is niet de commissaris die is aangesteld bij de uitgevende kredietinstelling met toepassing van artikel 223 van de genoemde wet. De surveillant beschikt bovendien over de nodige kwalificaties en ervaring om de opdrachten te vervullen die vastgesteld zijn in de wet en in dit besluit."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de bepalingen onder 1° en 2° vervangen als volgt: "1° inzake dekkingsactiva, met name de kwalitatieve vereisten met betrekking tot de dekkingsactiva, de kwantitatieve vereisten met betrekking tot de dekkingsactiva, de vereisten met betrekking tot de waardering, het niveau van de dekking, het overschot en de beschikbare liquiditeit, de vereisten voor de aankoop van activa ter dekking van een uitgifte en de vereisten inzake derivatencontracten, zoals in voorkomend geval vastgesteld in dit besluit; 2° inzake afzondering, informatieverstrekking aan beleggers, verlengbare-looptijdstructuren en bijhouden van het register van de dekkingsactiva, met name het vereiste van correcte registratie.".

Art. 14.Artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 12.Informatieverstrekking aan beleggers § 1. Voor de toepassing van artikel 15/1, § 1, van Bijlage III van de wet publiceert elke kredietinstelling die Belgische covered bonds uitgeeft, afzonderlijk voor elk uitgifteprogramma, de volgende informatie op haar website binnen de maand die volgt op de uitgifte en vervolgens elke maand voor de informatie met betrekking tot de voorgaande maand, : 1° de resultaten van de drie dekkingstests als bedoeld in artikel 5, met inbegrip van de bedragen van de posten die in aanmerking worden genomen voor de berekening van die tests;2° de resultaten van de liquiditeitstest als bedoeld in artikel 7, met inbegrip van de bedragen van de posten die in aanmerking worden genomen voor de berekening van die test, de samenstelling van de liquiditeitsbuffer en een beschrijving van de activa die deel uitmaken van deze buffer;3° voor de dekkingsactiva, de verdeling en de betrokken uitstaande bedragen voor elke categorie van schuldvorderingen als bedoeld in artikel 3 en binnen elk van deze categorieën van activa, in het licht van de volgende criteria: - de munteenheden; - de kenmerken van de rentebepaling voor de onderliggende kredieten; - de verdeling van de rentepercentages voor de onderliggende kredieten; - de verdeling van de onderliggende kredieten op basis van de periode sinds de uitgifte van het krediet ("loan seasoning") en de resterende looptijd ("residual maturity"); - de verdeling van de nominale bedragen van de uitstaande onderliggende kredieten naar grootte,alsook het geaggregeerde nominale bedrag, het aantal kredietnemers en hun bijdrage aan het bijzonder vermogen; - de gedeeltelijke en volledige vervroegde terugbetalingen; - het totale uitstaande bedrag van de dekkingsactiva die een achterstand vertonen van 0 tot 30 dagen, 30 tot 60 dagen en 60 tot 90 dagen ten opzichte van alle dekkingsactiva; - voor de schuldvorderingen van categorie 1 en 2 als bedoeld in artikel 3, de verdeling van de leningen per niveau van de loan-to-value ratio (LTV) en het gewogen gemiddelde van de LTV, elk berekend op basis van de geïndexeerde en niet-geïndexeerde marktwaarde op de referentiedatum; - voor de schuldvorderingen van categorie 1 en 2 als bedoeld in artikel 3, de verdeling van de leningen in het licht van hun quotiteit als gedekt door een hypotheek (bedrag van de hypothecaire inschrijving); - voor de schuldvorderingen van categorie 2 als bedoeld in artikel 3, het type zakelijk vastgoed waarop een hypotheek is genomen; - voor de schuldvorderingen van categorie 1 als bedoeld in artikel 3, het type bewoning van het niet-zakelijk vastgoed waarop een hypotheek is genomen: woning voor eigen gebruik door de kredietnemer, woning die verhuurd wordt of andere; - voor de schuldvorderingen van categorie 3 als bedoeld in artikel 3, de hoedanigheid van de kredietnemer; - indien de uitgevende kredietinstelling de IFRS9-normen toepast, het geaggregeerde uitstaande bedrag en het aantal leningen zoals geclassificeerd op basis van Fase 1, 2 en 3 met betrekking tot de categorieën van bijzondere waardevermindering als omschreven in Afdeling 9.5.5.van de International Financial Reporting Standard 9 -

Financial Instruments - en als bedoeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1443 van de Commissie van 29 juni 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad; 4° de doeltreffendheid van de derivatencontracten in het licht van de boekhoudkundige risicodekkingsvereisten van Afdeling 6.4 van de International Financial Reporting Standard 9 - Financial Instruments; 5° de overeenstemming tussen de aflossingsprofielen van de Belgische covered bonds en de daarmee verband houdende dekkingsactiva, rekening houdend met de verschillende niveaus van vervroegde terugbetaling van die activa. § 2. Evenzo publiceren de uitgevende kredietinstellingen op hun website elk kwartaal de resultaten van de stresstests als bedoeld in artikel 8 die betrekking hebben op de vereisten als bedoeld in artikel 5 en in artikel 7.".

Art. 15.De artikelen 13 en 14 worden opgeheven. Afdeling 2. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 11 oktober

2012 betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht

Art. 16.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht wordt vervangen als volgt: "

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de kredietinstellingen bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen die zijn opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 82, eerste lid, van dezelfde wet, en op de uitgegeven effecten die zijn opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 82, tweede lid, van dezelfde wet.".

Art. 17.In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt: "2° "de wet": de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen;"; 2° de bepalingen onder 4° en 5° worden opgeheven.

Art. 18.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Voor de toepassing van artikel 64/13 van de wet" vervangen door de woorden "Voor de toepassing van artikel 8 van Bijlage III bij de wet";2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden "in de zin van artikel 18 van de wet" vervangen door de woorden "in de zin van artikel 19, § 1, tweede lid, van de wet";3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "beoordeeld ten aanzien van de effectieve leiders van de rechtspersoon" vervangen door de woorden "beoordeeld ten aanzien van de natuurlijke persoon die de functie uitoefent in naam van de betrokken rechtspersoon".

Art. 19.In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "en, in voorkomend geval, door gebruik te maken van de beschikbare liquiditeitslijnen" vervangen door de woorden "en, in voorkomend geval, door de looptijd van de Belgische covered bonds te verlengen overeenkomstig artikel 13/1 van Bijlage III van de wet";2° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden ", ten gunste van de houders van covered bonds," vervangen door de woorden ", voor rekening van het bijzonder vermogen,";3° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "artikel 64/16" vervangen door de woorden "artikel 11 van Bijlage III"; 4° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: "7° derivatencontracten afsluiten overeenkomstig artikel 1/3 van Bijlage III van de wet;"; 5° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 8° opgeheven;6° in paragraaf 2 worden de woorden "bedoeld in artikel 64/16" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 11 van Bijlage III"; 7° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° de Bank en de vertegenwoordigers van de houders van Belgische covered bonds op driemaandelijkse basis in te lichten over de resultaten van de tests bedoeld in 1° en van de tests bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit, alsook over de maatregelen die werden genomen wanneer niet voldaan is aan deze tests;"; 8° in paragraaf 4 worden de woorden ",overeenkomstig artikel 64/17, § 2" vervangen door de woorden ", overeenkomstig artikel 12 van Bijlage III".

Art. 20.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "van artikel 64/11, zesde lid" vervangen door de woorden "van artikel 6, vierde lid van Bijlage III".

Art. 21.In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "in artikel 64/16, 6°, " vervangen door de woorden "in artikel 11, 6°, van Bijlage III". Afdeling 3. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 12 november

2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG

Art. 22.In artikel 62, § 4, van het koninklijk besluit van 12 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003336 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging type koninklijk besluit prom. 12/11/2012 pub. 30/11/2012 numac 2012003335 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging sluiten met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De begrenzing, gesteld in § 1, eerste lid, wordt verhoogd tot 25 %: 1° voor de obligaties die vallen onder de definitie van gedekte obligaties van artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU;of 2° voor de obligaties die werden uitgegeven vóór 8 juli 2022, op voorwaarde dat zij werden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel is gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van de obligatiehouders.De uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen moeten overeenkomstig de wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden schuldvorderingen kunnen dekken en die, indien de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente."; 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 23.Artikel 210, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de volgende zin : "De kennisgevingsbrief bevat ook de gegevens, waaronder het adres, die nodig zijn voor de facturatie of voor de mededeling van eventuele wettelijk vastgestelde vergoedingen of kosten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, alsook informatie over de voorzieningen voor de uitvoering van de in artikel 92 van Richtlijn 2009/65/EG vermelde taken.". Afdeling 4. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 25 februari

2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen

Art. 24.In artikel 45, § 4, van het koninklijk besluit van 25 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2017 pub. 17/03/2017 numac 2017010981 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen sluiten met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De begrenzing, gesteld in § 1, eerste lid, wordt verhoogd tot 25 %: 1° voor de obligaties die vallen onder de definitie van gedekte obligaties van artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU;of 2° voor de obligaties die werden uitgegeven vóór 8 juli 2022, op voorwaarde dat zij werden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel is gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van de obligatiehouders.De uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen moeten overeenkomstig de wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden schuldvorderingen kunnen dekken en die, indien de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente.". Afdeling 5. - Slotbepalingen

Art. 25.Dit koninklijk besluit treedt in werking op 8 juli 2022.

Bij wijze van uitzondering treedt - artikel 12 van dit besluit in werking op 1 januari 2024; en - artikel 23 van dit besluit in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 26.Voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit als bedoeld in artikel 25, eerste lid, tot de datum bedoeld in artikel 25, tweede lid van hetzelfde koninklijk besluit, wordt het tweede lid van artikel 10, § 1 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht vervangen als volgt: "De in het eerste lid bedoelde voorafgaande toestemming van de Bank kan enkel worden verleend: - op tijdelijke basis, wanneer dit gerechtvaardigd wordt door uitzonderlijke omstandigheden die gevolgen hebben voor de betrokken kredietinstelling en die een ruimer gebruik van deze financieringsbron noodzakelijk maken. De Bank stelt dan een termijn vast waarbinnen opnieuw moet worden voldaan aan de in het eerste lid bedoelde grenswaarde van 8%; of - aan een kredietinstelling waarvan de achtergestelde verplichtingen voldoende bescherming bieden om de drempel te bereiken van 8% van de totale passiva, met inbegrip van het eigen vermogen, als bedoeld in artikel 255, § 6, 3° van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten of in artikel 27, lid 7, onder a) van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds. In dat geval is de in paragraaf 1, eerste lid bedoelde limiet niet van toepassing.".

Art. 27.De Belgische covered bonds en de Belgische pandbrieven die zijn uitgegeven - vóór 8 juli 2022; of - in het kader van een uitgifteprogramma en waarvan het ISIN vóór 8 juli 2024 is geopend, en op voorwaarde dat (i) het effect vervalt vóór 8 juli 2027; (ii) het totale volume van de uitgiften in het kader van het programma die worden uitgevoerd na 8 juli 2022, niet meer bedraagt dan tweemaal het totale volume van de op die datum uitstaande gedekte obligaties; (iii) het totale volume van de uitgifte op de vervaldag niet meer bedraagt dan 6.000.000.000 euro; (iv) de activa die als zekerheid dienen, in België zijn gelegen, blijven tot hun vervaldatum onderworpen aan de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht en aan artikel 4, § 1, 1°, 7° en 8° van het koninklijk besluit van 11 oktober 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2012 pub. 18/10/2012 numac 2012003307 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht sluiten betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht, zoals zij bestonden vóór de wijziging ervan door dit koninklijk besluit. Voor het overige zijn de bepalingen van de voornoemde koninklijke besluiten van 11 oktober 2012, zoals gewijzigd bij dit koninklijk besluit, van toepassing.

Art. 28.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^