gepubliceerd op 13 mei 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 2007 betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten
27 APRIL 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, artikel 132, gewijzigd bij de wetten van 1 maart 2007, 8 juni 2008 en 10 april 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 september 2014;
Gelet op de betrokkenheid van de gewesten van 5 mei 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 10 augustus 2015;
Gelet op het advies 58.509/1 van de Raad van State, gegeven op 3 december 2015, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de Europese Commissie heeft gewezen op het bestaan van lacunes in de Belgische federale bepalingen tot omzetting van richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (Pilot case 6722/14/ENVI);
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Landbouw en de Minister van Leefmilieu en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade.
Art. 2.Artikel 9 van het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten, wordt vervangen als volgt : "
Art. 9.§ 1. De exploitanten stellen, in overeenstemming met bijlage III, potentiële herstelmaatregelen vast en leggen die aan de bevoegde instantie ter goedkeuring voor, tenzij de bevoegde instantie krachtens artikel 8, e), maatregelen heeft genomen. § 2. De bevoegde instantie besluit welke herstelmaatregelen in overeenstemming met bijlage III, en zo nodig in samenwerking met de betrokken exploitant, worden uitgevoerd. § 3. Wanneer zich meerdere gevallen van milieuschade hebben voorgedaan en de bevoegde instantie er niet voor kan zorgen dat de noodzakelijke herstelmaatregelen gelijktijdig worden genomen, kan de bevoegde instantie bepalen welk geval van milieuschade eerst moet worden hersteld.
Bij het nemen van deze beslissing houdt de bevoegde instantie onder meer rekening met de aard, de omvang en de ernst van de milieuschade en met de mogelijkheid van natuurlijke regeneratie. Er moet ook rekening worden gehouden met gevaar voor de menselijke gezondheid. § 4. De bevoegde instantie nodigt de in artikel 14, § 1, bedoelde personen en in ieder geval de personen op wier terrein herstelmaatregelen worden getroffen uit opmerkingen te maken en houdt rekening met die opmerkingen. § 5. Om de herstelmaatregelen te bepalen, raadpleegt de bevoegde instantie de DBB, die een adviserende rol heeft."
Art. 3.In artikel 14, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "dan wel een voldoende belang hebben bij de besluitvorming inzake de schade, inzonderheid de rechtspersonen in de zin van artikel 2 van de wet van 12 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/1993 pub. 07/04/2009 numac 2009000212 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu. - Duitse vertaling sluiten betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu," ingevoegd tussen de woorden "dreigen te lijden," en de woorden "kunnen bij de bevoegde instantie".
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een bijlage III ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.
Art. 5.De minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Landbouw en de minister bevoegd voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Mevr. M.-C. MARGHEM
Bijlage bij het koninklijk besluit van 27 april 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten "Bijlage III bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten HERSTELLEN VAN MILIEUSCHADE Deze bijlage voorziet in een gemeenschappelijk kader dat moet worden gevolgd om de meest geschikte maatregelen te kiezen voor het herstel van milieuschade. 1. Herstel van schade aan wateren en aan beschermde soorten of natuurlijke habitats Herstel van milieuschade aan wateren en aan beschermde soorten of natuurlijke habitats wordt bereikt door het milieu tot zijn referentietoestand terug te brengen middels primair, complementair en compenserend herstel, die als volgt gedefinieerd worden : a) "primair" herstel : herstelmaatregelen waardoor aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties tot de referentietoestand worden teruggebracht;b) "complementair" herstel : herstelmaatregelen met betrekking tot natuurlijke rijkdommen en/of ecosystemen ter compensatie van het feit dat primair herstel niet tot volledig herstel van de aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties leidt;c) "compenserend" herstel : maatregelen ter compensatie van tussentijdse verliezen van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties die zich voordoen tussen het tijdstip waarop de schade ontstaat en het tijdstip waarop het primair herstel zijn volledige uitwerking heeft bereikt;d) "tussentijdse verliezen" : verliezen die het gevolg zijn van het feit dat de aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of functies van natuurlijke rijkdommen hun ecologische functies niet kunnen vervullen of geen functies kunnen vervullen voor andere natuurlijke rijkdommen of het publiek totdat de primaire of complementaire maatregelen hun uitwerking hebben bereikt.Dit bestaat niet uit financiële compensatie voor het publiek.
Indien primair herstel het milieu niet in zijn referentietoestand herstelt, dan vindt complementair herstel plaats. Daarnaast vindt compenserend herstel plaats om tussentijdse verliezen te compenseren.
Herstel van milieuschade aan wateren, beschermde soorten en natuurlijke habitats houdt ook in dat elk aanmerkelijk risico dat de menselijke gezondheid negatieve effecten ondervindt, wordt weggenomen. 1.1. Hersteldoelstellingen Doel van primaire herstelmaatregelen 1.1.1. Primair herstel heeft tot doel, aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties in hun referentietoestand te herstellen.
Doel van complementaire herstelmaatregelen 1.1.2. Wanneer de aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties niet tot hun referentietoestand terugkeren, worden complementaire herstelmaatregelen genomen. Complementaire herstelmaatregelen hebben tot doel eenzelfde niveau van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties te scheppen, zo nodig ook op een andere locatie, als het geval zou zijn geweest wanneer de aangetaste locatie in haar referentietoestand hersteld zou zijn. Waar mogelijk en passend moet de andere locatie geografisch verbonden zijn met de aangetaste locatie, rekening houdend met de belangen van de getroffen populatie.
Doel van compenserende herstelmaatregelen 1.1.3. Compenserende herstelmaatregelen worden genomen om tussentijds verlies van de natuurlijke rijkdommen en ecosysteemfuncties te compenseren in afwachting van regeneratie. Deze compensatie houdt in dat op de aangetaste locatie of op een alternatieve locatie aan beschermde natuurlijke habitats en soorten of wateren aanvullende verbeteringen worden aangebracht. Dit bestaat niet uit financiële compensatie voor het publiek. 1.2. Vaststelling van herstelmaatregelen Vaststelling van primaire herstelmaatregelen 1.2.1. Er worden opties overwogen voor maatregelen om de natuurlijke rijkdommen en ecosysteemfuncties op directe en versnelde wijze, of door natuurlijke regeneratie, weer in hun referentietoestand te brengen.
Vaststelling van complementaire en compenserende herstelmaatregelen 1.2.2. Bij de bepaling van de omvang van complementaire en compenserende herstelmaatregelen wordt eerst een aanpak overwogen die berust op equivalentie van de rijkdommen of functies. In een dergelijke aanpak worden eerst maatregelen overwogen die leiden tot natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties van dezelfde soort, kwaliteit en kwantiteit als die welke zijn aangetast. Indien dit niet mogelijk is, wordt in alternatieve natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties voorzien. Een verminderde kwaliteit kan bijvoorbeeld worden gecompenseerd door meer herstelmaatregelen. 1.2.3. Wanneer deze eerste keuze op basis van equivalentie van de natuurlijke rijkdommen of functies niet mogelijk blijkt, worden alternatieve waardebepalingstechnieken gebruikt. De bevoegde instantie kan de methode, bijvoorbeeld geldelijke waardebepaling, opleggen, teneinde de omvang van de vereiste aanvullende en compenserende herstelmaatregelen vast te stellen. Indien een waardebepaling van de verloren gegane rijkdommen en/of functies mogelijk is, maar een waardebepaling van de vervangende natuurlijke rijkdommen en/of functies niet haalbaar is binnen een redelijke termijn of tegen redelijke kosten, kan de bevoegde instantie kiezen voor herstelmaatregelen waarvan de kosten overeenstemmen met de geraamde geldelijke waarde van de verloren gegane natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties.
De complementaire en compenserende herstelmaatregelen moeten zodanig opgezet zijn dat de extra natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties beantwoorden aan de tijdspreferenties en het tijdschema van de herstelmaatregelen. Zo zou de omvang van de compenserende herstelmaatregelen moeten toenemen naargelang het langer duurt voordat de referentietoestand is hersteld (wanneer alle andere factoren gelijk blijven). 1.3. Keuze van de herstelopties 1.3.1. De redelijke herstelopties moeten met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken, indien die zijn bepaald, worden beoordeeld op basis van de volgende criteria : - het effect van elke optie op de menselijke gezondheid en de veiligheid; - de kosten van de uitvoering van de verschillende opties; - de kans op succes van elke optie; - de mate waarin elke optie toekomstige schade zal voorkomen en waarin bij de uitvoering van de optie onbedoelde schade kan worden vermeden; - de mate waarin elke optie ten goede komt aan de verschillende onderdelen van de relevante natuurlijke rijkdommen en/of functies in kwestie; - de mate waarin elke optie rekening houdt met relevante sociale, economische en culturele aandachtspunten en andere relevante plaatsgebonden factoren; - de tijd die het zal vergen om de milieuschade effectief te herstellen; - de mate waarin elke optie het herstel van de locatie van de milieuschade verwezenlijkt; - de geografische relatie met de schadelocatie. 1.3.2. Bij de evaluatie van de verschillende herstelopties kan voor primaire herstelmaatregelen worden gekozen die de aangetaste wateren en beschermde soorten of natuurlijke habitats niet volledig terugbrengen tot hun referentietoestand of die de referentietoestand minder snel herstellen. Een dergelijke beslissing mag uitsluitend worden genomen, wanneer de natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties die het voorwerp zijn van deze beslissing, worden gecompenseerd door de complementaire of compenserende maatregelen te versterken en zo een soortgelijk niveau van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties te scheppen als oorspronkelijk bestond. Dit is bijvoorbeeld het geval, indien elders met minder kosten in equivalente natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties kan worden voorzien. Deze complementaire herstelmaatregelen worden vastgesteld overeenkomstig de regels van punt 1.2.2. 1.3.3. Niettegenstaande de voorschriften van punt 1.3.2 kan de bevoegde instantie, overeenkomstig artikel 7, lid 3, besluiten dat er geen verdere herstelmaatregelen genomen worden indien : a) de reeds genomen herstelmaatregelen waarborgen dat er geen aanmerkelijk gevaar meer is voor negatieve effecten op de menselijke gezondheid, de wateren of beschermde soorten en natuurlijke habitats, en b) de kosten van de te nemen herstelmaatregelen om de referentietoestand of een gelijkwaardig niveau te bereiken, niet in verhouding zouden staan tot de milieuvoordelen die daarmee zouden worden verkregen.2. Herstel van bodemschade De nodige maatregelen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat ten minste de betrokken verontreinigende stoffen worden verwijderd, gecontroleerd, ingeperkt of verminderd, zodat de verontreinigde bodem, rekening houdend met het huidige of ten tijde van de schade goedgekeurd toekomstige gebruik, niet langer een aanmerkelijk gevaar voor negatieve effecten op de menselijke gezondheid vormt.De aanwezigheid van dergelijke risico's wordt beoordeeld via risicobeoordelingsprocedures waarbij rekening wordt gehouden met de aard en functie van de bodem, de soort en concentratie schadelijke stoffen, preparaten, organismen of micro-organismen, de daarmee samenhangende risico's en de mogelijke verspreiding ervan. Het gebruik wordt vastgesteld op basis van de regelgeving voor het landgebruik, of van eventuele andere regelgeving terzake die van kracht was op het tijdstip dat de schade veroorzaakt is.
Indien het landgebruik wordt gewijzigd, worden alle nodige maatregelen genomen om ieder risico van negatieve effecten op de menselijke gezondheid te voorkomen.
Indien er geen regelgeving voor het landgebruik is, is de aard van het betrokken gebied waar de schade zich heeft voorgedaan, rekening houdend met de verwachte ontwikkeling ervan, bepalend voor het gebruik van dat specifieke gebied.
De optie van natuurlijke regeneratie, dat wil zeggen een optie die geen rechtstreekse ingreep van de mens in het regeneratieproces inhoudt, wordt in overweging genomen." Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 27 april 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/08/2007 pub. 20/09/2007 numac 2007023299 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten betreffende de preventie en het herstel van milieuschade bij het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Landbouw, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Mevr. M.-C. MARGHEM