gepubliceerd op 21 mei 2007
Koninklijk besluit ter bepaling van werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit ter bepaling van werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007 en op artikel 14, gewijzigd bij de wetten van 4 april 2001 en 18 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het advies 42.852/1 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten;2° tekortkoming met een impact op de veiligheid : tekortkoming die aanleiding geeft tot een risico dat niet verenigbaar is met de dienstverlening of het gebruik van het product en dat niet aanvaardbaar wordt geacht vanuit een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en de veiligheid van personen;3° tekortkoming met een ernstige impact op veiligheid : tekortkoming met een impact op de veiligheid die snel ingrijpen van de overheid vereist, waarbij men ook rekening houdt met risico's waarvan de gevolgen zich niet onmiddellijk voordoen;4° tekortkoming zonder noemenswaardige impact op de veiligheid : elke andere tekortkoming dan de tekortkomingen bedoeld in 2° en 3°;5° de minister : de Minister tot wiens Bevoegdheden de bescherming van de veiligheid van de consumenten behoort;6° de gemachtigde van de minister : de gemachtigde zoals aangeduid in uitvoering van artikel 6 van de wet.
Art. 2.§ 1. De tussenkomende organismen voeren de controles uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en technische bekwaamheid. § 2. Tevens zijn de tussenkomende organismen ertoe gehouden volgende verplichtingen na te leven : 1° deelnemen aan sectorieel overleg dat in voorkomend geval wordt georganiseerd ter coördinatie van de activiteiten van de tussenkomende organismen;2° naleven van de instructies welke hen door de minister of zijn gemachtigde worden gegeven met betrekking tot hun activiteiten als tussenkomend organisme;3° het op aanvraag van de minister of zijn gemachtigde verstrekken van iedere informatie die betrekking heeft op de activiteiten en de werking van het organisme.
Art. 3.Wanneer bij een tussenkomend organisme een tekortkoming zonder noemenswaardige impact op de veiligheid wordt vastgesteld, kan de minister of zijn gemachtigde één of meerdere van de volgende maatregelen nemen : 1° aan het tussenkomend organisme een waarschuwing richten en het organisme gelasten de controle overeenkomstig de van kracht zijnde reglementering uit te voeren;2° het tussenkomend organisme gelasten een verbeterplan op te stellen of te laten opstellen inclusief een opleidingsplan, om de vastgestelde tekortkomingen weg te werken.
Art. 4.Wanneer bij een tussenkomend organisme een tekortkoming met een impact op de veiligheid wordt vastgesteld, kan de minister of zijn gemachtigde, naast de maatregelen vermeld in artikel 3, het tussenkomend organisme gelasten een aantal controles en/of risicoanalyses in het domein waar de tekortkoming werd vastgesteld over te doen op eigen kosten, en de resultaten daarvan te bezorgen aan de minister of zijn gemachtigde.
Bijkomend kan de minister of zijn gemachtigde het tussenkomend organisme gelasten een schrijven te versturen naar de klanten bij wie, overeenkomstig het eerste lid, een controle of risicoanalyse wordt overgedaan, waarbij minstens de volgende tekst wordt gebruikt : « Wegens een tekortkoming vastgesteld door de overheid heeft onze firma de opdracht gekregen om een aantal controles en/of risicoanalyses over te doen. De controle en/of risicoanalyse die wij voor u verricht hebben valt hieronder. Wij zullen deze nieuwe controle en/of risicoanalyse verrichten op eigen kosten. »
Art. 5.Wanneer bij een tussenkomend organisme een tekortkoming met een ernstige impact op de veiligheid wordt vastgesteld, kan de minister of zijn gemachtigde, naast de maatregelen vermeld in de artikelen 3 en 4, tevens het tussenkomend organisme gelasten om, op eigen kosten, een aantal controles en/of risicoanalyses in het betreffende domein waar de tekortkoming werd vastgesteld te laten overdoen door een ander onafhankelijk tussenkomend organisme, en de resultaten daarvan te bezorgen aan de minister of zijn gemachtigde.
Bijkomend kan de minister of zijn gemachtigde het tussenkomend organisme -waarvoor een tekortkoming zoals bedoeld in het eerste lid werd vastgesteld- gelasten een schrijven te versturen naar de klanten bij wie, overeenkomstig het eerste lid, een controle of risicoanalyse wordt overgedaan, waarbij minstens de volgende tekst wordt gebruikt : « Wegens een tekortkoming vastgesteld door de overheid heeft onze firma de opdracht gekregen om een aantal controles en/of risicoanalyses over te laten doen door een ander onafhankelijk organisme. De controle en/of risicoanalyse die wij voor u hebben verricht valt hieronder. De nieuwe controle of risicoanalyse zal gebeuren op onze kosten. »
Art. 6.De minister of zijn gemachtigde bepaalt per geval een redelijke termijn waarbinnen het tussenkomend organisme gevolg moet geven aan de maatregelen genomen in uitvoering van artikelen 3, 4 en 5.
Deze termijn bedraagt ten hoogste drie maanden.
Art. 7.Indien een maatregel wordt genomen in uitvoering van artikelen 4 of 5, stelt het betrokken organisme een lijst op van alle controles en/of risicoanalyses die werden uitgevoerd tot een jaar voor het vaststellen van de tekortkoming, in het domein waar de tekortkoming werd vastgesteld, en stelt het deze lijst onverwijld ter beschikking van de minister of zijn gemachtigde.
Op deze lijst vermeldt het organisme de gegevens van de betrokken producten of diensten, de betrokken klanten en de locatie waar de prestaties werden uitgevoerd.
Uit deze lijst kiezen de in uitvoering van artikel 19 van de wet aangeduide ambtenaren een voldoende aantal controles en/of risicoanalyses.
Dit aantal controles en/of risicoanalyses bedraagt maximaal 30.
Indien het onmogelijk zou zijn voor het tussenkomend organisme om de betrokken controle en/of risicoanalyse opnieuw uit te voeren of opnieuw te laten uitvoeren door een ander onafhankelijk organisme, dan dient dit afdoende te worden gemotiveerd. In dat geval kunnen de minister of zijn gemachtigde een voldoende aantal andere controles en/of risicoanalyses kiezen uit de overgemaakte lijst.
Art. 8.§ 1. De maatregelen genomen in uitvoering van de artikelen 3 tot en met 5 worden aan het betrokken organisme meegedeeld bij een ter post aangetekende brief. § 2. Het betrokken organisme beschikt over vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de brief om zijn bezwaren kenbaar te maken bij de minister : - dit beroep is schorsend voor maatregelen genomen in uitvoering van artikel 3; - dit beroep is niet schorsend voor maatregelen genomen in uitvoering van artikelen 4 en 5. § 3. De bezwaren worden onderzocht door de Commissie voor de veiligheid van de consumenten, die advies verstrekt aan de minister. § 4. De maatregelen genomen in uitvoering van de artikelen 3 tot en met 5, worden vervolgens door de minister bevestigd of vernietigd en bij een ter post aangetekende brief aan het tussenkomend organisme bezorgd. § 5. De bij dit artikel bedoelde aangetekende brieven worden geacht ontvangen te zijn de derde werkdag na de afgifte van de brief ter post.
Art. 9.Indien een maatregel wordt genomen in uitvoering van artikelen 4 of 5, die betrekking heeft op een tussenkomend organisme dat optreedt in het kader van een reglementering die accreditatie of certificatie voor tussenkomende organismen verplicht stelt, dan informeert de minister of zijn gemachtigde de betrokken accreditatie- of certificatieinstelling over de vastgestelde tekortkomingen.
Indien een maatregel wordt genomen in uitvoering van artikelen 3, 4 of 5, die betrekking heeft op een tussenkomend organisme dat beschikt over een accreditatie of certificatie in het domein waarin een tekortkoming werd vastgesteld, dan kan de minister of zijn gemachtigde de betrokken accreditatie- of certificatieinstelling informeren over de vastgestelde tekortkomingen.
Art. 10.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, wordt aangevuld met een 6°, luidend als volgt : « 6° het behandelen van de bezwaren tegen een genomen maatregel, die door een tussenkomend organisme werden kenbaar gemaakt aan de minister, zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen. »
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007.
Art. 12.Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE